Een vraag tot u allen!
(Niet overslaan).
door Oom Wim.
Attentie
ONZE RAADSELWEDSTRIJD.
Deze wedstrijd wordt weer een succes!
Er zijn al heel wat brieven binnen! Denkt
er om: komt niet te laat, maar „weest op
tijd"! Denkt aan den einddatum! Doet al
len mee! Vergeet niet je verjaardag op te
geven. Dit met het oog op de nieuwe lijst,
die ik denk aan te leggen. Oom WIM.
Een rectificatie
In afd. )J. der raadsels, wil ik iets ver
anderen. No. I is te moeilijk, naar ik hoor
en no. IV moet als hieronder staat gelezen
worden.
Voor Raadsel I geef ik nu.... (let op!):
Plaats in de ruitjes de getallen 2, 4, 6, 8,
10, 12, 14, 16, 18 zóó dat horizontaal-verti
caal en diagonaal overal 30 tot som komt.
Afdeeling D.
Raadsel IV.
Op de plaats der kruisjes komt de naam
van een meisje. (Ieder woord heeft zoo je
ziet vier letters).
X is een ledemaat.
x is koud en grimmig.
x is beroep
x is een dorp in Zeeland
x is een drukgereedschap
x is een korte lat
x .is meer dan niets
x is een meisjesnaam
x is een schooafdeeling.
Ziezoo, zoo zal het beter gaan!
Oom W i m.
CORRESPONDENTIE
J a n s v. d. Akker, Z'W oude. Wat
heb je me met dat kiekje een plezier ge
daan! Nu zie ik dat leuke stelletje eens,
dat steeds zoo trouw van de partij was en
ons Hoekje met zooveel belangstelling
volgde en. steeds me vergastte op zoc
menig leuk briefje. En dan ook eens jul
lie goeie Zuster Dionysia te zien, die door
haar aanbeveling bewerkte, dat de heele
school meedeed en doet meedingen aan
den wedstrijd ook weer dit jaar. Kijk. dat
kiekje krijgt een eereplaatsje in mijn al
bum, waarin reeds tientallen nichtjes me
vriendelijk aankijken, als ik dit boek open
sla. De beschrijving van de bruiloft, houd
ik te goed. Dag Jans! Druk in mijn plaats
het heele stelletje de hand, met Zuster
Dionysia aan 't hoofd en ik hoop dat het
u allen goed in uw verdere leven gaat en
dat ik nog vaak iets hoor van mijn goeie,
brave, trouwe nichtjes van Zoeterwoude.
Ook vader en moeder mijn beste groeten!
MarieBodegraven. Daar
krijg ik me toch zoowaar een briefje van
een zekere Marie uit Bodegraven en ze
vergeet te zeggen, hoe haar familienaam
is. Zoo Marie, liggen 400 soldaten in 't
Fort? Nou, dan is dat goed verdedigd. Wel
ke namen zou ik ingeboekt hebben. Schrijf
me nog eens alle verjaardagen op, met
vermelding van de juiste namen. Waalha
ven is zeker net als Schiphol bij Am
sterdam een groote attractie voor jong
en oud. En heeft Lenie ook veel plezier ge
had in Rotterdam? Dag Marie, veel groe
ien, ook aan Vader en Moeder, Opoe's en
Opa en aan alle broertjes en zusjes. Voor
u allen, de hand! Ik wacht je brief af!
Corrie Verhagen, Leidschen-
d a m. 5 Nov. steken we samen voor
jou de vlak uit! Ja Corrie, je zusjes schrij
ven altijd een kaart, als ze jarig zijn en
dan kom ik ze in den geest feliciteeren
Dat doe ik nu ook op 5 Nov. Ik dank je
wel voor dat mooie bouquetje bloemen.
Jammer, dat ik ze niet in het water kan
zetten. Ze verdienen het heusch. Dag Cor
rie! Groet alle huisgenooten van me!
Jopie Keizer, Zutphen. Jon
gen, wat kun jij al goed schrijven, Jopie!
Je schrijft haast zoo mooi als ik. Nu moet
je deze brief aan vader en moeder voor
lezen en ook den brief en het versje van
vader eens voordragen en dan moet je je
ouders bedanken voor deze bijdragen. Dag
jongen! Groet vader en moeder, ook van
Tante Marie!
Magda Montanus, Leiden.
Ria is genoteerd en zal den 7en Nov.
breed-uit in de krant staan. Let maar eens
op. Zoo, ben jij acht jaar en wanneer is
jouw verjaardag? Schrijf mij dat eens,
met een heel lang briefje van minstens
twee kantjes. Dag Magda! Groet vader en
moeder en Ria! Ik druk jou de hand
apart.
Nu wil ik nog even zeggen, dat de vol
gende brieven als voorbeeld achter
eenvolgens zullen geplaatst worden. Dan
kunnen andere Nichtjes en Neefjes eens
zien, hoe men een brief schrijven moet en
waarover men zooals kan schrijven. Ik doe
dit te liever, omdat deze brieven juist als
voorbeeld geschikt zijn.
Hier volgen de namen der briefschrjjf-
Toen Mej. Beenakker verleden jaar haar
dank bracht aan de vele Neefjes en Nicht
jes voor de vele pakjes, die ze ontvangen
mocht om uit te deelen bij gelegenheid van
het St. Nicolaasfeest aan de kinderen ba
rer school, zei ze:
„En mag ik het zeggen?
Tot het volgend jaar!"
Tot het volgend jaar, zei ik toen ook,
toen ik ook aankte ae veie en brave kin
deren, die aan onze roepstem gehoor had
den gegeven en iets hadden afgestaan van
het vele, dat zij hadden en dat arme kin
deren missen moeten.
Inderdaad, gij allen hebt toen getoond,
dat ge luisterde en handelde zooals ik
schreef in het nummer van 12 Augustus
onder: „Geven is zalig" en wel:
't Is in 't leven
Plicht te geven,
Van 't vele, ons hier toebedacht,
Dat te denken,
Moet 't schenken
Maken tot 'n lust en niet tot klacht.
Zoo is het!
Nu dan, wij komen dit jaar weer met
een vriendelijk verzoek. Je weet, het feest
van Sinterklaas is voor U allen, een blij en
groot feest. Nu reeds denkt ge: „wat zal
de goeie, brave Sinterklaas ons brengen?
Waarmee zal hij ons ook dit jaar weer ver
rassen en zoo stiekum hebt ge vader en
moeder al eens laten hooren, wat ge zoo
graag zoudt willen hebben.
De neefjes vragen natuurlijk weer iets
anders, dan de nichtjes. Iedereen vraagt,
wat ie het meest noodig denkt te hebben,
of is het speelgoed, dan vraagt ie die
spelletjes, waarmee hij het liefste speelt.
En als dan de groote dag daar is, dan
gaat een gejuich op. Dan ligt daar het ver
langde. Dan ligt daar de nieuwe hoed; een
paar mooie schoentjes; een warm dasje;
een hoepel; een paar schaatsen; een school-
tasch; een pen en potlood; een inktlap; een
schrift, een leesboek, een kerkboek, een
rozenkrans, eenga maar door sta
pels mooie, goeie, practische, keurige din
gen zijn gebracht en ieder van U krijgt wat
ie wenschte en dankt vader en moeder, oom
en tante, opa en oma en hoe de lieve gever
of geefster ook heeten mag.
sters, en -schrijver:
Rie van Buël, Leiden.
Dora Kniest, Oegstgeest.
Rika den Haan, Langeraar.
IrèneLeiden.
Piet Homan, Sassenheim.
Sisca Homan, Sassenheim.
Zie de volgende weken!
Tot later.
De hand voor u allen, Oom WIM.
Dë Wedstrijd
door „Anonyme"
De groote wedstrijd is begonnen,
Daarom, dit rijmpje gauw verzonnen:
Allen paraat zijn, en weest erbij
Springt op van vreugde in de rij.
Er zijn mooie prijzen zie eens aan
Dus doet mee en weest voldaan,
De hoofdprijs is, een fiets.
Zeg, is dat even iets!!!
Het is gewoon om van te smullen.
Van al die mooie en fijne spullen.
Daarom allen, allen meegedaan,
Zoodat de post een wagen vol kan laan.
Om te brengen naar de Papengracht
Waar Oom Wim U allen met vreugde
wacht.
Wie meedoet, heeft kant wat te winnen,
Dus vlug, nu allen aan 't verzinnen,
't Zy een verhaal, sprookje of vers.
Mits goed, dan komt het op de pers,
En zoo in onze mooie jeugdcourant,
En allen worden dan nog bedankt.
Ook is steeds welkom een brief,
Een brief van twee kantjes minstens
en lief.
Ook een teekenmg desnoods de maan
en de zon,
En raadsels, die men zelf verzon.
Dus allen, een kansje gewaagd, nu
vooruit,
Aan 't werk. Succes! Ik zeg dit tot besluit!
Ons Hoekje
door Gerard Keizer.
De Leidsche krant, mijn vrienden,
En speciaal de Jeugd-rubriek,
Leest ieder met genoegen
Envindt het: „magnefiek".
In deze Jeugd-pagina
Door onz' „Oom Wim" bestuurd,
Schrijven elke nicht en neefje,
Correct, naar „hem" gestuurd.
Hij gaat aan 't corrigeeren
En verandert ook wel wat:
„Cachet" geeft hij aan 't liedje
Of verhaal, zeg, vat je dat?
U moet ons maar wat helpen:
Rijmen valt soms niet mee,
Al zijn de „pennevruchten",
Niet heelemaal O. K.,
Treur niet, maar blijf... tevreeü
U bent tevreden. Hoe kan het anders! U
bent gelukkig!
Zoo gaat het bij U. Maar zoo gaat het
niet overal. Daar zijn ook huisgezinnen,
v/aar Sinterklaas voorbij gaat, en zelfs
Pieterman niet door den schoorsteen gluurt.
En toch.... daar zijn ook kinderen met
verlangens, zooals gij; ook kinderen, die o
zoo graag een warm dasje zouden hebben,
of een boekje om te lezen; een schrift om
t.e teekenen; een nieuwe muts of pet of
noem maar op. Die kinderen zouden ook
zoo graag vader en moeder een stille
wenk willen geven, om Sint wat te bestel
len, maar. ze weten, dat er geen geld is
om te koopen en dan.... wordt maar stil
gezwegen en is de hoop gevestigd op goede
brave, lieve kinderen, die misschien wat
missen willen van 't vele, dat zij krijgen
of die nog zooveel moois, daar liggen heb
ben in kist of kast, dat nie*t gedragen, niet
gebruikt; niet gelezen wordt.
Kijk, nu dacht ik zoo!
Als mijn lezertjes en lezeresjes nu eens
wilden zien en dit met moeder bespraken,
of er niet iets was, wat best kon gemist
worden en je bezorgde ons dat; dan kon
den wij die kinderer van school Oude Vest
eens blij maken.
Kijk eens naar kleertjes die niet gedra
gen meer worden en nog goed zijn;
naar ondergoed, dat te klein is en nog
gebruikt kan worden;
naar boeken, die daar liggen, maar niet
meer gelezen noch bekeken worden;
naar speelgoed, dat al zoolang achteloos
in een hoek is gegooid en waarmee niet
meer gespeeld wordt al is het nog zoo goed
en nog zoo mooi.
Stuurt mij dat! Ik zal jullie de adressen
zeggen, waar alles kan worden gestuurd.
Hoort!
Aan Oom Wim, school Rapenburg 48,
Leiden.
Aan Oom V/im. Leidsche Courant, Papen
gracht 32, Leiden.
Aan Mej. Beenakker, Oude Vest, The-
resiaschool.
En nu wachten w(j af. Bij voorbaat onzen
dank! God loone het U.
Oom Wim.
Wie zijn jarig?
Van 2 tot en met 8 November.
Op 2 Nov.
Annie Hooguin, Zoeterw.weg 45.
Ria en Mietje Horikx, Witte Rozensti. 18.
Jo Steenvoorden, Hoogw. 19, Noordwijk B.
Johanna v d Peet, Schoolstr. 122, Voor
schoten.
Joke Broeken, Da Costastr. 46.
Tonia Droogh, Langeaar.
Jan Ouwerkerk, P. de la Courtstr.
Op 3 Nov.
Jo Vermin, Woelwjjkl. 1. Voorschoten.
Beppie van Leeuwen, Halfw. 33, Lisse.
Jopie Eist, Lindel. 5, Sassenheim.
Op 4 Nov.
Gretha v. d. Berg, Langstr. 24.
Op 5 Nov.
Jan Schamper, Hugo de Grootstr. 17.
Miep Vendrig, H. Rijndijk 226.
Ria Zwetsloot, Witte Singel 42.
Corrie Verhagen, Stompw.weg 72, Leid-
schendam.
Jan van Leeuwen, Katwijk a. d. Rijn 16.
Op 6 Nov.
Albert v. Berge-Henegouwen, Hoogew. 169
Jeanne Rijsbergen, Rijn- en Schiekade 86.
Herman Ooyendijk, Anna v. Saksenstr. 9.
Op 7 Nov.
Willem v. Berge-Henegouwen, Schelpen
kade 47.
Jantje v. Leeuwen, Julianastr. 19, Alphen.
Theresia v. d. Geest, Boterk., Oegstgeest 1.
Hester Noteboom, Noorderstr. 1.
Ria Montanus, Verl. Bloemistenlaan 33.
Willem van 't Riet, Pioenstr. 14.
Op 8 Nov.
Coba Ruitenbeek, Nico Beetsstr. 39.
Otto en Nelly Weip, B 92 Z'Woude.
Regina Koppers, Balistr. 8, Oegstgeest.
Freddy Hakkaart, Langestr. 46.
Thea Schamper, Hugo de Grootstr. 17.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zijn of haar naam in deze lijst wil
opgenomen zien, schrijve me minstens 14
dagen vóór den verjaardag. Zoo ook vie
bij het verlaten der school van deze lijst
wil afgevoerd worden of wie verandert
van woonplaats, straat of huisnummer.
Ook wie soms in de lijst een foutieve opga
ve ontdekt.
Oom WTM.
IJ vraagt?
1. Wanneer werd Willibrord tot bisschop
gewijd en door welken paus?
2. Hoeveel menschen zouden per dag
wel sterven?
3. Hoeveel inwoners heeft wel Rusland?
4. En Duitschland?
5. Hoe ontstaat het bijengegons?
6. Ik las in de krant het woord „zwijn
tjesjager". Wat is dat?
Wij antwoorden
1. Dit gebéurde op 21 Nov. 695. Toen
werd Willibrord door Paus Sergius be
noemd tot Aartsbisschop der Friezen. Als
Centrum voor zijn arbeid kreeg hij Utrecht
aangewezen.
2. Iedere dag staan er 150000 lijken bo
ven de aarde. Ieder jaar ongeveer 45 mil-
lioen menschen.
3. Volgens de laatste telling 170 millioen.
Ik lees ook dat er thans 174 steden met
over de 50000 inwoners zijn.
4. De helft van Rusland ongeveer. Met
Bohemen en Moravië telt dit groote rijk
ruim 86 millioen menschen.
5. Dat is een goeie vraag. Een bij heeft
geen stem; kan dus ook geen stemgeluid
maken. En tcch hooren we gegons of ge
zoem, hoe je het noemen wil. Dat komt..
let op! door de trilling van de lucht, en
wel door het verbazend vlug slaan van de
kleine vleugeltjes bij 't vliegen. Let maar
eens op, als hij stil zit, hoor je niets.
6. Dat is een fietsendief. Waarom men
zoo iemand een „zwijntjesjager" noemt,
weet ik ook niet.
parade
door Anton Roels.
Daar roff'len de trommels en schuiven
de rjjen
Van kleurige groepen soldaten voorbij;
Commando's weerklinken en wapenen
blinken.
De manschappen schoud'ren zich zijde
aan zij.
Daar dav'ren de klanken van vroolijke
marschen
Over het groen exercitieterrein;
Daar wapp'ren de vlaggen, de fleurige
driekleur,
Waarop we zoo trotsch en zoo fier
kunnen zijn.
Daar staan stil de duizenden toeziende
menschen,
Gegrepen door heel dit zoo machtig
gezicht;
Dan denken zij nog eens aan dappere
daden,
Die helden voor 't vaderland hebben
verricht.
(Voor de kleinen).
BREILIEDJE.
door Tante Marie.
Wat klikken de naalden vlug tegen
elkaar!
Wat worden de naadjes al lang!
Wat gaan nu de vingertjes vlug al
van haar,
Ei, zie eens de kleur van haar wang.
Hoe vlug gaat dat alles; 't gaat in galop,
Het klik-klikt al maar door in de maat.
Het kluwen wordt minder, en is
weldra op
En dan mag zus spelen op straat.
Hoe groot is die zus al! Wat breit zij
al goed!
Geen steek is gevallen, niet één.
Zij werkt aldoor zonder rust en met spoed,
En vader is trotsch op zijn Leen.
En moeder zegt niets en ziet lachend
maar toe,
Hoe danig de kleine zich weert.
Geen wonder dat spoedig dat werkje
is klaar:
Van haar heeft zus breien geleerd.
NELLIE.
Door Martha van Mil.
„En nu naar bed hoor! want het is al bijna
zeven uur", 't Was de moeder van Nellie, die
't zei, tegen de kleine van drie jaar. „Mor
gen mag ik wel tot tien uur opblijven hé
Moe, want morgen ben ik jarig." „Zeker,
je bent morgen jarig, en je mag tot.... nu
dat zal ik nog wel zien, hoe lang je op mag
blijven, want als Oma er morgenavond is,
mag je wel om acht uur naar bed.
Moeder bracht ze nu gauw naar bed, en
binnen vijf minuten sliep ze al. Vader was
naar-de stad geweest en had wat fij-ns voor
haar gekocht. De andere morgen was Nel
lie al om half zeven wakker. „Moeder!!"
„Stil kindje 't is pas half zeven, ga nog
maar eventjes slapen." Maar slapen kan ze
niet meer, doch ze moest nog een uur blij
ven liggen. Om half acht stond moeder op,
kleedde zich en maakte zich verder heele
maal klaar. Toen ging ze naar het ledikant
van Nellie. „Goede morgen Nellie! ik feli
citeer je met je verjaardag en ik hoop dat
je maar een braaf meisje mag worden"!
Moeder kleedde haar aan, en toen ze heele
maal klaar was, ging ze naar de kast en
haalde er een mooie groote pop met echt
haar uit, en als je ze neer lei dan deed ze
LOES KUULKERS
door Cor van Diest.
XV.
Na den middag gaat mevrouw uit, 'n Ver.
jaarsvisite, waar ze niet weg kan blijven.
De meisjes zitten or. de serre, hebben alle
aandacht voor hun schaakspel.
„Schaak", roept Loes.
Ze verheugt zich dat ze haar nichtje
zoo ver gedreven heeft. Justine is verder
in schaken dan zij zelf, dat heeft ze al gauw
opgemerkt. Toch lukt het haar niet om
Justine scnaakmat te krijgen; het nichtje
wint de partij.
Even kijken wat er op de radio is.
„Dames en heeren hier is de KRO, Hil
versum. We vervolgen met dansmuziek.
„Heerlijk, dansmuziek" herhaalt Justine.
„Kun je dansen, Loes?"
„Niet goed, hoor. Moeder vindt het nog
niet goed dat ik danslessen krijg! Eerst
inijn Mulo-examen achter den rug; maar
dan ga ik naar pensionaat. Waar, dat zal
mama nog wel uitkienen, dat weet ik nog
niet. Ik weet eigenlijk niet goed of ik dat
leuk zal vinden. Weet je, ik zou natuurlijk
ook naar lyceum kunnen gaan in Den Haag;
dan ben ik toch nog thuis. Moeder wil me
liever naar het buitenland laten gaan, om
neter de talen te leeren spreken. Enfin,
dat is voor volgend jaar pas; dan doe ik
mijn Mulo-examen. Maar ik ken al wat
dansen hoor! Van Lotte en Karei geleerd!
Truus ook, die heeft ook nog geen les!"
„Zullen we ook eens een dansje maken;
't gaat zoo fijn!"
Dan, op de maat van de jazz maken ze
samen een dansje.
„Kind, wat dans jij heerlijk!" zucht Loes.
„Je hebt zeker als lang les, hé?"
Als mevbouw thuiskomt zit Loes ijve
rig te borduren aan haar theekleed, ter
wijl Justine in een laag stoeltje bij haar
zit en allerlei verhalen opdiept uit haar
herinnering.
„En nu de verrassing", vraagt Loes na
het eten; „toe Ma vertel nu eens gauw
wat dit verrassing is. Ik ben toch zoo
nieuwsgierig."
„Nu dan, die verrassing zal je stellig
heel erg meevallen. Ik had er over ge
dacht om morgen naar Schiphol te gaan.
Wat zeg je daarvan?"
„O, dolletjes, eenig, zalig", roepen de
tv/ee tegelijk. De meisjes zijn opgewon
den van pret.
„Bel maar gauw Truus op en vraag of ze
idéé heeft om mee te gaan!"
Dat behoeft geen tweemaal gezegd te
worden. Loes holt naar de telefoon en
vergeet te vragen tegen hoe laat ze moet
afspreken. Truus maakt haar daar attent
cp, door te vragen hoe laat ze verwacht
wordt.
„O ja, wacht je even?" Loes legt de hoorn
neer en gaat de huiskamer in.
„Half tien hier, zorg je daarvoor" zegt
ze, als ze de hoorn weer heeft opgeno
men.
„All right" juicht Truus. „Daag!"
Wat hebben de meisjes nog veel te ver
tellen; geen oogenblik houden ze den mond
dicht. Ze gaa,n maar vroeg naar bed; maar
als ze op haar slaapkamer zijn, duurt het
nog geruimen tijd voor ze in bed stappen.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Een avontuurlijke vliegtocht.
Vlug liepen ze naar de hangars. Ja, daar
stond hun toestel al klaar. De piloot in lee
ren pak en de vlieghelm, groote handschoe
nen met lange kappen, stond hun al onge
duldig op te wachten. Haastig stapten ze
m, de sirene loeide ten teeken dat hun ma
chine kon vertrekken, en daar ging het
Met een handige beweging sprong de piloot
op zijn plaats, gaf vol gas en tjoemp
daar schoot hun mooie vogel de lucht in.
Kijk, wat vreemd, dat je dat niet eerder
gezien had, hun piloot was Karei! Loes wil
de Karei roepen: „Kamaar verder
kwam ze niet.
„Mond dicht, anders ga je er uit", brom
de de piloot.
„MaDe rest bleef weer steken,
want nogmaals waarschuwde de piloot haar
dat ze haar mond dicht moest houden an
ders ging ze er onherroepelijk uit.
„Spreken is verboden, anders vliegt de
kist in brand", snauwde de piloot.
(Wordt vervolgd).
haar oogjes toe. En nog een groote bal. Van
pa kreeg ze een poppewagen. O, wat was
ze blij! Om elf uur kwam tante Nel. Daar
kreeg ze een poppenhuisje van. Twee klei
ne babypoppentjes zaten op een stoeltje, er
was nog een bankje, een kastje en een
kleedje op de vloer, 's Middags na de mid-
dagschool kwamen er drie nichtjes, waar
ze van elk een reep chocolade kreeg. Om
half vijf kwam Oma en bleef tot half ne
gen. Ze kreeg een klein kindertaschje, met
een rozekrans er bij. „Nu mag ik Zondag
naar de kerk, hé moe?" vroeg ze. „Dat zal
ik nog wel eens zien, hoor!" Als je zoet
bent, mag je misschien wel, want stoute
kinderen wü O. L. Heertje niet zien."
't Was acht uur en Nellie moest naar bed.
Na 'n klein kwartiertje la lekker in haar
zacht bedje en zei. „Moed. at heb ik toch
een fijne verjaardag gehad." „Ja" zei moe,
„ga nu maar gauw slapen, wel te rusten."
„Nacht moe."