De dagen van groote redevoeringen
VRIJDAG Z7 OCTOBER 1939
DE LEIDSCHE COURANT
TWF.PnE BLin - PAG.
Tweede Kamer
Leider der Katholieke Kamerfractie
aan het woord
Val en opstanding van
kabinetten
Vergadering van gisteren.
(Vervolg).
De heer SCHOUTEN (A.R.), in ayn rede
het optreden van de soc. dem. ministers be
sprekend, vervolgt met op te merken, dat
de Soc. Democratie blijkens verschillende
uitingen revolutionnair is gebleven. De
houding der anti-revolutionnairen jegens
de soc. democraten is ook niet veranderd,
doch als twee hetzelfde doen, is het nog
niet hetzelfde. Met hetzelfde slaagde de heer
De Geer wel, de, heer Colijn niet. Voor de
anti-rev. blijft 't opnemen van Soc. Demo
craten in het kabinet een onoverkomelijk
beletsel.
Er is ook een belangrijke staatsrechtelij
ke zijde aan deze zaak, n.l. nu het toetreden
van personen tot het kabinet afhankelijk
is gemaakt van machtiging eerier politieke
organisatie.
Het financieel beleid, gedemonstreerd in
de millioenennota, ontmoette inmiddels bij
de Anti-rev. geen bezwaar. In dit opzicht
kan de regeering op hen rekenen. Op ver
schillende andere punten blijven ze zich
zeiven, b.v. wat betreft de leerlingenschaal
en dergelijke onderwerpen, als de positie
der gemeenten en hun financiën.
Regeling van deze laatste is in het belang
van rijk en gemeenten beide. Spr. verwacht
ook nadere mededeelingen betreffende de
werkloosheid.
De anti-rev. blijven hun partyformatie
en beginselen handhaven, nu de Christelijke
partijen niet tot overeenstemming hebben
kunnen komen. De christelijke beginselen
kunnen niet ter zijde worden gesteld.
Zij het regeeringsbeleid zoodanig, dat de
anti-rev. er hun steun aan kunnen geven.
De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM-
BOURGH (N.S.B.) is van oordeel, dat er
even weinig verschil is tusschen democra
ten van alle soorten als tusschen de kabi
netten Colijn en de Geer.
Spr. ontkent, dat het kabinet voor zijn
taak berekend is.
Het is onzin, nog een woord te verspillen
aan de millioenennota. De waarde van dit
stuk is nihil.
De heer BIERMA (Lib.) acht algemeene
beschouwingen van politieken aard in dezen
tijd ongewenscht. Doch eenige opmerkingen
over den kabinetsformateur zijn in onzen
democratischen staat gewenscht. Spr. heeft
een regeeringsverklaring gemist.
We zijn een periode van strenge ordening,
staatssocialisme nabij, ingetreden. De oor
log mag er echter niet toe leiden, ideolo
gische opvattingen binnen te loodsen.
Een vacantieregeling heeft in beginsel
spr.'s instemming als rekening gehouden
wordt met de op het bedrijfsleven te leggen
lasten. Een ontwerp-Zondagswet zal spr. af
wachten. Moge verscherping van politieke
tegenstellingen worden vermeden.
De heer DECKERS (R.K.) betoogt, dat
zelfstandigheid en neutraliteit verzekerd
moeten worden. Mobilisatie en concentra
tie zijn goed verloopen. Ze waren goed
voorbereid en zijn goed geleid. De gemobi-
liseerden hebben hun volle medewerking
gegeven. Dankbaar zijn we ook aan de
gem-.best. en spoorw. voor de verleende
medewerking. Dank moet ook uitgaan naar
de groepen der Kamer, die hun medewer
king gaven aan de verbetering der weer
macht, toen deze bij vele burgers in discre-
diet was. Ons volk heeft de noodzakelijk
heid der mobilisatie ingeizen en zich bereid
verklaard de gevolgen te aanvaarden. Die
zijn echter zwaar en zullen lang drukken.
Spr. brengt hulde aan vrouwen en anderen
die de taak der gemobiliseerden overnamen.
Spr. herdenkt hen, die in dienst van het
vaderland het leven lieten, en hur. nabe
staanden.
Er zijn afwijkingen van de algemeene
stemming. Dikwijls dienen velen 's lands
belang beter door te zwijgen. Ingrijpen zal
wel eens noodig zijn, doch is dat alleen
mogelijk door den staat van beleg af te kon
digen? Die dient daar niet voor. Is er geen
ander middel om een persorgaan tot zwij
gen te brengen?
Het Kamervotum van 27 Juli dat het vijf
de kabinet-Colijn tot aftreden noopte, wordt
door spr. niet betreurd. Op de dienaangaan
de gemaakte verwijten gaat spr. niet in
Om den persoon van den heer Colijn te
treffen, was het niet te doen. Ten volle er
kent ook spr. de grocte verdiensten van den
heer Colijn jegens het land. Na met hem in
het 2e en 3de kabinet-Colijn te hebben sa
mengewerkt, mocht spr. zich steeds in diens
vriendschap verheugen. Het is er ook niet
om te doen geweest, de Anti-Revolution-
nairen te treffen, men wilde alken geen
kabinet, in stryd met staatkundige opvat
tingen, een kabinet waarvan niet vaststond
da» het de noodige waarborgen van 'sland
belang inhield. Spr. beroept zich voor de
houding der voorstanders van het votum
van 27 Juli op Groen v. Prinsterer en dr.
Kuyper. Vruchtbare samenwerking tusschen
regeering en volksvertegenwoordiging be
hoort te zijn gewaarborgd. De meerderheid
der Kamer heeft nu gelegenheid gegeven tot
't optreden van een kabinet, dat wel reke
nen kan op een meerderheid in de Kamer.
On-Nederlandsch was een formatie, waar
bij met de meerderheid der Kamer geen re
kening was gehouden. De Kamermeerder
heid heeft nu ons parlementair stelsel be
houden en een groot nationaal belang ge
diend. Anderen hadden de daden van het
kabinet willen afwachten, doch ook dit wa
re on-Nederlandsch.
Gezegd wordt dat de katholieke ministers
de crisis in het vierde kabinet hebben ver
oorzaakt. Spr. bestrijdt deze opvatting. Het
is niet redelijk, de schuld te geven aan hen
die de kabinetspolitiek, gevolgd met de
meerderheid der Kamer, wilden voortzetten.
Dat dit het geval is geweest, zet spr. uiteen.
De eisch tot koersverandering in de werk-
loosheidspolitiek op financieel gebied ver
oorzaakte later de crisis.
De R.K. fractie heeft niet alles gedaan
om te voorkomen, dat een harei leden
opdracht zou krijgen tot kabinetsforma
tie. Loyaal heeft ze de pogingen van dr.
Colijn en dr. Kooien gesteund. Ze wist,
dat het streven van dr. Colijn ernstig
was en geen gesol met voormannen van
politieke partyen. De R. Kath. hebben
hun land te lief, om ook een kabinet-
de Geer niet te steunen wijl er slechts
twee katholieken in zijn.
Met de plannen der werkloosheidbestrij-
ding kan spr. zich over het algemeen ver
eenigen. Spr. zou gaarne echter meer ver
nemen aangaande veredeling van het sy
steem der tewerkstelling en de jeugdwerk
loosheid. Spr. beveelt het vraagstuk der
volkshuisvesting in de aandacht der regee
ring aan, alsmede het belang der woning
toestanden ook in verband met de morali
teit. Het loonpeil moge zich zondei schok
ken aan het prijspeil aanpassen. Hetzelfde
geldt voor steunbedragen en kostwinners
vergoedingen. Gelukkig hebben we hier ty-
dig voor een gode sociale wetgeving ge
zorgd.
De regeering zal goed doen, op het prijs
peil der landbouproducten nauwlettend toe
te zien. Veel hangt af van goede voorlich
ting en onderzoek van klachten. De minis
ters moeten ruimschoots gelegenheid geven
tot het gaan op audiëntie. Het is moeilijk,
onjuiste voorlichting later te herstellen.
Het ontwerp kinderbijslagverzekering
moge er toe leiden, dat deze spoedig
aan de kinderen ten goede moge komen.
Spr. vraagt eveneens om verbetering
der leerlingenschaal, zoo mogelijk.
Wat de economische politiek betreft, heeft
de Kamer reeds van haar inzicht omtrent
hamsteren, -.rijsopdrijven enz. doen blij
ken. Bij de desbetreffende hoofdstukken
kan op de onderdeelen der aangelegenheid
verder worden ingegaan. Thans, bij de al
gemeene maatregelen, dringt spr. aan op
ruime voorlichting, b.v. wat betreft de ben
zinebeperking. In de eerste plaats behoort
het parlement op de hoogte te worden ge
bracht. Zoodra de toestand wat overzichte
lijker is geworden, verwacht spr. een nota
over den economischen toestand naast de
maatregelen die op grond daarvan zijn ge
nomen.
De prijsbeweging besprekend, betoogt spr.
op grond van officieele statistische gegevens
dat ook daaromtrent in een nota meer kan
worden medegedeeld. De regeering kan te
gen prijsopdrijving waken, repressief en
preventief. Dikwijls zijn in kleine gemeen
ten plaatselijke autoriteiten niet in staat,
uit te maken of een prijs redelijk is.
De heer DREES (S.D.) zegt dat het schip
van Staat zijn weg moet vinden tusschen de
mijnenvelden door. Eerst wil spr. iets zeg
gen over de tot standkoming van dit kabi
net, vóór den oorlog. Liever had spr. ge
zien dat het dadelijk met een regeeringsver
klaring was gekomen.
Over den val van het vijfde kabinet-Co
lijn en de formatie van het zittende kabinet
is er voor spr., ook na hetgeen de heer
Deckers heeft gezegd, niet veel meer op te
merken. De heer Colij. wist tevoren en ze
ker, dat zijn vijfde kabinet niet op de meer
derheid der Kamer kon rekenen, 't Is beter
dat het zóó gegaan is dan dat het kabinet
eenige maanden later ten val ware gebracht
De soc.-democraten, die altijd bezwaren
hadden tegen het beleid van den heer Co
lijn, hadden geen reden, aan het Kamervo
tum van 27 Juli niet mede te werken.
Het verheugt spr. dat er samenwerking
op breede basis is verkregen door een kabi
net, waarin ook soc.-democraten zitting
hebben.
De houding van den heer Schouten is on
duidelijk.
De heer Colijn kan zeggen: Bewaar me
voor mijn vrienden, met mijn vijanden zal
ik het zelf wel klaarspelen. Inderdaad, de
sociaal-democraten zijn in hun diepste we
zen niet veranderd, doch ze zijn niet blind
voor het wereldgebeuren der laatste tien
tallen jaren. Dat in Duitschland een illega
le beweging ontwikkeling vindt, Is niet
meer dan logisch.
De heer DE WILDE (A.R.): Wat heeft
Troelstra in 1918 gedaan?
De heer DREES verklaart, dat nu de ge
schiedenis betreffende de houding van
Troelstra in 1918 toch al wel voldoende op
gehelderd is. De verwijten dat het bezetten
van ministerzetels door soc.-democraten is
onderworpen aan df goedkeuring van den
partijraad, wijst spr. af. Er is hier geen be
roep op de partij gedaan. Grootendeels kun
nen de soc.-democraten instemmen met de
plannen der regeering, maar bloedende
wonden als leerlingenschaal en kweekeiin-
gen met acte moeten worden gestopt. Hier
kan niet gewacht worden tot de mobilisatie
en haar gevolgen achter den rug zyn. De
BINNENLAND
REEDS EENIGE HONDERDEN
ZAKENVERLOVEN VERLEEND.
Naar wij vernemen heeft het bureau za-
kenverloven van het departement van de
fensie van het oogenblik af, dat de rege
ling voor het verleenen van zakenverlo-
ven was afgekondigd, een menigte van
verzoeken behandeld.
In het begin van deze week, van 23 Oc
tober af, zyn reeds eenige honderden za
ken verloven verleend, in hoofdzaak land-
bouw-verloven.
LICHTING 1924 BEREDEN ARTILLERIE
MET GROOT VERLOF
Vermoedelijk half November.
Naar wy van bevoegde zijde vernemen
zal ongeveer medio November a.s. de lich
ting 1924 van de bereden artillerie met groot
verlof gaan.
HET ONDER DE WAPENEN BLIJVEN
VAN DIENSTPLICHTIGEN.
De oproeping voor de wegentroepen.
Aan het verslag over het wetsontwerp
tot onder de wapenen blijven van dienst
plichtigen is het volgende ontleend:
Verscheidene leden hadden met verwon
dering gezien, dat buitengewone dienst
plichtigen onder de wapenen geroepen zijn
ten einde de wegen in behorlijken staat te
houden. Zij meenden, dat werkzaamheden
van dezen aard beter aan burgers kunnen
worden opgedragen en dat dit naar alle
waarschijnlijkheid ook goedkooper zou uit
komen.
Sommige leden merkten op, dat onder
degenen, die voor de wegentroepen zijn op
geroepen, zich verscheidene personen be
vinden, die als ingenieur of bedrijfsleider
of in een andere verantwoordelijke functie
in het maatschappelijk leven werkzaam
v/aren. Daar zij geenerlei militaire oplei
ding genoten hebben zij waren immers
voor de mobilisatie vrijgesteld van mili
tairen dienst zijn zij als soldaat in
dienst gekomen. Het zou voor de hand lig
gen van deze krachten een doelmatig ge
bruik te maken door hen op korten ter
mijn voor verantwoordelijke functies, ver
band houdende met aanleg en onderhoud
van wegen, op te leiden.
Verscheidene leden stelden verder de
vraag, of het noodig is de thans opgeroe-
penen voor onbepaaLden tijd in dienst te
houden. Is het niet mogelijk(hen na eeni-
gen tijd door anderen te vervangen?
Tegen de gevraagde machtiging om deze
dienstplichtigen, die over het algemeen in
het burgerleven een positie hebben, voor
onbeperkten tijd onder de wapenen te hou
den, verklaarden sommige van deze leden
voorshands wel bezwaar te hebben.
BEREDEN ARTILLERIE LICHTING 1939.
Onder de wapenen half December
Onder degenen, die tot de lichting 1939
beh'ooren, maar ondanks hun oproeping om
in werkelijken dienst te komen, nog niet
onder de wapenen zyn, hoorden wy tal van
stemmen, waarin hun verwondering tot
uiting kwam over dezen gang van zaken.
Zooals men weet is een deel der lichting
dezer dagen inderdaad onder de wapenen
gekomen, de overigen verkeerden echter
nog steeds in de onzekerheid, wanneer voor
hen dag en uur van opkomst zou slaan. Be
grijpelijkerwijs bevonden zij zich daardoor
in de ongelegenheid niet te weten tot hoe
lang zij b.v. hun werkkring konden aan
houden, of zij hun studiën konder. voortzet
ten enz.
Naar wy thans van bevoegde zijde ver
nemen, kan dezer dagen een nadere beslis
sing over den datum van opkomst van
deze „vergetenen", zooals zij zich zelf wel
eens betitelden, worden tegemoetgezien.
Als vermoedelijken datum wordt half De
cember genoemd.
Dezen te verwachten oproep heeft betrek
king op de bereden artillerie. De onberede-
nen zijn reeds allen in werkelijken dienst.
Verscheidene jongelieden, die aanvankelijk
een oproeping ontvingen, waaruit bleek,
dat zij bij de beredep artillerie waren in
gedeeld, kregen omstreeks een maand
daarna een hernieuwe oproeping met aan
duiding on bereden en.
Dit heeft eenige verwarring veroorzaakt,
•daar de onberedenen reeds allen in dienst
zijn. De oorzaak daorvan ligt in een for
meel onderscheid. De eigenlijk onberede-
nen vormen dez luchtdoel artillerie, motor
artillerie, e.d by de bereden artillerie wordt
echter nog onderscheid gemaakt tusschen
de beredenen (met paarden) en dn onbe-
redenen (bemanning voor de kanonnen).
Het zijn nu deze twee categorieën, die
vermoedelijk half December worden opge
roepen.
Men heeft zich afgevraagd, waarom een
deel der lichting 1940 eerder onder de wa
penen is geroepen dan die van 1939.
Dit vindt zijn oorzaak in de volledige be-
soc.-democraten kunnen niet berusten.
Even dringend, doch ingewikkelder, is de
kwestie van de ouderdomsvoorziening. Spr.
vraagt meer positieve toezeggingen, ook
aangaande een bescheiden Staatspensioen.
De mobilisatie heeft geen vermindering,
doch verplaatsing gebracht in de werk
loosheid. Spr. komt tot het vraagstuk der
arbeidsspreiding, doch zal heden zijn rede
voortzetten.
De vergadering wordt om half zes ver
daagd tot Vrijdag één uur.
zetting van de artilleriedepots. Daardoor be
stond wel de gelegenheid om de infanterie
1940 dadelijk op te roepen, hetgeen dan ook
is geschied, temeer omdat de infanterie '39
reeds geheel onder de wapenen was sinds
October 1938 en April 1938.
Thans zijn orders gegeven om de artille
rie-depots te ontruimen. Zoodra men hier
mee gereed is, komt plaats voor de lichting
1939 vrij.
Half December kan daarom wel aangeno
men worden als datum van opkomst.
„Vooruit".
DUITSCH VLIEGTUIG GELAND.
Bemanning werd geinterneerd.
De Regeeringsperdienst meldt:
Gistermiddag omstreeks vijf uur heeft een
Duitsch militair vliegtuig mij Usquert in
de provincie Groningen, tengevolge van
motorpech een noodlanding moeten maken.
De uit drie personen bestaande bemanning
is geinterneerd.
PETROLEUM-DÏSTRÏBUTIE.
Waar op heden, in Nederland vrijwel al
gemeen ter voorbereiding van de petro-
leumdistributje distributiekaarten zijn uit
gereikt aan verbruikers van petroleum,
uitsluitend voor huishoudelijk verbruik,
zal thans de tweede stap ter voorbereiding
van de distributie van petroleum plaats
vinden.
Thans zullen allen, die petroleum noodig
hebben voor andere doeleinden dan in het
huishouden voor verwarming, verlichting
en koken, zich daarvoor kunnen aanmel
den bij het rijksbureau voor aardoliepro
ducten.
Daartoe zijn van heden af bij alle distri
butiekantoren in Nederland verkrijgbaar
aanvraagformulieren voor petroleum voor
industrieele doeleinden.
Deze formulieren dienen geheel ingevuld
rechtstreeks te worden gezonden aan het
rijksbureau voor aardolieproducten (sec
tie 3 Petroleum), Zeestraat 100104, te
's-Gravenhage.
Ten overvloede zij nog opgemerkt, dat
de distributie van petroleum nog niet is
ingevoerd.
Alle maatregelen, die op het oogenblik
zijn of worden genomen, dienen uitsluitend
om, wanneer t.z.t. de distributie van pe
troleum ingevoerd zal moeten worden, een
vlotte gang van zaken zooveel mogelijk te
waarborgen.
UITPOOT FABRIEKSAARDAPPELEN.
De minister van Economische Zaken
heeft besloten, dat, indien de omstandighe
den niet veranderen, voor den oogst 1940
uitpootvergunningen voor fabrieksaardap
pelen kunnen worden uitgereikt voor een
oppervlakte, welke ongeveer 1/3 grooter
is dan in 1939 het geval was, zoodat de to-
taaluitpoot ongeveer 36000 H.A. zal kun
nen bedragen.
Mocht vóór het volgend voorjaar blijken,
dat de voorgenomen uitbreiding niet kan
worden toegestaan, dan zullen maatregelen
worden getroffen, dat de telers geen na
deel ondervinden van het reserveeren van
het voor die uitbreiding noodig geachte
pootgoed.
HET AUTOVERBOD OP ZONDAG.
Soepelheid zij betracht!
Het verbod om op Zondag gebruik te
maken van motorrijtuigen geldt, zooals
bekend is, alleen voor personenauto's. Het
blijkt in de practijk echter niet zoo een
voudig om nauwkeurig uit te maken wat
onder een personenauto moet worden ver
staan.
De Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B.
heeft de aandacht van den Minister van
Economische Zaken op de moeilijkheden
gevestigd, onder meer naar. aanleiding van
het oók in de couranten vermelde geval
van iemand, die in zijn functie van agent
voor verschillende dagbladen, op Zondag
ochtend couranten moet vervoeren en be
zorgen, waarna hij noodwendig met een
leegen wagen terug moet rijden.
De Minister van Economische Zaken is
bereid gebleken rekening te houden met
de belangen van hen, die op deze wijze
door het rijverbod worden gedupeerd en
heeft den A.N.W.B. bericht, dat hij aan den
Minister van Justitie en aan de Burge
meesters als Hoofden der Politie heeft
verzocht eenige soepelheid te be
trachten met betrekking tot het rijver
bod op Zondag, in het bijzonder wat be
treft de motorrijtuigen die niet dienen en
niet zyn ingericht voor het vervoer van
personen.
Een adres aan den Minister.
Het hoofdbestuur van Horecaf heeft een
adres aan den Minister van Economische
Zaken gericht, waarin het er op wijst, dat
het autoverbod op Zondag de levensbelan
gen raakt van het hotel-, café-restaurant
bedrijf, en verzoekt om dat verbod op te
heffen en het, zoo noodig, te doen vervan
gen door inveering van distributie.
DE HEFFING OP BOTER.
Het bedrag van de heffing en steunuit-
keering op boter is, behoudens tusschen-
tijdsche wijziging, voor de week van 26 Oc
tober tot 2 November onveranderd vastge
steld op 80 cent per K.G.
„VOOR ONZE GEMOBILISEERDEN".
Waarom geld voor het R.K. Centraal
Comité V.O.G.?
Er wordt op het oogenblik op voorbeel.
dige wijze geofferd en gewerkt voor da
Katholieke Gemobiliseerden. Zooveel, dat
er van sommige zijden gevraagd wordt:
„Is het nu wel noodig, dat naast zooveel
groepeeringen van menschen, die het hun
ne doen voor onze militairen, nog apart
gevraagd wordt door en voor het R.K,
Centraal Comité V.O.G.?
Het antwoord is een uitdrukkelijk j a.
Er wordt n.l. een heel belangrijke zaak
door velen over het hoofd gezien. In groo
te steden en andere flinke centra waar
soldaten liggen, is het niet zoo heel moei
lijk geld, boeken enz. in te zamelen voor
de aldaar gelegen troepen. Maar men ver
geet, dat er nog veel meer soldaten ver
blijven, in wat men misschien zou mogen
noemen: „de rimboe". Duizenden Katholie
ke militairen liggen langs de grens, in af
gelegen oorden, in heel kleine plaatsen,
waar geen geld bijeengebracht kan wor
den. Juist daar hebben onze gemobiliseer
den het meeste behoefte aan ontspanning
en middelen tot ontwikkeling. Daar heb
ben zij juist geen zalen om bijeen te ko
men, daar worden geen tooneelavonden
georganiseerd, daar zijn geen personen te
vinden, die cursussen en dergelijke kun
nen geven. Daar zijn zelfs geen gezellige
straten om te wandelen. Daar is hulp het
meest noodig.
Voortdurend komen er van de aalmoeze
niers aanvragen om lectuur, om spelen
enz., juist voor die militairen, die in de
ongunstigste omstandigheden verkeeren.
Zijn zijn speciaal aangewezen o-p hetgeen
het Comité „Voor Onze Gemobiliseerden"
kan verstrekken. Voor deze minstbedeel
den van onze Katholieke militairen wordt
de royale hulp van goede katholieken ge
vraagd met grooten aandrang.
Zendt dus zoo durven wij u nog
maals te verzoeken een milde bijdrage
op het gironummer 364620 van den Pen
ningmeester van het R.K. Centraal Comité
V.O.G. te Heemstede, cf zendt uw post
wissel aan Postbus 2, Heemstede.
Vergeet onze gemobiliseerden in de
„rimboe" niet!
Steunt het R.K. Centraal Comité V.O.G.
„MEISJESSTAD" GEOPEND
Een nieuw werk van katholieke charitas
Te Utrecht is geopend het Nationale Te
huis voor daklooze Vrouwen en Meisjes,
gevestigd aan de Oude Gracht te Utrecht.
Dit Nationale Tehuis, dat den naam van
„Meisjesstad" draagt, is niet alleen een toe
vluchtsoord voor katholieke vrouwen en
meisjes, maar stelt zijn poorten ook even
wagenwijd en even gastvrij open voor an-
dersdenken, voor het méér dan men ver
wachten zou groote aantal vrouwen en
meisjes, die het voorrecht van een vast dak
boven het hoofd missen: voor rondreizende
vrouwen, ouderlooze meisjes zonder of met
miniem inkomen, die tot dusverre genoopt
waren den nacht in de weinig aanlokkelijke
sfeer van volkslogementen of andere nacht-
asylen door te brengen, met al de lichame
lijke ellende en de moreele gevolgen van
dien!
In de toekomst zal dat niet meer noodig
zijn, want zij vinden in het Nationaal Te
huis een vriendelijk onthaal en een warm
hart, om het even of haar verblijf slechts
een enkelen nacht duurt of een meer per
manent logies gevraagd wordt gedurende
eenige weken, die ook wel tot maanden
kunnen uitgroeien, zooals de ervaring in
het Tehuis voor daklooze mannen, het door
de Kruisridders van St. Jan te Utrecht be
heerde soortgelijke instituut geleerd heeft.
Hoe groot de noodzakelijkheid van een
dergelijke instelling wel is, welke overigens
niet van plaatselijken aard, maar van natio
nale strekking is, moge blijken uit het feit,
dat alleen reeds in een stad als Utrecht het
aantal dakloozen vrouwen en meisjes 150
k 170 bedraagt.
Het nieuwe tehuis, gezellig en geriefelijk
ingericht, beantwoordend tevens aan hooge
eischen van hygiëne, orde en doelmatigheid,
wordt beheerd door de Eerw. Zusters
Augustinessen van St. Monica, een nog
jeugdige Congregatie, ongeveer vijf en een
half jaar geleden gesticht door den Z. E.
Pater S. v. Nuenen O.E.S.A., wier levens
regel is ingesteld op den modernen zielen-
nood. Een contemplatief-actieve Orde,
wier levensregel in het kort aldus samen
gevat kan worden: Van God houden en van
de menschen houden en zich daar heele-
maal voor weggeven. De Zusters Augusti
nessen van St. Monica willen niet alleen
missionèeren in verre landen (waartoe zij
bereids in het Augustijner Missiesgebied in
Bolivia de vestiging eener kloosternederzet
ting in voorbereiding hebben), maar ook in
ons vaderland, bij onbeschaafde menschen,
maar ook onder de meest cultureele.
De hoogeerwaarde Deken van Utrecht,
-kanunnik Th. Knuvelder, verrichtte in te
genwoordigheid van ongeveer de geheele
katholieke geestelijkheid der stad, van den
hoogeerw. Pater Provinciaal der Augus
tijnen, dr. Makaay, zoomede van de verte
genwoordigers van tal van religieuze en
charitatieve vereenigingen der stad, de
hoofdbestuursleden van het R K. Werklie
denverbond, de heeren A. C. de Bruijn en
J .A. Schutte en vele belangstellenden ook
uit niet-k^tholieke kringen, de plechtige
inzegening en de officieele opening van het
nieuwe Tehuis.
Bij de openingsplechtigheid behoorde ook
de première van een door Ad. Sassen ver
vaardigde documentaire speelfilm: „Ons
volk uit de kleine straat", welke een goed
beeld geeft van het prachtig apostolaat-
werk der Zusters Augustinessen van St.
Monica.