NIEUWS
AGENDA
VRIJDAG 6 OCTOBER 193»
OE LE1DSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
Abonnementsprijs: voor Lelden 18
cent per week; 2.5ü per kwartaal.
Bij onze agenten 10 cent per wvvk;
ft.60 per kwartaal. Franco per posd
2.95 per kwartaal. Geïllustreerd
Zondagsblad 0.50 per kwartaal.
Losse nummers 5 cent, met geïll
Zondagsblad 9 cent
Advertentiën: 80 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 30
woorden, 50 cent per plaatsing, al-
léén Woensdag en Zaterdag.
BOE WORDT BET WEER?
TOENEMENDE BEWOLKING.
De BUI seint:
Verwachting:
Aanvankelijk gedeeltelijk bewolkt, droog
weer met plaatselijke ochtendmist. Mor
gen overdag toenemende bewolking en te
gen den avond kans op eenige regen, voor
al in het Westen. Weinig verandering in
temperatuur. Matige tijdelijk zwakke,
meest Zuidelijke wind.
De weerstoestand van hedenmorgen
7.20 uur:
Den Helder: mist, matige Z. O. wind,
9 gr. C.
Vlissingen: zwaarbewolkt, krachtige Zui
delijke wind, 10 gr. C.
De Bilt: halfbewolkt, zwakke Z. O. wind,
9 gr. C.
Groningen: motregen, matige O. Z. O.
wind, 7 gr. C.
Maastricht: halfbewolkt, zwakke Zuide
lijke wind, 11 gr. C.
BUITENLANDSCH WEEROVERZICHT.
Het gebied van hoogen «luchtdruk, waar
van de kern thans over Noord-Scandina-
vië ligt, nam weer in beteekenis toe. Het
is over de Noordelijke IJszee verbonden
met een gebied van hoogen luchtdruk, dat
over Oost-Groenland is gelegen. Ten Zuid-
Westen van IJsland ligt nog steeds een die
pe depressie, welke aldaar op de kust veel
regen brengt. Het luchtdruk verval op de
Noorsche Zee en den Oceaan is weer be
langrijk toegenomen, zoodat hedenmorgen
op de Faroer stormachtige wind uit het
Zuid-Oosten beerscht. Een storing, welke
zich gisteren over Finland ontwikkelde,
trok naar het Zuiden. Terwijl over Scan
dinavië sinds gisteren de vorst weer ver
dwenen is, zijn de temperaturen in Oost-
Furopa nog vrij laag. De depressie over
Noord-Italië, welke daar veel regen bracht,
neemt in beteekenis af. Zij veroorzaakte in
Hongarije plaatselijk onweders en zware
regens. Het minimum in onze omgeving
vult thans eveneens op. Zij brengt hier en
daar nog kleine hoeveelheden neerslag.
Het gebied van hoogen luchtdruk bij de
Azoren breidde zich over Spanje en Por
tugal uit, doch neemt thans weer iets in
beteekenis af.
LUCHTTEMPERATUUR
14.5 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS ea.:
Van Vrijdagnamiddag 6.59 uur tot
Zaterdagmorgen 6.39 uur.
HOOG WATER
Te Katwijk aan Zee op Zaterdag 7 Oct.
voorm. 8.30 en nam 8.55 uur.
Maan op 0.04 uur Zaterdagnacht.
Maan onder 15.26 uur Zaterdagmiddag.
Acaöemicnieuws
LEIDEN. Geslaagd:
candidaatsexamen Rechten: de heeren
D. Bos, Amsterdam, M. J. P. D. van Ha-
rinxma thoe Slooten, Leeuwarden, J. N.
Bouman, Den Haag, C. L. M. Lambrecht-
sen, Heemstede, R. M. R. Noto Soeroto,
Den Haag;
doctoraal examen Geneeskunde: de heer
G. Burger, Rotterdam;
Artsexamen le gedeelte: de heeren P.
Loebis, Leiden, J. A. Cochrane, den
Haag, A. E. Wolff, Leiden.
Bevorderd:
tot arts: mej. C. H. D. den Brinker, Den
Haag, F. E. J. A. Kroner, Den Haag.
Ambtsaanvaarding
prof. dr. Z. W. Sneller
Als hoogleeraar in de
economische geschiedenis
aan de Leidsche Universiteit
Prof. dr. Z. W. Sneller, vanwege het
Leidsch Universiteitsfonds benoemd tot
bijzonder hoogleeraar in de economiscne
geschiedenis aan onze Universiteit, heeft
nedenmiddag dit ambt aanvaard met het
uitspreken van een inaugureele oratie over
„De economische geschiedenis in haar be
trekking tot economie en geschiedenis'.
Economie aldus prof. Sneller is de
wetenschap van het welvaartsstreven. Dit
streven openbaart zich in individueele
handelingen, die, onder het stelsel van ar
beidsverdeling en ruilverkeer, meest als
onderdeelen van groepshandelingen wor
den verricht, en in die groepshandelingen
zelve. Economie, daar zij zich bezighoudt
met groepshandelingen of met individueele
handelingen in groepsverband, draagt der
halve noodwendig een sterk sociaal ka
rakter.
Onder den druk van bepaalde omstan
digheden: vermeerderende bevolking,
voortschrijdende techniek, verandert voort
durend het karakter van de handelingen
tot verkrijging van welvaart. Door veran
derende groepsvorming en door verande
rende activiteit der groep, alsmede door
zich wijzigende arbeidsverhoudingen bin
nen de groep, verandert ook voortdurend
het sociale element.
Deze veranderingen vormen den inhoud
der economische geschiedenis.
Spr. behandelde vervolgens de betrek
king tusschen economische geschiedenis
en economie en ging daarbij in op de te
genstelling tusschen de Historische school:
Brentano en de Oostenrijksche school:
Karl Menger.
Geheel terecht maakte Menger onder
scheid tusschen de theoretische en de prac-
tische economie; deze laatste zou men ook
economische politiek kunnen noemen. Zij
had voor de Historische School groote be
teekenis, daar deze, na een periode van
staatsonthouding, voorlichting en leiding
wilde geven bij de economische en sociale
staatsbemoeiing in Duitschland na 1879.
Voor deze practische economie was de
noodzakelijkheid van de kennis van het
historisch gewordene, op welks verdere
ontwikkeling de overheid invloed wilde
gaan uitoefenen, zonder meer duidelijk.
Maar wanneer Menger in de theoretische
economie naar wetten speurt, die het ka
rakter van natuurwetten bezitten, dan ziet
hij dit principieele onderscheid over het
hoofd, dat bij de natuurwetenschappen,
met name bij de physica, het object onver
anderlijk is, terwijl in de economie het ob
ject aan voortdurende verandering is on
derworpen. In de theoretische economie
geldt steeds de historische relativiteit.
Niet alleen voor de economie zelve, maar
ook voor den econoom, voor den beoefe
naar der economische wetenschap, en voor
een ieder, die met economische verschijn-
selen in nauwe aanraking komt, is de ken
nis der economische geschiedenis van
groote beteekenis. De beoefening van de
geschiedenis, die een wetenschap van het
betrekkelijke is, ontwikkelt in den men-
schelijken geest het vermogen de dingen
te zien in de tijdelijkheid van hun ver
schijningsvormen.
De phase van economische ontwikkeling,
waai in wij thans verkeeren, is de laat-ka-
pitalistische. Was het volle kapitalisme de
economische orde van de vrije markt en
van den vrijen ondernemer, die produ
ceerde met het oog op de behoeften van
die markt, en die het marktrisico op zich
nam, het jongst verleden zag de markt
verkleinen en verstarren en de aanpas
baarheid van het economisch leven aan de
fluctuaties van de markt verloren gaan.
Bedrijfsvrijheid en handelsvrijheid, lais-
sez-faire en laissez-passer, gelden niet
meer. Hoe geheel anders is de waardee
ring van de in gang zijnde structuurveran
dering en van de door deze geëischte nieu
we economische politiek: geldpolitiek, cri
sis-politiek, handelspolitiek, etc., wanneer
men ze met 'n historisch en blik beschouwt,
dan wanneer men zich opsluit in het he
den. De huidige economische werkelijkheid
is slechts een phase in een voortgaande
verandering, waarvan de ware beteekenis
nog slechts onzeker boven de kim van ons
gezichtsveld verrijst. Deze phase verschilt
van de voorafgaande, zooals ze ook van de
volgende zal verschillen. Niemand, die nog
kan zeggen, hoe die volgende wezen zal.
Na eenige beschouwingen over de orga
nisatie van de agrarische productie op Java
en dc meening van Fruin daarover, ver
volgde spr.:
De Fransche geschiedkundigen spreken
gaarne van de „méthode comparative" en
van „histoire comparée''. Zij bedoelen er
mede, dat de kennis van bepaalde histori
sche, of ook van contemporaine verschijn
selen zeer verhelderd wordt door vergelij
king met overeenkomstige verschijnselen
uit een ander tijdsbestek.
„Histoire comparée" leidt ook tot het in
zicht, dat de huidige economische gesteld
heid en de huidige economische politiek
in wezen een mercantilistisch karakter
dragen.
Hierop ging spr. uitvoerig in om dan te
concludeeren, dat een historische visie een
breede visie is, welke een overzicht der
dingen mogelijk maakt in wijd verband.
Prof. Sneller kwam daarna tot de betrek
king tusschen economische geschiedenis
en geschiedenis zonder meer.
De geschiedenis was tot het laatst van de
achttiende eeuw vorsten- en regentenge-
ASPIRI^i
TABLETTEN /bayer)]
R. K. MILITAIREN VEREENIGING.
92.75
3.—
10.—
Vorig bedrag
Van N.N.
Van N.N.
105.75
Voor iederen dag één lepel is nu iederen
dag twee lepels geworden. Maar zelfs twee
lepels per dag is te weinig. Het moeten er
minstens vijf worden.
Giften worden dankbaar aanvaard door
den directeur, den zeereerw. pastoor R.
Smitz, O.F.M„ R. K. Pastrie Haarlem
merstraat 104; door den penningmeester den
heer P. J. van Kampenhout, Haarlemmer
straat 125, giro 313847 en aan het bureau
„De Leidsche Courant".
PROF. DR. Z. W. SNELLER
schiedenis. Wij zouden thans zeggen staat
kundige of politieke geschiedenis, geschie
denis van binnenlandsche en van buiten-
landsche politiek. De Aufklarung ging ech
ter belangstelling vragen, niet alleen voor
de daden der regeering, maar ook voor het
leven van de natie, het volk. Zij bracht een
democratiseering der geschiedenis.
Naarmate de wetenschap der staathuis
houdkunde groeide, die de volkswelvaart
tot object van haar studie nam, ging ook de
geschiedenis belangstelling toonen voor de
stoffelijke zijde van het volksbestaan.
De geschiedenis verdeelde zich derhalve
in drie hoofdaderen: de staatkundige ge
schiedenis, de cultuur-geschiedenis en de
economische geschiedenis. Bij de cultuur
geschiedenis, vallen dan verder de rechts
geschiedenis, de kerk-, godsdienst- en gees
tesgeschiedenis, de kunstgeschiedenis, de
letterkundige geschiedenis te onderschei
den.
Spr. schetste vervolgens de ontwikkeling
van het moderne imperialisme na het ein
digen van de vrijhandelsperiode, daarbij
het economische element naar voren bren
gend en wijzend op den samenhang tus
schen het economische, het cultureele en het
politieke element in de geschiedenis.
De betrekking tusschen economische en
rechtsgeschiedenis is zonder meer duidelijk.
„Voor de rechtsgeschiedenis", aldus in zijn
Leidsche intreerede wijlen prof. Van Blom,
.„zal economische kennis van vervlogen
tijden vaak dienstig en in menig geval on
ontbeerlijk zijn".
Over het verband tusschen economie en
religie en geestelijk leven is, sedert Max
Weber in 1994 zijn breed artikel over „Die
protestantische Ethik und der Geist des Ka-
pitalismus" schreef, een uitgebreide litera
tuur verschenen.
Men zou ook kunnen spreken over het
verband tusschen economie en kunst, lit
teraire kunst en beeldende kunst.
Wat moeten, bij zulk een wijde opvatting
der geschiedenis onze arme geschiedkundi
gen doen? Politieke geschiedenis, èn cul
tuurgeschiedenis in haar veelzijdige gele
ding, en dan nog economische geschiede
nis!
En met het voorafgaande is eigenlijk nog
niet alles gezegd. Want geschied-beoefening
veronderstelt de beschikking over een be
grippen-apparaat, dat aan de verwante be
schouwende wetenschap moet ontleend
worden.
Toen Fruin in 1860 te Leiden zyn eersten
jaarcursus opende, hield hij een inleidend
college över het doel der academische stu
die. Hij bedoelde uiteraard de academische
studie in de geschiedenis, die hij, navolger
van Ranke, in hoofdzaak beschouwde als
politieke geschiedenis. „Het is opmerkelijk",
aldus Fruin, „dat van hen, die zich in onzen
tijd den grootsten naam als geschiedschrij
vers hebben verworven, de meesten staats
lieden zijn.... Hoe dit verschijnsel te ver
klaren? Eenvoudig daaruit, dat de histori
sche wetenschap op het nauwst verwant is
met de staatswetenschappen.Zij behoe
ven wederkeerig elkanders voorlichting".
Op overeenkomstige wijze ontleent de
kerk- en godsdienst- en geestesgeschiedenis
haar begrippen-materiaal aan de theologie
en de wijsbegeerte; de rechtsgeschiedenis
aan de rechtswetenschap; de economische
geschiedenis aan de economie. Begrippen als
kapitalisme in de verschillende stadia van
zijn ontwikkeling als socialisme en commu
nisme, markt en ondernemer, conjunctuur
en crisis, bankier en bank, kartel en gilde,
handwerk en huisindustrie en manufactuur
en fabriek, en zoovele andere, begrippen,
welke de beoefenaar, niet alleen der econo
mische geschiedenis, maar der geschiedenis
in het algemeen, telkenmale hanteert, vin
den hun klare formuleering in de economie.
Geschiedenis zou een doode wetenschap we
zen, wanneer zij de feitelijke gegevenheden
niet met strakke begripsvormen modellee-
ren ging.
Het zal goed wezen aldus besloot prof.
Sneller zijn rede naar een wetenschap
der geschiedenis in vollen omvang te stre
ven. Wat één mensch, toegerust met slechts
normale krachten, door op zich zelf staan
de studie onmogelijk alleen kan bereiken,
ware misschien te benaderen door arbeids-
verdeeling en coördinatie, ongeveer zooals
geschiedt bij de natuurwetenschappen, met
hun systematischen arbeid in laboratoria
als wetenschappelijke werkplaatsen van do
centen en medewerkende studeerenden.
Intusschen ontveins ik mij niet, dat een
benadering van het aangeduide ideaal een
hergroepeering en reorganisatie van de we
tenschap der geschiedenis zou vereischen,
die mocht zij noodig geoordeeld worden
ongetwijfeld zekere nu nog onvoorziene
moeilijkheden oproepen zou. In de verschei
denheid der historische wetenschappen
moge dan ook de economische geschiedenis
de haar toekomende plaats verwerven.
„GEZIN EN GEMEENSCHAP"
Dr. Wim Dijsselbloem voor de
Jonge Middenstanders
De Leidsche Jonge Middenstandsvereeni-
ging „St. Petrus Canisius" gaat gestaag
voert met haar pogingen tot zoo alzijdig
mogelijke ontwikkeling harer leden.
Na den ouderavond als opening van het
winterseizoen sprak gisteravond de bonds
voorzitter, dr. Wim Dijsselbloem, in het
clublokaal van „Huize Maria" over Gezin
en Gemeenschap.
Na het openings- en welkomstwoord van
den waarn. voorzitter, den heer Horman
Geyer, zeide de heer Dijsselbloem in korte
trekken de beginselen van het gezinspro
gram uiteen te willen zetten. Hij vroeg zich
daarbij af, of het nog wel noodig was over
een dergelijk onderwerp te spreken, omdat
er de laatste jaren reeds zooveel over is ge
zegd. En hij antwoordde daarop bevesti
gend, omdat er nimmer genoeg over ge
zegd kan worden.
De begrippen „Gezin en Gemeenschap"
zijn niet van elkaar te scheiden en er valt
nog heel veel over te vertellen en heel veel
uit te leeren.
Een kwaal van dezen tijd is, volgens spr.,
dat er zooveel wordt geboomd en zoo wei
nig wordt gedaan.
Er wordt gesproken, ook door de jonge
ren, over allerlei problemen. In zichzelf is
dit niet kwaad, omdat het leidt tot formu-
leering van gedachten. Maar men diene
daarbij te zorgen niet te derailleeren.
Spr. wees er aan de hand van ons om
ringende landen op, hoe uit de jeugd tal
van bewegingen voortkomen. De universi
teiten zijn broeinesten van evolutionaire of
revolutionaire strocmingen. De Vlaamsche
beweging is er een sprekend voorbeeld van.
Spr. wil daarmee alleen maar zeggen,
dat jongeren veel invloed ten goede of
ten kwade dan kunnen uitoefenen op
het openbare leven.
Dat kunnen zij ook ten opzichte van het
gezin en indirect dus ten opzichte van de
maatschappij, waaruit de gezinnen zijn op
gebouwd.
Om nu te zorgen, dat die opbouw van het
gezin goed is, wijst spr. op de vier funda
menten daarvan: de voortzetting van het
menschelijk geslacht, de erfelijkheid, het
onderscheid en de eenheid van geslachten
en tenslotte de liefde.
Spr. weidde in den breede over deze
vier punten uit en betoogde dan, dat het
gezin is: de voornaamste factor voor den
mensch om te komen tot een gelukkig le
ven en: het behoudend element in de be
schaving.
We zien op het oogenblik bijna allerwege
een misvorming van menschen, een wan-
beschaving en wancultuur.
Wat de jonge middenstanders daar
tegenover moeten doen? „Gedenk je ko
ninklijke waardigheid", het motto van deze
maand, in toepassing brengen.
Wij zijn koningskinderen, omdat wy zijn:
„Koning van de schepping en kinderen van
God".
Spr. wekt dan zyn jonge hoorders op zich
zelf te beheerschen, kind te blijven van het
gezin, waartoe men behoort, het kind-zijn
te beleven voor de volle honderd procent.
Men moet geen werkloosheidsprobleem
en nog zoovele andere problemen willen
oplossen, waarvoor menschen met rijpe
ervaring geen uitkomst zien, maar zijn
plicht vervullen in het gezin om aldus
nieuwe maatschappij.
Op deze uiteenzetting volgde een geani
meerde gedachtenwisseling, waarop de
voorz. met een dankwoord de bijeenkomst
mee te werken aan den opbouw eener
sloot.
MILITAIRE ONTSPANNING.
Het is het algemeen Comité, dat is op
gericht om gelden in te zamelen voor de
ontwikkeling en ontspanning der in Lei
den gelegerde militairen opgevallen, dat
er ook nog door andere instanties met
lijsten en dergelijke gewerkt wordt. (Naar
wy vernemen betreft het hier inzamelin
gen, die b.v. voor bepaalde compagnieën
worden gehouden door kapitein, e.a. Red.).
Waar het doel van het onder eerevoor-
Gemeentel. Aankondigingen
PETROLEUMDISTRIBUTIE.
De Burgemeester van Leiden deelt mede:
Naar aanleiding van in de dagbladen
verschenen berichten, zij opgemerkt, dat
over enkele dagen aan alle woningen in
deze gemeente formulieren betreffende het
petroleumverbruik in de huishoudens af
gegeven worden.
Op een nader vast te stellen datum zal
het publiek gelegenheid hebben kaarten
van petroleumbons te komen afhalen aan
de verschillende daartoe in te richten pos
ten, waarvan de adressen hier vermeld
zullen worden.
De eigenlijke distributie van petroleum,
d.w.z. de alleen tegen inlevering van bons
mogelijke verkoop van petroleum, zal wor
den ingevoerd zoodra de Rijksregeering
dit gelast. De bevolking zal op dien da
tum de bonkaarten in haar bezit hebben.
Voor het gebruik van petroleum voor in-
dustrieele doeleinden (loodgieters b.v.) zal
een afzonderlijke regeling getroffen wor
den, waarover de belanghebbenden zoo
spoedig mogelijk zullen worden ingelicht.
De Directeur van het
Distributiekantoor
P. ROOSENBURG.
Leiden, 6 October 1939.
LEIDEN.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van:
Van Maandag 2 October 8 uur namiddag
tot een met Vrijdag 6 Oct. neemt waar
apotheek Duyster.
Te Oegstgeest: Oégstgeestsche Apotheek
Wilhelminapark 8, tel. 26274.
zitterschap van den burgemeester van Lei
den gevormde comité is: zooveel mogelijk
geldelijk te steunen alles wat betrekking
heeft op de ontwikkeling en ontspanning,
verzoekt het bovengenoemd comité alleen
gelden af te dragen aan den penningmees
ter, den heer Aalbersberg, directeur van
het N. H. Landbouw Crediet, gironummer
2915, onder bijvoeging: Militaire Ontspan
ning.
Vroeger binnengekomen giften: Mr. B.
10.Leidsche Groothandel 10.L.
2.50, N. N. 1.Ned. Midst. Bank
5.—, J. B. 2.50, C. de l'E. 1.—, M. R.
1.—
Bij den penningmeester binnengekomen:
L. S. C. (groenen) 94.75, Mr. S. f 10.
V. P. 2.50, fa. v. d. S. 10.—, J A. C.
2.50, Jac. de J. 25.—, T. S. W. 2.50,
W. v. d. L. 2.50, fa. C. F. M. 10.—, 3
Oct. Ver. 120.—. Totaal 312.75.
„BREI-COMITé VOOR MILITAIREN IN
LEIDEN EN OMGEVING."
Het Comité, onder voorzitterschap van
Mevrouw S. A. W. van de Sande Bakhuy-
zenGericke, stelt zich ten doel het breien
voor 't garnizoen Leiden en de troependee-
len in de omliggende gemeenten.
De aanvragen voor halve wanten zijn zoo
vele en daarnaast is de behoefte aan dassen
en bivakmutsen zoo groot, dat gevraagd
wordt, of iedereen mee wil helpen deze
kleedingstukken te vervaardigen.
Men kan dit bevorderen, hetzij door wol
tc koopen bij het Comité en zelf te breien
of dit door anderen te laten doen, hetzij
door bijdrager, te storten op giro No. 13164A
van penningmeesteresse J. M. MoensLe-
dtboer, dan wel op andere manier mee te
werken. Wol, patronen en naalden zijn te
verkrijgen bij de volgende comité-leden,
waarvan de eerstgenoemde gaarne bereid
is inlichtingen te verstrekken:
M. J. J. I. RoosenburgMethorst, Rijns-
burgerweg 153, vice-voorzitster; M. Wil
brinkde Jonge, P. J. Blokstraat 18, se
cretaresse; J. M. MoensLedeboer, Rijns-
burgerweg 84, penningmeesteresse; V. J.
M. Gul jéBerger, v. Slingerlandtlaan 8
I. J. P. BeekenkampVisser, Warmonder-
weg 51 A. H. v. d PoppeHeijmans, Ra
penburg 95
DE WERKLOOSHEID.
De stand der werkloosheid was op 28
September als volgt:
Aardewerk, enz. 5.1, boekdrukkerij, enz.
48; bouwbedrijven enz. 437; Chem. nijver
heid 8; houtbewerkers 58; kleedingbedrijf
50; lederbev/erkers 8; metaalnijverheid
212; boekbinders 25; textielnijverheid 158;
voedings-genotrniddelen 109; landbouwbe
drijven 60, handel 97; verkeerswezen 179;
verzekering er bankwezen 11; vrije beroe
pen 74; ongeschoolde handarbeiders 210;
huispersoneel 6; verplegers 2; vrouwen 167;
Aig. totaal 1992; 6 Oct. 1938 3970 en 7
October 1937 4286. Een. 16 ged. werkloozen
en 1090 in werkverschaffing.
Onze stadgenooten Th. A. Eerdmans, L.
C. Schalkwijk en J. F. Steur zijn aangewe
zen voor de opleiding als candidaat-In-
disch ambtenaar.