Amerika niet
gediend van
duikbooten
Uil hel Verre Oosten
Storm oo den
Oceaan
De gemobiliseerde middenstanders
MISSIE-ZONDAG
DONDERDAG 19 OCTOBER 1939
OE LE'OSCHE COURANI
TWEEDE BLAD - PAG. 7
territoriale wateren gesloten.
Voor vreemde onderzeeërs.
President Roosevelt heeft gisteren de
havens en de territoriale wateren der Ver-
eenigde Staten voor duikbooten van oorlog
voerende mogendheden gesloten verklaard.
Het zal voortaan onwettig zijn voor duik
booten van Frankrijk, Duitschland, Polen,
Groot Britannië, Britsch-Indië, Australië,
Canada, Nieuw-Zeeland en Zuid Afrika om
in havens of wateren der Vereenigde Sta
ten binnen te varen, met uitzondering van
Panama en uitgezonderd de duikbooten van
oorlogvoerende landen, welke door force
majeure gedwongen zouden zijn er binnen
te varen. In dat geval moeten zij aan de
oppervlakte varen met heel den toren en
den bovenbouw boven water, en met de
vlag van het oorlogvoerende land, waartoe
zij behcforen, in top.
Dit besluit van Roosevelt is genomen
volgens hoofdstuk 8 van de bestaande neu-
traliteitswet.
Roosevelt verklaarde, dat hij dit hoofd
stuk van toepassing had verklaard, omdat
hij van meening was, dat het „er toe zou
dienen den vrede te handhaven tusschen
de Vereenigde Staten en de buitenlandsche
mogendheden, de belangen te beschermen
van de Vereenigde Staten en hun burgers en
de veiligheid der Vereenigde Staten te be
vorderen."
russische ingenieurs bij ford
ontslagen.
De leiding van de Ford Motor Company
heeft gisteren medegedeeld, dat veertig
Russische ingenieurs die verscheidene jaren
de Amerikaansche productie-methoden heb
ben bestudeerd, mededeeling hebben ont
vangen, dat zij niet langer vrije toegang tot
de fabriek hebben.
Zij stonden in verbinding met de plaat
selijke communistische partij en maakten
van hun voorrechten misbruik.
toevluchtsoorden voor
duitsche joden.
De intergouvernementeele commssie voor
vluchtelingen, te Washington in vergadering
bijeen, heeft besloten een aantal Duitsche
Joden en Joodsche inwoners van het door
Duitschland bezette gebied van Polen over
te brengen naar de Philippijnen en de Do-
minicaansche republiek. Het betreft hier in
het bijzonder vluchtelingen, die gevlucht
waren naar Zwitserland, Nederland en
België.
Rnltenlandsche Berichten
DE VERHOUDING TUSSCHEN CHINA EN
DE SOVJET-UNIE.
De Russen verhoogen den prijs van hun
hulp.
Het Japansche persbureau Domei meldt:
Berichten uit Nanking en Hongkong wer
pen nieuw licht op de bijzondere situatie,
welke zich ontwikkelt tusschen de regee
ring te Tsjoengking (regeering van Tsjang
Kai Sjek) en de Sovjet Unie, na het uit
breken van den oorlog in Europa eener-
zyds en na de actie voor de vestiging eener
nieuwe centrale regeering in China met
Wang Tsjing Wei als centrale figuur an
derzijds. De sovjet-Unie zou zware eischen
aan de regeering van Tsjoenking gesteld
hebben, in ruil voor voortzetting der hulp
verleening, o.a. bevattend het recht om troe
pen te legeren in uitgebreide gebieden van
Binnen-Mongolië en Sinkiang (Chineesch
Turkestan) en de Sovjetiseering van Noord
Westelijk China. Het afzenden van geme
chaniseerde Russische strijdkrachten naar
Sinkiang zou er op duiden, dat de Sovjets
besloten zijn aan hun eischen vast te hou
den. De actie der Sovjet zou er op gericht
zijn de inwendige splitsing in de Chinee-
sche communistische partij te likwideeren.
Een nationalistische organisatie onder
rechtstreeksche leiding van Tsjang Kai
Sjek richt zich echter krachtig tegen de
nieuwe Sovjet-actie.
Inmiddels heeft de Britsche ambassa
deur, sir Archibald Kerr, een onderhoud
gehad met Tsjang Kai Sjek en inlichtingen
ingewonnen over de huidige verhouding
tusschen China en de Sovjet Unie. In de
regeering van Tsjoenking staat de partij
Kwo Min Tang achter de politiek van
Frankrijk en Engeland en steunt de com
munistische partij de Sovjet, waardoor
Tsjang Kai Sjek voor een dilemma is ge
plaatst. De communisten zouden geleidelijk
aan invloed winnen. Tsjang Kai Sjek heeft
onlangs alle anti-Britsche pamfletten van
communistische afkomst laten intrekken.
ongeluksreis van de „pres.
harding".
73 opvarenden gewond.
Door een orkaan aan de Amerikaansche
kust zijn vele schepen in nood geraakt.
Onder deze was ook de „President Har
ding", aan boord waarvan zich ook de Bel
gische oud-premier Van Zeeland bevindt.
Het schip heeft radiotelegrafisch medege
deeld, dat 45 passagiers en 28 leden van
de bemanning verwondingen hebben opge-
loopen in het noodweer en dat een steward
overboord is geslagen. Op verzoek is het
kustvaartuig de „Hamilton" naar de „Pre
sident Harding" opgestoomd, ten ëinde me
dische hulp te verleenen.
Het bleek, dat verschillende verwondin-,
gen van ernstigen aard waren. Een pas
sagier had een schedelbreuk opgeloopen,
een ander had de ruggegraat gebroken en
verder waren er een schouderbladfractuur
en vele arm-, been- en enkelbreuken.
Ook de vroegere Belgische minister-pre
sident Van Zeeland behoort tot de gewon
den. Hij kreeg schaafwonden in het ge
zicht en verscheidene kneuzingen. Men
gelooft echter niet, dat zijn toestand ern
stig is.
Behalve de vele persoonlijke ongevallen
aan boord had de „President Harding"
ook materieele schade opgeloopen. Aan
stuurboord waren negen reddingsbooten
en een deel van de verschansing wegge
slagen.
De orkaan woedde verleden week in de
Caraïbische zee en trok vandaar Oostelijk
van Bermuda naar de kust van Nieuw En
geland. Toen de „President Harding" zich
in den orkaan bevnod, had deze een snel
heid van 131 mijl per uur.
De „President Harding" bevindt zich op
het oogenblik op 300 mijl van Halifax en
op 1000 mijl van New York.
(United Press).
overstroomingen in engeland.
Na verscheidene uren van zeer zwaren
regenval is gisteren een gebied van dui
zend vierkanten kilometer in de Midlands
(Engeland) onder water geloopen. Drie
bruggen zijn weggeslagen, dorpen zijn ge-
isoleerd. Het treinverkeer tusschen Leices-
ter en Rugby is tengevolge van een grond
verschuiving gestremd. Gisteravond is de
Welland over een afstand van 50 kilometer
buiten zijn oevers getreden. De overstroo
ming in de Midlands is de grootste sedert
40 jaar.
Nieuws van het
Westfront
Plaatselijk activiteit van
patrouilles en artillerie
Regelmatig komen in de legerbe-
richten, zoowel van Duitsche als
van Fransche zyde, over het West
front deze woorden voor: „Plaat
selijk activiteit van patrouilles en
artillerie Een waarnemer aan het
Westfront meldt ons het volgende
over deze patrouilles:
De Patrouilles aan het front hebben tot
taak, inlichtingen bijeen te zamelen over
de vijand. Dit is zeer ruim gezegd, want
de meeste patrouilles krijgen een speciale
taak mee. Hiervan is dan ook de sterkte
van de patrouille afhankelijk. In den we
reldoorlog 19141918 bestonden kleine pa
trouilles uit drie tot acht man, terwijl an
dere patrouilles veertig man sterk waren
en weer anderen enkele honderden man
schappen telden. Als er inlichtingen moes
ten worden Ingewonnen, waarbij tevens ge
vangenen moesten worden gemaakt, dan
bestond de patrouille uit een geheele com
pagnie. Dit was b.v. noodzakelijk om vast
te stellen, welke vijandige troepenafdee
lingen de stellingen bezet hielden. In dit
geval werd de activiteit van de patrouilles
gesteund door artillerie en mijn vuur. Soms
kwamen plotselinge overvallen voor, waar
bij de artillerie geen steun verleende. Dit
alles was afhankelijk van het terrein en
ook van de inzichten en methodes van den
leider der patrouille-afdeelingen en van
de autoriteiten, die de opdracht tot pa
trouilleeren hadden gegeven. In het Wes
ten lagen de vijandelijke linies niet van el
kander af. Dikwijls waren de loopgraven
zoo dicht bij elkaar, dat men de soldaten
van de vijand kon hooren praten en hoes
ten. Soms was er dus in het geheel geen
Niemandsland. Aan het Oostfront waren de
stellingen soms zoover van elkander ver
wijderd, vooral in het gebied der moeras
sen, dat men heelemaal niet wist waar de
vijand zich had ingegraven. Om dit te we
ten te komen waren luchtfoto's noodig.
Sommige punten waren bekend, namelijk
waar men rook en vuur had gezien bij het
afvuren van geschut. In deze omstandighe
den moest door de patrouilles veel en zwaar
werk worden verricht. In het goede jaar
getijde waren de moerassen onbegaanbaar
voor grootere troepenafdeelingen, maar hier
en daar konden de manschappen van de
patrouilles achter elkaar loopend een
weg vinden. Zorgvuldig was namelijk te
voren op de stafkaarten het terrein bestu
deerd en men wist, waar ongeveer de toe
gankelijke plaatsen te bereiken waren.
Dikwijls verhieven zich heuvels midden
in de moerassen en daarheen richtten zich
vooral de patrouilles van beide zijden. Deze
droge punten werden gebruikt als steun
punten voor het patrouillewerk. In den win
ter was het anders gesteld met de moe
rassen. Dan was het geheele terrein begaan
baar. Een dikke laag ys bedekte de moe
rassige bodem, en in 'e lange nachten door
kruisten de patrouilles meestal in het
wit gekleed, om zich onkenbaar te maken
het uitgestrekte terrein. Het kwam niet
zelden voor dat een troep, die zich bij het
vallen van den avond in een hinderlaag
had gelegd, den volgenden morgen aan de
sporen in de sneeuw kon zien, dat een vij
andelijke patrouille onopgemerkt voorbij
de hinderlaag was gepasseerd. Deze pa-
trouille-arbeid in de onheilspellende nach-
Tweede Kamer
Mildere bepalingen na de Vestigingswet
De Tweede Kamer heeft de wijziging van de vestigingswet-kleinbedrijf,
na een debat van ongeveer drie uur, zonder hoofdelijke stemming aangeno
men. Waarnemers van gemobiliseerde middenstanders zullen niet aan de
vestigingseischen behoeven te voldoen over het tijdvak, waarin zij voor den
gemobiliseerde optreden. Verder zullen de kosten, die de uitvoering van de
wet met zich brengt bij de indiening van aanvragen om b.v. „ministeriëele
verklaringen" en vergunningen, door de belanghebbenden zelf moeten wor
den betaaM. De baten raamt de minister op 27.000.
De sper-tijd zal, zoo noodig, met tweemaal inplaats van éénmaal zes
maanden kunnen worden verlengd en dus ten hoogste anderhalf jaar duren.
Een amendement-Algera, om met één jaar te volstaan, werd verworpen.
Vergadering van gisteren.
De heer VAN DEN HEUVEL (A.R.),
zijn rede vervolgend, komt o.m. op tegen
het vergaande streven naar eenvormig
heid. Het is absurd voor een winkelbe
drijf te Amsterdam dezelfde eischen te
stellen als voor een te Lange Ruige weide.
Men denke aan het liedje, dat in den win
kel van Sinkel alles te koop is. Maar
iemand, die aan alle daartoe gestelde
eischen voldoet, zal wel niet te vinden
zyn.
Spr. heeft bezwaar tegen de verlenging
van den spertijd en betreurt voorts, dat
voor opvolging van een bepaalden persoon
ook nog vestigingseischen worden gesteld.
D heer BAKKER (C.H.) had gedacht, dat
de Vestigingswet slechts geleidelijk zou
worden toegepast; dit had de minister ook
toegezegd, doch een snelle toepassing is er
gekomen. Wie een bedrijfsvergunning ver
langt, moet een bijna academische opleiding
hebben. Spr. is van oordeel dat in den regel
de zoon van een winkelier geen volleidg
examen meer zal behoeven af te leggen. Hij
vraagt een regeling te dezer zake.
Voorhands deelt spr. het standpunt van
den heer v. d. Heuvel in zake een spertijd.
Wat de positie der Kamers van Koophandel
betreft, deze leunen te zeer op het departe
ment. In deze materie dient zooveel moge
lijk decentralisatie te worden bevorderd.
De heer BACH (R.K.) is erkentelijk voor
de aangebrachte wijzigingen aangaande mo
bilisatie en demobilisatie. Hij heeft ver
wachting van de door den minister in de
memorie van antwoord gedane toezeggin
gen. De retributie van' 5.voor de mi-
nisterieele vergunningen keurt hij af. Hij
waarschuwt tegen een star gebruik van
vestigingsbesluiten. Van de tweede verlen
ging van den spertijd moet zoo min moge
lijk gebruik worden gemaakt. De spertijd
dient om te voorkomen, dat tijdens 't voor
bereiden der vestiginseischen een stroom
van heilbegeerigen zich in 'n bedrijf wringt.
Tegen willekeur moet zooveel mogelijk wor
den gewaakt. Met prijzenswaardige voort
varendheid wordt de wet toegepast en het
kleinbedrijf is den minister daarvoor er
kentelijk. De Kamers van Koophandel moe
ten zich ook stipt houden aan de vestigings
eischen. Er kan meer differentiatie worden
toegepast. Nu het uitreiken der vergunning
eenmaal in handen van den minister is ge
legd, is er echter geen aanleiding, dit b.v.
aan de Kamers van Koophandel op te dra
gen.
Men doet den middenstand geen dienst,
door een zoon van een bedrijfsleider zonder
meer over te leveren aan een concurrent
die wel handelskennis heeft verworven.
De heer VOS (Lib.) ziet den ingeslagen
weg als den juisten, en constateert, dat de
minister met tact de Vestigingswet heeft
toegepast. Voorzichtig moet worden voort
geschreden. Nadeelen van sluiting der be
drijven moeten zooveel mogelijk beperkt
blijven.
Ware er uitzicht op een spoedige algehee-
le herziening zoo gewenscht dan ware
dat wetsontwerp wel achterwege gebleven.
De opleiding moet doelmatig zijn, niet te
wetenschappelijk, doch gericht op de prac-
tijk. De cursussen moeten vooral geen dril-
cursussen worden.
Verlenging van den spertijd acht spr. in
strijd met het karakter van de wet. Ook spr.
dringt aan op registratie van de bedrijven,
alsook op regeling van den markt- en
straathandel.
ten op Russisch gebied had een eigenaar
dige bekoring voor de manschappen. Ver
schillende malen kwam het tot een gevecht
tusschen de patrouilles onderling of tus
schen een patrouille en een troepenafdee-
ling, die in hinderlaag lag. Meestal was het
dan eerst in den nacht daarop mogelijk,
de dooden en gewonden te bergen.
Wie dagelijks leest over activiteit van
patrouilles moet voor oogen houden, dat
hiervoor veel moed noodig is. Enkele man
schappen staan op zichzelf en van hun te
genwoordigheid van geest en opmerkings
gave is de uitslag van beslisende onderne
mingen afhankelijk.
Goede oogen en scherp gehoor, vinding
rijkheid en koelbloedigheid zijn noodza
kelijk.
Bij het patrouillewerk vallen vele slacht
offers. Het geheim van hun moed nemen
zij mee in het graf.
Middelmatige soldaten komen voor het
patrouillewerk niet in aanmerking. Meestal
zijn het vrijwilligers, die zich voor deze
moeilijke taak beschikbaar stellen.
De heer SCHILTHU1S (V.D.) is ook van
oordeel dat de spertijd zoo kort mogelijk
moet zijn. Het gaat in de eerste plaats om
de vestigingseischen.
Ongefundeerde vestigingen door onbe-
kwamen moeten worden voorkomen. Gaar
ne zal spr. uitbreiding der toepassing van
deze wet zien, ook in dezen tijd. De examen-
eischen behooren niet verzwaard, doch ook
niet verlicht te worden.
De heer ROESTAM EFFENDI (Comm.)
mist in dit wetsontwerp het behoefte-ele
ment. Het valt spr. moeilijk, zijn stem aan
het wijzigings-ontwerp te geven.
De MINISTER VAN ECONOMISCHE
ZAKEN, de heer STEENBERGHE, dankt
voor de instemming, betuigd ten aanzien
van de toepassing der wet. De bedoeling is
niet, de bedrijven te sluiten, doch te komen
tot een beter voorbereiden middenstand.
Spr. heeft vele bewijzen uit den midden
stand ontvangen, hoe gunstig de vestigings
wet werkt. De beunhazerij is belangrijk
verminderd. Bedrijf registratie is in bewer
king, doch eenigerlei toezegging kan spr.
thans nog niet doen. Er wordt in de oor
logsomstandigheden ontzaglijk veel van
spr.'s departement gevorderd, o.m. wat de
voedselvoorziening van ons volk betreft.
Eigenlijk heeft de heer Van den Heuvel
alleen oppositie gevoerd. Zooveel mogelijk
moet vermeerdering van onkosten voor de
staatskas worden tegengegaan. Bezwaren
tegen de vergoeding voor ministerieele ver
gunningen moeten in dit licht worden be
zien. In dit wetsontwerp wordt veel voor
de gemobiliseerdeen gedaan. Spr. wilde dat
het mogelijk ware, de wet eenvoudig voor
gemobiliseerden buiten werking te stellen,
maar zoo eenvoudig als de heer Van den
Heuvel het doet voorkomen is het niet. De
voorgestelde regeling is bovendien zoo een
voudig mogelijk. Er is geklaagd óver te veel
eenvormigheid, doch de Kamers van Koop
handel hebben de noodige vrijheid op grond
van de bepaalde richtlijnen.
De bezwaren tegen verlenging van den
spertijd kan spr. niet deelen, er is overleg
gepleegd met belanghebbenden. Spr. zal
steeds den grootst mogelijken spoed toe
passen, maar het kan voorkomen dat hij
een termijn van achttien maanden noodig
heeft.
Voor minder zware eischen bij overgang
eener zaak van vader op zoon ziet spr. in
het belang van den middenstand zeiven
geen reden. Reeds is er een regeling om de
zaak zoo soepel mogelijk te houden. De
eischen zijn geenszins opgeschroefd. Wie er
niet aan voldoet, zou zijn eigen ongeluk
tegemoet gaan als hy in een bedrijf kwam.
Trouwens, 20.000 van de 26.000 candidaten
zyn geslaagd.
De bezwaren tegen de wijziging gaan
meer tegen het principe van de wet dan
tegen de wijziging zelve. Doch spr. verde
digt het principe omdat spr. heeft ervaren,
hoe gunstig de wet heeft gewerkt.
De heer VAN DEN HEUVEL (A.R.) is
thans overtuigd, dat de regeling voor de
gemobiliseerden niet eenvoudiger kaïn zijn.
De spertijd kan niet gemist worden, doch
moet zoo kort mogelijk zijn.
Minister STEENBERGHE zegt dat de
heer Van den Heuvel er niet mede af is,
door eenvoudig te zeggen, dat hij bezwaren
heeft. Ook spr. wil den spertijd zoo kort
mogelijk hebben, maar twaalf maanden is
dikwijls administratief-technisch niet vol-
doonde.
Bij art. I verdedigt de heer ALGERA
(A.R.) een amendement om den duur van
den spertijd niet met een-half jaar te ver
lengen.
Minister STEENBERGHE betoogt, dat de
werkzaamheden ten departementc verlen
ging van den spertijd noodig maken. Doch
steeds gaat daar altijd overleg aan vooraf,
dat echter niet steeds even vlot verloopt.
Laat men anders den spertijd geheel doen
vervallen. Spr. zelf wil den spertijd zoo
kort mogelijk houden.
Het amendement wordt verworpen met
54 tegen 14 stemmen (voor de ftb. en de
meeste anti-rev.).
Het wetsontwerp wordt z. h. st. aangeno
men.
Het wetsontwerp tot wijziging van de
wet op het algemeen verbindend verklaren
van ondernemersovereenkomsten 1935
wordt zonder debat en z. h. st. aangeno
men.
Aan de orde is een reeks contingentee-
ringswetsontwerpen.
Ze worden zonder debat en z. h. st. aan
genomen.
De vergadering wordt te 4.15 uur ver-
I daagd tot nadere bij eenroeping.
Zondag ls Iiel:
De geest van- onze
generaals
Het was mgr. Constantinl In Rome, die
de missionarissen van de geheele wereld
vereenigd dacht en vergeleek bij één on
metelijk legercorps. Generaals waren voor
hem de Missiebisschoppen, die elk over
hun eigen troepen bevelen en gezag uit
oefenen in de Bisdommen en Apostolische
Vicariaten. Dit onmetelijk leger met die
generaals prees hij als „het bewonde
renswaardig leger der christelijke liefde".
Met dat leger voeren zij voor Koning
Christus hun vreedzamen strijd overal en
voor allen. Christelijke Liefde, die niemand
uitsluit, van welke natie, van welk land
of van welke kleur ook, dreef hen in
dien strijd, vanuit het vaderland in den
vreemde. Christelijke liefde willen zij
brengen onder alle volkeren.
Hebt gij steeds aandacht gehad voor hun
krijgsverrichtingen in dien strijd? De we
reld-missiedag stelt ons die vraag en
vraagt weer om bezinning. Wij laten ons
winnen en richten geest en hart weer naar
die generaals.
Hebt gij steeds aandacht gehad voor hun
krijgsverrichtingen in dien strijd? De we
reld-missiedag stelt ons die vraag en
vraagt weer om bezinning. Wij laten ons
winnen en richten geest en hart weer
naar die generaals.
Recht hebben zij daarop. Hun
lifde en hun werk toch gelden de inner
lijke en uiterlyke kracht van het geheim
zinnig Lichaam der Kerk, waarvan wij
reeds tot ons eigen bovenaardsch geluk de
ledematen zijn, maar waartoe wy ook de
heidenen door Christus' offerbloed geroe
pen weten.
Te grooter is dat recht der Bis
schoppen-generaals op onze belangstel
ling, omdat zij zelf met rusteloozen ijver
hun soldaten voorgaan in offerend zelf-
vergeten. Levens als van mgr. Hamer en
mgr. Schraven, die beiden in China bloe-
dig-gemarteld stierven voor de zaak van
Christus en Zyn Kerk, worden onbloedig
voortgezet in de zelfverloochening van
alle andere missie-vorsten. Met het oog op
die moedige onthechting aan zich zeiven
mogen wij herinneren aan wat Pius XI tot
den nieuwen generaal mgr. Theelen na
diens bisschopwijding sprak: „Het kruis
van den Bisschop draagt geen Christus
beeld (is geheel effen), de Bischop zelf
moet er aan gehecht worden".
De instrumenten der pijniging vinden zij
in de vaak bovenmenschelijke lasten van
moeilijke landen en zware klimaten, in de
verregaande onbeschaafdheid veler volke
ren en de hardnekkigheid der zorgen van
jonge, onvolgroeide kerken.
Van ons, Katholieken van Nederland,
zal het mede afhangen of het aantal van
die marteltuigen voor de generaals nog
groeien zal door pijnigend gebrek aan
voldoende strijdmiddelen voor
hun soldaten.
De Missie-Zondag van dit jaar zal de
goede tradities van ons missie-ijverend
Nederland opnieuw versterken ondanks
eigen zwaardere tijdzorgen. Wij bezinnen
ons met de generaals en hun soldaten sa-
ons metde generaals en hun soldaten sa
menbrengt onder het ééne kruis in de
overtuiging dat ieder van ons vanaf dien
plek de plicht meenam, om ieder vol
gens God's beschikking maar in de saam-
hoorigheid der ééne Kerk de vruchten
van het Kruis te doen genieten door alle
menschen. In ons lidmaatschap van het
Genootschap tot Voortplanting des Ge-
loofs wees de Paus ons onzen weg om
helpend naast de generaals te
staan. Ter aanmoediging in onze zorgelij
ke tijdsomstandigheden, zorgelijk ook voor
onze Kerk, herinneren wij ons dan
liefst het woord van Benedictus' Missie-
Encycliek: „Het Genootschap tot Voort
planting des Geloofs vooral moet voorzien
in de middelen, waaruit zoowel de be
staande als de nog op te richten missies
moeten onderhouden worden; wij vertrou
wen, dat de katholieke wereld niet zal ge
dogen, dat, terwijl anderen ter versprei
ding der dwaling over ruime en overvloe
dige middelen beschikken, onze missiona
rissen, die alom de waarheid prediken,
met gebrek te kampen hebben".
Bidt en offert derhalve in ruime mate
op den Missie-Zondag.
C. VAN DIJCK, Pr.
Seminarie St. Michielsgestel.
stil-
Binnen 8 meter
straathoeken
staan met auto's en
andere voertuigen te
genwoordig verboden!