MEDEDEELING .^OMERZOBG79
JOHNNY VAN HELVOORT
ZATERDAG 28 OCTOBER 1939
OE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
LAATSTE ZATERDAG EN ZONDAG OPTREDEN
VAN DE DANSKAPEL JOE SCHMIDT 1
Vanaf 1 November de familie kapel bij uitnemendheid
STEMMING EN SHOW ORKEST
DE DIRECTIE.
BINNENLAND
Dr. Colijn over „de oude
coalitie-gedachten"
In een bijeenkomst van het Centraal
Convent der A.R. Partij in de Witte Brug
te 's Gravenhage heeft dr. Colijn een rede
gehouden ovei de jongste Kabinetsforma
tie en wat daarmede samen hangt.
Wy ontleenen hier aan deze rede enkele
passages:
Het kan geen enkel meelevend mensch
ontgaan zijn, dat de R K. en A.R., die vroe
ger vaak schouder aan schouder stonden,
de laatste jaren steeds meer tegenover
elkaar kwamen te staan. Bij meer dan één
gelegenheid bleek het heelemaal niet meer
te boteren, aldus dr. Colijn.
Dr. Colijn wijst er dan op, dat dat niet-
boteren voortkomt uit de tegenstelling
R.K.Calvinist.
(Wij plaatsen hier de opmerking, dat
vele Jaren lang die niet te looche-
gen tegenstelling overbrugd is ge
worden door de eveneens niet te loo
chenen eenheid tusschen R.K. en
Calvinist in vele beginselen, die fun-
damenteele beginselen zijn voor de
practische politiek).
De tegenstelling R.K. en A.R. dateert
niet van dezen zomer of van de laatste ja
ren, maar in haar wezen eigenlijk een
zeer duurzaam karakter draagt, aldus dr.
Colijn.
Ze komt uit in de tegenstelling R.K.
Calvinist, het begrip Calvinist nemende
niet in confessioneelen zin, maar in den
zin van oorsprong en aard der Reformatie
in de Nederlanden.
Kuyper schreef in Ons Program van de
R.K.: We waren nooit één, we zijn het niet
en zullen het ncoit worden en doen zich
soms al gevallen voor waarin we met Ro
me tegen de revolutie zouden kiezen, -er
zijn andere, en van niet minder belang,
waarin we even beslist tegen Rome veeleer
aan het liberalisme onze sympathie zouden
gunnen.
En Lohman, die aan de rechtsche coali
tie zyn krachtigen steun gaf, heeft tegen
het einde van zijn leven heele series van
artikelen in ,De Nederlander" gewijd aan
de bestrijding van de R.K. politiek.
Ook van R.K. zijde is de diepere tegen
stelling niet over het hoofd gezien. In een
in 1935 verschenen werk van dr. Cornelis-
sen wordt gewezen op het verschil in op
vatting bij A.R. en R.K. inzake het vraag
stuk van de verhouding tusschen Gezag
en Vrijheid, terwijl ook de verschillende
opvattingen over maatschappelijke orde
ning, over de verhouding van nationalisme
en internationalisme en van Kerk en Staat,
z;jn aandacht niet ontsnapten.
De stof voor het ontstaan van acute te
genstellingen was dus altijd latent aanwe
zig. Maar. of die tegenstellingen tot uiting
zouden komen hing af van die vraag wan
neer zij binnen de sfeer der practische
staatkunde zouden treden.
Dit nu was de laatste jaren meer en
meer het geval geworden.
Dr. Colijn ging nu verder in op de naaste
aanleiding van het conflict:
„Op zichzelf was het bedrag, waarover
het verschil bij het opmaken van de be
grooting voor 1940 in concreto liep, niet
zoo bijzonder groot. Men moest toch al
zooveel leenen. Kon er dus niet wat bij?
Die vragen houden een ernstige onder
schatting in van de moreele 'zijde van de
zaak. Als men nog één meter van den
rand van den afgrond staat, kan elke voor-
waartsche beweging doodelijke gevolgen
hebben".
Ten slotte stelde dr. Colijn de kwestie
van een eventueel herstel van de oude
coalitie.
De eerste opkomende vraag, aldus ging
dr. Colijn voort, is nu: zal de breuk blij
vend zijn of is er uitzicht op heeling? Spr.
wil het antwoord op die vraag aanvangen
met de onbewimpelde erkenning, dat de
samenwerking der rechtsche groepen in
menig opzicht zegenrijk gewerkt heeft. De
coalitie had zich echter voor onzen tijd al
eenige jaren overleefd, aldus dr. Colijn,
die dan vervolgde:
„Daaruit volgt intusschen niet, dat zij
onder andere omstandigheden niet zou
kunnen herleven. In het staatkundig woor
denboek is het woordje nimmer niet op
zijn plaats. De tijdsomstandigheden kun
nen sterk veranderen; de gevaren, die
Europa en daarmede ook ons land bedrei
gen, ook geestelijke gevaren, kunnen der
mate toenemen, dat men elkaar zal moe
ten vinden, om erger te keeren.
Afgezien hiervan acht spr. op herstel van
de oude coalitiegedachte weinig of geen
uitzicht aanwezig".
Als er over de coalitie redevoeringen en
beschouwingen worden gehouden van de
zen aard, achtten ook wij een op herstel
van de oude coalitie-gedachte zeker geen
uitzicht aanwezig.
Trouwens, een te spoedig herstel zou
weinig kans hebben van blij venden aard
te zijn!
Zakenverloven op
zeer beperkte schaal
In een circulaire aan de burgemeestérs
schrijft de minister van Defensie o.a.:
Zooals bekend is onlangs de mogelijk
heid opengesteld tot het op zeer beperkte
schaal verleenen van zakenverlof aan hen,
die onder de wapenen zijn geroepen.
In verband hiermede is aan het departe
ment van Defensie een bureau „verloven"
aan militairen" ingesteld, waaraan door
tusschenkomst van de commandanten der
oorlogsonderdeelen de aanvragen tot 't be
komen van verlof worden gericht.
Voor de beoordeeling van de ingediende
verzoeken zal ik dan ook in vele gevallen
een beroep moeten doen op de medewer
king van andei instanties, ter vrekrijging
van een deugdelijk advies, omtrent de nood
zakelijkheid van het gevraagde verlof.
Het is om deze reden, dat ik mij mede
namens mijn ambtgenoot van Binnenland-
sche Zaken tot u wend, met het verzoek,
mij in het bijzonder in die gevallen, welke
betreffen den middenstand en de landbouw
bedrijven in den meest ruimen zin van het
woord, wel van voorlichting te willen die
nen.
De minister geeft verder in overweging,
voorzooveel noodig, andere instanties in de
betreffende gemeenten bij het in te stellen
onderzoek in te schakelen, b.v. die. welke
me' de organisatie van den vry willigen bur
gerlijken dienst is belast, zoo noodig in sa
menwerking met de arbeidsbeurs ter
plaatse.
Ook de plaatselijke organen van het Al
gemeen Steuncomité 1939 zouden wellicht
kunnen worden ingeschakeld.
Zoolang de omstandigheden zulks ge-
doogen, kan slechts aan 6 pet. van de sterk
te der oorlogsonderdeelen tegelijkertijd za
kenverlof worden verleend, zoodat dit, ge
lijk gezegd, op zeer beperkte schaal moge
lijk is.
In verband hiermede is het gewenscht,
dat voorloopig slechts diegenen voor zaken-
verlof in aanmerking worden gebracht, die
daaraan zeer dringend behoefte hebben,
waarbij rekening is gehouden met het feit,
dat aan officieren en onderofficieren niet
dan in de uiterste noodzaak verlof zal wor
den verleend.
In verband hiermede verdient het vol
gens den minister aanbeveling, dat tevens
wordt nagegaan of het wellicht mogelijk
zal zijn op andere wijze of ten deele tege
moet te komen aan de bezwaren, welke de
gemobiliseerde door zijn verblijf in den mi
litairen dienst ondervindt. De minister
denkt hierbij o.m. aan het te werk stellen
van een vervanger, hetzij voor den gehee-
len dag, hetzy voor een gedeelte van den
dag. dan wel aan het verleenen van hulp
op andere wyze.
Uit den aard der zaak zal daarbij moe
ten worden nagegaan, of de gemobiliseer
de in staat is een betaalden vervanger te
bekostigen, in welk geval langs den weg
van de gewone arbeidsmarkt in de behoef
te kan worden voorzien.
Blijkt deze mogelijkheid uitgesloten, dan
zou wellicht door middel van den vrij-
willigen burgerlijken dienst een plaatsver
vanger, die bereid is zijn diensten belange
loos beschikbaar te stellen, kunnen worden
gezocht
Voorop stellend, dat deugdelijke en be
trouwbare inlichtingen op prijs worden ge
steld, dringt de minister daarnaast om
meer dan een reden op een spoedige af
doening van de te verstrekken adviezen
aan. In het bijzonder voor landbouwverlo-
ven acht hij het noodzakelijk, dat deze op
korten termijn worden verleend.
In vele gevallen zal aan de belangen van
een dienstplichtige tegemoet worden geko
men door hem slechts enkele dagen per
week verlof te verleenen.
WOENSDAGAVOND A. S. RADIOREDE
VAN MINISTER STEENBERGHE.
Over distributie van levensmiddelen.
De minister van economische zaken zal
op Woensdag 1 November a.s. te 20.10 uur
over de drie Nederlandsche zenders een
toespraak houden tot de Nederlandsche be
volking aangaande de distributie van le
vensmiddelen.
NED. R.K. BOND VAN HOTEL-, CAFé-
EN RESTAURANT-GEëMPLOYEERDEN
Het bestuur van den Ned. R.K. Bond van
hotel, café- en restaurant-geëmployeerden
„St. Antonius" kwam bijeen ter bespreking
van:
a. De werkloosheid. Deze is als gevolg
der bijzondere omstandigheden dit jaar niet
minder, doch ook niet hooger dan vorig
jaar. Er komen echter geregeld nog werk
loosheids-aanmeldingen binnen. Er bestaat
zeker in dezen tijd aanleiding tot werk-
verspreiding over te gaan.
b. De ingetreden prijsstijging van levens
middelen brengt moeilijkheden. Verschil
lende werkgevers zijn er nu toe overgegaan
3 pet omzetbelasting te heffen. Dit is hun
goed recht. Echter valt op te merken, dat
nu vrij algemeen de kellner deze omzetbe
lasting. als gevolg op het fooienstelsel, moet
betalen.
Getracht zal worden om aan dezen nieu
wen druk op het „fooien als loon" te ont
komen.
LEVERING VAN PEULVRUCHTEN AAN
HET RIJK.
Overneraingsprijzen verhoogd.
In vervolg op de mededeeling van 19
October omtrent de verhooging van de
overnemingsprijzen voor granen deelt de
minister van Economische Zaken mede,
dat hy heeft besloten ook den overne-
mingsprijs voor peulvruchten te verhoo-
gen.
Deze prijzen zullen, met terugwerkende
kracht voor de reeds overgenomen peul
vruchten, voor gemiddelde kwaliteit gele
verd op door den provincialen voedselcom-
missaris aan te wijzen leveringsplaats, per
100 K G. zijn:
Capucijners: a. blauwpeulen 13.50, b.
Wijker 13.50, c. Mansholt of Hala f 16.50;
Waalsche boonen (op basis van 25 pet.
piksel) ƒ12, duivenbeonen ƒ12, veldboonen
10 25, bruine boonen (en strooboonen)
17, Walchersche ronde boonen f 19, wit
te boonen 20, groene erwten (w.o. kroon-
erwten) ƒ10.35. schokkererwten ƒ12.85.
De prijzen van groene en schokkererw
ten gelden voor in September overgeno
men partijen. Deze prijzen worden maan
delijks met 0.10 per 100 K.G. verhoogd
tot en met 1 Juni 1940. Voor het eerst
wordt dit geacht te zyn geschied op 1 Oc
tober; de prijzen voor de maand Novem
ber zullen derhalve resp. f 10.55 en 13 05
per 100 K.G. bedragen.
Aangaande de fijne zaden is besloten,
dat de overnemingsprijs voor koolzaad ge
handhaafd blijft op 15 per 100 I£.G. en
die voor kanariezaad wordt verhoogd tot
12 per 100 K.Gterwijl karwijzaad,
blauw maanzaad en mosterzaad niet zullen
worden overgenc-men. Omtrent den over-
nemingsprys voor fijnzaad zullen nog me-
dedeelingen worden gedaan.
Voor partijen karwijzaad. blauwmaan-
zaad en mosterdzaad, welke reeds door de
provinciale voedselcommissarissen werden
ingenomen, zal een regeling worden ge
troffen.
KARWIJ-, BLAUW MAAN- EN
MOSTERDZAAD.
Uitvoer weer vrij.
De minister van Economische Zaken
maakt bekend, dat, aangezien de regee
ring geen karwijzaad, blauw maanzaad,
geel mosterdzaad en brum mosterdzaad
zal overnemen, met ingang van 28 Octo
ber 1939 algeheele ontheffing is verleend
van het verbod tot vervoeren, afleveren en
doen afleveren van die producten.
BEGROOTING PROV. STATEN VAN
ZUID-HOLLAND
In de Zuid-Hollandsche begrooting voor
1940, welke aan de Prov. Staten is aange
boden, komt de verandering, welke zich
in de laatste weken als gevolg van den in
ternationalen toestand in het economische
leven bezig is te voltrekken, slechts in ge
ringe mate tot uitdrukking.
Gedeputeerde Staten achten het evenwel
geboden in de begrooting een behoorlijke
reserve te houden om tegenvallers te kun
nen opvangen.
De opbrengst van de prev. opcenten op
de inkomstenbelasting wordt geraamd op
2.196.000, of 179.000 méér dan uit dezen
hoofde op de begrooting voor 1939 werd
uitgetrokken.
Voor de opcenten op de vermogensbelas
ting kon, op grond van de gegevens der
rijksbelasting-administratie, de raming
17.000 hooger worden gesteld dan het
vorig jaar.
Tegenover een hoogere raming der in
komsten uit belastingen moet echter een
vry sterke stijging van eenige groepen van
uitgaven worden gesteld. Tot de belangrijk
ste daarvan behooren de uitgaven wegens
rente en aflossing der provinciale leenin
gen.
Een andere groep van uitgaven, waarbij
een aanzienlijke stijging valt waar te ne
men, is die van het onderhoud der provin
ciale wegen en andere werken.
In de begrooting voor 1940 zijn weder be
langrijke bedragen uitgetrokken, welke
verband houden met de bestrijding der
werkloosheid.
Voor de wegenverbetering is in to
taal een bedrag van f 7.620.090 uitge
trokken, waarvan f 4.000.000 betrek
king heeft op de verbetering en den
aanleg van wegen in werkverschaffing
en als werkverruiming, d.i. f 500.000
méér dan uit dezen hoofde op de be
grooting voor 1939 geraamd werd en
bijna f 2.000.000 meer dan op den dienst
1938 voor dit doel beschikbaar werd ge
steld.
De aanleg van rijwielpaden ter ontslui
ting van het natuurschoon, ook in andere
deelen der provincie Zuid-Holland dan het
duingebied, is nog in voorbereiding.
Voor zooveel betreft de bebossching van
de duingebieden, waarvoor de provincie
subsidie toegekend heeft, kan worden me
degedeeld, dat deze onder de gemeente
Wassenaar in vollen gang is. Deze werken
zullen naar verwachting ook in het jaar
1940 aan velen arbeid verschaffen
De beplanting der duinen in eenige an
dere deelen van Zuicj-Holland, ook op de
eilanden, is aangevangen.
In totaal bedraagt deze begrooting
20.470.915, waarvan 7.904.845 op den
gewonen dienst en de rest buitengewoon.
Het lijk in de koffer
Nadere mededeelingen over
hetgeen aangehouden
K. vertelde
De Officier van Justitie te Amsterdam,
mr. L. de Blécourt heeft vanmorgen in een
persconferentie ten parkette in het belang
van het onderzoek in de strafzaak tegen
Koorens, den hofmeester, die er van wordt
verdacht zijn vrojw te hebben gedood, me
dedeelingen gedaan over den huidigen
stand van het onderzoek.
Tevens heeft de Officier van Justitie een
beroep gedaan op het publiek, met de be
doeling, een tweede koffer van K., een z.g.
Singapore-koffer van bruin leer, terug te
vinden.
De Officier deelde in deze persconferentie
mede, dat verdachte K. gistermorgen om
half negen in tegenwoordigheid van recher
cheur van Dijk door hem is gehoord. De be
geleidende ambtenaar van de veldpolitie,
Roose, had den Officier reeds medegedeeld,
dat K. onderweg bijna voortdurend in een
vroolijke stemming was geweest. Hij zong
en floot liedjes en liet geen oogenblik mer
ken, dat hij onder den indruk van zyn ar
restatie was. Integendeel. Hij scheen er van
overtuigd te zijn. dat hy slechts een paar
woorden met de Amsterdamsche Justitie
zou behoeven te wisselen om weer op vrije
voeten te worden gesteld.. Hij kwam hier
dan ook binnen in deze kamer aldus mr.
de Blécourt met een gezicht alsof hij
wilde zeggen: „Wat wilt u nu eigenlijk van
me. Ik ben immers volkomen onschuldig."
Reeds aan boord had hij ook gezegd:
„Mocht ik niet direct worden vrijgelaten en
toch worden vervolgd, dan zal ik niet te
vreden zijn met een eenvoudige vrijspraak,
maar ik wensch een volledige rehabilita
tie".
Bij het begin van het onderzoek, dat door
den Officier geopend werd met de vraag:
Koorens heb u mij niets te zeggen? bleef
de hofmeester uiterst kalm. Hij antwoord
de. „Geen woord, meneer de Officier, wat
zou ik u nu moeten zeggen?"
„Dat zal ik u vertellen", repliceerde zijn
ondervrager. Wij weten immers van dag
tot dag, wat je gedaan hebt. Op 22 Juni
ben je weer in Amsterdam teruggekeerd,
en ik heb hier voor me een lijst waaruit
precies blijkt wat je hebt uitgevoerd, met
wie je bent uit geweest en alles, wat er is
voorgevallen. Koorens kwam van deze ver
klaringen hoe langer hoe meer onder den
indruk. Zijn zekerheid was weg. Hij scheen
ineen te krimpen en begon in zijn dunne
witte troepenpak, dat hy niet had willen
ruilen voor een donker pak, omdat het hem
niet goed paste, te rillen. Doch nog bekende
hij niet. N3 den proeftocht, die je met de
„Oranje" hebt gemaakt, zeide de Officier,
„is je zwager bij je op bezoek geweest. Je
hebt hem toen een verhaal gedaan, dat je
vrouw, Marie, de zuster van je bezoeker, er
vandoor zou zijn gegaan. Je hebt met een
breed gebaar de kasten opengegooid en ge
zegd: „Kijk maar, ailes is leeg. Zij heeft
geen stuk kleeren achtergelaten".
Dit moest de hofmeester inderdaad toe
geven.
„Maar", viel de Officier hem in de rede,
„de waarheid is heel anders. Je hebt haar
kleeren ingepakt in een groote koffer en je
h""eb je buurman gevraagd, die koffer in de
pot te geven aan het Centraal Station te
Amsterdam."
Het was op dat moment, dat K. in snik
ken uitbarstte. £Iy kreeg een glas water en
toen hy weer in staat was om te spreken,
deed hy het verhaal, waarvan wij reeds
gisteren kort melding hebben gemaakt.
Hij vertelde dan, dat hij op den avond
De vacature-prof. Gerbrandy aan de Vrije
Universiteit.
Directeuren der Vereeniging voor hoo
ger onderwijs op Gereformeerden grond
slag (Vrije Universiteit te Amsterdam)
hebben in de vacature, ontstaan door het
bedanken van prof. mr. P. S. Gerbrandy,
benoemd tot hoogleeraar in het handels
recht, faillisementsrecht en burgerlijk pro
cesrecht mr. J. Oranje, te Eindhoven.
Het St. Willibrord-monument te Utrecht
De tentoonstelling van de ontwerpen
voor het St. Willibrord-monument te
Utrecht, ingericht in het museum van nieu
we religieuse kunst, Lange Nieuwstraat 38,
aldaar, zal worden verlengd tot en met
Zondag 12 Noveml er. De tentoonstelling
zal eiken dag, ook Zondags, geopend zijn
van 25 uur n.m.
Geen „Vraag en antwoord" meer van
1 Nov. a.s. af.
Zooals reeds genige malen voor de mi
crofoon van de omroepvereenigingen is
bekend gemaakt, zal de door bemiddeling
van de Radic-Omroep-Controle-Commis-
sle verzorgde officieele rubriek „Vraag en
Antwoord" met ingang van 1 November
aj. worden stopgezet.
van de 22ste Juni ruzie had gekregen met
zijn vrouw. Hy had haar een duw gegeven
en met haar hoofd was zy tegen de kachel
plaat trecht gekomen. Aanvankelijk meen
de hy, dat er niets ernstig gebeurd was,
maar toen, zei Koorens, zag ik, dat de le
vensgeesten geweken waren. Er verstreek
een uur en niets wees er op, dat zy slechts
bewusteloos was. Ik dacht dan ook, dat z\J
dood was.
Hier interrumpeerde mr. de Blécourt
hem.
„Hoe, Koorens, verklaart gij dan de mes
steken in het lichaam, waarvan er een zelfs
het hart heeft doorboord?"
K. wachtte een oogenblik en zei toen:
„Ik wist niet meer wat ik deed en stak er
op los".
„Wist je dan zeker, dat zij dood was?"
En hierop antwoordde K. ontkennend.
Hij gaf vervolgens toe, dat hij het lyk
had ontleed en aanvankelijk in de zijka
mer had gelegd. Den volgenden dag kocht
hij de hutkoffer, waarin hij den romp ver
borg. Het hoofd en de ledematen deed hij
in de leeren Singapore-koffer, die thans
nog zoek is, en waarvan het terugvinden
van het hoogste belang is.
Eerst is K., na zijn afschuwelijke daad te
hebben gepleegd, naar Amersfoort gereden.
Hij was, vertelde hij, zeer zenuwachtig. In
Garderen gekomen reed hy tegen een boom,
waardoor de stuurinrichting van de auto
minder goed functionneerde. Zonder zich
kva nhet lijk te ontdoen, reed hij door naar
Deventer, waar zijn zuster woont. Hij par
keerde de auto met het stoffelijk overschot
van zijn vrouw voor de deur. Over de kof
fers heen had hij zijn jas gelegd.
Tegen zijn zuster vertelde hij, dat in zijn
auto twee koffers van een passagier van
de Johan de Wit stonden. „Ik laat ze er
maar stil in staan, want ze zijn nog al
zwaar".
Den volgenden dag reed hij terug. Door
dat de stuurinrichting minder goed werkte,
besloot hij de rustige binnenwegen te vol
gen. Bij Heerde kreeg hij panne. Een poli-
tie-beambte sprak hem aan, niet vermoe
dende, dat zich in de auto het lyk van een
vrouw bevond. K. verloor echter zijn tegen
woordigheid van geest niet en rustig reed
hij door, uitkijkende naar een plaats, waar
hij de koffers, zonder de opmerkzaamheid
van het publiek te trekken, rustig zou kun
nen uitladen.
Tenslotte kwam hij op den betonweg
langs Terschuur, in de buurt van Barne-
veld. Beide koffers heeft hy daar, naar zijn
zeggen, in het struikgewas goworpoen, op
ongeveer dertig meter van elkaar.
Zooals men weet. is de hutkoffer waarin
zich de romp van de vrouw bevond, terug
gevonden. De Singapore-koffer, een tamelijk
kostbaar stuk, waarin hoofd en ledematen
door den verdachte werden gepakt, is ech
ter nog zoek. Misschien heeft iemand den
koffer gevonden en is geschrokken van den
lueuberen Inhoud, heeft gevreesd zelf be
trokken te worden bij het onderzoek en
heeft de vinder de koffer begraven. Mis
schien ook. heeft de vinder de gedeelten
van het liik begraven, om den koffer zelf
te gebruiken.
Met klem vei zoekt de Officier van Jus
titie, mr. de Blécourt, aan ieder, die iets
over dezen SingaDore-koffer kan mededee-
len. zich ten sooedivste bij hem aan te mel
den, of bij den burvemeestsr van Barne-
veld. Men hoeft niet bevreesd te zijn, dat
men vervolgd wordt voor het niet aange
ven van gevonden goed, omdat de koffer
niet is verloren, maar door K. is weggewor
pen. zondat men geen strafbaar feit heeft
genleegd.
Gistermiddag heeft de justitie de rechter
commissaris, de Officier mr. de Blécourt,
commissaris Jutte en eenige rechercheurs in
het b'izijn van K. een onderzoek bij Ter-
schuur ingesteld. K. heeft precies de Dlaats
aangewezen, waar hij den leeren koffer
had neergegooid. Uren lang heeft men ge
zocht, doch er werd niets gevonden.
Bij het verhoor van K. hield de Officier
van Justitie den man nog voor, dat hii aan
boord kennis gemrakt had met een 23-ja-
rig meisje. Hii had haar gezegd, dat hij van
ziin vrouw wilde scheiden, dat zij dan zoo
vlug mogelijk zouden trouwen en dat hij
met haar in Tndië een posiMe aan den wal
zou zoeken. Het meisje woo^t in Indië en
hij had haar geschreven: „Stuur ie brie
ven per luchtpost naar Amsterdam". Daar
bij paf hii als ad**es op een hntelletie aan
het Damrak. Hii schreef er bij: „Daar lo
geer ik in Juli". H'i wist dus toen al dat
hii niet meer thuis hii ziin vrouw zou zijn.
Nop mankte dp Officier K. attent op ver
schillende onjuistheden. di° hij tijdens en
voor dit verhoor had gezegd.
Typisch is ook dat een der opvarenden
van de Johan de Wit" vertelde, dat, toen
hij over den „kofferm oord" hoorde, direct
eedacht had aan een Franscben detective
roman. die onder Vet nnrsoneel had gecircu
leerd. en die ongetwijfeld ook door K. zal
ziin geleden. In dezen roman ramelnk han
delt de dader op precies dezelfde wiize als
de hofmeester heeft gedaan. De Officier
^®eft hem ook naar dit boek gevraagd, doch
K beweerde, er nooit van gehoord te heb
ben
De Officier legde tenslotte in deze pers
conferentie nog eens den nadruk 00 het be
lang van het vinden van het hoo'd van de
vrouw, dus, van den koffer. K. immers
heeft verklaard, dat zij met haar hoofd te
gen de kachelolaat is gevallen. De schedel
zou dus een breuk moeten vertoonen, wan
neer zijn verhaal grond van waarheid heeft.
Met een dringend beroep od het publiek
besloot de Officier zyn mededeeling.