Amerika niet gediend van duikbooten Uil hel Verre Oosten Storm oo den Oceaan De gemobiliseerde middenstanders MISSIE-ZONDAG DONDERDAG 19 OCTOBER 1939 OE LE'OSCHE COURANI TWEEDE BLAD - PAG. 7 territoriale wateren gesloten. Voor vreemde onderzeeërs. President Roosevelt heeft gisteren de havens en de territoriale wateren der Ver- eenigde Staten voor duikbooten van oorlog voerende mogendheden gesloten verklaard. Het zal voortaan onwettig zijn voor duik booten van Frankrijk, Duitschland, Polen, Groot Britannië, Britsch-Indië, Australië, Canada, Nieuw-Zeeland en Zuid Afrika om in havens of wateren der Vereenigde Sta ten binnen te varen, met uitzondering van Panama en uitgezonderd de duikbooten van oorlogvoerende landen, welke door force majeure gedwongen zouden zijn er binnen te varen. In dat geval moeten zij aan de oppervlakte varen met heel den toren en den bovenbouw boven water, en met de vlag van het oorlogvoerende land, waartoe zij behcforen, in top. Dit besluit van Roosevelt is genomen volgens hoofdstuk 8 van de bestaande neu- traliteitswet. Roosevelt verklaarde, dat hij dit hoofd stuk van toepassing had verklaard, omdat hij van meening was, dat het „er toe zou dienen den vrede te handhaven tusschen de Vereenigde Staten en de buitenlandsche mogendheden, de belangen te beschermen van de Vereenigde Staten en hun burgers en de veiligheid der Vereenigde Staten te be vorderen." russische ingenieurs bij ford ontslagen. De leiding van de Ford Motor Company heeft gisteren medegedeeld, dat veertig Russische ingenieurs die verscheidene jaren de Amerikaansche productie-methoden heb ben bestudeerd, mededeeling hebben ont vangen, dat zij niet langer vrije toegang tot de fabriek hebben. Zij stonden in verbinding met de plaat selijke communistische partij en maakten van hun voorrechten misbruik. toevluchtsoorden voor duitsche joden. De intergouvernementeele commssie voor vluchtelingen, te Washington in vergadering bijeen, heeft besloten een aantal Duitsche Joden en Joodsche inwoners van het door Duitschland bezette gebied van Polen over te brengen naar de Philippijnen en de Do- minicaansche republiek. Het betreft hier in het bijzonder vluchtelingen, die gevlucht waren naar Zwitserland, Nederland en België. Rnltenlandsche Berichten DE VERHOUDING TUSSCHEN CHINA EN DE SOVJET-UNIE. De Russen verhoogen den prijs van hun hulp. Het Japansche persbureau Domei meldt: Berichten uit Nanking en Hongkong wer pen nieuw licht op de bijzondere situatie, welke zich ontwikkelt tusschen de regee ring te Tsjoengking (regeering van Tsjang Kai Sjek) en de Sovjet Unie, na het uit breken van den oorlog in Europa eener- zyds en na de actie voor de vestiging eener nieuwe centrale regeering in China met Wang Tsjing Wei als centrale figuur an derzijds. De sovjet-Unie zou zware eischen aan de regeering van Tsjoenking gesteld hebben, in ruil voor voortzetting der hulp verleening, o.a. bevattend het recht om troe pen te legeren in uitgebreide gebieden van Binnen-Mongolië en Sinkiang (Chineesch Turkestan) en de Sovjetiseering van Noord Westelijk China. Het afzenden van geme chaniseerde Russische strijdkrachten naar Sinkiang zou er op duiden, dat de Sovjets besloten zijn aan hun eischen vast te hou den. De actie der Sovjet zou er op gericht zijn de inwendige splitsing in de Chinee- sche communistische partij te likwideeren. Een nationalistische organisatie onder rechtstreeksche leiding van Tsjang Kai Sjek richt zich echter krachtig tegen de nieuwe Sovjet-actie. Inmiddels heeft de Britsche ambassa deur, sir Archibald Kerr, een onderhoud gehad met Tsjang Kai Sjek en inlichtingen ingewonnen over de huidige verhouding tusschen China en de Sovjet Unie. In de regeering van Tsjoenking staat de partij Kwo Min Tang achter de politiek van Frankrijk en Engeland en steunt de com munistische partij de Sovjet, waardoor Tsjang Kai Sjek voor een dilemma is ge plaatst. De communisten zouden geleidelijk aan invloed winnen. Tsjang Kai Sjek heeft onlangs alle anti-Britsche pamfletten van communistische afkomst laten intrekken. ongeluksreis van de „pres. harding". 73 opvarenden gewond. Door een orkaan aan de Amerikaansche kust zijn vele schepen in nood geraakt. Onder deze was ook de „President Har ding", aan boord waarvan zich ook de Bel gische oud-premier Van Zeeland bevindt. Het schip heeft radiotelegrafisch medege deeld, dat 45 passagiers en 28 leden van de bemanning verwondingen hebben opge- loopen in het noodweer en dat een steward overboord is geslagen. Op verzoek is het kustvaartuig de „Hamilton" naar de „Pre sident Harding" opgestoomd, ten ëinde me dische hulp te verleenen. Het bleek, dat verschillende verwondin-, gen van ernstigen aard waren. Een pas sagier had een schedelbreuk opgeloopen, een ander had de ruggegraat gebroken en verder waren er een schouderbladfractuur en vele arm-, been- en enkelbreuken. Ook de vroegere Belgische minister-pre sident Van Zeeland behoort tot de gewon den. Hij kreeg schaafwonden in het ge zicht en verscheidene kneuzingen. Men gelooft echter niet, dat zijn toestand ern stig is. Behalve de vele persoonlijke ongevallen aan boord had de „President Harding" ook materieele schade opgeloopen. Aan stuurboord waren negen reddingsbooten en een deel van de verschansing wegge slagen. De orkaan woedde verleden week in de Caraïbische zee en trok vandaar Oostelijk van Bermuda naar de kust van Nieuw En geland. Toen de „President Harding" zich in den orkaan bevnod, had deze een snel heid van 131 mijl per uur. De „President Harding" bevindt zich op het oogenblik op 300 mijl van Halifax en op 1000 mijl van New York. (United Press). overstroomingen in engeland. Na verscheidene uren van zeer zwaren regenval is gisteren een gebied van dui zend vierkanten kilometer in de Midlands (Engeland) onder water geloopen. Drie bruggen zijn weggeslagen, dorpen zijn ge- isoleerd. Het treinverkeer tusschen Leices- ter en Rugby is tengevolge van een grond verschuiving gestremd. Gisteravond is de Welland over een afstand van 50 kilometer buiten zijn oevers getreden. De overstroo ming in de Midlands is de grootste sedert 40 jaar. Nieuws van het Westfront Plaatselijk activiteit van patrouilles en artillerie Regelmatig komen in de legerbe- richten, zoowel van Duitsche als van Fransche zyde, over het West front deze woorden voor: „Plaat selijk activiteit van patrouilles en artillerie Een waarnemer aan het Westfront meldt ons het volgende over deze patrouilles: De Patrouilles aan het front hebben tot taak, inlichtingen bijeen te zamelen over de vijand. Dit is zeer ruim gezegd, want de meeste patrouilles krijgen een speciale taak mee. Hiervan is dan ook de sterkte van de patrouille afhankelijk. In den we reldoorlog 19141918 bestonden kleine pa trouilles uit drie tot acht man, terwijl an dere patrouilles veertig man sterk waren en weer anderen enkele honderden man schappen telden. Als er inlichtingen moes ten worden Ingewonnen, waarbij tevens ge vangenen moesten worden gemaakt, dan bestond de patrouille uit een geheele com pagnie. Dit was b.v. noodzakelijk om vast te stellen, welke vijandige troepenafdee lingen de stellingen bezet hielden. In dit geval werd de activiteit van de patrouilles gesteund door artillerie en mijn vuur. Soms kwamen plotselinge overvallen voor, waar bij de artillerie geen steun verleende. Dit alles was afhankelijk van het terrein en ook van de inzichten en methodes van den leider der patrouille-afdeelingen en van de autoriteiten, die de opdracht tot pa trouilleeren hadden gegeven. In het Wes ten lagen de vijandelijke linies niet van el kander af. Dikwijls waren de loopgraven zoo dicht bij elkaar, dat men de soldaten van de vijand kon hooren praten en hoes ten. Soms was er dus in het geheel geen Niemandsland. Aan het Oostfront waren de stellingen soms zoover van elkander ver wijderd, vooral in het gebied der moeras sen, dat men heelemaal niet wist waar de vijand zich had ingegraven. Om dit te we ten te komen waren luchtfoto's noodig. Sommige punten waren bekend, namelijk waar men rook en vuur had gezien bij het afvuren van geschut. In deze omstandighe den moest door de patrouilles veel en zwaar werk worden verricht. In het goede jaar getijde waren de moerassen onbegaanbaar voor grootere troepenafdeelingen, maar hier en daar konden de manschappen van de patrouilles achter elkaar loopend een weg vinden. Zorgvuldig was namelijk te voren op de stafkaarten het terrein bestu deerd en men wist, waar ongeveer de toe gankelijke plaatsen te bereiken waren. Dikwijls verhieven zich heuvels midden in de moerassen en daarheen richtten zich vooral de patrouilles van beide zijden. Deze droge punten werden gebruikt als steun punten voor het patrouillewerk. In den win ter was het anders gesteld met de moe rassen. Dan was het geheele terrein begaan baar. Een dikke laag ys bedekte de moe rassige bodem, en in 'e lange nachten door kruisten de patrouilles meestal in het wit gekleed, om zich onkenbaar te maken het uitgestrekte terrein. Het kwam niet zelden voor dat een troep, die zich bij het vallen van den avond in een hinderlaag had gelegd, den volgenden morgen aan de sporen in de sneeuw kon zien, dat een vij andelijke patrouille onopgemerkt voorbij de hinderlaag was gepasseerd. Deze pa- trouille-arbeid in de onheilspellende nach- Tweede Kamer Mildere bepalingen na de Vestigingswet De Tweede Kamer heeft de wijziging van de vestigingswet-kleinbedrijf, na een debat van ongeveer drie uur, zonder hoofdelijke stemming aangeno men. Waarnemers van gemobiliseerde middenstanders zullen niet aan de vestigingseischen behoeven te voldoen over het tijdvak, waarin zij voor den gemobiliseerde optreden. Verder zullen de kosten, die de uitvoering van de wet met zich brengt bij de indiening van aanvragen om b.v. „ministeriëele verklaringen" en vergunningen, door de belanghebbenden zelf moeten wor den betaaM. De baten raamt de minister op 27.000. De sper-tijd zal, zoo noodig, met tweemaal inplaats van éénmaal zes maanden kunnen worden verlengd en dus ten hoogste anderhalf jaar duren. Een amendement-Algera, om met één jaar te volstaan, werd verworpen. Vergadering van gisteren. De heer VAN DEN HEUVEL (A.R.), zijn rede vervolgend, komt o.m. op tegen het vergaande streven naar eenvormig heid. Het is absurd voor een winkelbe drijf te Amsterdam dezelfde eischen te stellen als voor een te Lange Ruige weide. Men denke aan het liedje, dat in den win kel van Sinkel alles te koop is. Maar iemand, die aan alle daartoe gestelde eischen voldoet, zal wel niet te vinden zyn. Spr. heeft bezwaar tegen de verlenging van den spertijd en betreurt voorts, dat voor opvolging van een bepaalden persoon ook nog vestigingseischen worden gesteld. D heer BAKKER (C.H.) had gedacht, dat de Vestigingswet slechts geleidelijk zou worden toegepast; dit had de minister ook toegezegd, doch een snelle toepassing is er gekomen. Wie een bedrijfsvergunning ver langt, moet een bijna academische opleiding hebben. Spr. is van oordeel dat in den regel de zoon van een winkelier geen volleidg examen meer zal behoeven af te leggen. Hij vraagt een regeling te dezer zake. Voorhands deelt spr. het standpunt van den heer v. d. Heuvel in zake een spertijd. Wat de positie der Kamers van Koophandel betreft, deze leunen te zeer op het departe ment. In deze materie dient zooveel moge lijk decentralisatie te worden bevorderd. De heer BACH (R.K.) is erkentelijk voor de aangebrachte wijzigingen aangaande mo bilisatie en demobilisatie. Hij heeft ver wachting van de door den minister in de memorie van antwoord gedane toezeggin gen. De retributie van' 5.voor de mi- nisterieele vergunningen keurt hij af. Hij waarschuwt tegen een star gebruik van vestigingsbesluiten. Van de tweede verlen ging van den spertijd moet zoo min moge lijk gebruik worden gemaakt. De spertijd dient om te voorkomen, dat tijdens 't voor bereiden der vestiginseischen een stroom van heilbegeerigen zich in 'n bedrijf wringt. Tegen willekeur moet zooveel mogelijk wor den gewaakt. Met prijzenswaardige voort varendheid wordt de wet toegepast en het kleinbedrijf is den minister daarvoor er kentelijk. De Kamers van Koophandel moe ten zich ook stipt houden aan de vestigings eischen. Er kan meer differentiatie worden toegepast. Nu het uitreiken der vergunning eenmaal in handen van den minister is ge legd, is er echter geen aanleiding, dit b.v. aan de Kamers van Koophandel op te dra gen. Men doet den middenstand geen dienst, door een zoon van een bedrijfsleider zonder meer over te leveren aan een concurrent die wel handelskennis heeft verworven. De heer VOS (Lib.) ziet den ingeslagen weg als den juisten, en constateert, dat de minister met tact de Vestigingswet heeft toegepast. Voorzichtig moet worden voort geschreden. Nadeelen van sluiting der be drijven moeten zooveel mogelijk beperkt blijven. Ware er uitzicht op een spoedige algehee- le herziening zoo gewenscht dan ware dat wetsontwerp wel achterwege gebleven. De opleiding moet doelmatig zijn, niet te wetenschappelijk, doch gericht op de prac- tijk. De cursussen moeten vooral geen dril- cursussen worden. Verlenging van den spertijd acht spr. in strijd met het karakter van de wet. Ook spr. dringt aan op registratie van de bedrijven, alsook op regeling van den markt- en straathandel. ten op Russisch gebied had een eigenaar dige bekoring voor de manschappen. Ver schillende malen kwam het tot een gevecht tusschen de patrouilles onderling of tus schen een patrouille en een troepenafdee- ling, die in hinderlaag lag. Meestal was het dan eerst in den nacht daarop mogelijk, de dooden en gewonden te bergen. Wie dagelijks leest over activiteit van patrouilles moet voor oogen houden, dat hiervoor veel moed noodig is. Enkele man schappen staan op zichzelf en van hun te genwoordigheid van geest en opmerkings gave is de uitslag van beslisende onderne mingen afhankelijk. Goede oogen en scherp gehoor, vinding rijkheid en koelbloedigheid zijn noodza kelijk. Bij het patrouillewerk vallen vele slacht offers. Het geheim van hun moed nemen zij mee in het graf. Middelmatige soldaten komen voor het patrouillewerk niet in aanmerking. Meestal zijn het vrijwilligers, die zich voor deze moeilijke taak beschikbaar stellen. De heer SCHILTHU1S (V.D.) is ook van oordeel dat de spertijd zoo kort mogelijk moet zijn. Het gaat in de eerste plaats om de vestigingseischen. Ongefundeerde vestigingen door onbe- kwamen moeten worden voorkomen. Gaar ne zal spr. uitbreiding der toepassing van deze wet zien, ook in dezen tijd. De examen- eischen behooren niet verzwaard, doch ook niet verlicht te worden. De heer ROESTAM EFFENDI (Comm.) mist in dit wetsontwerp het behoefte-ele ment. Het valt spr. moeilijk, zijn stem aan het wijzigings-ontwerp te geven. De MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, de heer STEENBERGHE, dankt voor de instemming, betuigd ten aanzien van de toepassing der wet. De bedoeling is niet, de bedrijven te sluiten, doch te komen tot een beter voorbereiden middenstand. Spr. heeft vele bewijzen uit den midden stand ontvangen, hoe gunstig de vestigings wet werkt. De beunhazerij is belangrijk verminderd. Bedrijf registratie is in bewer king, doch eenigerlei toezegging kan spr. thans nog niet doen. Er wordt in de oor logsomstandigheden ontzaglijk veel van spr.'s departement gevorderd, o.m. wat de voedselvoorziening van ons volk betreft. Eigenlijk heeft de heer Van den Heuvel alleen oppositie gevoerd. Zooveel mogelijk moet vermeerdering van onkosten voor de staatskas worden tegengegaan. Bezwaren tegen de vergoeding voor ministerieele ver gunningen moeten in dit licht worden be zien. In dit wetsontwerp wordt veel voor de gemobiliseerdeen gedaan. Spr. wilde dat het mogelijk ware, de wet eenvoudig voor gemobiliseerden buiten werking te stellen, maar zoo eenvoudig als de heer Van den Heuvel het doet voorkomen is het niet. De voorgestelde regeling is bovendien zoo een voudig mogelijk. Er is geklaagd óver te veel eenvormigheid, doch de Kamers van Koop handel hebben de noodige vrijheid op grond van de bepaalde richtlijnen. De bezwaren tegen verlenging van den spertijd kan spr. niet deelen, er is overleg gepleegd met belanghebbenden. Spr. zal steeds den grootst mogelijken spoed toe passen, maar het kan voorkomen dat hij een termijn van achttien maanden noodig heeft. Voor minder zware eischen bij overgang eener zaak van vader op zoon ziet spr. in het belang van den middenstand zeiven geen reden. Reeds is er een regeling om de zaak zoo soepel mogelijk te houden. De eischen zijn geenszins opgeschroefd. Wie er niet aan voldoet, zou zijn eigen ongeluk tegemoet gaan als hy in een bedrijf kwam. Trouwens, 20.000 van de 26.000 candidaten zyn geslaagd. De bezwaren tegen de wijziging gaan meer tegen het principe van de wet dan tegen de wijziging zelve. Doch spr. verde digt het principe omdat spr. heeft ervaren, hoe gunstig de wet heeft gewerkt. De heer VAN DEN HEUVEL (A.R.) is thans overtuigd, dat de regeling voor de gemobiliseerden niet eenvoudiger kaïn zijn. De spertijd kan niet gemist worden, doch moet zoo kort mogelijk zijn. Minister STEENBERGHE zegt dat de heer Van den Heuvel er niet mede af is, door eenvoudig te zeggen, dat hij bezwaren heeft. Ook spr. wil den spertijd zoo kort mogelijk hebben, maar twaalf maanden is dikwijls administratief-technisch niet vol- doonde. Bij art. I verdedigt de heer ALGERA (A.R.) een amendement om den duur van den spertijd niet met een-half jaar te ver lengen. Minister STEENBERGHE betoogt, dat de werkzaamheden ten departementc verlen ging van den spertijd noodig maken. Doch steeds gaat daar altijd overleg aan vooraf, dat echter niet steeds even vlot verloopt. Laat men anders den spertijd geheel doen vervallen. Spr. zelf wil den spertijd zoo kort mogelijk houden. Het amendement wordt verworpen met 54 tegen 14 stemmen (voor de ftb. en de meeste anti-rev.). Het wetsontwerp wordt z. h. st. aangeno men. Het wetsontwerp tot wijziging van de wet op het algemeen verbindend verklaren van ondernemersovereenkomsten 1935 wordt zonder debat en z. h. st. aangeno men. Aan de orde is een reeks contingentee- ringswetsontwerpen. Ze worden zonder debat en z. h. st. aan genomen. De vergadering wordt te 4.15 uur ver- I daagd tot nadere bij eenroeping. Zondag ls Iiel: De geest van- onze generaals Het was mgr. Constantinl In Rome, die de missionarissen van de geheele wereld vereenigd dacht en vergeleek bij één on metelijk legercorps. Generaals waren voor hem de Missiebisschoppen, die elk over hun eigen troepen bevelen en gezag uit oefenen in de Bisdommen en Apostolische Vicariaten. Dit onmetelijk leger met die generaals prees hij als „het bewonde renswaardig leger der christelijke liefde". Met dat leger voeren zij voor Koning Christus hun vreedzamen strijd overal en voor allen. Christelijke Liefde, die niemand uitsluit, van welke natie, van welk land of van welke kleur ook, dreef hen in dien strijd, vanuit het vaderland in den vreemde. Christelijke liefde willen zij brengen onder alle volkeren. Hebt gij steeds aandacht gehad voor hun krijgsverrichtingen in dien strijd? De we reld-missiedag stelt ons die vraag en vraagt weer om bezinning. Wij laten ons winnen en richten geest en hart weer naar die generaals. Hebt gij steeds aandacht gehad voor hun krijgsverrichtingen in dien strijd? De we reld-missiedag stelt ons die vraag en vraagt weer om bezinning. Wij laten ons winnen en richten geest en hart weer naar die generaals. Recht hebben zij daarop. Hun lifde en hun werk toch gelden de inner lijke en uiterlyke kracht van het geheim zinnig Lichaam der Kerk, waarvan wij reeds tot ons eigen bovenaardsch geluk de ledematen zijn, maar waartoe wy ook de heidenen door Christus' offerbloed geroe pen weten. Te grooter is dat recht der Bis schoppen-generaals op onze belangstel ling, omdat zij zelf met rusteloozen ijver hun soldaten voorgaan in offerend zelf- vergeten. Levens als van mgr. Hamer en mgr. Schraven, die beiden in China bloe- dig-gemarteld stierven voor de zaak van Christus en Zyn Kerk, worden onbloedig voortgezet in de zelfverloochening van alle andere missie-vorsten. Met het oog op die moedige onthechting aan zich zeiven mogen wij herinneren aan wat Pius XI tot den nieuwen generaal mgr. Theelen na diens bisschopwijding sprak: „Het kruis van den Bisschop draagt geen Christus beeld (is geheel effen), de Bischop zelf moet er aan gehecht worden". De instrumenten der pijniging vinden zij in de vaak bovenmenschelijke lasten van moeilijke landen en zware klimaten, in de verregaande onbeschaafdheid veler volke ren en de hardnekkigheid der zorgen van jonge, onvolgroeide kerken. Van ons, Katholieken van Nederland, zal het mede afhangen of het aantal van die marteltuigen voor de generaals nog groeien zal door pijnigend gebrek aan voldoende strijdmiddelen voor hun soldaten. De Missie-Zondag van dit jaar zal de goede tradities van ons missie-ijverend Nederland opnieuw versterken ondanks eigen zwaardere tijdzorgen. Wij bezinnen ons met de generaals en hun soldaten sa- ons metde generaals en hun soldaten sa menbrengt onder het ééne kruis in de overtuiging dat ieder van ons vanaf dien plek de plicht meenam, om ieder vol gens God's beschikking maar in de saam- hoorigheid der ééne Kerk de vruchten van het Kruis te doen genieten door alle menschen. In ons lidmaatschap van het Genootschap tot Voortplanting des Ge- loofs wees de Paus ons onzen weg om helpend naast de generaals te staan. Ter aanmoediging in onze zorgelij ke tijdsomstandigheden, zorgelijk ook voor onze Kerk, herinneren wij ons dan liefst het woord van Benedictus' Missie- Encycliek: „Het Genootschap tot Voort planting des Geloofs vooral moet voorzien in de middelen, waaruit zoowel de be staande als de nog op te richten missies moeten onderhouden worden; wij vertrou wen, dat de katholieke wereld niet zal ge dogen, dat, terwijl anderen ter versprei ding der dwaling over ruime en overvloe dige middelen beschikken, onze missiona rissen, die alom de waarheid prediken, met gebrek te kampen hebben". Bidt en offert derhalve in ruime mate op den Missie-Zondag. C. VAN DIJCK, Pr. Seminarie St. Michielsgestel. stil- Binnen 8 meter straathoeken staan met auto's en andere voertuigen te genwoordig verboden!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 7