MEDEDEELING .^OMERZOBG79 JOHNNY VAN HELVOORT ZATERDAG 28 OCTOBER 1939 OE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 LAATSTE ZATERDAG EN ZONDAG OPTREDEN VAN DE DANSKAPEL JOE SCHMIDT 1 Vanaf 1 November de familie kapel bij uitnemendheid STEMMING EN SHOW ORKEST DE DIRECTIE. BINNENLAND Dr. Colijn over „de oude coalitie-gedachten" In een bijeenkomst van het Centraal Convent der A.R. Partij in de Witte Brug te 's Gravenhage heeft dr. Colijn een rede gehouden ovei de jongste Kabinetsforma tie en wat daarmede samen hangt. Wy ontleenen hier aan deze rede enkele passages: Het kan geen enkel meelevend mensch ontgaan zijn, dat de R K. en A.R., die vroe ger vaak schouder aan schouder stonden, de laatste jaren steeds meer tegenover elkaar kwamen te staan. Bij meer dan één gelegenheid bleek het heelemaal niet meer te boteren, aldus dr. Colijn. Dr. Colijn wijst er dan op, dat dat niet- boteren voortkomt uit de tegenstelling R.K.Calvinist. (Wij plaatsen hier de opmerking, dat vele Jaren lang die niet te looche- gen tegenstelling overbrugd is ge worden door de eveneens niet te loo chenen eenheid tusschen R.K. en Calvinist in vele beginselen, die fun- damenteele beginselen zijn voor de practische politiek). De tegenstelling R.K. en A.R. dateert niet van dezen zomer of van de laatste ja ren, maar in haar wezen eigenlijk een zeer duurzaam karakter draagt, aldus dr. Colijn. Ze komt uit in de tegenstelling R.K. Calvinist, het begrip Calvinist nemende niet in confessioneelen zin, maar in den zin van oorsprong en aard der Reformatie in de Nederlanden. Kuyper schreef in Ons Program van de R.K.: We waren nooit één, we zijn het niet en zullen het ncoit worden en doen zich soms al gevallen voor waarin we met Ro me tegen de revolutie zouden kiezen, -er zijn andere, en van niet minder belang, waarin we even beslist tegen Rome veeleer aan het liberalisme onze sympathie zouden gunnen. En Lohman, die aan de rechtsche coali tie zyn krachtigen steun gaf, heeft tegen het einde van zijn leven heele series van artikelen in ,De Nederlander" gewijd aan de bestrijding van de R.K. politiek. Ook van R.K. zijde is de diepere tegen stelling niet over het hoofd gezien. In een in 1935 verschenen werk van dr. Cornelis- sen wordt gewezen op het verschil in op vatting bij A.R. en R.K. inzake het vraag stuk van de verhouding tusschen Gezag en Vrijheid, terwijl ook de verschillende opvattingen over maatschappelijke orde ning, over de verhouding van nationalisme en internationalisme en van Kerk en Staat, z;jn aandacht niet ontsnapten. De stof voor het ontstaan van acute te genstellingen was dus altijd latent aanwe zig. Maar. of die tegenstellingen tot uiting zouden komen hing af van die vraag wan neer zij binnen de sfeer der practische staatkunde zouden treden. Dit nu was de laatste jaren meer en meer het geval geworden. Dr. Colijn ging nu verder in op de naaste aanleiding van het conflict: „Op zichzelf was het bedrag, waarover het verschil bij het opmaken van de be grooting voor 1940 in concreto liep, niet zoo bijzonder groot. Men moest toch al zooveel leenen. Kon er dus niet wat bij? Die vragen houden een ernstige onder schatting in van de moreele 'zijde van de zaak. Als men nog één meter van den rand van den afgrond staat, kan elke voor- waartsche beweging doodelijke gevolgen hebben". Ten slotte stelde dr. Colijn de kwestie van een eventueel herstel van de oude coalitie. De eerste opkomende vraag, aldus ging dr. Colijn voort, is nu: zal de breuk blij vend zijn of is er uitzicht op heeling? Spr. wil het antwoord op die vraag aanvangen met de onbewimpelde erkenning, dat de samenwerking der rechtsche groepen in menig opzicht zegenrijk gewerkt heeft. De coalitie had zich echter voor onzen tijd al eenige jaren overleefd, aldus dr. Colijn, die dan vervolgde: „Daaruit volgt intusschen niet, dat zij onder andere omstandigheden niet zou kunnen herleven. In het staatkundig woor denboek is het woordje nimmer niet op zijn plaats. De tijdsomstandigheden kun nen sterk veranderen; de gevaren, die Europa en daarmede ook ons land bedrei gen, ook geestelijke gevaren, kunnen der mate toenemen, dat men elkaar zal moe ten vinden, om erger te keeren. Afgezien hiervan acht spr. op herstel van de oude coalitiegedachte weinig of geen uitzicht aanwezig". Als er over de coalitie redevoeringen en beschouwingen worden gehouden van de zen aard, achtten ook wij een op herstel van de oude coalitie-gedachte zeker geen uitzicht aanwezig. Trouwens, een te spoedig herstel zou weinig kans hebben van blij venden aard te zijn! Zakenverloven op zeer beperkte schaal In een circulaire aan de burgemeestérs schrijft de minister van Defensie o.a.: Zooals bekend is onlangs de mogelijk heid opengesteld tot het op zeer beperkte schaal verleenen van zakenverlof aan hen, die onder de wapenen zijn geroepen. In verband hiermede is aan het departe ment van Defensie een bureau „verloven" aan militairen" ingesteld, waaraan door tusschenkomst van de commandanten der oorlogsonderdeelen de aanvragen tot 't be komen van verlof worden gericht. Voor de beoordeeling van de ingediende verzoeken zal ik dan ook in vele gevallen een beroep moeten doen op de medewer king van andei instanties, ter vrekrijging van een deugdelijk advies, omtrent de nood zakelijkheid van het gevraagde verlof. Het is om deze reden, dat ik mij mede namens mijn ambtgenoot van Binnenland- sche Zaken tot u wend, met het verzoek, mij in het bijzonder in die gevallen, welke betreffen den middenstand en de landbouw bedrijven in den meest ruimen zin van het woord, wel van voorlichting te willen die nen. De minister geeft verder in overweging, voorzooveel noodig, andere instanties in de betreffende gemeenten bij het in te stellen onderzoek in te schakelen, b.v. die. welke me' de organisatie van den vry willigen bur gerlijken dienst is belast, zoo noodig in sa menwerking met de arbeidsbeurs ter plaatse. Ook de plaatselijke organen van het Al gemeen Steuncomité 1939 zouden wellicht kunnen worden ingeschakeld. Zoolang de omstandigheden zulks ge- doogen, kan slechts aan 6 pet. van de sterk te der oorlogsonderdeelen tegelijkertijd za kenverlof worden verleend, zoodat dit, ge lijk gezegd, op zeer beperkte schaal moge lijk is. In verband hiermede is het gewenscht, dat voorloopig slechts diegenen voor zaken- verlof in aanmerking worden gebracht, die daaraan zeer dringend behoefte hebben, waarbij rekening is gehouden met het feit, dat aan officieren en onderofficieren niet dan in de uiterste noodzaak verlof zal wor den verleend. In verband hiermede verdient het vol gens den minister aanbeveling, dat tevens wordt nagegaan of het wellicht mogelijk zal zijn op andere wijze of ten deele tege moet te komen aan de bezwaren, welke de gemobiliseerde door zijn verblijf in den mi litairen dienst ondervindt. De minister denkt hierbij o.m. aan het te werk stellen van een vervanger, hetzij voor den gehee- len dag, hetzy voor een gedeelte van den dag. dan wel aan het verleenen van hulp op andere wyze. Uit den aard der zaak zal daarbij moe ten worden nagegaan, of de gemobiliseer de in staat is een betaalden vervanger te bekostigen, in welk geval langs den weg van de gewone arbeidsmarkt in de behoef te kan worden voorzien. Blijkt deze mogelijkheid uitgesloten, dan zou wellicht door middel van den vrij- willigen burgerlijken dienst een plaatsver vanger, die bereid is zijn diensten belange loos beschikbaar te stellen, kunnen worden gezocht Voorop stellend, dat deugdelijke en be trouwbare inlichtingen op prijs worden ge steld, dringt de minister daarnaast om meer dan een reden op een spoedige af doening van de te verstrekken adviezen aan. In het bijzonder voor landbouwverlo- ven acht hij het noodzakelijk, dat deze op korten termijn worden verleend. In vele gevallen zal aan de belangen van een dienstplichtige tegemoet worden geko men door hem slechts enkele dagen per week verlof te verleenen. WOENSDAGAVOND A. S. RADIOREDE VAN MINISTER STEENBERGHE. Over distributie van levensmiddelen. De minister van economische zaken zal op Woensdag 1 November a.s. te 20.10 uur over de drie Nederlandsche zenders een toespraak houden tot de Nederlandsche be volking aangaande de distributie van le vensmiddelen. NED. R.K. BOND VAN HOTEL-, CAFé- EN RESTAURANT-GEëMPLOYEERDEN Het bestuur van den Ned. R.K. Bond van hotel, café- en restaurant-geëmployeerden „St. Antonius" kwam bijeen ter bespreking van: a. De werkloosheid. Deze is als gevolg der bijzondere omstandigheden dit jaar niet minder, doch ook niet hooger dan vorig jaar. Er komen echter geregeld nog werk loosheids-aanmeldingen binnen. Er bestaat zeker in dezen tijd aanleiding tot werk- verspreiding over te gaan. b. De ingetreden prijsstijging van levens middelen brengt moeilijkheden. Verschil lende werkgevers zijn er nu toe overgegaan 3 pet omzetbelasting te heffen. Dit is hun goed recht. Echter valt op te merken, dat nu vrij algemeen de kellner deze omzetbe lasting. als gevolg op het fooienstelsel, moet betalen. Getracht zal worden om aan dezen nieu wen druk op het „fooien als loon" te ont komen. LEVERING VAN PEULVRUCHTEN AAN HET RIJK. Overneraingsprijzen verhoogd. In vervolg op de mededeeling van 19 October omtrent de verhooging van de overnemingsprijzen voor granen deelt de minister van Economische Zaken mede, dat hy heeft besloten ook den overne- mingsprijs voor peulvruchten te verhoo- gen. Deze prijzen zullen, met terugwerkende kracht voor de reeds overgenomen peul vruchten, voor gemiddelde kwaliteit gele verd op door den provincialen voedselcom- missaris aan te wijzen leveringsplaats, per 100 K G. zijn: Capucijners: a. blauwpeulen 13.50, b. Wijker 13.50, c. Mansholt of Hala f 16.50; Waalsche boonen (op basis van 25 pet. piksel) ƒ12, duivenbeonen ƒ12, veldboonen 10 25, bruine boonen (en strooboonen) 17, Walchersche ronde boonen f 19, wit te boonen 20, groene erwten (w.o. kroon- erwten) ƒ10.35. schokkererwten ƒ12.85. De prijzen van groene en schokkererw ten gelden voor in September overgeno men partijen. Deze prijzen worden maan delijks met 0.10 per 100 K.G. verhoogd tot en met 1 Juni 1940. Voor het eerst wordt dit geacht te zyn geschied op 1 Oc tober; de prijzen voor de maand Novem ber zullen derhalve resp. f 10.55 en 13 05 per 100 K.G. bedragen. Aangaande de fijne zaden is besloten, dat de overnemingsprijs voor koolzaad ge handhaafd blijft op 15 per 100 I£.G. en die voor kanariezaad wordt verhoogd tot 12 per 100 K.Gterwijl karwijzaad, blauw maanzaad en mosterzaad niet zullen worden overgenc-men. Omtrent den over- nemingsprys voor fijnzaad zullen nog me- dedeelingen worden gedaan. Voor partijen karwijzaad. blauwmaan- zaad en mosterdzaad, welke reeds door de provinciale voedselcommissarissen werden ingenomen, zal een regeling worden ge troffen. KARWIJ-, BLAUW MAAN- EN MOSTERDZAAD. Uitvoer weer vrij. De minister van Economische Zaken maakt bekend, dat, aangezien de regee ring geen karwijzaad, blauw maanzaad, geel mosterdzaad en brum mosterdzaad zal overnemen, met ingang van 28 Octo ber 1939 algeheele ontheffing is verleend van het verbod tot vervoeren, afleveren en doen afleveren van die producten. BEGROOTING PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND In de Zuid-Hollandsche begrooting voor 1940, welke aan de Prov. Staten is aange boden, komt de verandering, welke zich in de laatste weken als gevolg van den in ternationalen toestand in het economische leven bezig is te voltrekken, slechts in ge ringe mate tot uitdrukking. Gedeputeerde Staten achten het evenwel geboden in de begrooting een behoorlijke reserve te houden om tegenvallers te kun nen opvangen. De opbrengst van de prev. opcenten op de inkomstenbelasting wordt geraamd op 2.196.000, of 179.000 méér dan uit dezen hoofde op de begrooting voor 1939 werd uitgetrokken. Voor de opcenten op de vermogensbelas ting kon, op grond van de gegevens der rijksbelasting-administratie, de raming 17.000 hooger worden gesteld dan het vorig jaar. Tegenover een hoogere raming der in komsten uit belastingen moet echter een vry sterke stijging van eenige groepen van uitgaven worden gesteld. Tot de belangrijk ste daarvan behooren de uitgaven wegens rente en aflossing der provinciale leenin gen. Een andere groep van uitgaven, waarbij een aanzienlijke stijging valt waar te ne men, is die van het onderhoud der provin ciale wegen en andere werken. In de begrooting voor 1940 zijn weder be langrijke bedragen uitgetrokken, welke verband houden met de bestrijding der werkloosheid. Voor de wegenverbetering is in to taal een bedrag van f 7.620.090 uitge trokken, waarvan f 4.000.000 betrek king heeft op de verbetering en den aanleg van wegen in werkverschaffing en als werkverruiming, d.i. f 500.000 méér dan uit dezen hoofde op de be grooting voor 1939 geraamd werd en bijna f 2.000.000 meer dan op den dienst 1938 voor dit doel beschikbaar werd ge steld. De aanleg van rijwielpaden ter ontslui ting van het natuurschoon, ook in andere deelen der provincie Zuid-Holland dan het duingebied, is nog in voorbereiding. Voor zooveel betreft de bebossching van de duingebieden, waarvoor de provincie subsidie toegekend heeft, kan worden me degedeeld, dat deze onder de gemeente Wassenaar in vollen gang is. Deze werken zullen naar verwachting ook in het jaar 1940 aan velen arbeid verschaffen De beplanting der duinen in eenige an dere deelen van Zuicj-Holland, ook op de eilanden, is aangevangen. In totaal bedraagt deze begrooting 20.470.915, waarvan 7.904.845 op den gewonen dienst en de rest buitengewoon. Het lijk in de koffer Nadere mededeelingen over hetgeen aangehouden K. vertelde De Officier van Justitie te Amsterdam, mr. L. de Blécourt heeft vanmorgen in een persconferentie ten parkette in het belang van het onderzoek in de strafzaak tegen Koorens, den hofmeester, die er van wordt verdacht zijn vrojw te hebben gedood, me dedeelingen gedaan over den huidigen stand van het onderzoek. Tevens heeft de Officier van Justitie een beroep gedaan op het publiek, met de be doeling, een tweede koffer van K., een z.g. Singapore-koffer van bruin leer, terug te vinden. De Officier deelde in deze persconferentie mede, dat verdachte K. gistermorgen om half negen in tegenwoordigheid van recher cheur van Dijk door hem is gehoord. De be geleidende ambtenaar van de veldpolitie, Roose, had den Officier reeds medegedeeld, dat K. onderweg bijna voortdurend in een vroolijke stemming was geweest. Hij zong en floot liedjes en liet geen oogenblik mer ken, dat hij onder den indruk van zyn ar restatie was. Integendeel. Hij scheen er van overtuigd te zijn. dat hy slechts een paar woorden met de Amsterdamsche Justitie zou behoeven te wisselen om weer op vrije voeten te worden gesteld.. Hij kwam hier dan ook binnen in deze kamer aldus mr. de Blécourt met een gezicht alsof hij wilde zeggen: „Wat wilt u nu eigenlijk van me. Ik ben immers volkomen onschuldig." Reeds aan boord had hij ook gezegd: „Mocht ik niet direct worden vrijgelaten en toch worden vervolgd, dan zal ik niet te vreden zijn met een eenvoudige vrijspraak, maar ik wensch een volledige rehabilita tie". Bij het begin van het onderzoek, dat door den Officier geopend werd met de vraag: Koorens heb u mij niets te zeggen? bleef de hofmeester uiterst kalm. Hij antwoord de. „Geen woord, meneer de Officier, wat zou ik u nu moeten zeggen?" „Dat zal ik u vertellen", repliceerde zijn ondervrager. Wij weten immers van dag tot dag, wat je gedaan hebt. Op 22 Juni ben je weer in Amsterdam teruggekeerd, en ik heb hier voor me een lijst waaruit precies blijkt wat je hebt uitgevoerd, met wie je bent uit geweest en alles, wat er is voorgevallen. Koorens kwam van deze ver klaringen hoe langer hoe meer onder den indruk. Zijn zekerheid was weg. Hij scheen ineen te krimpen en begon in zijn dunne witte troepenpak, dat hy niet had willen ruilen voor een donker pak, omdat het hem niet goed paste, te rillen. Doch nog bekende hij niet. N3 den proeftocht, die je met de „Oranje" hebt gemaakt, zeide de Officier, „is je zwager bij je op bezoek geweest. Je hebt hem toen een verhaal gedaan, dat je vrouw, Marie, de zuster van je bezoeker, er vandoor zou zijn gegaan. Je hebt met een breed gebaar de kasten opengegooid en ge zegd: „Kijk maar, ailes is leeg. Zij heeft geen stuk kleeren achtergelaten". Dit moest de hofmeester inderdaad toe geven. „Maar", viel de Officier hem in de rede, „de waarheid is heel anders. Je hebt haar kleeren ingepakt in een groote koffer en je h""eb je buurman gevraagd, die koffer in de pot te geven aan het Centraal Station te Amsterdam." Het was op dat moment, dat K. in snik ken uitbarstte. £Iy kreeg een glas water en toen hy weer in staat was om te spreken, deed hy het verhaal, waarvan wij reeds gisteren kort melding hebben gemaakt. Hij vertelde dan, dat hij op den avond De vacature-prof. Gerbrandy aan de Vrije Universiteit. Directeuren der Vereeniging voor hoo ger onderwijs op Gereformeerden grond slag (Vrije Universiteit te Amsterdam) hebben in de vacature, ontstaan door het bedanken van prof. mr. P. S. Gerbrandy, benoemd tot hoogleeraar in het handels recht, faillisementsrecht en burgerlijk pro cesrecht mr. J. Oranje, te Eindhoven. Het St. Willibrord-monument te Utrecht De tentoonstelling van de ontwerpen voor het St. Willibrord-monument te Utrecht, ingericht in het museum van nieu we religieuse kunst, Lange Nieuwstraat 38, aldaar, zal worden verlengd tot en met Zondag 12 Noveml er. De tentoonstelling zal eiken dag, ook Zondags, geopend zijn van 25 uur n.m. Geen „Vraag en antwoord" meer van 1 Nov. a.s. af. Zooals reeds genige malen voor de mi crofoon van de omroepvereenigingen is bekend gemaakt, zal de door bemiddeling van de Radic-Omroep-Controle-Commis- sle verzorgde officieele rubriek „Vraag en Antwoord" met ingang van 1 November aj. worden stopgezet. van de 22ste Juni ruzie had gekregen met zijn vrouw. Hy had haar een duw gegeven en met haar hoofd was zy tegen de kachel plaat trecht gekomen. Aanvankelijk meen de hy, dat er niets ernstig gebeurd was, maar toen, zei Koorens, zag ik, dat de le vensgeesten geweken waren. Er verstreek een uur en niets wees er op, dat zy slechts bewusteloos was. Ik dacht dan ook, dat z\J dood was. Hier interrumpeerde mr. de Blécourt hem. „Hoe, Koorens, verklaart gij dan de mes steken in het lichaam, waarvan er een zelfs het hart heeft doorboord?" K. wachtte een oogenblik en zei toen: „Ik wist niet meer wat ik deed en stak er op los". „Wist je dan zeker, dat zij dood was?" En hierop antwoordde K. ontkennend. Hij gaf vervolgens toe, dat hij het lyk had ontleed en aanvankelijk in de zijka mer had gelegd. Den volgenden dag kocht hij de hutkoffer, waarin hij den romp ver borg. Het hoofd en de ledematen deed hij in de leeren Singapore-koffer, die thans nog zoek is, en waarvan het terugvinden van het hoogste belang is. Eerst is K., na zijn afschuwelijke daad te hebben gepleegd, naar Amersfoort gereden. Hij was, vertelde hij, zeer zenuwachtig. In Garderen gekomen reed hy tegen een boom, waardoor de stuurinrichting van de auto minder goed functionneerde. Zonder zich kva nhet lijk te ontdoen, reed hij door naar Deventer, waar zijn zuster woont. Hij par keerde de auto met het stoffelijk overschot van zijn vrouw voor de deur. Over de kof fers heen had hij zijn jas gelegd. Tegen zijn zuster vertelde hij, dat in zijn auto twee koffers van een passagier van de Johan de Wit stonden. „Ik laat ze er maar stil in staan, want ze zijn nog al zwaar". Den volgenden dag reed hij terug. Door dat de stuurinrichting minder goed werkte, besloot hij de rustige binnenwegen te vol gen. Bij Heerde kreeg hij panne. Een poli- tie-beambte sprak hem aan, niet vermoe dende, dat zich in de auto het lyk van een vrouw bevond. K. verloor echter zijn tegen woordigheid van geest niet en rustig reed hij door, uitkijkende naar een plaats, waar hij de koffers, zonder de opmerkzaamheid van het publiek te trekken, rustig zou kun nen uitladen. Tenslotte kwam hij op den betonweg langs Terschuur, in de buurt van Barne- veld. Beide koffers heeft hy daar, naar zijn zeggen, in het struikgewas goworpoen, op ongeveer dertig meter van elkaar. Zooals men weet. is de hutkoffer waarin zich de romp van de vrouw bevond, terug gevonden. De Singapore-koffer, een tamelijk kostbaar stuk, waarin hoofd en ledematen door den verdachte werden gepakt, is ech ter nog zoek. Misschien heeft iemand den koffer gevonden en is geschrokken van den lueuberen Inhoud, heeft gevreesd zelf be trokken te worden bij het onderzoek en heeft de vinder de koffer begraven. Mis schien ook. heeft de vinder de gedeelten van het liik begraven, om den koffer zelf te gebruiken. Met klem vei zoekt de Officier van Jus titie, mr. de Blécourt, aan ieder, die iets over dezen SingaDore-koffer kan mededee- len. zich ten sooedivste bij hem aan te mel den, of bij den burvemeestsr van Barne- veld. Men hoeft niet bevreesd te zijn, dat men vervolgd wordt voor het niet aange ven van gevonden goed, omdat de koffer niet is verloren, maar door K. is weggewor pen. zondat men geen strafbaar feit heeft genleegd. Gistermiddag heeft de justitie de rechter commissaris, de Officier mr. de Blécourt, commissaris Jutte en eenige rechercheurs in het b'izijn van K. een onderzoek bij Ter- schuur ingesteld. K. heeft precies de Dlaats aangewezen, waar hij den leeren koffer had neergegooid. Uren lang heeft men ge zocht, doch er werd niets gevonden. Bij het verhoor van K. hield de Officier van Justitie den man nog voor, dat hii aan boord kennis gemrakt had met een 23-ja- rig meisje. Hii had haar gezegd, dat hij van ziin vrouw wilde scheiden, dat zij dan zoo vlug mogelijk zouden trouwen en dat hij met haar in Tndië een posiMe aan den wal zou zoeken. Het meisje woo^t in Indië en hij had haar geschreven: „Stuur ie brie ven per luchtpost naar Amsterdam". Daar bij paf hii als ad**es op een hntelletie aan het Damrak. Hii schreef er bij: „Daar lo geer ik in Juli". H'i wist dus toen al dat hii niet meer thuis hii ziin vrouw zou zijn. Nop mankte dp Officier K. attent op ver schillende onjuistheden. di° hij tijdens en voor dit verhoor had gezegd. Typisch is ook dat een der opvarenden van de Johan de Wit" vertelde, dat, toen hij over den „kofferm oord" hoorde, direct eedacht had aan een Franscben detective roman. die onder Vet nnrsoneel had gecircu leerd. en die ongetwijfeld ook door K. zal ziin geleden. In dezen roman ramelnk han delt de dader op precies dezelfde wiize als de hofmeester heeft gedaan. De Officier ^®eft hem ook naar dit boek gevraagd, doch K beweerde, er nooit van gehoord te heb ben De Officier legde tenslotte in deze pers conferentie nog eens den nadruk 00 het be lang van het vinden van het hoo'd van de vrouw, dus, van den koffer. K. immers heeft verklaard, dat zij met haar hoofd te gen de kachelolaat is gevallen. De schedel zou dus een breuk moeten vertoonen, wan neer zijn verhaal grond van waarheid heeft. Met een dringend beroep od het publiek besloot de Officier zyn mededeeling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 7