De dagen van groote redevoeringen VRIJDAG Z7 OCTOBER 1939 DE LEIDSCHE COURANT TWF.PnE BLin - PAG. Tweede Kamer Leider der Katholieke Kamerfractie aan het woord Val en opstanding van kabinetten Vergadering van gisteren. (Vervolg). De heer SCHOUTEN (A.R.), in ayn rede het optreden van de soc. dem. ministers be sprekend, vervolgt met op te merken, dat de Soc. Democratie blijkens verschillende uitingen revolutionnair is gebleven. De houding der anti-revolutionnairen jegens de soc. democraten is ook niet veranderd, doch als twee hetzelfde doen, is het nog niet hetzelfde. Met hetzelfde slaagde de heer De Geer wel, de, heer Colijn niet. Voor de anti-rev. blijft 't opnemen van Soc. Demo craten in het kabinet een onoverkomelijk beletsel. Er is ook een belangrijke staatsrechtelij ke zijde aan deze zaak, n.l. nu het toetreden van personen tot het kabinet afhankelijk is gemaakt van machtiging eerier politieke organisatie. Het financieel beleid, gedemonstreerd in de millioenennota, ontmoette inmiddels bij de Anti-rev. geen bezwaar. In dit opzicht kan de regeering op hen rekenen. Op ver schillende andere punten blijven ze zich zeiven, b.v. wat betreft de leerlingenschaal en dergelijke onderwerpen, als de positie der gemeenten en hun financiën. Regeling van deze laatste is in het belang van rijk en gemeenten beide. Spr. verwacht ook nadere mededeelingen betreffende de werkloosheid. De anti-rev. blijven hun partyformatie en beginselen handhaven, nu de Christelijke partijen niet tot overeenstemming hebben kunnen komen. De christelijke beginselen kunnen niet ter zijde worden gesteld. Zij het regeeringsbeleid zoodanig, dat de anti-rev. er hun steun aan kunnen geven. De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM- BOURGH (N.S.B.) is van oordeel, dat er even weinig verschil is tusschen democra ten van alle soorten als tusschen de kabi netten Colijn en de Geer. Spr. ontkent, dat het kabinet voor zijn taak berekend is. Het is onzin, nog een woord te verspillen aan de millioenennota. De waarde van dit stuk is nihil. De heer BIERMA (Lib.) acht algemeene beschouwingen van politieken aard in dezen tijd ongewenscht. Doch eenige opmerkingen over den kabinetsformateur zijn in onzen democratischen staat gewenscht. Spr. heeft een regeeringsverklaring gemist. We zijn een periode van strenge ordening, staatssocialisme nabij, ingetreden. De oor log mag er echter niet toe leiden, ideolo gische opvattingen binnen te loodsen. Een vacantieregeling heeft in beginsel spr.'s instemming als rekening gehouden wordt met de op het bedrijfsleven te leggen lasten. Een ontwerp-Zondagswet zal spr. af wachten. Moge verscherping van politieke tegenstellingen worden vermeden. De heer DECKERS (R.K.) betoogt, dat zelfstandigheid en neutraliteit verzekerd moeten worden. Mobilisatie en concentra tie zijn goed verloopen. Ze waren goed voorbereid en zijn goed geleid. De gemobi- liseerden hebben hun volle medewerking gegeven. Dankbaar zijn we ook aan de gem-.best. en spoorw. voor de verleende medewerking. Dank moet ook uitgaan naar de groepen der Kamer, die hun medewer king gaven aan de verbetering der weer macht, toen deze bij vele burgers in discre- diet was. Ons volk heeft de noodzakelijk heid der mobilisatie ingeizen en zich bereid verklaard de gevolgen te aanvaarden. Die zijn echter zwaar en zullen lang drukken. Spr. brengt hulde aan vrouwen en anderen die de taak der gemobiliseerden overnamen. Spr. herdenkt hen, die in dienst van het vaderland het leven lieten, en hur. nabe staanden. Er zijn afwijkingen van de algemeene stemming. Dikwijls dienen velen 's lands belang beter door te zwijgen. Ingrijpen zal wel eens noodig zijn, doch is dat alleen mogelijk door den staat van beleg af te kon digen? Die dient daar niet voor. Is er geen ander middel om een persorgaan tot zwij gen te brengen? Het Kamervotum van 27 Juli dat het vijf de kabinet-Colijn tot aftreden noopte, wordt door spr. niet betreurd. Op de dienaangaan de gemaakte verwijten gaat spr. niet in Om den persoon van den heer Colijn te treffen, was het niet te doen. Ten volle er kent ook spr. de grocte verdiensten van den heer Colijn jegens het land. Na met hem in het 2e en 3de kabinet-Colijn te hebben sa mengewerkt, mocht spr. zich steeds in diens vriendschap verheugen. Het is er ook niet om te doen geweest, de Anti-Revolution- nairen te treffen, men wilde alken geen kabinet, in stryd met staatkundige opvat tingen, een kabinet waarvan niet vaststond da» het de noodige waarborgen van 'sland belang inhield. Spr. beroept zich voor de houding der voorstanders van het votum van 27 Juli op Groen v. Prinsterer en dr. Kuyper. Vruchtbare samenwerking tusschen regeering en volksvertegenwoordiging be hoort te zijn gewaarborgd. De meerderheid der Kamer heeft nu gelegenheid gegeven tot 't optreden van een kabinet, dat wel reke nen kan op een meerderheid in de Kamer. On-Nederlandsch was een formatie, waar bij met de meerderheid der Kamer geen re kening was gehouden. De Kamermeerder heid heeft nu ons parlementair stelsel be houden en een groot nationaal belang ge diend. Anderen hadden de daden van het kabinet willen afwachten, doch ook dit wa re on-Nederlandsch. Gezegd wordt dat de katholieke ministers de crisis in het vierde kabinet hebben ver oorzaakt. Spr. bestrijdt deze opvatting. Het is niet redelijk, de schuld te geven aan hen die de kabinetspolitiek, gevolgd met de meerderheid der Kamer, wilden voortzetten. Dat dit het geval is geweest, zet spr. uiteen. De eisch tot koersverandering in de werk- loosheidspolitiek op financieel gebied ver oorzaakte later de crisis. De R.K. fractie heeft niet alles gedaan om te voorkomen, dat een harei leden opdracht zou krijgen tot kabinetsforma tie. Loyaal heeft ze de pogingen van dr. Colijn en dr. Kooien gesteund. Ze wist, dat het streven van dr. Colijn ernstig was en geen gesol met voormannen van politieke partyen. De R. Kath. hebben hun land te lief, om ook een kabinet- de Geer niet te steunen wijl er slechts twee katholieken in zijn. Met de plannen der werkloosheidbestrij- ding kan spr. zich over het algemeen ver eenigen. Spr. zou gaarne echter meer ver nemen aangaande veredeling van het sy steem der tewerkstelling en de jeugdwerk loosheid. Spr. beveelt het vraagstuk der volkshuisvesting in de aandacht der regee ring aan, alsmede het belang der woning toestanden ook in verband met de morali teit. Het loonpeil moge zich zondei schok ken aan het prijspeil aanpassen. Hetzelfde geldt voor steunbedragen en kostwinners vergoedingen. Gelukkig hebben we hier ty- dig voor een gode sociale wetgeving ge zorgd. De regeering zal goed doen, op het prijs peil der landbouproducten nauwlettend toe te zien. Veel hangt af van goede voorlich ting en onderzoek van klachten. De minis ters moeten ruimschoots gelegenheid geven tot het gaan op audiëntie. Het is moeilijk, onjuiste voorlichting later te herstellen. Het ontwerp kinderbijslagverzekering moge er toe leiden, dat deze spoedig aan de kinderen ten goede moge komen. Spr. vraagt eveneens om verbetering der leerlingenschaal, zoo mogelijk. Wat de economische politiek betreft, heeft de Kamer reeds van haar inzicht omtrent hamsteren, -.rijsopdrijven enz. doen blij ken. Bij de desbetreffende hoofdstukken kan op de onderdeelen der aangelegenheid verder worden ingegaan. Thans, bij de al gemeene maatregelen, dringt spr. aan op ruime voorlichting, b.v. wat betreft de ben zinebeperking. In de eerste plaats behoort het parlement op de hoogte te worden ge bracht. Zoodra de toestand wat overzichte lijker is geworden, verwacht spr. een nota over den economischen toestand naast de maatregelen die op grond daarvan zijn ge nomen. De prijsbeweging besprekend, betoogt spr. op grond van officieele statistische gegevens dat ook daaromtrent in een nota meer kan worden medegedeeld. De regeering kan te gen prijsopdrijving waken, repressief en preventief. Dikwijls zijn in kleine gemeen ten plaatselijke autoriteiten niet in staat, uit te maken of een prijs redelijk is. De heer DREES (S.D.) zegt dat het schip van Staat zijn weg moet vinden tusschen de mijnenvelden door. Eerst wil spr. iets zeg gen over de tot standkoming van dit kabi net, vóór den oorlog. Liever had spr. ge zien dat het dadelijk met een regeeringsver klaring was gekomen. Over den val van het vijfde kabinet-Co lijn en de formatie van het zittende kabinet is er voor spr., ook na hetgeen de heer Deckers heeft gezegd, niet veel meer op te merken. De heer Colij. wist tevoren en ze ker, dat zijn vijfde kabinet niet op de meer derheid der Kamer kon rekenen, 't Is beter dat het zóó gegaan is dan dat het kabinet eenige maanden later ten val ware gebracht De soc.-democraten, die altijd bezwaren hadden tegen het beleid van den heer Co lijn, hadden geen reden, aan het Kamervo tum van 27 Juli niet mede te werken. Het verheugt spr. dat er samenwerking op breede basis is verkregen door een kabi net, waarin ook soc.-democraten zitting hebben. De houding van den heer Schouten is on duidelijk. De heer Colijn kan zeggen: Bewaar me voor mijn vrienden, met mijn vijanden zal ik het zelf wel klaarspelen. Inderdaad, de sociaal-democraten zijn in hun diepste we zen niet veranderd, doch ze zijn niet blind voor het wereldgebeuren der laatste tien tallen jaren. Dat in Duitschland een illega le beweging ontwikkeling vindt, Is niet meer dan logisch. De heer DE WILDE (A.R.): Wat heeft Troelstra in 1918 gedaan? De heer DREES verklaart, dat nu de ge schiedenis betreffende de houding van Troelstra in 1918 toch al wel voldoende op gehelderd is. De verwijten dat het bezetten van ministerzetels door soc.-democraten is onderworpen aan df goedkeuring van den partijraad, wijst spr. af. Er is hier geen be roep op de partij gedaan. Grootendeels kun nen de soc.-democraten instemmen met de plannen der regeering, maar bloedende wonden als leerlingenschaal en kweekeiin- gen met acte moeten worden gestopt. Hier kan niet gewacht worden tot de mobilisatie en haar gevolgen achter den rug zyn. De BINNENLAND REEDS EENIGE HONDERDEN ZAKENVERLOVEN VERLEEND. Naar wij vernemen heeft het bureau za- kenverloven van het departement van de fensie van het oogenblik af, dat de rege ling voor het verleenen van zakenverlo- ven was afgekondigd, een menigte van verzoeken behandeld. In het begin van deze week, van 23 Oc tober af, zyn reeds eenige honderden za ken verloven verleend, in hoofdzaak land- bouw-verloven. LICHTING 1924 BEREDEN ARTILLERIE MET GROOT VERLOF Vermoedelijk half November. Naar wy van bevoegde zijde vernemen zal ongeveer medio November a.s. de lich ting 1924 van de bereden artillerie met groot verlof gaan. HET ONDER DE WAPENEN BLIJVEN VAN DIENSTPLICHTIGEN. De oproeping voor de wegentroepen. Aan het verslag over het wetsontwerp tot onder de wapenen blijven van dienst plichtigen is het volgende ontleend: Verscheidene leden hadden met verwon dering gezien, dat buitengewone dienst plichtigen onder de wapenen geroepen zijn ten einde de wegen in behorlijken staat te houden. Zij meenden, dat werkzaamheden van dezen aard beter aan burgers kunnen worden opgedragen en dat dit naar alle waarschijnlijkheid ook goedkooper zou uit komen. Sommige leden merkten op, dat onder degenen, die voor de wegentroepen zijn op geroepen, zich verscheidene personen be vinden, die als ingenieur of bedrijfsleider of in een andere verantwoordelijke functie in het maatschappelijk leven werkzaam v/aren. Daar zij geenerlei militaire oplei ding genoten hebben zij waren immers voor de mobilisatie vrijgesteld van mili tairen dienst zijn zij als soldaat in dienst gekomen. Het zou voor de hand lig gen van deze krachten een doelmatig ge bruik te maken door hen op korten ter mijn voor verantwoordelijke functies, ver band houdende met aanleg en onderhoud van wegen, op te leiden. Verscheidene leden stelden verder de vraag, of het noodig is de thans opgeroe- penen voor onbepaaLden tijd in dienst te houden. Is het niet mogelijk(hen na eeni- gen tijd door anderen te vervangen? Tegen de gevraagde machtiging om deze dienstplichtigen, die over het algemeen in het burgerleven een positie hebben, voor onbeperkten tijd onder de wapenen te hou den, verklaarden sommige van deze leden voorshands wel bezwaar te hebben. BEREDEN ARTILLERIE LICHTING 1939. Onder de wapenen half December Onder degenen, die tot de lichting 1939 beh'ooren, maar ondanks hun oproeping om in werkelijken dienst te komen, nog niet onder de wapenen zyn, hoorden wy tal van stemmen, waarin hun verwondering tot uiting kwam over dezen gang van zaken. Zooals men weet is een deel der lichting dezer dagen inderdaad onder de wapenen gekomen, de overigen verkeerden echter nog steeds in de onzekerheid, wanneer voor hen dag en uur van opkomst zou slaan. Be grijpelijkerwijs bevonden zij zich daardoor in de ongelegenheid niet te weten tot hoe lang zij b.v. hun werkkring konden aan houden, of zij hun studiën konder. voortzet ten enz. Naar wy thans van bevoegde zijde ver nemen, kan dezer dagen een nadere beslis sing over den datum van opkomst van deze „vergetenen", zooals zij zich zelf wel eens betitelden, worden tegemoetgezien. Als vermoedelijken datum wordt half De cember genoemd. Dezen te verwachten oproep heeft betrek king op de bereden artillerie. De onberede- nen zijn reeds allen in werkelijken dienst. Verscheidene jongelieden, die aanvankelijk een oproeping ontvingen, waaruit bleek, dat zij bij de beredep artillerie waren in gedeeld, kregen omstreeks een maand daarna een hernieuwe oproeping met aan duiding on bereden en. Dit heeft eenige verwarring veroorzaakt, •daar de onberedenen reeds allen in dienst zijn. De oorzaak daorvan ligt in een for meel onderscheid. De eigenlijk onberede- nen vormen dez luchtdoel artillerie, motor artillerie, e.d by de bereden artillerie wordt echter nog onderscheid gemaakt tusschen de beredenen (met paarden) en dn onbe- redenen (bemanning voor de kanonnen). Het zijn nu deze twee categorieën, die vermoedelijk half December worden opge roepen. Men heeft zich afgevraagd, waarom een deel der lichting 1940 eerder onder de wa penen is geroepen dan die van 1939. Dit vindt zijn oorzaak in de volledige be- soc.-democraten kunnen niet berusten. Even dringend, doch ingewikkelder, is de kwestie van de ouderdomsvoorziening. Spr. vraagt meer positieve toezeggingen, ook aangaande een bescheiden Staatspensioen. De mobilisatie heeft geen vermindering, doch verplaatsing gebracht in de werk loosheid. Spr. komt tot het vraagstuk der arbeidsspreiding, doch zal heden zijn rede voortzetten. De vergadering wordt om half zes ver daagd tot Vrijdag één uur. zetting van de artilleriedepots. Daardoor be stond wel de gelegenheid om de infanterie 1940 dadelijk op te roepen, hetgeen dan ook is geschied, temeer omdat de infanterie '39 reeds geheel onder de wapenen was sinds October 1938 en April 1938. Thans zijn orders gegeven om de artille rie-depots te ontruimen. Zoodra men hier mee gereed is, komt plaats voor de lichting 1939 vrij. Half December kan daarom wel aangeno men worden als datum van opkomst. „Vooruit". DUITSCH VLIEGTUIG GELAND. Bemanning werd geinterneerd. De Regeeringsperdienst meldt: Gistermiddag omstreeks vijf uur heeft een Duitsch militair vliegtuig mij Usquert in de provincie Groningen, tengevolge van motorpech een noodlanding moeten maken. De uit drie personen bestaande bemanning is geinterneerd. PETROLEUM-DÏSTRÏBUTIE. Waar op heden, in Nederland vrijwel al gemeen ter voorbereiding van de petro- leumdistributje distributiekaarten zijn uit gereikt aan verbruikers van petroleum, uitsluitend voor huishoudelijk verbruik, zal thans de tweede stap ter voorbereiding van de distributie van petroleum plaats vinden. Thans zullen allen, die petroleum noodig hebben voor andere doeleinden dan in het huishouden voor verwarming, verlichting en koken, zich daarvoor kunnen aanmel den bij het rijksbureau voor aardoliepro ducten. Daartoe zijn van heden af bij alle distri butiekantoren in Nederland verkrijgbaar aanvraagformulieren voor petroleum voor industrieele doeleinden. Deze formulieren dienen geheel ingevuld rechtstreeks te worden gezonden aan het rijksbureau voor aardolieproducten (sec tie 3 Petroleum), Zeestraat 100104, te 's-Gravenhage. Ten overvloede zij nog opgemerkt, dat de distributie van petroleum nog niet is ingevoerd. Alle maatregelen, die op het oogenblik zijn of worden genomen, dienen uitsluitend om, wanneer t.z.t. de distributie van pe troleum ingevoerd zal moeten worden, een vlotte gang van zaken zooveel mogelijk te waarborgen. UITPOOT FABRIEKSAARDAPPELEN. De minister van Economische Zaken heeft besloten, dat, indien de omstandighe den niet veranderen, voor den oogst 1940 uitpootvergunningen voor fabrieksaardap pelen kunnen worden uitgereikt voor een oppervlakte, welke ongeveer 1/3 grooter is dan in 1939 het geval was, zoodat de to- taaluitpoot ongeveer 36000 H.A. zal kun nen bedragen. Mocht vóór het volgend voorjaar blijken, dat de voorgenomen uitbreiding niet kan worden toegestaan, dan zullen maatregelen worden getroffen, dat de telers geen na deel ondervinden van het reserveeren van het voor die uitbreiding noodig geachte pootgoed. HET AUTOVERBOD OP ZONDAG. Soepelheid zij betracht! Het verbod om op Zondag gebruik te maken van motorrijtuigen geldt, zooals bekend is, alleen voor personenauto's. Het blijkt in de practijk echter niet zoo een voudig om nauwkeurig uit te maken wat onder een personenauto moet worden ver staan. De Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B. heeft de aandacht van den Minister van Economische Zaken op de moeilijkheden gevestigd, onder meer naar. aanleiding van het oók in de couranten vermelde geval van iemand, die in zijn functie van agent voor verschillende dagbladen, op Zondag ochtend couranten moet vervoeren en be zorgen, waarna hij noodwendig met een leegen wagen terug moet rijden. De Minister van Economische Zaken is bereid gebleken rekening te houden met de belangen van hen, die op deze wijze door het rijverbod worden gedupeerd en heeft den A.N.W.B. bericht, dat hij aan den Minister van Justitie en aan de Burge meesters als Hoofden der Politie heeft verzocht eenige soepelheid te be trachten met betrekking tot het rijver bod op Zondag, in het bijzonder wat be treft de motorrijtuigen die niet dienen en niet zyn ingericht voor het vervoer van personen. Een adres aan den Minister. Het hoofdbestuur van Horecaf heeft een adres aan den Minister van Economische Zaken gericht, waarin het er op wijst, dat het autoverbod op Zondag de levensbelan gen raakt van het hotel-, café-restaurant bedrijf, en verzoekt om dat verbod op te heffen en het, zoo noodig, te doen vervan gen door inveering van distributie. DE HEFFING OP BOTER. Het bedrag van de heffing en steunuit- keering op boter is, behoudens tusschen- tijdsche wijziging, voor de week van 26 Oc tober tot 2 November onveranderd vastge steld op 80 cent per K.G. „VOOR ONZE GEMOBILISEERDEN". Waarom geld voor het R.K. Centraal Comité V.O.G.? Er wordt op het oogenblik op voorbeel. dige wijze geofferd en gewerkt voor da Katholieke Gemobiliseerden. Zooveel, dat er van sommige zijden gevraagd wordt: „Is het nu wel noodig, dat naast zooveel groepeeringen van menschen, die het hun ne doen voor onze militairen, nog apart gevraagd wordt door en voor het R.K, Centraal Comité V.O.G.? Het antwoord is een uitdrukkelijk j a. Er wordt n.l. een heel belangrijke zaak door velen over het hoofd gezien. In groo te steden en andere flinke centra waar soldaten liggen, is het niet zoo heel moei lijk geld, boeken enz. in te zamelen voor de aldaar gelegen troepen. Maar men ver geet, dat er nog veel meer soldaten ver blijven, in wat men misschien zou mogen noemen: „de rimboe". Duizenden Katholie ke militairen liggen langs de grens, in af gelegen oorden, in heel kleine plaatsen, waar geen geld bijeengebracht kan wor den. Juist daar hebben onze gemobiliseer den het meeste behoefte aan ontspanning en middelen tot ontwikkeling. Daar heb ben zij juist geen zalen om bijeen te ko men, daar worden geen tooneelavonden georganiseerd, daar zijn geen personen te vinden, die cursussen en dergelijke kun nen geven. Daar zijn zelfs geen gezellige straten om te wandelen. Daar is hulp het meest noodig. Voortdurend komen er van de aalmoeze niers aanvragen om lectuur, om spelen enz., juist voor die militairen, die in de ongunstigste omstandigheden verkeeren. Zijn zijn speciaal aangewezen o-p hetgeen het Comité „Voor Onze Gemobiliseerden" kan verstrekken. Voor deze minstbedeel den van onze Katholieke militairen wordt de royale hulp van goede katholieken ge vraagd met grooten aandrang. Zendt dus zoo durven wij u nog maals te verzoeken een milde bijdrage op het gironummer 364620 van den Pen ningmeester van het R.K. Centraal Comité V.O.G. te Heemstede, cf zendt uw post wissel aan Postbus 2, Heemstede. Vergeet onze gemobiliseerden in de „rimboe" niet! Steunt het R.K. Centraal Comité V.O.G. „MEISJESSTAD" GEOPEND Een nieuw werk van katholieke charitas Te Utrecht is geopend het Nationale Te huis voor daklooze Vrouwen en Meisjes, gevestigd aan de Oude Gracht te Utrecht. Dit Nationale Tehuis, dat den naam van „Meisjesstad" draagt, is niet alleen een toe vluchtsoord voor katholieke vrouwen en meisjes, maar stelt zijn poorten ook even wagenwijd en even gastvrij open voor an- dersdenken, voor het méér dan men ver wachten zou groote aantal vrouwen en meisjes, die het voorrecht van een vast dak boven het hoofd missen: voor rondreizende vrouwen, ouderlooze meisjes zonder of met miniem inkomen, die tot dusverre genoopt waren den nacht in de weinig aanlokkelijke sfeer van volkslogementen of andere nacht- asylen door te brengen, met al de lichame lijke ellende en de moreele gevolgen van dien! In de toekomst zal dat niet meer noodig zijn, want zij vinden in het Nationaal Te huis een vriendelijk onthaal en een warm hart, om het even of haar verblijf slechts een enkelen nacht duurt of een meer per manent logies gevraagd wordt gedurende eenige weken, die ook wel tot maanden kunnen uitgroeien, zooals de ervaring in het Tehuis voor daklooze mannen, het door de Kruisridders van St. Jan te Utrecht be heerde soortgelijke instituut geleerd heeft. Hoe groot de noodzakelijkheid van een dergelijke instelling wel is, welke overigens niet van plaatselijken aard, maar van natio nale strekking is, moge blijken uit het feit, dat alleen reeds in een stad als Utrecht het aantal dakloozen vrouwen en meisjes 150 k 170 bedraagt. Het nieuwe tehuis, gezellig en geriefelijk ingericht, beantwoordend tevens aan hooge eischen van hygiëne, orde en doelmatigheid, wordt beheerd door de Eerw. Zusters Augustinessen van St. Monica, een nog jeugdige Congregatie, ongeveer vijf en een half jaar geleden gesticht door den Z. E. Pater S. v. Nuenen O.E.S.A., wier levens regel is ingesteld op den modernen zielen- nood. Een contemplatief-actieve Orde, wier levensregel in het kort aldus samen gevat kan worden: Van God houden en van de menschen houden en zich daar heele- maal voor weggeven. De Zusters Augusti nessen van St. Monica willen niet alleen missionèeren in verre landen (waartoe zij bereids in het Augustijner Missiesgebied in Bolivia de vestiging eener kloosternederzet ting in voorbereiding hebben), maar ook in ons vaderland, bij onbeschaafde menschen, maar ook onder de meest cultureele. De hoogeerwaarde Deken van Utrecht, -kanunnik Th. Knuvelder, verrichtte in te genwoordigheid van ongeveer de geheele katholieke geestelijkheid der stad, van den hoogeerw. Pater Provinciaal der Augus tijnen, dr. Makaay, zoomede van de verte genwoordigers van tal van religieuze en charitatieve vereenigingen der stad, de hoofdbestuursleden van het R K. Werklie denverbond, de heeren A. C. de Bruijn en J .A. Schutte en vele belangstellenden ook uit niet-k^tholieke kringen, de plechtige inzegening en de officieele opening van het nieuwe Tehuis. Bij de openingsplechtigheid behoorde ook de première van een door Ad. Sassen ver vaardigde documentaire speelfilm: „Ons volk uit de kleine straat", welke een goed beeld geeft van het prachtig apostolaat- werk der Zusters Augustinessen van St. Monica.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 6