r}rie mannen en
hun noodlot
WAPENSTILSTANDSDAG
FEUILLETON
door
A. J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
31)
Het was een hooge muur en de boven
kant ervan was bijna een voet breed. Ter-
wyl hy even daar hoog bleef zitten, hoor
de hij iemand rechts om den hoek van het
huis hollen. Snel bedenkend dat zijn sil
houet tegen de lucht afgeteekend was,
ging O' Malley plat op den muur liggen.
Daarna wierp hij zijn beenen over den an
deren kant van den muur, liet zich aan
zijn armen omlaag zakken en deed een
sprong.
Uit den tuin van Bindles' huis kwam
een schreeuw en een vuurflits, juist toen
O' Malley zich liet vallen. Hij was er zeker
van, dat de man die was komen aanren
nen, geen tijd had gehad om hem te zien.
Dus was zyn veronderstelling juist ge
weest, dat een ander daar op post had ge
staan.
Met uitgestrekte armen en beenen kwam
hij neer. Hy krabbelde overeind en keek
vlug omhoog, hijgend van inspanning.
Over den rand van den muur verscheen
een hoofd met een politiehelm gevolgd door
een paar breede schouders. Te oordeelen
naar de manier waarop de achtervolger in
het gezicht kwam, had de eene agent den
ander tot de muurkap omhoog geduwd.
Een oogenblik dacht O' Malley er over
het op een loopen te zetten, maar hij was
in een te onvoordeelige positie. Hij wist,
dat de agent boven hem elke beweging van
hem zou zien en als hij wegliep, zou hij niet
aarzelen hem een kogel achterna te zen
den. Dus kroop hy in de schaduw van den
muur en wachtte.
De agent gooide zyn eenen over den
muur, hing aan zijn armen en liet zich val
len zooals O' Malley gedaan had. Hij ver
loor eveneens zijn evenwicht. En terwijl hij
overeind krabbelde kwam O' Malley op
hem toe en liet zijn vuist met alle kracht
waarover hij beschikte, achter het oor van
den man neerkomen. De agent viel als een
steen neer, voorloopig buiten gevecht ge
steld.
O' Malley rende den tuin door, onderwijl
over zijn schouder achterom kijkend. Hij
struikele ergens over, viel, kwam weer
overeind en was by den achtermuur van
dezen tuin, juist toen weer een hoofd bo
ven den muur achter hem verscheen.
Maai- zijn geluk was nog met hem. Dicht
■bij dezen tweede^ muur en er boven
uitstekend, stond een rustiek tuinhuis. O'
Malley zag de omtrekken er van op het
oogenblik, dat hij het tweede hoofd in de
gaten kreeg en zijn kans schoon ziende,
dook hy weg tusschen het tuinhuis en den
muur, waarheen hij op weg was.
Deze laatste muur was iets lager dan de
eerste. Met een fikschen sprong slaagde hij
er in, zyn handen op den bovenkant er van
te krijgen en trok zich, klauterend en zich
in allerlei bochten wringend, omhoog.
Zonder te wachten om achterom te kijken,
kroop hij er over heen en gleed aan de
andere zijde omlaag. En toen hij met zijn
voeten in muilen grond terecht kwam,
klonk er een scherp politiefluitje uit den
tuin, dien hij juist verlaten had.
De tweede agent had zijn kameraad ge
vonden. Maar O' Malley was voor het mo
ment veilig. Haastig om zich heen glurend,
stelde hy vast, dat hy zich op een strook
grond bevond, die vermoedelijk als door
gang voor tuinlieden diende en aan den an
deren kant waarvan zich opnieuw een
muurtje verhief, veel lager echter dan de
beide hindernissen, die hij daarnet met
zooveel moeite gepasseerd was. Hij snelde
er naar toe en keek er over heen. Daair
lag wederom een tuin en wat verder lagen
huizen, die aan de achterzijde uitkijken op
de rij, waar hij juist vandaan kwam. Met
een sprong was hij over dezen muur, kwam
in zyn volle lengte in den aangrenzenden
tuin neer en glipte langs het huis, want
zóó zou hij in een andere straat belan
den.
Hij bereikte een betegeld pad, dat hij
veronderstelde voor de leveranciers be
stemd te zyn en dat vermoedelijk naar de
keuken ingang leidde. Hij volgde het tot
voor het huis, hurkte in de schaduw neer
en zag links en rechts een verlaten straat.
Na een oogenblik van onzekerheid raapte
hij al zn moed bijeen en sloop naar het
trottoir. Daar kwam hij overeind en wan
delde het trottoir af. Er klonk nog geen
politiefluitje dat hem noopte het op een
loopen te zetten, geen geluid van nade
rende voetstappen. Hij versnelde zijn
schreden, kwam aan een hoek en liet
Bindles' huis achter zich. Zonder hindernis
bereikte hij weer een hoek; daar stond ge
lukkig een taxi met een slaperigen chauf
feur achter het stuur en met een diepen
zucht van verlichting klom hij naar binnen.
Vijf minuten later was hij een heel eind
van het tooneel van de misdaad verwij
derd.
O' Malley had nog nooit met groote vol
doening de voordeur van zijn woning ach
ter zich gesloten dan hy dien nacht deed,
maar hij dreg in zich een ziedende woede
tegen Ward Barrett mee.
De val was niet dichtgeklapt, maar het
was er na aan toe geweest.
HOOFDSTUK XIV.
Thee in de „Plazza".
Toen O' Malley terug was op zyn kamers,
kwam de reactie en hij was te vermoeid om
nog veel na te denken. Half versuft kleed
de hy zich uit, nam een bad en tuimelde
in bed. Binnen een minuut was hij vast in
slaap.
Den volgenden morgen, toen het meisje
hem zijn ontbijt bracht, werd hij pas wak
ker. Hij viel half uit bed, zoo spalerig was
hy nog, opende de deur en nam het blad
aan. Toen strompelde hij naar de badka
mer, zyn oogen uitwrijvend.
Tien minuten later verfrischt en klaar
wakker na een koud bad, ging hij ontbij
ten. Intusschen liet hy de gebeurtenissen
van den avond te voren nog 'ens aan zijn
geest passeeren. En het resultaat was, dat
hy voor den zooveelsten keer keer twij
felde.
Gisteravond had hy geloofd, dat Barrett
hem naar het huis had gelokt en, in de
verwachting dat O' Malley volgen zou,
den moord begaan had, even voor hij bin
nengekomen was en toen vluchtte, om O'
Malley voor de gevolgen op te laten
draaien. Het leek waarschijnlijk dat Bar
rett de politie had gewaarschuwd om er
"eker van te zijn dat O' Malley gearres
teerd zou worden.
Nu hij de zaak rustiger overdacht viel
er een nieuw licht over een paar bijzon
derheden, die deze theorie aan het "wan
kelen dreigden te brengen.
Ten eerste, Barrett had g m tijd gehad
om, na O' Malley ontmoet te hebben de
politie te waarschuwen. En bovendien
als hij het plan had gehad een moord te
begaan, zou hij niet zoo roekeloos zijn hen
van te voren op het spoor, zelfs van den
vermeenden moordenaar te brengen, want
Barrett kon toch niet zeker weten dat O'
Malley hem volgen ozu. Neen, Barrett had
de politie niet gewaarschuwd.
Ten tweede, er was geen sprake van
twist of ook maar de minste onaangenaam
heid tusschen Barrett en O' Malley ge
weest, die een motief kon opleveren voor
een dergelijke wraakneming. Eerder het
tegendeel, tenzij Barrett hem uit den weg
wilde hebben om hetgeen hij wist, in welk
geval het dwaasheid zou zijn om hem te la
ten arresteeren. Daarbij zou Barrett het
niet. noodig vinden er een ander in te ha
len zoolang hy zelf kon ontsnappen.
Ten derde, en dit was belangrijker om
dat het de moord zelf betrof, was er de
kwestie van den tijd. Barrett was het huis
misschien twee minuten voor O' Malley
binnengegaan; waarschijnlijk was het tijds
verschil nog korter. Als hij de trap even
behoedzaam was opgeloopen als de Ier,
kon hij die verlichte kamer nauwelijks
twee minuten eerder dan de man die hem
volgde, zijn binnengetreden, zelfs als hy
het huis kende.
O' Malley nerinerde zich duidelijk de
toestand van de brandkast. Hij had geen
teeken gezien dat er op wees dat deze ge
forceerd was. Mogelijk had Bindles hem
open laten staan en had Barrett de brand
kast zoo gevonden. Maar dat leek te on
waarschijnlijk om waar te zyn zoo'n ver
bijsterende buitenkans voor den man, die
gekomen was om de brandkast leeg te ha
len!
(Wordt vervoled).
3)e öou/fca/ut
*m,
y.
m
De eerste K.L.M.-kindervlucht naar Ned. Indië is uitstekend geslaagd. De
jeugdige luchtreizigers stappen uit het vliegtuig na aankomst op Tjililitan
n de gem zeevaartschool te Rotterdam *s Zaterdag namens de leerlingen en
oudleerlingen in tegenwoordigheid van burgemeester mr P Oud en den
Belgischen consul een plaquette onthuld ter herinnering aan het ieit, dat Belgi
sche koopvaardijolficieren 25 jaar geleden aan deze school hun opleiding ont
vingen
In het Rijksmuseum te Amsterdam is men druk bezig met
het inrichten der tentoonstelling van werken van duizend
Nederlandsche beeldende kunstenaars, welke expositie op
initiatief van dr. Schmidt Degener gehouden zal worden
Onder voorzitterschap van Oud-minister Deckers had Zaterdag te Den Haag
de oprichtingsvergadering plaats van een centraal comité, dat zich ten doel
stelt de belangen te behartigen, die onze West-Indische gebiedsdeelen onder
ling en met het moederland verbinden Links naast mr. dr L. N Deckers de
minister van koloniën, Ch. J I M. Weiter
Tony Bijland (rechts) leverde een bij
zondere prestatie, door bij A D Z.-
wedstrijden op den 200 meter school
slag slechts 0 7 sec onder het wereld
record van Jo Waalberg (links) te
blijven
Z.M. Koning Leopold van België brengt
een saluut bij het grat van den Onbe
kenden Soldaat te Brussel tijdens de
herdenking van den Wapenstilstandsdag.
Links: prins Karei, rechts: kroonprins
Boudewijn