EEN MARSCH DOOR ROTTERDAM. *.v iif-PifÉ Drie mannen en hun noodlot 3)e £eictocHe 6ou/fca/nt Een afdeeling der te Rotterdam gelegerde troepen maakte Zaterdag een marsch door de stad, waarna voor militaire en burgerlijke autoriteiten voor het stadhuis werd gedefileerd De „Simon Bolivar" van de K.N.S.M. welke nabij de Engelsche Oostkust op een mijn liep en vergaan is, bij welke scheepsramp vele slachtoffers te betreuren zijn Neville Chamberlain, de Britsche minister president verschijnt na zijn ziekte voor het eerst weer in het openbaar bij het verlaten van Downingstreet No 10, waar hij een zitting van den Oppersten Oorlogsraad bijwoonde De burgemeester van Tilburg, mr. dr F. L G Z. M Vonk de Both, nam De oude waiei moien aan de Haanemmcrtrekvaart te Zaterdag afscheid van zijn gemeente na een ambtsperiode van 24 jaar. De Noordwijkerhout, die vernieuwd is volgens het systeem scheidende burgervader (geheel rechts) naast het schilderij, dat hem namens het Dekker, is Zaterdag door Ir. L. van der Wal van Rijks gemeente personeel als persoonlijk geschenk werd aangebeden waterstaat weer in gebru'k qeste'd Een Viaamsche reus. een der moo<ste exemplaren van de nationale tentoon stelling van alle soorten raskonijnen, welke te den Haag is gehouden m. 3SÏ--W MPi - Het Engelsche lichtschip .Sunk", in welks nabijheid de .Simon Bolivar" op een mijn liep en ten onder ging FEUILLETON door A. J. HUISMAN. 37) O' Malley wachtte tot hy den hoek om was. Toen liep ook hy de straat op, met den koffer in de hand en volgde hem. Mc Girk bleef in dezelfde richting voortloo- pen en ging op een taxi toe, die bij het trot toir parkeerde. Een man stapte uit de taxi, gaf iets aan Mc Girk en zette te voet koers naar Fifth Avenue. Mc Girk stapte in de taxi en sloeg het portier dicht. De wagen reed direct weg, draaide bij de Avenue naar het Zuiden en was spoedig uit het ge dicht. O' Malley haastte zich naar het station van den ondergrondschen spoorweg, stap te over op Times Square en stapte uit in Fourteenth street. Nu naderde hij, zeer op zijn hoede, het huis, waar Mc Girk woonde. Het was nu bijna elf uur. Het was een heel donkere avond. Er brandden zoo wei nig lantaarns in Eleventh-street, dat hy slechts met de grootste moeite iets kon zien. Maar hij overtuigde zich toch dat de ve randa's alle verlaten waren, hoewel het een warme avond was. En voor zoover hij kon vaststellen was er ook niemand in de straat te bespeuren. Hij duwd$ het hek open, keek op, zag dat de ramen van Mc Girks voorkamer op de tweede verdieping nog donker waren en begaf zich naar de voordeur. Met deze vervelooze barrière veilig ach ter zich gesloten, wachtte hij onder het sui zende gasvlammetje, snoof de geur van doffe stoffigheid en gestoofde kool op en luisterde gespannen. Een toenemend brom men en ronken in de straat kondigde aan, dat een auto in aantocht was. Daarop klonk het geknars van remmen en het dichtslaan van een portier. O' Malley schoot de eerste trap op als een hazewind, zocht en vond den knop van zijn slaapkamerdeur en glipte naar binnen, juist toen de voordeur gesloten werd. Tegen den muur van zijn kamer gedrukt, luisterde hij naar het geluid van de voet stappen, die de trap opkwamen: Iemand streek langs zijn kamer, liep den hoek van de gang om en beklom de trap naar de tweede verdieping. Zacht opende O' Malley zijn deur, sloop naar de trap en zette daar zijn aandachtig luitsteren voort. Een deur werd boven gesloten. Voetstap pen klonken aan den eenen kant. En daar het aantal voetstappen op een groote ka mer wees, twijfelde O' Malley heelemaal niet meer of Mc Girk was teruggekomen. De ondergrondsche had het vlugger ge daan dan de taxi. O' Malley vroeg zich af wat de man daar boven nu uitvoerde. Het voor de hand lig gende antwoord was, dat Mc Girk aanstal ten maakte om naar bed te gaan. Maar als dat inderdaad zoo was, zouden de voet stappen nog klinken en ze hadden opge houden. In een plotselinge ingeving schoof de jonge Ier zijn schoenen uit, zette ze te gen den muur van zijn kamer en liep op zijn teenen de gang weer in, want zelfs kousenvoeten maken nog een duidelijk hoorbaar geluid, wanneer men zich niet uiterst behoedzaam voortbeweegt. Als een schaduw gleed hij de gang in en kroop langzaam naar boven, zoo dicht mo gelijk tegen den muur aanblijvend. Zonder dat een trede gekraakt had, kwam hij bo ven. Er was daar geen licht, evenmin als in zijn eigen gang beneden. Maar in de inktzwarte duisternis kon O' Malley zijn zwak schijnsel door het sleutelgat onder scheiden. Het zei hem niet alleen dat zijn veronderstelling dat Mc Girk terug was juist wa$ geweest, maar tevens dat er geen sleutel in zijn deur stak. Met de grootste omzichtigheid sloop O' Malley naderbij, zijn weg tastend met vin gers en voeten en ten slotte gehurkt voort- schuivend op zijn handen en knieën. Hij bereikte de deur van Mc Girks kamer en hield zyn oog voor het sleutelgat, wel op passend den deurknop niet aan te raken. Het was een oud huis, het sleutelgat was groot en O' Mally's gezichtskring was wijd genoeg om een flink gedeelte van de ka mer te overzien. Maar zooveel had hij niet noodig. Want direct in het verlengde van zijn oogen zat Mc Girk. Hij zat aan een tafel tegenover het raam, zoodat O' Malley hem van opzij zag. Boven zyn hoofd zoem de een gaslamp. Het gezicht van den man was ingespan nen op iets gericht. Hy hield een papier plat op de tafel voor zich en bestudeerde het, snel notities makend. Na een oogenblik nam hy het vel papier, dat hij bestudeerd had, op het was een brief, zooals O' Malley zag keek van den brief naar zijn notities en schoof hem vervolgens onder het groo te vloeiblad. Daarna haalde hij een vel papier uit een lade en begon langzaam en aandachtig te schrijven. Zich aan de deurstyl vasthoudend om zijn evenwicht te bewaren, sloeg O' Malley hsm scherp gade. Na een minuut of drie, vier, legde Mc Girk zijn potlood neer, her las wat hy geschreven had en begon het op zijn gemak op te vouwen. Toen hy dit had gedaan, nam hij een enveloppe uit de zelfde lade, schoof den brief er in en schreef het adres er op. O' Malley had ge noeg gezien. Zoo snel mogelijk en zonder eenig ge luid te maken aanvaardde hij den terug tocht naar beneden. Toen hy bij de trap was, hoorde hij voetstappen in de kamer achter hem. Doodelijk verschrikt tastte hij naar den deurknop van de achterslaap kamer. De pensionhoudster had hem gezegd dat die niet bewoond was. Als ze die in vre desnaam maar niet op het laatste nipper tje had verhuurd en de deur was niet af gesloten! Zijn vingers probeerden den knop en voorzichtig opende hij de deur. Met een zacht gepiep lukte het. Onuitsprekelijk dankbaar gleed O' Malley de kamer bin nen, juist toen Mc Girk de deur van de zijne opende en de gang inkwam. O' Malley hield den adem in. Hij hoorde Mc Girk zijn deur sluiten en de voetstap pen van zijn medebewoner in zijn rich ting komen. Maar hy had geen sleutel in Mc Girks deur hooren omdraaien. Onbeweeglijk en op zijn hoede luisterde hij toen Mc Girk de twee trappen naar be neden afliep. Niet voordat het dichtslaan van de voordeur naar boven klonk, sloop hij uit zijn schuilplaats te voorschijn. Maar nu liep hij minder voorzichtig de gang door probeerde Mc Girks deur en slipte naar binnen. Mc Girk had zyn licht niet uitge daan. In een oogwenk had O' Malley het vloeiblad opgenomen en het papier, dat Mc Girk met zooveel aandacht bestudeerd had, er onderuit getrokken. Het was een gewone getypte brief van een regel of vier en onder aan de mede- deeling bevond zich weer, zooals O' Mal ley verwacht had, een bekende groene inktvlek. HOOFDSTUK XVI. „Wat u vindt is best De mededeeling die onderteekend was met de merkwaardige groene inktvlek, was gelijk gezegd, slechts kort. O' Malley las die en nam het potloot op, dat Mc Girk zooeven had neergelegd. De laatste leter van het eerste woord, het eerste van het tweede, de tweede van het derde, de eerste van het vierde enzoo- voort, was door Mc Girk reeds dun on derstreept voor zijn eigen gemak. O' Malley dook een oude enveloppe uit zijn zak op en schreef er snel de onder- streepta letters op. Verbijsterd staarde hy een oogenblik naar het rsultaat, controleer de ze daarna nog eens zorgvuldig met de onderstreepte letters in den origineelen brief, maar de zin van de mededeeling werd er niet begrijpelijker door. Hij staarde nog van het eene papier naar het andere, toen een dofie slag van de voor deur hem tot snel handelen noopte. Hij stopte de enveloppe in zijn zak, schoof Mc Gorks brief weer onder het vloeiblad, de poneerde het potlood waar Mc Girk het had neergelegd en was met een paar stappen bij de deur. Het was van het grootste be lang deze onmiddellijk te openen en weer te sluiten, want het lichtschijnsel dat door de opening viel zou waarschijnlijk tot be neden in de hall doorschemeren. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12