iüMEb RUBRIEK ML Groote verscheidenheid van details Oud maakt nieuw KNIPPATRONEN Mantels en costumes wijken wat de hoofdlijnen betreft niet zoo heel veel af van de mode van een vorig jaai, alleen zullen verschil lende modellen een wijderenon- derkant te zien geven. Het lag in de bedoeling om aan klokken en plooien een groote plaats toe te ken nen. Dit is op de shows, die in de eerste helft van Augustus door de zijn, doch de tijdsomstandigheden zijn, doch de tijdsomsandigheden hebben zich nadien dor het groote wereldgebeuren zoozeer gewijzigd, dat men zich aan deze eischen niet steeds zal kunnen houden. De ge biedende zuinigheid in velerlei op zicht zal voor menigeen ook be perking van het kleedingvragastuk beteekenen en mantels met klokken en plooien kosten veel meer stof, dan meer rechte modellen, met een weinig golvenden onderkant. Bont zal spaarzamer worden aangebracht dan in vorige seizoen het geval is geweest, althans wanneer het de duurdere soorten betreft als Per- sianer, Breitschwanz, Bever, Mar ter e.a. Doch ook hiervoor heeft de bontindustrie een oplossing gevon den en wel door zeer geslaagde bontimitaties, wier herkomst te rug te leiden is op het konijn. Bontstoffen maken ook een goede kans en voorts vinden wij een prachtig hulpmiddel in fluweel. Bont en bontstoffen leenen zich voor capes en plastrons, die voor al op najaarsmantels zeer welkom zijn op koude dagen, wanneer de Noordenwind door alles heen blaast. Mantels van een vorig jaar kunnen met behulp van bont, bontstoffen en fluweel uitstekend gemoderni seerd worden. Een staande kraag met groote strik van een dezer ma terialen is flatteus, terwijl een terialen is flatteus, terwijl een plastron als de middelste mantel te zien geeft een gekleed aspect verleend aan het geheel, vooral indien men een mof van hetzelfde maakt. De mantel links heeft weer een geheel andere halsafwerking. Deze kraag, die met stof is tegengevoerd kan hoog en laag ge dragen worden. Apart werken zakken als de schets te zien voerd kan hoog een laag gedragen worden. Apart werken zakken als de schets te zien geeft en welke bij wijze van variatie ver ticaal zijn gemaakt met de garneering van de kraag. Opvallend is, dat vele najaars mantels in het midden sluiten, zonder overslag van eenige beteekenis. Voor groote dames zijn sportieve model len van geruite stof geschikt, doch men vergete niet, dat deze niet onder de meer gekleede mantels gerangschikt worden en feitelijk slechts voor de morgenuren be doeld zijn. Doelmatig zijn zij voor werken de vrouwen, die dag in, dag uit door weer en wind moeten. De schuine pas en zak ken zorgen voor een geschikte onderbre king. Een paar vlotte mantekostumes ziet men verder nog weergegeven, waarvan het linkermodel een meer sportief karak ter draagt en met evenveel succes van twee verschillende materialen gemaakt kan worden b.v. met een geruit rokje. De gestreepte stof, die aangewend is voor de tailleur kan zoowel een relief als een haarfijn gekleurd streepje te zien ge ven. Beide modellen zijn vlot en worden op koude dagen met een losse bonten das of een cape-je gedragen. Voor koele dagen Gehaakt jurkje voor meisje van 1—2 jaar. Noodig 150 gr. baby wol,-rose; 40 gr. wit te zijde. Inox haaknaald no. 2. De wol wordt op de gewone wijze, de zijde dubbel gehaakt. Het bovendeel wordt dwars gehaakt, te beginnen aan den on der kant van een mouw. Op 40 lossen haakt men in iedere derde steek 2 vasten een losse twee vasten, waardoor een groep je van vasten gevormd wordt. Volgende tper worden de vasten in de daaronder- liggende lossen gehaakt. Tusschen de groe pen komen geen lossen. Men haakt dus twee vasten, twee lossen, twee vasten en daarna in het volgende boogje tusschen de vasten voorg. toer herhaald men het pa troontje. Voor de breedte der mouwen heeft men 13 groepen noodig, na 5 toeren rose wol volgen twee toeren witte van zij de en daarna 2 toeren wol. Nu meerdert men voor het vóórdeel en voor den rug aan iederen kant met 12 lossen 4 groe pen aan iederen kant, zoodat men thar.s 21 groepen krijgt. Gehaakt worden thans 4 toeren rose, 2 toeren wit, 8 toeren rose, 2 toeren wit een toer rose. Thans worden voor- en rugdeelen gescheiden. De mid delste 5 groepen vormen de schouders en blijven vrij. Men haakt aan een kant over de eerste acht groepen 9 toeren, met rose wol, daar na wordt de andere helft eveneens over 8 groepen gehaakt. Na 5 toeren rose laat men 5 groepen vrij voor het split en zet daarna weer opnieuw 15 lossen op, waarna over 8 groepen 5 toeren rose volgen. Met een rij van 15 lossen verbindt men rug- en voordeel en haakt over de volle breedte een toer rose, 2 toeren wit, 8 toeren rose 2 toeren wit, 4 toeren rose; daarna laat men aan beide kanten 4 groepen onbe werkt en haalt op het middendeel de tweede mouw: 2 toeren rose, 2 toeren wit, 5 toeren rose. Mouw- en zijnaden dicht naaien. Voor het kraagje haakt men aan den nalsrand 7 toeren rose over 20 groepen, daarna worden hals, split en mouwen met schulpen afgewerkt met witte zijde. Iedere schulp bestaat uit 5 stokjes, waarna een vaste volgt, die in de volgende groep wordt gewerkt. Het rokje is 25 c.M. lang en wordt met rose wol in stokjes en nopjes gehaakt en wel in ronden toeren. Iedere toer wordt met een halve vaste aan het begin verbon den, terwijl iedere beginstokje door drie lossen wordt vervangen. Nopjes werkt men als volgt: Men haakt met een omslag de draad uit de onderste groep op en her haalt dit driemaal, haakt daarna alle ste ken af. In de volgende toeren neemt men de nop van rechts naar links op, dus niet de steek, die uit alle lussen ontstaan is en haakt op deze wijze den draad 4 X op een haakt de lussen daarna in één steek af. In de le toer haakt men: 5 stok jes in de eerste groep, een nop in de vol gende groep, in totaal 23 maal. Tweede toer: Men haakt uit de 5 stok jes 9 stokjes, de drie middelste komen op het middelste stokje van de vorige toer. Nopje op nopje. Kleurenverdeeling: 3 toeren rose, een toer wit, 3 toeren rose, 1 toer wit, 3 toe ren rose, enz. We zorgen voor den winter ,...en thans komen de appels aan do beurt! Wanneer wij al winkelende langs fruit winkels gaan, dan houden we onwillekeu rig onze pas in, wanneer wij de frissche kleuren van appels, peren, druiven en to maten zien. Wat al mogelijkheden bieden al deze vruchten voor de komende maan den. Enkele hiervan willen wij hieronder laten volgen. Appelgelei. Hiervoor kan men onrijpe, afgevallen vruchten verwerken, die zelfs het voor deel hebben veel bindende stoffen te be vatten. De appels worden gewasschen, afge droogd en in vieren of achten gesneden, leelijke plekken afsnijden. Schil en klok huis niet verwijderen. Opzetten met zoo veel water, dat zij juist bedekt zijn en gaan koken. Eenige uren van het vuur m gesloten pan laten staan, daarna alles overgieten in een gespannen doek. Men kan deze b.v. over een flinke pan span nen en met een band vastbinden. Na het uitlekken wordt de sap gewogen op 500 gr. vruchten rekent men 3')0 gr. suiker. Aan de kook brengen en afschui men het schuim kan men voor com pete of een toespijs gebruiken. Inkoken totdat de massa dik van een lepel loopt, dsama heet in goed gereinigde glazen gie ten die afgesloten worden met vochtig ge maakt cellophaan, dat met een elastiekje om den hals van den flesch gebonden wordt. Appelcompote. Rijpe appelen van gelijke groote worden in inmaakglazen gedaan, nadat eerst geschild zijn Schillen van appelen bewa ren en drogen, het geeft een smakelijke thee. Groote appelen worden in stukken verdeeld en met 3 lepels suiker bestrooid vcor 1 L. glas. Aanvullen met koud ge kookt water. Glazen sluiten en 20 min. ste- reliseeren op 90 graden. Appelmoes. Rijpe zoowel als onrijpe appelen worden geschild en in stukjes verdeeld, daarna met weinig water gaargekookt. en door een paardeharen zeef gewreven. Suiker en eventueel citroensap naar smaak. Inmaakglazen vullen en 20 a 25 min. bij 80 gr. steriliseeren. Drogen. van appelen gaat heel gemakkelijk. Men heeft mooie, rijpe exemplaren noodig. die geschild en van het klokhuis ontdaan wor den met een appelboor. In plakken snijden en op houten met mul bespannen ramen of in lauwe oven uitgespreid drogen. Be waren in zakjes van kaasstof of ander zeer poreus weefsel en deze zoo mogelijk nog in de zon hangen. Waar de vrouw verwend wordt Vele Hongaren verwennen hun vrouw dan ook maar al te gaarne, gaan veel met haar uit en lezen de wenschen van haar gelaat Zij vertoonen zich gaarne met vrouw en kinderen in het openbaar; en de Zondagmorgenwandelingen worden met vrouw en kinderen gemaakt, om de we reld te laten xien, hoe trotsch de mannen op hun gezin zijn. Alhoewel de Hongaarsche haar huishou ding volkomen beheerscht, is het in ver schillende steden gebruik om den warmen middagmaaltijd toebereid thuis te laten be zorgen, zoodat de huisvrouw alleen te zor gen heeft voor het avondeten, dat even eens uit warme gerechten bestaat. Aange zien de Hongaarsche veel smaak heeft, weet zij zich steeds goed te kleeden, zij ontwerpt haar kleeren veelal zelf. Zorg vuldig worden de kleurencombinaties ge kozen, die als versiering worden toegepast op huis- en avondkleeding en naar oud- Hongaarsche motieven in kunstnaaldwerk uitgevoerd zijn; zoodat de nationale motie ven gecombineerd worden met het inter nationale modebeeld. De straatkleeding past zich echter aan de eischen der Fran- sche mede aan, Is eenvoudig doch zeer elegant Reizen behoort tot de grootste genoe gens der Hongaarsche vrouwen en velen harer spreken vloeiend Fransch, Engelsch en Duitsch, zoodat de conversatie met een internationaal reisgezelschap niet moeilijk valt De plaats, die de Hongaarsche vrouw ln haar gezin inneemt is wel een zeer be voorrechte! Vergelijkt men hiermede het lot van vele hard werkende vrouwen, aan wie het leven zeer weinig afwisseling biedt dan komt dit des te duidelijker uit Het Hongaarsche jonge meisje ziet met opgehe ven hoofd haar doel duidelijk voor oogent „Zij wil trouwen, en vrouw en moeder zijn!" waarvoor zij haar onafhankelijkheid als werkende jonge vrouw gaarne prijs geeft. Zij vindt het immers héél gewoon dat de man voor haar zal zorgen, zoo goed als slechts in zijn macht is! Zij is immers de vrouw, die zijn eerzucht prikkelt en die zich iederen dag opnieuw begeerenswaar- dig weet te maken, zoodat de heer gemaal zelfs na een lang huwelijksleven er nog naar streeft alle heerlijkheden der wereld aan haar voeten te leggen! Wellicht zijn de Hongaarsche vrouwen wel de verstandigste onder al haar Euro- peesche zusters! Naarmate we aan het beden ken gaan, op welke wijze we be staande japonnen kunnen mo- derniseeren, komen we tot de ontdekking, dat er nog heel wat mogelijkheden bestaan, terwijl zelfs mantels nog aan de nieuw ste eischen van de mode kunnen beantwoorden. Een mantel, die meerdere jaren gedragen is en een langharige bontgarneering heeft, die leelijk geworden is, kan opgeknapt worden met een kraag van bontstof, terwijl men de onderwijdte ruimer kan ma ken door het inzetten van baan tjes, die naar de taille toe pun tig toeloopen. Vele mantels slui ten in het midden met een kleine overslag en dit kan men gemak kelijk bereiken met mantels, die een groote overslag hebben, die reeds begint te slijten aan de kanten. Enkele denkbeelden om ja ponnen te vermaken brengt deze schets. combinatie en eventueel kan men er zelfs nog een derde kleur bij aanwenden. Zeer nieuw zijn middenstukken van ander mate riaal, waardoor het ook mogelijk is een ja pon te vermijden. Heel geschikt kan men trouwens ook coupons voor een dergelijk model verwerken. Een oude, niet te vermaken mantel kan men, nog gebruiken voor een kort mantel tje, dat bij een geruite of fantasie rok ge dragen kan worden. JONGE MEISJES-JAPON. Succespatroon 2737. Prijs 30 cent plus 5 ct. voor porto en cmz.bel. Men kan deze japon o.m. van een klein ruitje maken, doch ook van effen stof met wit piqué kraagje kleedt dito model vlot. Aardig zijn de dubbele zakjes in drie- hoeksvorm, terwijl gekleurde knoopen en dito ceintuur de noodige afwisseling bren gen. Ben. stof pl.m. 2.55 M. van 1.30 M. Patronen in de maten 44 t/m. 48. BLOUSES VAN EFFEN EN BEDRUKT FLUWEEL. Succespatroon 3294. Prijs 30 cent plus 5 ct. voor porto en omz.beL Blouses worden op alle uren van den dag gedragen en men kan ze gekleeder maken door de keuze der stof. Fluweel is een materiaal, dat in komen de maanden meer dan ooit gedragen zal worden en dit materiaal behoeft geen gar neeringen. Bijgaande blouses kunnen verschillend gemaakt worden. Bovenaan ziet men een model met ingehaalde ruimte en ceintuur, terwijl hetzelfde patroon gebruikt is voor de onderste. Het verschil is, dat dit model strenger van lijn geworden is, omdat de ruimte verwerkt is door uitnaden en slechts met enkele knoopen sluit. Ben. stof 2.10 M. van 90 c.M. Patronen in de maten 42 t/m. 48. KNIPPATRONEN VAN DEZE MODELLEN zijn verkrijgbaar bij Het Practisch Mode blad, Postbus 36, Den Haag, Giro 203203. De prijs bedraagt per patroon 0.30 plus 0.05 voor porto- en omz. bel. Betaling steeds vooruit in postzegels, per postwis sel of giro.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12