$)e ivavóieiing. Ut het Wetten
Een periode van aiwachten
5)e zee-aaïiag.
Wijsheid 2: 10-18
Polens primaat in
de Eeuwige Stad
BINNENLAND
VRUDAG 22 SEPTEMBER 1939
SE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
HET FRANSCHE LEGERBERICHT.
Het Fransche tegenbericht van den och
tend van den 22sten September luidt:
In de gebieden ten Zuiden van Saar-
bruecken en ten Oosten van de Blies waren
onze voorhoedeposten actief. De artillerie
van beide partijen is over het geheele front
in actie.
DE LAATSTE DAGEN VÓÓR DEN
OORLOG.
Britsch witboek brengt interessante
„onthullingen".
Er is een Engelsch witboek uitgegeven,
waarin o.m. is opgenomen het Duitsohe ant
woord op het Britsche ultimatum van 3
September j.l.
Voorts behelst het witboek de Engelsche
en Duitsche mededeelingen uit den tijd vóór
den oorlog.
Het genoemde Duitsche antwoord zegt:
„De Duitsche regeering en het Duitsche
volk weigeren de eischen in den geest van
een ultimatum, dat gesteld is door de Brit
sche regeering, te aanvaarden, laat staan
na te komen. Wij zullen iedere agressieve
actie van den kant van Engeland met de
zelfde wapens beantwoorden en in den
zelfden vorm.''
Het Duitsche memorandum, dat om 11
uur 20 aan Henderson werd overhandigd,
dus twintig minuten na het verstrijken van
do tijdlimiet van het Britsche ultimatum,
verklaarde, dat de Britsche regeering „het
voorstel van Mussolini, dat nog in staat
geweest zou kunnen zijn, den vrede te red
den, had verworpen. De Britsche regeering
draagt derhalve de verantwoordelijkheid
voor al het ongeluk en de ellende, die thans
over de volkeren is gekomen en op het punt
staat over hen te komen."
Onder de vele opmerkelijke bijzonderhe
den, die het witboek publiceert, bevindt zich
o.m. de mededeeling, dat Hitler in het on
derhoud, dat hij op 28 Augustus met Hen
derson had, vroeg, of Engeland bereid zou
zijn een bondgenootschap met Duitschland
te aanvaarden.
In een vroeger onderhoud zeide Hitier te
gen Henderson, dat Engeland hem tot een
overeenkomst met Rusland had gedwon
gen. In een telegram aan Halifax voegde
Henderson aan deze mededeeling toe: „Hy
scheen niet enthousiast te zijn over het ver
drag, maar voegde hieraan toe, dat nu hij
de overeenkomst eenmaal gesloten had, het
voor een langen tijd zou zijn."
In een commentaar op het Duitsch
Russische pact deelde Henderson aan Ha
lifax mede: „Het zou mij verbazen, wan
neer het niet aangevuld was met iets meer
dan alleen de non-agressie".
Toen Henderson met Goering sprak over
het resultaat van een Engelseh-Duitschen
oorlog, zeide Goering, dat de geschiedenis
van Duitschland er eene is van „ups en
downs" en dat men thans een „up"-perio-
ae beleefde.
In het verslag van zijn onderhoud met
vor Ribbentrop op 30 Augustus schreef
Henderson: „Ribbentrop's geheele wijze
van optreccn tijdens het onaangename on
derhoud was een na-aping van Hitier op
zyn ergst.
„REALITEIT MOET ERKEND WORDEN".
Italiaansche persstemmen over den toestand
in Europa en de kansen op een vrede.
De Italiaansche bladen schreven giste
ren wederom, dat de gebiedende eisch van
dit oogenblik zoowel voor de regeeringen
als voor de volkeren is de realiteiten te er
kennen. Deze realiteiten zijn, dat de te Ver
sailles in het leven geroeper Poolsche staat
voor altyd dood is en dat de oorlog aan
het oostelijke front geëindigd is. Aange
zien voorts Duitschland zijn wil bevestigt
om zijn grenzen in het westen en zuiden te
eerbiedigen, blijft een nieuwe oorlog aan
het westelijke front nutteloos en zou hij een
nieuw feit vormen.
In de „Gomale d'Italia" schrijft de direc
teur van het blad, dat het niet bestaan van
den vroegeren Poolsahen staat door Roe
menië zelf erkend wordt, ondanks zijn
bondgenootschap met Polen tegen Rus
land. Boekarest heeft bovendien de Pool
sche regeering geïnterneerd, die op zyn
gebied was gevlucht met de bedoeling naar
Frankrijk te vertrekken. Er is echter meer,
want het feit, dat het Polen van Versail
les niet meer opnieuw tot stand gebracht
kan worden, wordt erkend door de Brit
sche en Fransche regeeringen zelf, die zich
welbewust er van onthouden hebben den
staat van oorlog uit te breiden tot Rus
land, dat toch het Poolsche gebied is bin
nengerukt op grond van het Duitsche op
treden. Ten slotte heeft de Engelsch-Fran
sche waarborg ten gunste van Polen in het
geheel niet gewerkt.
Het blad besluit met "de vraag te stellen,
of het werkelijk de moeite loont dat mil-
lioenen menschen in een verschrikkelijken
oorlog in het westen worden geworpen om
te trachten den vroegeren Poolschen staat
weer op te bouwen, die voorbestemd zou
zijn om in de toekomst een nieuwen oorlog
uit te lokken.
De „Lavomo Fascista" schrijft, dat de
antwoorden op de rede van Hitier zijn wat
zij zijn. Het is moeilijk zich in een tijdsbe
stek van acht en veertig uur te verplaat
sen van vurige ontoegeefelijkheid en wrok
naar de objectiviteit van de werkelijkheid.
Maar de groote verwachting van alle vol
keren gaat uit naar een vrede met recht
vaardigheid, waarvan thans de grondslagen
bestaan tengevolge van het wegnemen van
de oorzaak, die het conflict te voorschijn
heeft geroepen, d.w.z. het te Versailles ge
schapen Polen. Het is trouwens duidelijk,
dat iedere poging om Polen te herstellen
tegen den wil van Duitschland en Sovjet-
Rusland een catastrophe voor Europa met
zich mede zou brengen.
VERKLARINGEN VAN DR. GOEBBELS
Over Nederlands neutraliteit, hel Rijnland,
het Protectoraat en doodsberichten.
Rijksminister Goebbels heeft Donderdag
middag tijdens een conferentie van buiten-
landsche journalisten in de Wilhelmstrasse
verklaard, dat het Duitsche Rijk nooit de
Nederlandsche of Belgische neutraliteit zal
schenden. Geruchten waarin sprake is, dat
het Duitsche leger van plan zou zijn door
Nederland en België te marcheeren, zijn
volkomen uit de lucht gegrepen.
Behalve het bovenstaande, wat wij reeds
in een deel onzer vorige oplage berichtten,
verklaarde de minister nog:
Ook Luxemburg kan natuurlijk in deze
verklaring worden inbegrepen. De Britsche
berichten, dat het Rijnland van Aken tot
Saarbrueken zou zijn ontruimd, omdat men
hier een Fransche aanval verwacht, zijn
niet overeenkomstig de waarheid. Noch de
stad Aken, noch andere steden aan den
Nederrijn zijn ontruimd.
Vervolgens zeide hij: „In de buitenland-
sche pers doen steeds meer berichten de
ronde, dat gerekend moet worden op zeer
ernstige moeilijkheden in het protectoraat
of dat deze moeilijkheden reeds nu te zien
zouden zijn. Ook in dit geval kan ik deze
berichten met klem tegenspreken. De toe
stand in het protectoraat is absoluut kalm
en bevredigend voor onze behoeften.
Het derde dementi aldus vertelaarde
dr. Goebbels ten slotte behoef ik eigen
lijk niet uit te spreken. Ik he/b met groot
genoegen in de buitenlandsche pers gelezen,
dat ik reeds dood ben of ben afgetreden,
of dat ik my niet kan vereenigen met het
oorlogsdoel van den Fuehrer of de rijks-
regeering. Dit zijn zulke belachelijke, dom
me en naieve praatjes, dat ik er niets op
behoef te antwoorden".
Britsche schepen uit de Zwarte Zee.
Het Duitsche Nieuwsbureau verneemt
van betrouwbare zijde te Istanboel, dat de
Britsche schepen opdracht hebben gekre
gen de havens van de Zwarte Zee te mijden.
De Britsche schepen, welke in de Donau-
havens liggen, hebben opdracht gekregen,
aldus het D.N.B., zoo snel mogelijk naar
de Middellandsche Zee terug te keeren.
De „Bremen".
Officieel wordt te Londen tegengespro
ken, dat de „Bremen" door Britsche oor
logsschepen zou zijn buitgemaakt.
Schipbreukelingen per vliegtuig gered.
Het Britsche ministerie voor de voorlich
ting deelt mede, dat gisteren voor de eer
ste maal schipbreukelingen per vliegtuig
in veiligheid zijn gébracht. Twee vlieg-
booten redden n.l. de bemanning van het
Britsche vrachtschip „Kensington Court".
De toestellen waren op patrouille boven
den Atlantischen Oceaan, toen zij S.O.S.-
signalen opvingen van het zinkende stoom
schip. Tien minuten nadat het schip ge
zonken was, kwamen zij ter plaatse aan.
Zij vonden een kleine, overvolle boot, ter
wijl nog schipbreukelingen in het water
lagen, die zich aan de boot vastklemden.
Terwijl de eene vliegboot de wacht hield
in de lucht, streek de andere neer en nam
veertien man aan boord, van wie eenigen
in wanihopigen toestand verkeerden. Daar
na daalde de tweede vliegboot en redde de
overige twintig man.
.De duikboot, die de „Courageous"
torpedeerde.
In strijd met de Engelsche berichten, vol
gens welke de duikboot, die de „Coura
geous" getorpedeerd heeft, tot zinken zou
zijn gebracht, wordt geconstateerd, dat deze
duikboot zelf verscheidene uren na zijn
aanval op de „Courageous" zijn overwin
ning gemeld heeft.
Zeegevecht in het kanaal?
Aan de kust bij Whitestable heeft men
waargenomen, hoe een oorlogsschip zich in
snelle vaart van de kust verwijderde. Kor
ten tyd later hoorde men kanonvuur uit
de richting, die het schip had gevolgd. Men
vermoedde, dat een aanval op een duik
boot werd ondernomen.
Het Katholiek Comité van Actie
„Voor God" schrijft ons
Voorbeelden trekken!
Het voorbeeld is een wel
sprekende redevoering. Men
overtuigt gemakkelijk als men
door zijne daden demogelijkheid
aantoont van hetgeen men voor
staat.
St. Bernardus.
(De goddelooze spreekt):
Wij willen den armen vrome verdrukken, geen weduwe sparen,
Noch het witte haar van den hoogbejaarden grijsaard ontzien.
Onze kracht zal de maatstaf zijn van wat recht is;
Want het zwakke bewijst zijn eigan nutteloosheid.
Wij willen den vrome belagen, want hij is ons tot last,
En verzet zich tegen ons doen.
Hij beschuldigt ons van wetsovertreding,
En verwijt ons, dat wij misdoen tegen de tucht.
Hij beroemt er zich op, kennis van God te bezitten,
En noemt zichzelf een kind van den Heer.
Hij is ons een aanklacht van onze gezindheid,
Reeds zijn aanblik strekt ons tot last;
Want zijn leven wijkt af van dat der anderen,
Zijn wegen zijn geheel verschillend.
Wij gelden voor hem als valsche munt,
Hij mijdt onze wegen als drek;
Het einde der rechtvaardigen prijst hij gelukkig,
En trots noemt hij God zijn vader.
Wij willen eens zien, of zijn woorden waar zijn,
En de proef nemen, hoe het wel met hem afloopt.
Want is de rechtvaardige Gods Zoon, dan zal Hij hem helpen.
En uit de hand van zijn vijanden redden.
ZAL KARDINAAL HL O ND NOG NAAR
ZIJN LAND TERUGKEEREN?
Levensbijzonderheden van den
Kerkvorst
Volgens een bericht van het
Italiaansche Persagentschap „Ste-
fani" is Kardinaal Hlond, de Pri
maat van Polen, in de Eeuwige
Stad gearriveerd. De vraag rijst
thans of deze Kardinaal Aarts
bisschop van Gnesen-Posen nog
wel ooit naar zijn land zal terug-
keeren?
In verband met de jongste ge
beurtenissen in Polen laten we
hieronder enkele merkwaardige
bijzonderheden van Polen's Pri
maat volgen:
Kardinaal Dr. August Hlond, Aarts
bisschop van Gnesen-Posen en daardoor
Primaat van Polen, is afkomstig uit een
gezin van dertien kinderen. Zijn vader was
spoorwegbeambte in een nederige positie
in een klein plaatsje in Opper-Silezië.
August Hlond werd in 1881 geboren. Het
gezin telde vijf zoons, waarvan er vier zijn
ingetreden bij de Congregatie der Paters
Salesianen. Reeds op twintig jarigen leef
tijd promoveerde August Hlond, die door
zijn overheid naar Rome was gestuurd, tot
doctor in de Philosofie. In het jaar 1905
werd hij priester gewijd.
Korten tijd later werd hij aangewezen
om een klooster van de Salesianen te stich
ten in Przemysl, en daarna in Weenen. Ge-
ruimen tijd heeft hij in Weenen doorge
bracht. Hij was een uitmuntend leider
van de Weensche volksjeugd, want speciaal
voor deze verwaarloosde jeugd werd het
huis der Congregatie in de Oostenrijksche
hoofdstad geopend.
Uit zijn Weenschen tijd dateert zijn
vriendschap met den toenmaligen Nuntius
in Polen Mgr. Achille Ratti, die meer
malen bij zijn reizen van Rome naar zijn
standplaats en terug, een bezoek bracht
aan het klooster der Salesianen in Weenen.
Deze vriendschap zou van enorme beteeke-
nis worden voor het verdere leven van
den Salesianer-Overste Dr. August Hlond.
Toen Mgr. Achille Ratti, na tot Kardi
naal-Aartsbisschop van Milaan te zijn ver
heven, in 1922 tot Paus gekozen werd en
den naam aannam van Pius XI, duurde
het niet lang of de H. Vader herinnerde
zich de uitmuntende hoedanigheden en de
groote wetenschappelijke reputatie van
August Hlond, die intusschen was benoemd
tot Provinciaal Overste der Salesianen.
In hetzelfde jaar nog, in 1922 werd
August Hlond benoemd tot Apostolisch
Administrator van het afgescheiden Opper-
Silezië, en in 1925 volgde zijn benoeming
tot bisschop van Kattowitz. Niet lang is
Mgr. August Hlond hier werkzaam ge
bleven. Reeds een jaar later werd hij ver
heven tot aartsbisschop van Gnesen-Posen,
waardoor hij tevens in het bezit kwam van
den titel: Primaat van Polen. Kort daarop
werd de kerkvorst, die eerste 45 jaar oud
was, tot Kardinaal gecreëerd. De Kardi
naalsbaret werd hem overhandigd door
den Poolschen Staatspresident Maarschalk
Pilsoedski. Nog versch in het geheugen lig
gen de vele Herderlijke Brieven van Kar
dinaal Hlond. Hij kantte zich zoowel tegen
het Nieuw-Heidendom als tegen het bolsje
wisme, en weinig kerkvorsten hebben van
deze beide zijden zooveel smaad en laster
moeten ondergaan als Kardinaal Hlond. Hij
keerde zich tegen staatsalmacht, toen op
dit gebied in Polen bedenkelijke stroomin
gen aan het daglicht kwamen. Hij keerde
zich tegen den grooten invloed van de Joden
in Polen, maar tevens wees hij erop, dat
een beperking van de Joodsche invloed
geen vervolging en onrechtvaardigheden
met zich mee mocht brengen.
Onder de Kardinalen behoort Kardinaal
Hlond tot de meest actieve. Weinig Inter
nationale Congressen gingen voorbij, zon
der dat Kardinaal Hlond aanwezig was.
Enkele jaren geleden zagen wij hem bij de
groote sociale studiedagen in Mechelen, hij
was aanwezig op het eerste Groot-Scandi
navisch Eucharistisch Congres in Kopen
hagen in 1934, hij was tegenwoordig bij het
Internationaal Eucharistisch Congres van
Boedapest, bij de groote feesten der Fran
sche Katholieke Jeugd in Parijs in 1938, en
hij was Pauselijk Legaat bij het laatste
Internationale Christus-Congres in
Ljubljana.
En in alle landen die hij bezocht, ver
overde hij de sympathie der Katholieken
door zijn waardige verschijning.
VERKEERSFONDS
WEGEN- EN BRUGGEN
BOUW
ƒ33 millioen voor 1940 en ƒ9 millioen
voor bruggenbouw. i
De opbrengst van de motorrijtuigenbe
lasting wordt voor 1940, blijkens de ont-
werp-begrooting van het Verkeersfonds,
geraamd op 24.7 millioen, hetgeen een
millioen meer is dan voor 1939. De rijwiel-
belasting zal 250.000 meer opbrengen en
stijgen, naar schatting, tot ƒ8.5 millioen.
De zuivere opbrengst van beide belastin
gen is geraamd op ƒ31.9 millioen.
Van die opbrengst moet voor de rijks
wegen van het rijkswegen- en de pro
vinciale wegenplannen worden bestemd
9.5 millioen en aan de provinciën wor
den uitgekeerd 8.6 millioen ten behoeve
van de wegen op de provinciale wegen
plannen. Voorts ?2.4 millioen voor de ter
tiaire wegen.
Rekening houdende met de bedragen,
die voor rente en aflossing van voor we
genbouw opgenomen kapitalen noodig zijn,
blijft er van de ƒ9.5 millioen nog 5.9 mil
lioen voor uitvoering van werken beschik
baar.
Op den kapitaaldienst is voor den we
genbouw rond 27 millioen uitgetrokken.
Van de in vorige dienstjaren niet verwerk
te bedragen zal 6 millioen worden over
geschreven, zoodat in totaal ƒ33 millioen
ten laste van de wegen voor 1940 zal kun
nen worden verwerkt.
Het zal mogelijk zijn, aldus de minister
van Waterstaat, ir. Albarda, in de toelich
ting op de Verkeersfondsbegrooting, met
de beschikbare gelden den wegenbouw
krachtig te blijven voortzetten.
Voor den bouw van bruggen over de
groote rivieren en aanleg van toeleidende
wegen wordt gerekend op ƒ9.045.000. Ook
hierin zijn begrepen aanvragen van gelden
voor den bouw of voortzetting van den
bouw van de bruggen over de IJsel te De
venter, over de Boven-Merwede te Go-
rinchem en over de Hollandsche IJsel te
Krimpen.
Voorts zijn daarin begrepen bedragen
van 1.4 millioen en ƒ500.000 voor een
tunnel te Velsen en voor de vaste oever
verbinding (tunnel) te Rotterdam. In de
kosten van den laatsten tunnelbouw is uit
het Verkeersfonds een bedrag van ƒ8 mil
lioen toegezegd aan de gemeente Rotter
dam tot tijd en wijle de brug beoosten Rot
terdam is gebouwd. Verwacht wordt, dat
het voorschot aan de gemeente eind 1939
tot een bedrag van ƒ7.5 milloen zal zijn
uitbetaald.
De bouw van bruggen vindt regelmatig
voortgang. De minister verwacht, dat de
brug over de Noord bij Hendrik Ido Am
bacht eind 1939 gereed zal zijn.
Verkeersfonds.
In de Memorie van Toelichting tot de
gisteravond ingediende begrooting van het
Verkeersfonds, lezen wij:
Weg no. 4b zijtak VoorschotenOegst-
geest, gedeelte: weg no. 4a (nabij Voor
schoten)weg no. 11 (nabij De Vink). Dit
wegvak vormt een onderdeel van de ver
binding RotterdamHaarlem, via Oegst-
geest In 1940 zal de grondaankoop voor
dit wegvak kunnen worden voltooid, waar
voor 50.000 wordt aangevraagd. Voor den
bouw van een beweegbare brug over den
Vliet nabij Allemansgeest en enkele andere
kunstwerken wordt in 1940 ƒ200.000 ge
vorderd. In dat jaar zullen de grondwer
ken, waarmede in 1939 bereids een aan
vang zal Worden gemaakt, worden voort
gezet; de uitgaven daarvoor in 19?t) worden
geraamd op ƒ400.000.
Er zal naar worden gestreefd, dat dit
wegvak in 1942 voor het verkeer kan wor
den opengesteld, tegelijk met het gedeelte
RijswijkVoorschoten van weg no. 4a.
Weg no. 20 RotterdamMaassluis
's Gravenhage, gedeelte RotterdamMaas
sluisHonselerdijk. De aanleg van het
wegvak van den Maasdijk over Maassluis
tot Vlaardingen is in uitvoering. Voor de
voltooiing van dit wegvak, welke tegen
het einde van 1940 tegemoet zal kunnen
worden gezien, wordt ƒ445.000 aange
vraagd.
Voor voortzetting van den aanleg van
het wegdek van Vlaardingen tot den pro
vincialen weg naar westelijk Delft wordt
ƒ450.000 aangevraagd.
Op grond van het ingestelde onderzoek
wordt het wenschelijk geacht een rijwiel
pad aan te leggen van Rotterdam naar
Maasdijk ter aansluiting aan den provin
cialen weg naar Hoek van Holland. Voor
een begin van uitvoering van dit rijwiel
pad langs het wegvak Maasdijk—Vlaardin
gen wordt 100.000 aangevraagd.
Het snelverkeer RotterdamDen Haag
met Amsterdam.
Ten einde zoo spoedig mogelijk te voor
zien in een korte verbinding voor snelver
keer tusschen Rotterdam en Den Haag met
Amsterdam, zal, naar wij in de gisteravond
verschenen begrooting van het Verkeers
fonds lezen, ook de aanleg van het gedeelte
van weg no. 4a van den weg no. 4 (Bur
gerveen) tot weg no. 4b bij Voorschoten
met kracht ter hand worden genomen.
Voor grondaankoop wordt f 470.000 en
voor enkele plaatselijk terstond noodige
werken wordt ƒ60.000 aangevraagd.
Het wegvak van weg no. 4b (Voorscho
ten) tot weg no. 12 ('s-Gravenhage
Utrecht) zal vermoedelijk in 1942 voltooid
kunnen zijn. Voor voltooiing van den
grondaankoop en voortzetting van den
bouw van kunstwerken, en van den aan
leg van de aardebaan, wordt een bedrag
van ƒ1.530.000 aangevraagd.
De weg Den HaagUtrecht
Van Den Haag tot Bodegraven is de weg
Den HaagUtrechtDe Klomp Arn
hem) in Januari 1939 voor het verkeer
opengesteld. Het daaraan aansluitende ge
deelte tot het bij de samenkomst van de
wegen nos. 2, 12 en 26 nabij Utrecht te ma
ken verkeersplein zal, aldus wordt in de
begrooting van het Verkeersfonds mede
gedeeld, vermoedelijk nog tegen het einde
van 1939 opengesteld kunnen worden,
waardoor tevens een goede verbinding
van Den Haag met het Zuidoostelijk ge
deelte van het land zal worden verkregen.
De werken voor den aanleg van het weg
vak van genoemd verkeersplein tot den
Rondweg (weg. no. 22) om Utrecht, wor
den met kracht voortgezet en zullen einde
1941 voltooid kunnen zijn, gelijktijdig met
den Rondweg. Voor de voltooiing van de
aardebaan van en de kunstwerken in dit
wegvak en voor een begin van de te ma
ken wegverhardingen wordt ƒ365.000 aan
gevraagd.
Voor grondaankoop, den bouw van
kunstwerken en uitvoering van een ge
deelte der aardebaan wordt voor 1940
1.41Q.000 aangevraagd.
HOOGERE OPBRENGST MOTOR
RIJTUIGEN- EN RIJWIELBELASTING
VERWACHT
De minister van Waterstaat raamt de
uitgaven van het Verkeersfonds voor 1940
op 63.4 millioen op den gewonen dienst
en 53.9 millioen op den kapitaaldienst,
zoodat het eindcijfer 117.4 millioen be
draagt.
Door „Waterstaat" wordt 25.8 millioen
uitgekeerd, hetgeen 3.8 millioen minder
is dan het vorige jaar. De voornaamste oor
zaak hiervan is de omstandigheid, dat de
dekking van het bedrijfsverlies van de Ne
derlandsche Spoorwegen, dat voor 1939 op
22 millioen werd geraamd, ook voor 1940
weer 2.5 millioen gulden lager kan worden
vastgesteld.
De inkomsten mogen hooger worden ge
schat dan in 1939. Gerekend mag worden
op een aanzienlijke stijging der inkomsten
ten bate van de landwegen, namelijk 1.2
millioen. Dit is voornamelijk tc danken, al
dus minister Albarda in zijn toelichting,
aan de te verwachten hoogere opbrengst
van de motorrijtuigen en rijwielbelasting.
ZEVENTIEN MILLIOEN VOOR
INDIJKING.
Werk aan Noord-Oost-Polder.
Op de begrooting van het Zuiderzeefonds
is 18.4 millioen gulden aangevraagd voor
de Noord-Oostelijke polder. Hiervan is 17
millioen bestemd voor de indijking en
droogmaking.
De verminderde uitgaven met 2.2 mil-
iiuen gulden in vergelijking met 1939 zijn
niet een gevrig van een vertraging in de
u'tvoering der werken, maar houden ver
band me. het begin van droogmalen van
den polder. In deze periode kunnen uiter
aard weinig belangrijke werken worden
uitgevoerd. Aldus licht de minister van
Waterstaat, ir. J. W. Albarda, de begroo
ting van het Zuiderzeefonds toe.