MIJNEN OP DE KUST. Op inspectie door het inundatie-gebied De commandant van het veldleger, luitenant-generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, maakte deze week op een trekpaard en rit door het geïnundeerde gebied bteeds blijven drijvende mijnen op het Nederiandsche strand aan spoelen. Een der monsters, dat deze week op de Scheveningsche kust belandde In het dijklichaam van het Nederlandsch inundatie gebied worden kleine schuilplaatsen aangelegd. Twee landsverdedigers in verdekte opstelling Het demonteeren der mijnen, die op de Nederiandsche kust aan spoelen, is een werk, dat niet zonder gevaar blijft. Het nieuws gierige publiek wordt op grooten afstand gehouden De 150000ste bezoeker van de Spoorwegtentoonstelling was sergeant B. H. Ockeloen, die zich Woensdag met een groep militairen uit Utrecht aan de loketten meldde De vooizitter van het tentoonstellings- bestuur, wethouder F. van Meurs, overhandigde sergeant Ockeloen een Onder leiding van militairen worden thans in het inundatie-gebied verschil lende kazematten gemaakt. Het werk in een der bouwputten feuilleton Toen de scheidsmuur viel! door ^SABEL C CLARKE. 74) Het was een heerlijke Novemberdag, bij na zomersch, met zon en warmte. Er hing een bruinroode en gouden int over de bijna bladerlooze bosschen. De laatste dagen had het erg geregend en de velden waren frisch groen. Toen hij boven op den heuvel kwam, zag hij, dat de Fr ent buiten haar oevers was getreden, het was een klein meertje ge worden bij den muur en daar voorbij strek te ze zich als een klare lichtvlek uit en leek een groote rivier inplaats van een beek. De Frent was altijd het mooiste als zij overstroomde. Nu kon hij Valley lands zien, rose en warm in den zonneschijn, het sombere pijn- bosch, dicht bij het huis, als een scherp omlijnde, donkere vlek. De dag was zoo helder, dat hij ook de zee kon zien, grijs tegen de horizon. Maar even bleef hij stil staan om die dingen op te nemen. Dan vloog hij den heu vel af, naar Valleylands, zonder zich te storen aan maximumsnelheid. Hij had An gela geen oogenblik gezien sinds het vo rig jaar. Zelfs haar brieven waren schaarsch geweest, want Sir Roger had de meeste met succes onderschept. Hij had alleen maar begrepen, dat zjj zich diep ongelukkig voelde. Zij wandelde op het terras, toen de lan ge gestalte in khaki op haar toe kwam. Zij had wel het gesnor van den motor gehoord, maar geen oogenblik kunnen den ken, dat het Cymbeline was. Al een paar weken had zij niets van hem vernomen. Zij begon al te vreezen, dat 'er waarheid stak achter wat zijn grootvader zoo boud be weerd haddat hij bezig was haar te vergeten door zijn ingespannen arbeid. „Liefste, wat zie je bleek. Je bent toch niet ziek geweest?" Angela, zooals zooveel vrouwen, hield er niet van, verrast te worden. Zij was er veel meer op gesteld, lang te voren de vreugde te verwachten, ze zich voor te stellen, er zich op te verheugen. Nu zij Cymbeline zoo plotseling zag, benam het haar den adem, deed haar hart even stilstaan. Haar stem beefde en zij werd bleek en voelde zich koud worden. Zij schudde haar hoofd. Zij durfde nog niet spreken. Zijn tegenwoordigheid ont nam haar alle kracht Koel begroette zij hem, het scheen haar toe, alsof zij altijd de grootheid van haar liefde voor hem moest verbergen. Zij was er een beetje beschaamd over, dat zy zoo groot was. En als hij zoo onvoorbereid kwam, dan kon zij het niet goed verborgen houden. „Ik ben met het zijspan. Ik zou je mee nemen om bij ons te blijven eten en sla pen. Ik ben voor een tydje thuis." „Met verlof?" vroeg zij. „Neen, niet met verlof. Ik heb het erg druk. Dit is mijn eerste miduag vrij. En ik had er geen idee van, dat jullie hier wa ren, tot ik je brief kreeg vanmorgen." Langzaam wandelden zij naar het huis toe. „Ik zou dolgraag meegaan. Laten we het moeder gaan vragen", zei ze met een vreemde trilling in haar stem. „Je bent toch wel blij me te zien?" vroeg hij, verbaasd door haar koelheid, zonder de diepere beteeken is er van te begrijpen. „Natuurlijk, malle iongen", zei zij, ter wijl zij trachtte luchtig te doen. „Het is al zoo lang geleden", zei hij. „Je kon wel eens veranderd zijn." Zij keek hem glimlachend aan. „Ik heb soms wel eens bijna gewenscht, dat ik het kon." „Ik weet, dat je jokt", zei hij en kuste haar. „Maar je hebt me nog niet gezegd, wat je in Pagdon uitvoert." „Nou, dat is een soort geheim Maar ik ben aan het vliegveld daar bij de kust. We moeten dit stuk verdedigen. En als de Zepps hier heen komen, krijg ik nog een fijne oefening." Zij rilde. „O, zij komen niet. Er zijn toch veel be langrijker plaatsen?" „De oude Schulz kon ze v/el eens inlich ten. Hij kent al de havens en steden en fa brieken mijlen in den omtrek. Hij kent Pag don door en door en weet hoeveel onheil hij daar kan stichten." „Maar zij zouden er toch veel meer aan hebben, als zij meer naar het Noorden gin gen?" protesteerde zij. Het was verrukkelijk Cymbeline hier in Pagdon te hebben, hoewel de gedachte, dat hy een Zeppelin zou moeten aanvallen, haar den doodschrik op het lijf joeg. Zij gingen naar binnen om Lady Weste te spreken en vonden haar in de biblio theek voor den haard. Zij was in den oorlog veel ouder geworden, zij had vooral erg met haar dochter mee geleden. Maar het was haar nooit gelukt. Sir Roger tot andere gedachten te. brengen. Als hij maar had kunnen vermoeden, dat Cymbeline in Pagdon was, zou hij hen ze ker niet daarheen hebben laten gaan, ter wijl hij zelf in Frankrijk bleef voor de win termaanden. Maar de beurs had ook mee gesproken, omdat zij geen huurder voor het huis hadden kunnen vinden. Het was eigenlijk veel te dicht bij de zee en in de gevaarlijke zone. Lady Weste werd vlug op de hoogte ge bracht, hoe de zaken stonden. Zij had het allang opgegeven, de twee gelieven dwars te zitten en had zelfs haar man gewaar schuwd, dat zij geen medewerking wilde verleenen. Angela was oud genoeg om zelf te kiezen en zij was vast besloten, op Cym beline te wachten. „Natuurlijk, ga maar, Angela. Laat Mar tha maar wat kleéren voor je inpakken. Je bent toch niet te moe?" „Ik ben heelemaal niet moe, moeder. Cymbeline, je blijft hier thee drinken. Ik zal even gaan zien naar het inpakken. Praat maar een beetje met moeder." Zij hief haar gezichtje op en zij kusten elkaar zoo eenvoudig als twee kinderen. Cymbeline bracht haar naar de deur en kwam dan terug bij Lady Weste. Toen Angela weer op haar kamer was, voelde zij, dat zij nog beefde van opwin ding. Zij wilde wel terug vliegen en haar armen om Cymibeline's hals werpen en zeg gen: „He houd van je, ik houd van je", om de koelheid waarmee ze hem zoo juist ont vangen had, weer goed te maken. Hij had zichzelf afgevraagd, of zij wel blij was hem te zien, terwijl zy wel had willen knielen van vreugde en dankbaar heid. Zij was niet heftig in haar liefdes uitingen en nu zij weer alleen was, scheen de wereld donker te worden. Zij wilde hem rustig en verstandig liefhebben. Het kwam door den oorlog en de angst, hem elk oogenblik te kunnen verliezen, dat zij hem zoo hevig en dwaas liefhad, zoodat zij er zich soms zelfs over schaamde. Een klein handkoffertje was al gauw ge pakt en er zat zelfs een nieuwe crêpe de chine avondjurk in, lichtblauw met een fijne zilverachtige glans, die Cym nog nooit gezien had en die zy voor het eten aan wilde doen. Toen het pakken klaar was, kwam een rustige, waardige Angela naar beneden. Zij zat heel stil, toen zij later door den vroegen Novemberavond naar Pagdon te rug snorden. Er was weinig wind en de heerlijke zonsondergang rad een trillend licht in het Westen achtergelaten. De hei lag er als een dikke, donkere streep onder. Boven hen vlogen enkele meeuwen en uit ten hun korte, rauwe kreten. Toen zij op het Oude Huis aankwamen, hoorden zij, dat Viola na de thee was uit gegaan en nog niet terug was, zy had ge zegd, voor het eten weer thuis te zijn. Lam bert was op de fabriek en hij had het zoo druk, dat hij zelden voor zeven uur thuis was. Cymbeline nam Angela mee naar de ka mer die vroeger kinderkamer was geweest Zij was voor hen klaargemaakt, naar het bleek. Er brandde een heerlijk vuurtje in den haard, de luike.n waren stijf dicht ge maakt, omdat de verordening omtrent het vertoonen van licht heel streng was. De kamer zag er in-gezellig uit, met potten chrysanthen en asters. Op de tafel lagen kranten en tijdschriften. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5