^^nze
J^aads el wedstrijd
Zooals vorige jaren komen we ook nu
weer met den reeds aangekondig^en raad
selwedstrijd.
Ik ben overtuigd en ik hoorde het
trouwens reeds uit veel brieven dat U
allen, groote en klein, vaak hebt uitgekeken
of de wedstrijd nog niet in ons krantje
staat. Daar zijn we dan!
En de prijzen?
Die zijn ook als vorige jaren, even
schitterend als practisch. Zie maar eens
dat lange lijstje na!
Is het geen lust om te zien?
De minste der prijzen is waard, om mee
te dingen. Meer er over te zeggen, vind
ik niet noodig. De prijzen spreken voor
zich zelf.
DE VOORWAARDEN.
1. Schrijf ordelijk, netjes en met zorg.
2. Schrijf op een behoorlijk stuk papier;
met inkt en let op de leesteekens en hoofd
letters. Alleen een zieke op bed, mag met
potlood schrijven.
3. Frankeer de brieven met zooveel port
als noodig is. Is de brief zwaar, vraag aan
postkantoor, hoeveel zegels er op moeten.
4. Alle brieven, die onvoldoende gefran
keerd zijn, gaan terug. Strafport wordt niet
cetaald.
5. Wees op tijd; wie te laat instuurt, loot
riet mee; ook al zou zijn naam in de lijsten
genoemd zijn.
6. Wie aan alle afd. meedoet, uitgezon
derd aan de raadselafdeelingen A, B, C.
en D., heeft zooveel kansen, als er afd. zijn.
Dit geldt voor afd. E, F., G., H.
7. Ieder zoekt de raadsel op, voor zijn
leeftijd bestemd en lost alleen deze raad
sels op. Wie de andere raadsels er bij
maakt, heeft toch maar één kans.
8. Het verhaaltje, opstel of sprookje
moet minstens twee bladzijden lang zijn
en.... moet niet worden afgeschreven uit
één of ander boekje. Ook het versje moet
zelf bedacht zijn.
9. Teekeningen, zoo maar gauw, gauw,
.afgewerkt, worden op zij gelegd en tellen
niet mee.
10. Schrijf onder je werk, duidelijk en
netjes, je naam, voornaam voluit, straat,
huisnummer en (lei op!) geboortedatum.
11. Alles moet ingestuurd worden vóór
9 November. Wie na dien dattum komt, doet
moeite vergeefs.
12. Stuur alles aan:
DE PRIJZEN:
1. Een fiets
2. Een horloge.
3. Een horloge
4. Een vulpen
5 Een vulpen
6. Een horloge
7. Een horloge
8. Een vulpen
9. Een vulpen
10. Een horloge
11. Een horloge
12. Een vulpen
13. Een vulpen
14. Een boek
15. Een boek
16. Een boek
17. Een boek
18. Een boek
19. Een boek
20. Een boek
21. Een boek
22. Een boek
23. Een boek
24. Een boek
25. Een boek
26. Een boek
27 Een boek
28. Een boek
29. Een boek
30. Een boek
31. Een boek
32. Een boek
33. Een boek
34. Een boek
35. Een boek
En let op! nog twaalf, zegge 12 troost
prijzen. Dus.... 47 mooie prijzen.
DE RAADSELS.
A. Raadsels van 6 tot 8 jaar.
Raadsel I:
Hoeveel is 5 x 7 x 1 x
Raadsel II:
Vul in:
De k vangt de r
De h bewaakt het h
De k geeft de m
Het ptrekt dek..
Het vgeeft ons de h
Raadsel III:
Wat zou dit zijn?
teh draap si nee krets reid.
Raadsel IV:
Wat doen ze:
De kat m
De hond
Het paard
Het varken
Raadsel V:
Hoe oud ben ik?
Als ik zec jaar ouder was, was ik de helft
an 48 jaar.
Raadsel VI:
Welke haan kraait niet?
Raadsel VII:
Welke ezel kan niet balken?
B. Raadsels van 8 tot 10 jaar.
Raadsel I:
Hoeveel jaar is een eeuw meer dan de
helft van het 3de deel van LX jaar?
Raadsel II:
Wat is dat?
Met 5 letters, denk ik dat je graag in mij
zit.
Onthoofd me, en ik ben schoon of wit.
Raadsel III:
Vul in, en vorm een goed spreekwoord:
W.. w.. d..t
W o m et
Raadsel IV:
Hoeveel Ls de helft van het 3de van het
vierde van 900 minder dan XL?
Wie bedoel ik?
Raadsel V:
Met zw ben ik wapen.
Met p een mooi dier
Met b een sieraad
Met h dien ik tot verwarming.
Raadsel VI:
Waarmee begint de dag en eindigt de
avond.
Raadsel VII:
De beginletters moeten de letters vor
men van een groote stad.
Vroeger een deel van de radio.
Is iets wat bij 'n diner hoort.
Ziet men 's avonds.
Is een deel van den mond.
Is een vogel, die in 't water zwemt.
Ziet men 't meest 's winters
Is iets, waarmee men steken kan.
Is een deel van misgewaden.
Is een kleine plas.
C. Raadsels. (Van 10 tot 12 jaar).
Raadsel I:
Maak hiervan spreekwoorden:
Het is beter een half ei,
Het is beter hard geblazen,
Bezin
Het is al geen goud,
Loontje
Raadsel II:
Verborgen boomen.
Hennie plaagt wel eens haar broertje.
Op de groote school wil Gerard goed
Ic-eren.
Op school maak je echter ook veel pret, hé!
Raadsel III:
25
Plaats in bovenstaand negen vierkantjes
de getallen 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45
zóó, dat de som van elke zij van links naar
rechts, van boven naar onder, en ook langs
de diagonalen 75 bedraagt.
Raadsel IV:
De naam van een koning uit de Oudheid
schrijft men met zes letters. Kunt ge dien
reden, als ik U zeg, dat 1, 3, 2 veel gege
ten wordt; dat de warmte ons 3, 4, 6, 5
maakt, hoewel de 5, 4, 3 daarvan weinig
last heeft, daar die in den grond kruipt.
Wie is die Koning?
Raadsel V:
„Hoe oud is U toch?" vroeg Wim aan zijn
Oom.
Deze antwoordde: „Mijn ouderdom en de
uwe is 60 jaar. Uw grootvader en ik zijn
samen 120 jaar en gij en uw grootvader sa
men 96 jaar.
Reken nu uit, hoe oud oom is?
Raadsel VI:
Als ge mij gevonden hebt, besta ik niet
meer. Wie mij kent, zoekt mij niet, terwijl
iedereen zich inspant om mij te kennen.
Raadsel VII:
Ik ben een jongensnaam, verander mijn
hoofd en ik ben de naam van een stad in
Gelderland.
D. Raadsels voor de grootcn boven
de 12 jaar.
Het geheel is een vermaard en beroemd
geboyw in eenige steden van ons land
Raadsel I:
x klinker
xmeisjesnaam
x kamperfoelieachtige plant
(ook boom)
...x. lijnen
xEen weekdier met 10 pooten.
xplantsoen in den vorm
van een ster
xxxxxxxxxxxxx het gevraagde woord
.xschoolwerk - rekenopgaven
.x ontstellen.
xgortmolenaar
x vleugel
xkleur
x medeklinker
Raadsel II:
Vul in de volgende spreekwoorden:
i .e. d.n .o.d .n d. .a..,
k..t m.n d..r .e. g.n.c. l.n.
L L.d.g.h..d .s d.. d.iv.l.
.rk.ss.
Raadsel III:
Op de kruisjes komt ee.i groote stad te
lezen:
x
bid in het Latijn
x
insect
X
een schilde-ij
x
stam van een w.w.
X
wijd
x
onze omroep
X
meisjesnaam
x
voorzetsel
x
voorzetsel
x
bekende stad in Duitschland
Raadsel IV:
Plaats op de plaats der kruisjes een let
ter en ge vindt de naam van een meisje,
x ledemaat
x koud en grimmig
xbetrekking
x dorp in Zeeland
xdaar ginds
.x.. een roofvogel
x een voornaam deel van 't gezicht
x een zwemvogel
Raadsel V
Een halve hond, een kwart ezel, een
kwart veldmuis, twee derde lam, twee vijf-
ue van een kever en één achtste van een
nijlpaard geven u den naam van een plaats
in Nederland. Welke is dat?
Raadsel VI:
Een mooie spreuk moest gedrukt worden;
jammer genoeg liet de drukker de klinkers
vallen, zoodat er kwam te staan:
.ls d. v.sd.p.ss.. pr..kt, b..r p.s .p j. k.pp.n.
Wie helpt den drukker uit den nood?
haadsel VII:
Elf letters vormen den naam van een
r.uttig dier:
8, 9, 7, 1, 7, 3 is een zeker speelgoed
8, 2, 10, 11 een dier dal men vaak
ontmoet
5, 4, 7, 3 een plaats in 't kersen land
welbekend,
3, 6, 7, 11 zingt men nu nog op 't end.
Zeg me nu eens, zonder dralen:
Kunt ge den naam van 't, dier hier ach
terhalen.
E. Een verhaal, sprookje of vers.
Maak een verhaal, een opstel, een sprook
je of een versje naar eigen keuze. Maar
wat ingeleverd wordt, moet eigen werk zijn.
F. Een teekening.
Maar een teekening over een onderwerp
naar keuze. Wie met zorg en orde zoo'n
teekening inlevert, maakt eer kans, ook
voor deze afdeeling. (Let op zorg en
orde!)
G. Een brief.
Schrijf een brief "an minstens twe? kant
jes. In den laatster tijd heb ik vaak een
brief als voorbeeld gegeven. Dat heb ik
gedaan met het oog op den wedstrijd
Ik weet, hoeveel neefjes en nichtjes bang
zijn om aan een brief te beginnen. Moeten
deze eens een keertje een briefje naai de
familie schrijven, dan moet de heele fa
milie er aan. te pas komen, om een paar
kantjes vol te krabbelen. Een fatsoenlijke
brief schrijven is noodig, vooral vr-u het
.atere leven. En dit te leere i 's een kwes
tie van oefening. Ik hoop veel brieven te
ontvangen. Ze worden met-ei-met alle be
antwoord. Wie hieraan meedoet, hoeft een
kans te meer.
H. Eigen raadsels.
Wie maakt een ste, raadsels?
Ik laat ze later plaatsen.
Doe daarom de antwoorden erbij.
Hoe die raadsels moeten luiden, laat ik
aan jullie over.
Ziezoo! Hier hebben we toch zeker voor
„elck wat wils".
Wié nu geen kansje waagt geen prijs
waard.
Zeg het je vrienden; zeg het je klasga-
nooten. Doet alles mee; ook die de school
verlaten hebben. Di prijzen zijn de geno
men moeite dubbel waard.
Ik dank dan ook bij voorbaat uit aller
r.aam de Directie, die mij in staat stelde,
U dit stel prijzen aan te bieden ter verloting
bij dezen wedstrijd, die daar ben ik
overtuigd van ook dit jaar weer slagen
zal.
En nu let op! en ik zeg dit nog eens:
Alle oplossingen moeten binnen zijn
vóór 9 November. Wie later komt opdagen,
vindt de deur op slot en heeft werk en
moeite tevergeefs gedaan. Por daarom uw
vrienden en vriendinnen en klacgenooten
aan, om op tijd te zijn. Nu nog eens: doet
allen mee!
En nu aan het werk!
Oom Wim.
U vraagt?
1. Hoeveel koningen zijn vóór David ge
weest, als koning van Israël?
2. Hoeveel eieren zou de pinguin wel
icggen per jaar?
3. Ik las zoo dikwijls van Homerus, dat ie
de Ilias schreef. Waar gaat dat over?
4. Weet U ook, hoeveel priester door de
Communisten in Spanje vermoord wer
den?
5. Vader vraagt, wat eigenlijk intrige is.
Dat leest hij zoo vaak in de politiek.
6. Wat is Potjeslatijn?
Wi] an 1 ivoorden
1. Slechts één! Hij was de tweede ko
ning van Israël.
2. Eén ei slechts. Dus de pinguin is een
vugel, die geen eieren per jaar legt.
3. Daarin behandelt hfj de belegering
van Troje.
4. 17000. Dat getal spreekt boekdeelen
en is een vreeselijke aanklacht voor de
beschaving van heden, die meent met den
godsdienst te moeten afrekenen en de God
heid verloochent.
5. Intrige is Fransch bet. in de politiek:
aiglistigheid; sluwe misleiding, en streken
om tot doeleinden te geraken, die men liefst
erbergt.
6. Potjes of kramerlatijn is slecht of
gebrekkig Latijn; Latijn gesproken door
menschen, die er wel iets van kennen,
maar de taal toch niet weten te gebruiken.
Wie zijn jarig?
Van 26 Oct. tot en met 1 November.
Op 26 October:
Mientje Schrama, Woubrugge B 393.
Aii Annard, Haverzaklaan 1.
Gerrit Over de Vest, Magd. Moonstr.
fieppie Overdijk, Langestraat 10.
Kees Buil, Rijn dij kstr. 21.
Piet de Bruijn, Broekw. 184, L'dam.
Marietje v. d. Meer, B 96 R'veen.
Op 27 October:
Dorus van Leeuwen, Weip. B 64, Z'woude.
Adri Fasel, Binnenvestgr. 20.
Nellie v. d. Kerkhof, Spoorw. 46, W'mond.
Op 28 October:
Luci Kaptein, Juliana weg 51 Noordw. Z.
Adriaan Verdel, R'veen B 336.
loos v. d. Voort, v. d. Werfstr. 9a.
Anneke Horikx, Witte Rozenstr. 18.
Pietje Bernsen, Breeslraat .157.
Tilly v. Kampen, 's Grav.weg, N'hout
Tmy Berg, Dorpsstraat 65, Z'woude.
Riekie Homan, Bijdorpstraat 15, Sa-senheim
Toos v. d. Voort, v. d. Werfstr. 9a.
Op 29 October:
Aariana v. Wouw, H. Horschweg 1.
Dorus van Leeuwen, Weip. B 64, Z'woude.
Wouter Verdel, R'veen B 336.
Lorrie Bolling, Berkheistr. 1, Wassenaar.
Op 30 October:
Albert v. d. Stik, Doezastraat 21a.
Ria Slobbe, Haven 112, Hillegom.
Sjaak v. d. Geest, Oud-Ade E 14.
Nelly Touw, Pulmot 442, Langeraar.
Op 31 October:
Dora Bekkers, Pelikaanstraat 17.
Truus de Haas, Lage Rijndijk 10a.
Op 1 November:
Marie Groen, Toussaintk. 10a.
Ria v. d. Aart, Heerenw. 409, Lisse.
Corrie Kroft, Heerenw. 230, N.'houL
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zijn of haar naam in deze lijst wil
opgenomen zien, schrijve me m'nstens 14
dagen voor den verjaardag. Zoo ook wie
oij het verlaten der school, van de lijst wil
afgevoe-d worden, (met opgave van dien
datum!). Ook wie verandert van woonplaats
straat of huisnummer, of wie in de lijst
een fout ontdekt
LOES KUULKERS
door Cor van Diest.
XIV.
„Och prettig? Maar daarom hebben we
niet te klagen! We gaan wat lezen of iets
anders doen. We storen ons niet aan den
regen". Justine begon haar haar te bor
stelen. Loes trok de gordijnen wijd open.
„Waar zijn nu die ouwe wijven?" vroeg
Justine; „ik zie niets dan gewone, natte
regen!" Quasi-verwonderd keek ze naar de
lucht.
„Akelig kind, je moet ook altijd pla
gen!" Loes trok haar schouders op; een
lachje speelde om haar mond.
„Zo, 't zonneke komt weer om een hoek
je kijken; zó moet het wezen!" deed Justi
ne goedkeurend, terwijl ze de wastafel op
ruimde. En nu naar beneden. Tante zal al
op ons wachten.
„Wat 'n vervelend weer. Mams" begon
Loes later onder het ontbijt. „Wat moeten
we nu uitvoeren?"
„O, ik heb een goed plan, daar spreken
we dadelijk over. Nog een bror "je, Justi
ne? Loes wil je nog even een kopje thee
inschenken?"
Het was nog twee dagen voor het eind
van de vacantie; en werkelijk was het hon
denweer. De regen viel bij stroomen, alsof
het water met bakken tegelijk over de
aarde werd uitgestort. Hoewel Loes heel
niet aanstellerig van aard was en zich door
het weer niet van de wijs liet brengen,
was de teleurstelling dien morgen toch
wel wat erg groot. De afgesproken fiets
tocht met Truus en Lotte zou natuurlijk
niet doorgaan. Er was zelfs niet eens spra
ke van om 'naar buiten te gaan, wart wie
r. et noodzakelijk naar oilmen moes*, dacht
er riet aan van huis te gaan.
„Het klaart straks wel weer op", meen
de mevrouw.
„Maar onze dag is toch bedorven!" Loes
tegöe mes en vork op tafel.
Nu heb je vin laag dan eens een goede
gr. egenheid om je boes-en en schriften in
orde te maken", raadde mevrouw. „Dan
ben je daar mee klaar; en vanavond heb
ik nog een verrassing. Mopoor dus maar
niet, daar heb je toch niets aan!"
De ontbijttafel werd afgeruimd en de
meines togen naar hun kamerlje.
„Kan ik ie helpen met boeken kaften?"
vroeg Justine.
„Graag". Loes ging op haar knieën voor
het boekenkastje zitten en greep een sta
peltje boeken. Even laten waren de meis
jes druk bezig.
't Werkie vlotte best.
Tussen allerlei boeken lag een poëzie
album. Samen bladerden ze er in.
„Leuk om al die versjes nog eens na te
lezen" vond Loes.
„Wat heb je er mooie plaatjes in!" prees
Justine.
.Moet je hier zien, zou dat waar zijn?"
Loes las:
Een lang lpven wens ik je gaarne toe-
Aan je denken word ik nimmer moe.
..Of hier nog zo'n hoogdravend gedicht:
Eerder verbreekt de zonne haar baan
Dan dat gij uit mijn herinnering zult
gaan!"
Terwiil ze zo aan het bladeren waren
kwam Toos^e vragen of ze beneden kwa
men koffiedrinken.
„Gunst is bet al zo laat?" verwonderde
Loes zich. Wat gaat zo'n morgen toch
gauw voorbij".
Vlug gingen ze samen naar beneden. De
regen was wat milder geworden.
„Al klaar boven?" informeerde moeder.
„Alles in de puntjes, moes: de school
kan weer beginnen. Toch hoop ik d=>t we
mo»wen nog een mooie dag hebben".
,.Ik hoop het ook. kindje! Heb je al iets
bed*>"V vot «.;nmiddag?"
„Eigenlijk niet. moeder; ik moest maar
wat gaan borduren van dat theekleed. Of
een soelletie schaak, als Justine wil. Kun
ie schaken Jus", wendde Loes zich naar
hae" nichtje.
„En of", antwoordde deze, „ik deed het
vaak met vader". Wordt vervolgd.
Op Marsch.
door Anton Reels.
Wij malen niet om onze winterjas,
Wij strekken de been in stevige pas
En trekken met zang langs de wegen;
Wij geven niet meer om de winterkou,
De striemende wind laatt ons, kort
gezegd, lauw,
Wij zijn zelfs niet bang voor wat regen.
En achter elkander in rijen van vier,
Zoo zoeken wij, en met succes, ons
vertier,
Wij weten, dat niets ons kan deren;
Wij voelen niet, hóe fel de Oostenwind
snijdt
En bruut in de tint'lende handen bijt,
Wij huiv'ren niet in onze kleeren.
Een boterham nemen wij onderweg mee
En straks wacht ons thuis de dampende
thee,
Die moet na zoo'n tochtje wel smaken;
Wij malen ni.-t om onze winterpas,
Wij strekk-n de heenen in stevige r~
Aan OOM WIM
Papengracht 32, L. C.
Leiden.