RECHTZAKEN
SPORT
Myra. het elfje en de booze kabouter Zwartvoet
DINSDAG 26 SEPTEMBER 1939
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG.
GEMENGDE BERICHTEN
DOODELIJKE VAL IN HET WATER.
Omstreeks kwart voor vijf gistermid
dag Is een ongeveer 4-jarig jongetje, wo
nende in de Braamstraat, van de brug
voor het St. Bonifacius-Lyceum aan de
Kromme Nieuwe Gracht te Utrecht in het
water gevallen.
De 19-jarige Lyceïst, C. Kortman, begaf
zich op het hulpgeroep der moeder van
het jongetje, onmiddellijk te water en wist
het ventje uit het water te bevrijden.
Spoedig was geneeskundige en politio-
neele hulp ter plaatse en aanstonds werd
getracht, door middel van zuurstofappa
raten de levensgeesten weer te doen wer
ken.
Helaas mocht deze hulp niet meer baten.
By nader onderzoek kwam vast te staan,
dat het ventje bij den val een schedelba-
sisfractuur had bekomen, tengevolge
waarvan de dood onmiddellijk moet zijn
Ingetreden.
DOODELIJKE VAL VAN EEN TRAP.
Gistermiddag om half vijf is de echtge-
noote van den heer W. Damen in het café
„Maurickzicht" te Vught bij het van bo
venkomen uitgegleden, waarbij zij van de
trap viel. Zij kwam zoo ongelukkig te
recht, dat ontboden geneeskundige hulp
niet meer mocht baten. Korten tijd later
is zij overleden.
KLOSJES GAREN VAN 10 VOOR
40 CENT!
By een groote rijwielfabriek op den
Overtoom te Amsterdam, waaraan tevens
een handel in rijwielen en onderdeelen
verbonden is, zijn gisteren ruim 200 Bosch
bougies in beslag genomen. Deze bougies
waren nl. voor den normalen prijs inge
kocht en de verkoopprijs werd desondanks
met niet minder dan 20 pet. verhoogd.
Een ander geval, aldus het „Hbld",
speelde zich gisteren af bij een garen- en
bandwinkel in de Kinkerstraat. De winke
lier liet telkens in een groot warenhuis één
klosje garen halen ad 10 cent, één te
gelijk, want het warenhuis had den verkoop
van klos», es garen gerantsoeneerd. Maar
de winkelier verkocht dezelfde klosjes aan
zijn buurtgenooten voorveertig cent,
tot de politie een stokje voor* dit barre
spelletje kwam steken en proces-verbaal
tegen den winkelier opmaakte. Inmiddels
rijst de vraag, hoe het publiek veertig cent
voor een gewoon klosje garen wilde neer
tellen.
KOSTBARE POSTZEGELCOLLECTIE
VERDUISTERD.
Broers bestalen Duitschen vlnchteling.
De Enschedesche politie heeft in samen
werking met de politie te Oldenzaal aange
houden een zekeren G. L. T. uit Oldenzaal
en diens echtgenoote alsmede zijn broer H.
T. uit Enschede. Zij worden er van ver
dacht een verzameling zeldzame postzegels
waarvan de waarde op pl.m. 10.000 gulden
wordt geschat, te hebben verduisterd.
Deze verzameling was het eigendom van
een Joodschen emigrant, die via Nederland
en Engeland uit Duitschland naar Palestina
was vertrokken. Hij had de postzegelver
zameling in Duitschland achtergelaten. In
Enschede had hij een kennis opgezocht, aan
wien hy vroeg, te trachten de verzameling,
welke een cataloguswaarde had van meer
dan 50.000 Mark, over de grens te brengen.
De Enschededeër ging daarop naar den
38-jarigen G. L. T., die beloofde de collec
tie te smokkelen tegen belooning.
De verzameling werd den man te Gro-
nau ter hand gesteld, maar nadien hoorde
men er niets meer van.
De Enschedeër, die de belangen van den
emigrant behartigde, ging ten slotte naar
de politie. De Oldenzaler deelde echter me
de, dat de verzameling in beslag was geno
men en toonde zelfs een bewijs van de Duit
sche douane. Daar evenwel verschillende
omstandigheden verdacht waren, lette de
politie er voortdurend op, of ook getracht
zou worden zegels, overeenkomende met
de verduisterde van de hand te doen. De
zer dagen hoorde de recherche, dat enkele
zeer zeldzame zegels van de Duitsche ko
loniën, precies dezelfde, welke zich in het
verduisterde album hadden bevonden, ten
verkoop waren aangeboden.
Men stelde bij den verlcooper een onder
zoek in en deze deelde mede, ze te heb
ben gekregen van H. T. te Enschede, met
het doel de zegels te verkoopen. Deze H.
T. bleek een broer van den Oldenzaler te
zijn. Na een nauwgezet onderzoek werden
zestig van de tachtig verdwenen postzegels
in een perceel aangetroffen. Het bleek,
dait G. L. T. eerst alle zegels over de grens
had gesmokkeld.
Later had hij twintig vellen met de
minst kostbare zegels naar Duitschland ge
bracht en ze daar aan de douane ter hand
gesteld, met de mededeeling, dat iemand
uit Enschede hem had willen overhalen
deze zegels te smokkelen. Hiervoor kreeg
T. een bewijs van de Duitsche douane, ter
wijl de Enschedeër werd gedagvaard door
de Duitsche justitie, wegens poging tot de-
viezensmokkelarij
De beide broers T. zijn ter beschikking
van de Justitie gesteld.
NACHTELIJK STRAATRUMOER TE
DEN HAAG.
In den nacht van Zaterdag op Zondag,
omstreeks twee uur, wilden te 's Graven-
hage twee surveilleerende agenten een
dronken man in de Boekhorststraat ar
resteeren. De broer van den dronken man
belemmerde de politie in haar taak, even
als het publiek, dat begon te gooien met
leege bierfleschjes.
Onder het publiek was een 29-jarige
sergeant S. N., die het de politie vooral
lastig maakte. Ten slotte trok een der
agenten zijn revolver en loste ter waar
schuwing een schot in de lucht.
De arrestant J. de G., diens broer en de
sergeant werden naar het politiebureau in
de Prinsestraat gebracht.
Nadat de dronken man zijn roes had
uitgeslapen, werd hij op vrije voeten ge
steld.
De broer werd voorloopig vastgehouden
en de sergeant mocht, nadat tegen hem
proces-verbaal was opgemaakt, vertrek
ken.
Tezelfder tijd was het bij het uitgaan
van de café's in de Wagenstraat zoo ru
moerig, dat een paar agenten met de sa
bel en den gummistok de orde moesten
herstellen. Niemand werd gearresteerd.
In den nacht maakte de politie met den
gummistok eveneens een einde aan een
vechtpartij tusschen burgers en militairen
in de Van der Vennestraat. Ook hier werd
niemand gearresteerd.
HULDIGING VAN DE DERDE
HONDERDJARIGE IN DEN HAAG.
Zooals reeds eerder gemeld, telt Den
Haag drie honderdjarigen onder haar in
woners. Gisteren was het de weduwe K.
var. Eyckvan Leeuwen, die dezen zeldza-
men leeftijd bereikte en die haar verjaar
dag in goede gezondheid vierde.
In haar door hulpvaardige handen vroo-
lijk versierde huisje aan de Paramaribo-
slraat 121 heeft zij van buren, familie en
vele anderen groote belangstelling mogen
ondervinden. Bestuursleden van verschil
lende liefdadigheidsfondsen en ziekenfond
sen kwamen daar de jarige gelukwenschen,
waarbij haar menig geschenk werd over
handigd. Doch het hoogtepunt was wel het
bezoek van Jhr. mr. W. C. Six, den chef
van het kabinet van den burgemeester, die
namens den burgemeester de gelukwen-
scben van het gemeentebestuur kwam over
brengen, waarbij hij een fraai bloemstuk
overhandigde, benevens een met een groot
lak gesloten couvert. „Die brief zal ik in
mijn zak steken", zei opoe.
Behalve dit groote bloemstuk had de
jarige nog tal van andere ontvangen en
bovendien een groot aantal brieven.
Gisteravond bracht de reinigingsharmo
nie de jubilaresse een serenade. Hiervan
zal opoe misschien niet veel gehoord heb
ben, want zij is zeer doof, maar dat is dan
ook haar eenige kwaaL
MOTORSPORT
LEIDSCHE H. D. CLUB.
Dinsdag 3 October zal in „Royal" een le
denvergadering, de eerste tijdens de mobi
lisatie, worden gehouden voor leden en
donateurs (trices) der L. M. D. C. en tevens
na afloop den clubavond. Aangezien vele
leden door den militairen dienst elders ver
toeven zal toch, gezien de 3 Oct. stemming
welke anders onze stad zoo beinvloedt een
groote opkomst verwacht worden. De da
mes der leden, welke afwezig zijn, worden
verzocht eveneens aanwezig te zijn om hun
ledige plaatsen in te nemen.
Koopt bij hen,
die in Uw Dagblad
adverteerenl
NEDERLANDSCHE KAMPIOEN
SCHAPPEN 71/2
De Nederlandsche kampioenschappen
71/2 zullen het komende jaar in Amster
dam worden gehouden, georganiseerd door
de biljartvereeniging „Watergraafsmeer",
welke op 1 November a.s. tevens haar
twintigjarig bestaan zal herdenken.
Als data voor deze wedstrijden, te spelen
in de biljartzaal van hotel Suisse, zijn vast
gesteld 28, 29, 30 en 31 Maart 1940.
De onregelmatigheden
bij de centrale werk
plaats te Leiden
Voorwaardelijke staf voor
den leider
De drie werkmeesters
vrijgesproken
In een extra middagzitting van den Haag-
schen Politierechter werd gisteren behan
deld de zaak tegen drie werkmeesters en
den algemeen leider der Centrale Werk
plaats te L e i d e n, resp. P. K., N. A. R.,
B. W. en L. T. v. d. L., allen te Leiden.
De Officier van Justitie had destijds
tegen P. K. en B. W. twee weken gevan
genisstraf en tegen N. A. R. zes weken ge
vangenisstraf geëischL De Politierechter
had toen de zaak aangehouden om over
de verdachten rapporten in te winnen.
Bij het getuigenverhoor was destijds
naar voren gekomen, dat de verdachten
oud ijzer hadden verkocht althans een van
hen, waarvan de opbrengst 8 zou heb
ben bedragen, terwijl ook electrische
stroom, toebehoorende aan de gemeente
Leiden, door een der verdachten was ge
bruikt voor of tijdens werkzaamheden, die
hij voor zich zelf had verricht. De Officier
had toen nog gezegd, dat de dagvaarding
heel zeker was gehouden, want dat er in
werkelijkheid veel meer was gebeurd.
v. d. L. als getuige gehoord vertelde, dat
hy goed had gevonden, dat een der werk
meesters stroom gebruikte; volgens hem
kon verdachte niet weten, dat het verbo
den was om het oude ijzer te verkoopen.
De zaak van de werkmeesters was na het
uitgebreide getuigenverhoor de vorige
maal, hetwelk wij destijds uitvoerig heb
ben vermeld, thans heel kort, zoodat de
Politierechter dadelijk kon beginnen met
de conclusie van de rapporten mede te
deelen. Deze ingewonnen rapporten waren
buitengewoon gunstig en de rapporteur
schetste de verdachten als menschen die
heel gunstig bekend staan. De Politierech
ter deelde daarop mede, dat hij thans een
geheel anderen kijk op de zaak had gekre
gen.
De drie werkmeesters zeiden op een
vraag van den Politierechter nog, dat zij
niet gedacht hadden, dat hetgeen zij ge
daan hadden niet mocht.
Politierechter: „Denkt voortaan eerst
na".
Het woord is vervolgens aan den Officier
van Justitie, wiens requisitoir anders luidt
dan de vorige maal want spr. deelde mede,
dat, gehoord v. d. L. en gezien de rappor
ten, hij thans vr ij spraak tegen de ver
dachten zal requireeren.
De Politierechter dadelijk vonnis wijzend,
geeft als motief voor zijn vonnis, dat de
opzet tot de ten laste gelegde feiten niet
bestaat, zoodat de verdachten moeten wor
den vrijgesproken.
De algemeen leider staat terecht.
Daarna moest terecht staan de toenmalige
leider der Centrale Werkplaats voor Jeug-
diige Werkloozen te Leiden, L. T. v. d. L.
uit Leiden.
De Politierechter begon met er op te
wijzen, na het ingewonnen rapport te heb
ben behandeld, dat niet ongunstig luidde,
dat v. d. L. chef was en dat deze dus,
daar hij chef was, ook nauwgezet moest
zijn. Spr. neemt aan, dat het misbruik niet
zoo groot is als het eerst scheen, doch ook
kleine misbruiken mogen niet getolereerd
worden.
Verdachte bekent, dat het onjuist was
hetgeen hij deed. Ook in deze zaak zijn ver
der geen getuigen gedagvaard, zoodat ook
hier het woord dadelijk is aan den Officier
van Justitie. Ook nu zegt spr., dat er wel
meer is gebeurd, dan dat er in de dagvaar
ding staat. Het zijn allerlei kleinigheden
geweest. Het ingewonnen rapport advi
seert tot een voorwaardelijke veroordee-
ling. De Officier wil daar wel met mee
gaan, doch dan zal hij geen lage straf
eischen. De eisch werd een voorwaardelijke
gevangenisstraf voor den Ujd van vijf
maanden met een proeftijd .van drie jaar.
De verdediging.
Mr. Hugenholt2 als verdediger voor v. d.
L. optredend begon met te constateeren,
dat v. d. L. het middelpunt van een laster
campagne is geweest in de pers en ook van
politioken laster. Hij zou veel gestolen
hebben, maar daar is ten slotte niets van
overgebleven.
Een incident.
Pleiter doet dan een aanval op den rap
porteur, die het rapport heeft uitgebracht
en vindt, dat het door een rapporteur over
v. d. L. uitgebracht rapport aan de ge
meente zeer onsympathiek is, omdat daarin
alles zoo groot mogelijk is voorgesteld.
De Politierechter waarschuwt den ver
dediger, dat hij hem het woord zal ont
nemen. De Politierechter wil hebben, dat
hy alleen op een fatsoenlijke manier het
rapport zal bespreken en niet op zulk een
manier als hij het thans doet.
De verdediger vervolgt dan zijn pleidooi
met er op te wijzen, dat na alles alleen is
overgebleven een stukje ijzer ter waarde
van vijftig cent en een stukje loodkabel.
Geld is niet in het voordeel van v. d. L. ge
bruikt.
Wat verdachte zelf aangaat, hij heeft veel
voor de Centrale Werkplaats gedaan en
er alles voor over gehad. Verd ichte staat
bekend als een vakkundig persoon, ,die
thans veel heeft geleden door de gebeur
tenissen en thans zijn betrekking kwijt is.
Pleiter vraagt tenslotte dit alles mede te
laten wegen en dringt aan op vrijspraak,
omdat het ten laste gelegde niet bewezen
is. Mocht de Politirechter echter een an
dere meening toegedaan zijn dan vraagt
pleiter een geldboete subs, een voorwaar
delijke veroordeeling.
De Politierechter handhaafd zijn
meening.
Het laatste woord in deze zaak, die wel
veel stof heeft doen opwaaien, zal thans
door de Polilterechter gesproken worden,
aan wien de beslissing gegeven is of ver
dachte vrijgesproken zal worden of ver
oordeeld.
Spr. zegt te blijven bij hetgeen hij reeds
eerder gezegd heeft en wel, dat, als een chef
niet eerlijk is, dat gevaarlijk is voor het
bedrijf, waar hij chef is. Dan doet het er
niet toe of het iets groots is of maar een
kleinigheid.
Spr. acht niet bewezen diefstal van
loodkabel, lak of een bedrag van acht gul
den, zooals o.a. is ten laste gelegd. Maar de
Politierechter acht wel bewezen verduis
tering van e e n i g geld ten nadeele van
de gemeente Leiden.
Aan de eene zijde rekening houdende
met het feit dat verdachte chef was, dus
meer verantwoording had dan anderen en
aan den anderen kant het gunstige rapport
in aanmerking nemende, veroordeelde de
Politierechter v. d. L. tot een voorwaarde
lijke gevangenisstraf voor den tijd van vier
maanden met een proeftijd van drie jaar.
RIJWIELDIEFSTALLEN.
Voor den Haagschen Politierechter had
zich te verantwoorden J. F. v. d. B. te
Lisse. Hij had van den landarbeider J. G.
Heemskerk uit Noordwijkerhout diens rij
wiel weggenomen, dat deze had laten staan
voor een café te Noord wyk op Zondag 23
Juli. Later had deze zijn fiets terug gekre
gen van de politie, maar niettemin zag hij
zich genoodzaakt een civiele vordering in
te dienen van 10.want, zoo zeide hij,
hij had in dien tijd een ander rijwiel moe
ten huren.
De Officier achtte het een ernstig feit,
maar omdat verdachte voor de eerste maal
terecht staat, werd de eisch een geldboete
van 25.subs. 25 dagen.
De Politierechter veroordeelde verdach
te tot een geldboete van 25.subs. 25
dagen en tot betaling van een schadebe
drag aan Heemskerk van 5.
Daarna moest terecht staan C. van G.,
geboren te Alphen aan den Rijn, laatst
wonend in Lisse. Deze was met den vo»
rigen verdachte op Zondag 23 Juli meege
gaan naar Noordwijk en ook hij had een
rijwiel weggenomen, hetgeen toebehoorde
aan S. P. Obdam, hetwelk deze had laten
slaan voor een café.
Omdat het ook voor hem de eerste» maal
was, dat hij terecht moest staan werd ook
hier de eisch een geldboete van 25.
subs. 25 dagen.
Het vonnis werd dienovereenkomstig.
161. Puntmuts durft zich wel in het bosch te wagen om
eten te zoeken voor zijn zieke vriend. Zelf heeft hij ook
zoo'n honger. Hij schrikt van elk geluid en blijft steeds
achter iedere boom staan om te luisteren of er iemand aan
komt Stel je voor dat ik gepakt word. Mijn vriend Zwart
voet zal dan zeker van honger omkomen, denkt Puntmuts.
162. Wacht, daar zie ik een bloempje, misschien wil dat
zijn honing aan mij geven denkt Puntmuts en loopt zoo
hard hij kan naar het plantje toe. Maar, o wee, wie staan
hem achter een boom op te wachen? Koning Inktzwam en
de wachter hebben Puntmuts beet, voordat hij het v/eet.
Zoo ben jij Zwartvoet? Nee, sire, dit is zijn helper, Punt
muts, antwoordt de wachter.
J. v. d. H. uit Katwijk, laatst wonend te
Lisse was nummer drie, die zich wegens
rijwieldiefstal had te verantwoorden. De
machinist G. Bakker uit Voorhout had zijn
rijwiel voor een 'café te Noordwijk gezet
en was des avonds bij het naar huis gaan
lot de ontdekking gekomen, dat ook zijn
vehikel verdwenen was.
De Officier deelde mede, dat het een
afspraakje was tusschen diverse jongelui
om fietsen te gaan stelen te Noordwijk
Verdachte had de fiets opgeborgen in een
schuur, waar zij later door de politie was
ontdekt en aan den rechtmatigcn eigenaar
was terug gegeven.
Tegen hem werd de eisch een geldboete
van 10.— subs. 10 dagen, maar de Politie
rechter veroordeelde ook hem tot een geld
boete van 25 subs. 25 dagen.
De getuige D. Spies uit Rietveld kwam
vervolgens vertellen, dat de grondwerker
H de B. te Nieuwerbrug bij zijn va
der in de kost was zoo goed geweest om
zijn fonkelnieuw karretje mee te geven.
Verdachte moet nog steeds in Nieuwer-
brug terug komen, want hij had de fiets ln
den Haag verkocht voor 18.—.
Omdat hij reeds vijf maal veroordeeld is
werd de eisch tegen hem een gevangenls-
tiaf van vier maanden.
Het vonnis werd conform dezen eisch.
De schipper voelde zich
beleedigd.
J. H., schipper te Leiden, had J. H.
schipper te Leiden uitgescholden. Het klinkt
wat eigenaardig en aan de namen is niets
te veranderen, maar het is geen familie.
Het is gebeurd op de Zijl te Leiderdorp,
alwaar J. H. met een zandbak voer en J.
H. nummer twee met zijn pleizierboot voor
bij kwam. Volgens J. H. de eerste was zijn
leven in gevaar gebracht omdat de plei
zierboot van J. H. de tweede te hard voer.
Een en ander was voor den verdachte J.
H. reden om tegen den getuige J. H. te
brullen „akeligheid, loondief en fooien-
aief." Zee terecht had J. H. nummer twee
dit niet geaccepteerd en hy was met zijn
vrouw gekomen om het gezegde nog eens
te herhalen. Dus of H. J. de verdachte hier
nu al zei, dat hij alleen het woord akelig
heid maar had. gebezigd hij „hing", want er
waren twee getuigen, die het anders ver
telden.
Eisch en uitspraak werden een geldboe
te van 3.subs. 3 dagen.
En onze zandschipper deed heel wijselijk
afstand van hooger beroep er op staande,
dat hij dadelijk mocht betalen. En dat
mocht hU natuurlijk.
Havengeld ontdoken.
De schipper C. moest terecht staan om
dat hij het havengeld dat de gemeente Lei
don van hem te goed had listclijlc had pro-
beeren te ontduiken. Dat gaat bij de Lcid-
sche brugwachters maar niet zoo een, twee,
drie, dus was hij „bokkie" en werd hij ver
oordeeld tot een geldboete van 5 subs.
5 dagen.
Flesschentrekkeiij.
F. M. de Z. was bij J. B. T. te L e 1 d e n
gekomen om een colbertcostuum te koopen
voor 21.90. Momenteel had hij geen geld
en of het goed was dat hij later even kwam
betalen zeggende, dat hij in de Emmalaan
te Oegstgeest woonde. Toen betaling uit
bleef was de heer T. naar de Emmalaan
gegaan, maar daar wist men natuurlijk van
niets.
De winkelier H. J. W. te Leiden had
evenzoo voor een bedrag van 4.70 aan
verdachte verkocht, maar centjes had hij
niet gezien.
Wegens flesschentrekkery eischte de Of
ficier drie maanden gevangenisstraf.
Het vonnis werd een maand gevangenis
straf.
Kantongerecht te Lelden
Dronken bakfietsbestuurder.
A. H. J. S. te V o o r s c h o t e n had op
den Stationsweg te Leiden op 10 Augustus
des avonds omstreeks 10 uur op zijn motor
bakfiets gereden maar dit rijden was dus
danig geweest, dat het de argwaan van een
agent van politie had opgewekt. Zig-zag
over den weg en zoo nu en dan geheel links.
Bij aanhouding bleek verdachte dusdanig
in de „olie" te zijn, daf hij opgeborgen
werd op het bureau om weer „bij" te komen.
De ambtenaar vond het feit ernstig en
eischte een geldboete van 25 subs, 14
dagen.
Rekening houdende met de geldelijke
omstandigheden van den verdachte, werd
het vonnis een geldboete van 15 subs. 15
dagen.
Overtreding arbeidswet
A. O. R., directeur te Oegstgeest,
moest terecht staan omdat hij als directeur
van een fabriek te Alkemade vijf knechts
langer had laten werken. Zulks was al eens
meer gebeurd zoodat de eisch thans werd
een geldboete van 50 sulbs. 25 dagen.
De verdediger van verdachte wees er op,
dat zijn cliënt niet anders kon doen want
er moesten 50.000 veekoeken verwerkt wor
den.
Daarmede rekeninig houdende werd het
vonnis een geldboete van 10 subs, dagen.
ONBEVOEGD UITOEFENEN VAN DE
GENEESKUNST.
De vertegenwoordiger van het O. M.
bij de rechtbank te Rotterdam heeft tegen
een koopman, die reeds herhaaldelijk we
gens het onbevoegd uitoefenen van de ge
neeskunst is veroordeeld, negen maanden
gevangenisstraf geëischt wegens dood door
schuld.