$)e ivavóieiing. Ut het Wetten Een periode van aiwachten 5)e zee-aaïiag. Wijsheid 2: 10-18 Polens primaat in de Eeuwige Stad BINNENLAND VRUDAG 22 SEPTEMBER 1939 SE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 HET FRANSCHE LEGERBERICHT. Het Fransche tegenbericht van den och tend van den 22sten September luidt: In de gebieden ten Zuiden van Saar- bruecken en ten Oosten van de Blies waren onze voorhoedeposten actief. De artillerie van beide partijen is over het geheele front in actie. DE LAATSTE DAGEN VÓÓR DEN OORLOG. Britsch witboek brengt interessante „onthullingen". Er is een Engelsch witboek uitgegeven, waarin o.m. is opgenomen het Duitsohe ant woord op het Britsche ultimatum van 3 September j.l. Voorts behelst het witboek de Engelsche en Duitsche mededeelingen uit den tijd vóór den oorlog. Het genoemde Duitsche antwoord zegt: „De Duitsche regeering en het Duitsche volk weigeren de eischen in den geest van een ultimatum, dat gesteld is door de Brit sche regeering, te aanvaarden, laat staan na te komen. Wij zullen iedere agressieve actie van den kant van Engeland met de zelfde wapens beantwoorden en in den zelfden vorm.'' Het Duitsche memorandum, dat om 11 uur 20 aan Henderson werd overhandigd, dus twintig minuten na het verstrijken van do tijdlimiet van het Britsche ultimatum, verklaarde, dat de Britsche regeering „het voorstel van Mussolini, dat nog in staat geweest zou kunnen zijn, den vrede te red den, had verworpen. De Britsche regeering draagt derhalve de verantwoordelijkheid voor al het ongeluk en de ellende, die thans over de volkeren is gekomen en op het punt staat over hen te komen." Onder de vele opmerkelijke bijzonderhe den, die het witboek publiceert, bevindt zich o.m. de mededeeling, dat Hitler in het on derhoud, dat hij op 28 Augustus met Hen derson had, vroeg, of Engeland bereid zou zijn een bondgenootschap met Duitschland te aanvaarden. In een vroeger onderhoud zeide Hitier te gen Henderson, dat Engeland hem tot een overeenkomst met Rusland had gedwon gen. In een telegram aan Halifax voegde Henderson aan deze mededeeling toe: „Hy scheen niet enthousiast te zijn over het ver drag, maar voegde hieraan toe, dat nu hij de overeenkomst eenmaal gesloten had, het voor een langen tijd zou zijn." In een commentaar op het Duitsch Russische pact deelde Henderson aan Ha lifax mede: „Het zou mij verbazen, wan neer het niet aangevuld was met iets meer dan alleen de non-agressie". Toen Henderson met Goering sprak over het resultaat van een Engelseh-Duitschen oorlog, zeide Goering, dat de geschiedenis van Duitschland er eene is van „ups en downs" en dat men thans een „up"-perio- ae beleefde. In het verslag van zijn onderhoud met vor Ribbentrop op 30 Augustus schreef Henderson: „Ribbentrop's geheele wijze van optreccn tijdens het onaangename on derhoud was een na-aping van Hitier op zyn ergst. „REALITEIT MOET ERKEND WORDEN". Italiaansche persstemmen over den toestand in Europa en de kansen op een vrede. De Italiaansche bladen schreven giste ren wederom, dat de gebiedende eisch van dit oogenblik zoowel voor de regeeringen als voor de volkeren is de realiteiten te er kennen. Deze realiteiten zijn, dat de te Ver sailles in het leven geroeper Poolsche staat voor altyd dood is en dat de oorlog aan het oostelijke front geëindigd is. Aange zien voorts Duitschland zijn wil bevestigt om zijn grenzen in het westen en zuiden te eerbiedigen, blijft een nieuwe oorlog aan het westelijke front nutteloos en zou hij een nieuw feit vormen. In de „Gomale d'Italia" schrijft de direc teur van het blad, dat het niet bestaan van den vroegeren Poolsahen staat door Roe menië zelf erkend wordt, ondanks zijn bondgenootschap met Polen tegen Rus land. Boekarest heeft bovendien de Pool sche regeering geïnterneerd, die op zyn gebied was gevlucht met de bedoeling naar Frankrijk te vertrekken. Er is echter meer, want het feit, dat het Polen van Versail les niet meer opnieuw tot stand gebracht kan worden, wordt erkend door de Brit sche en Fransche regeeringen zelf, die zich welbewust er van onthouden hebben den staat van oorlog uit te breiden tot Rus land, dat toch het Poolsche gebied is bin nengerukt op grond van het Duitsche op treden. Ten slotte heeft de Engelsch-Fran sche waarborg ten gunste van Polen in het geheel niet gewerkt. Het blad besluit met "de vraag te stellen, of het werkelijk de moeite loont dat mil- lioenen menschen in een verschrikkelijken oorlog in het westen worden geworpen om te trachten den vroegeren Poolschen staat weer op te bouwen, die voorbestemd zou zijn om in de toekomst een nieuwen oorlog uit te lokken. De „Lavomo Fascista" schrijft, dat de antwoorden op de rede van Hitier zijn wat zij zijn. Het is moeilijk zich in een tijdsbe stek van acht en veertig uur te verplaat sen van vurige ontoegeefelijkheid en wrok naar de objectiviteit van de werkelijkheid. Maar de groote verwachting van alle vol keren gaat uit naar een vrede met recht vaardigheid, waarvan thans de grondslagen bestaan tengevolge van het wegnemen van de oorzaak, die het conflict te voorschijn heeft geroepen, d.w.z. het te Versailles ge schapen Polen. Het is trouwens duidelijk, dat iedere poging om Polen te herstellen tegen den wil van Duitschland en Sovjet- Rusland een catastrophe voor Europa met zich mede zou brengen. VERKLARINGEN VAN DR. GOEBBELS Over Nederlands neutraliteit, hel Rijnland, het Protectoraat en doodsberichten. Rijksminister Goebbels heeft Donderdag middag tijdens een conferentie van buiten- landsche journalisten in de Wilhelmstrasse verklaard, dat het Duitsche Rijk nooit de Nederlandsche of Belgische neutraliteit zal schenden. Geruchten waarin sprake is, dat het Duitsche leger van plan zou zijn door Nederland en België te marcheeren, zijn volkomen uit de lucht gegrepen. Behalve het bovenstaande, wat wij reeds in een deel onzer vorige oplage berichtten, verklaarde de minister nog: Ook Luxemburg kan natuurlijk in deze verklaring worden inbegrepen. De Britsche berichten, dat het Rijnland van Aken tot Saarbrueken zou zijn ontruimd, omdat men hier een Fransche aanval verwacht, zijn niet overeenkomstig de waarheid. Noch de stad Aken, noch andere steden aan den Nederrijn zijn ontruimd. Vervolgens zeide hij: „In de buitenland- sche pers doen steeds meer berichten de ronde, dat gerekend moet worden op zeer ernstige moeilijkheden in het protectoraat of dat deze moeilijkheden reeds nu te zien zouden zijn. Ook in dit geval kan ik deze berichten met klem tegenspreken. De toe stand in het protectoraat is absoluut kalm en bevredigend voor onze behoeften. Het derde dementi aldus vertelaarde dr. Goebbels ten slotte behoef ik eigen lijk niet uit te spreken. Ik he/b met groot genoegen in de buitenlandsche pers gelezen, dat ik reeds dood ben of ben afgetreden, of dat ik my niet kan vereenigen met het oorlogsdoel van den Fuehrer of de rijks- regeering. Dit zijn zulke belachelijke, dom me en naieve praatjes, dat ik er niets op behoef te antwoorden". Britsche schepen uit de Zwarte Zee. Het Duitsche Nieuwsbureau verneemt van betrouwbare zijde te Istanboel, dat de Britsche schepen opdracht hebben gekre gen de havens van de Zwarte Zee te mijden. De Britsche schepen, welke in de Donau- havens liggen, hebben opdracht gekregen, aldus het D.N.B., zoo snel mogelijk naar de Middellandsche Zee terug te keeren. De „Bremen". Officieel wordt te Londen tegengespro ken, dat de „Bremen" door Britsche oor logsschepen zou zijn buitgemaakt. Schipbreukelingen per vliegtuig gered. Het Britsche ministerie voor de voorlich ting deelt mede, dat gisteren voor de eer ste maal schipbreukelingen per vliegtuig in veiligheid zijn gébracht. Twee vlieg- booten redden n.l. de bemanning van het Britsche vrachtschip „Kensington Court". De toestellen waren op patrouille boven den Atlantischen Oceaan, toen zij S.O.S.- signalen opvingen van het zinkende stoom schip. Tien minuten nadat het schip ge zonken was, kwamen zij ter plaatse aan. Zij vonden een kleine, overvolle boot, ter wijl nog schipbreukelingen in het water lagen, die zich aan de boot vastklemden. Terwijl de eene vliegboot de wacht hield in de lucht, streek de andere neer en nam veertien man aan boord, van wie eenigen in wanihopigen toestand verkeerden. Daar na daalde de tweede vliegboot en redde de overige twintig man. .De duikboot, die de „Courageous" torpedeerde. In strijd met de Engelsche berichten, vol gens welke de duikboot, die de „Coura geous" getorpedeerd heeft, tot zinken zou zijn gebracht, wordt geconstateerd, dat deze duikboot zelf verscheidene uren na zijn aanval op de „Courageous" zijn overwin ning gemeld heeft. Zeegevecht in het kanaal? Aan de kust bij Whitestable heeft men waargenomen, hoe een oorlogsschip zich in snelle vaart van de kust verwijderde. Kor ten tyd later hoorde men kanonvuur uit de richting, die het schip had gevolgd. Men vermoedde, dat een aanval op een duik boot werd ondernomen. Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" schrijft ons Voorbeelden trekken! Het voorbeeld is een wel sprekende redevoering. Men overtuigt gemakkelijk als men door zijne daden demogelijkheid aantoont van hetgeen men voor staat. St. Bernardus. (De goddelooze spreekt): Wij willen den armen vrome verdrukken, geen weduwe sparen, Noch het witte haar van den hoogbejaarden grijsaard ontzien. Onze kracht zal de maatstaf zijn van wat recht is; Want het zwakke bewijst zijn eigan nutteloosheid. Wij willen den vrome belagen, want hij is ons tot last, En verzet zich tegen ons doen. Hij beschuldigt ons van wetsovertreding, En verwijt ons, dat wij misdoen tegen de tucht. Hij beroemt er zich op, kennis van God te bezitten, En noemt zichzelf een kind van den Heer. Hij is ons een aanklacht van onze gezindheid, Reeds zijn aanblik strekt ons tot last; Want zijn leven wijkt af van dat der anderen, Zijn wegen zijn geheel verschillend. Wij gelden voor hem als valsche munt, Hij mijdt onze wegen als drek; Het einde der rechtvaardigen prijst hij gelukkig, En trots noemt hij God zijn vader. Wij willen eens zien, of zijn woorden waar zijn, En de proef nemen, hoe het wel met hem afloopt. Want is de rechtvaardige Gods Zoon, dan zal Hij hem helpen. En uit de hand van zijn vijanden redden. ZAL KARDINAAL HL O ND NOG NAAR ZIJN LAND TERUGKEEREN? Levensbijzonderheden van den Kerkvorst Volgens een bericht van het Italiaansche Persagentschap „Ste- fani" is Kardinaal Hlond, de Pri maat van Polen, in de Eeuwige Stad gearriveerd. De vraag rijst thans of deze Kardinaal Aarts bisschop van Gnesen-Posen nog wel ooit naar zijn land zal terug- keeren? In verband met de jongste ge beurtenissen in Polen laten we hieronder enkele merkwaardige bijzonderheden van Polen's Pri maat volgen: Kardinaal Dr. August Hlond, Aarts bisschop van Gnesen-Posen en daardoor Primaat van Polen, is afkomstig uit een gezin van dertien kinderen. Zijn vader was spoorwegbeambte in een nederige positie in een klein plaatsje in Opper-Silezië. August Hlond werd in 1881 geboren. Het gezin telde vijf zoons, waarvan er vier zijn ingetreden bij de Congregatie der Paters Salesianen. Reeds op twintig jarigen leef tijd promoveerde August Hlond, die door zijn overheid naar Rome was gestuurd, tot doctor in de Philosofie. In het jaar 1905 werd hij priester gewijd. Korten tijd later werd hij aangewezen om een klooster van de Salesianen te stich ten in Przemysl, en daarna in Weenen. Ge- ruimen tijd heeft hij in Weenen doorge bracht. Hij was een uitmuntend leider van de Weensche volksjeugd, want speciaal voor deze verwaarloosde jeugd werd het huis der Congregatie in de Oostenrijksche hoofdstad geopend. Uit zijn Weenschen tijd dateert zijn vriendschap met den toenmaligen Nuntius in Polen Mgr. Achille Ratti, die meer malen bij zijn reizen van Rome naar zijn standplaats en terug, een bezoek bracht aan het klooster der Salesianen in Weenen. Deze vriendschap zou van enorme beteeke- nis worden voor het verdere leven van den Salesianer-Overste Dr. August Hlond. Toen Mgr. Achille Ratti, na tot Kardi naal-Aartsbisschop van Milaan te zijn ver heven, in 1922 tot Paus gekozen werd en den naam aannam van Pius XI, duurde het niet lang of de H. Vader herinnerde zich de uitmuntende hoedanigheden en de groote wetenschappelijke reputatie van August Hlond, die intusschen was benoemd tot Provinciaal Overste der Salesianen. In hetzelfde jaar nog, in 1922 werd August Hlond benoemd tot Apostolisch Administrator van het afgescheiden Opper- Silezië, en in 1925 volgde zijn benoeming tot bisschop van Kattowitz. Niet lang is Mgr. August Hlond hier werkzaam ge bleven. Reeds een jaar later werd hij ver heven tot aartsbisschop van Gnesen-Posen, waardoor hij tevens in het bezit kwam van den titel: Primaat van Polen. Kort daarop werd de kerkvorst, die eerste 45 jaar oud was, tot Kardinaal gecreëerd. De Kardi naalsbaret werd hem overhandigd door den Poolschen Staatspresident Maarschalk Pilsoedski. Nog versch in het geheugen lig gen de vele Herderlijke Brieven van Kar dinaal Hlond. Hij kantte zich zoowel tegen het Nieuw-Heidendom als tegen het bolsje wisme, en weinig kerkvorsten hebben van deze beide zijden zooveel smaad en laster moeten ondergaan als Kardinaal Hlond. Hij keerde zich tegen staatsalmacht, toen op dit gebied in Polen bedenkelijke stroomin gen aan het daglicht kwamen. Hij keerde zich tegen den grooten invloed van de Joden in Polen, maar tevens wees hij erop, dat een beperking van de Joodsche invloed geen vervolging en onrechtvaardigheden met zich mee mocht brengen. Onder de Kardinalen behoort Kardinaal Hlond tot de meest actieve. Weinig Inter nationale Congressen gingen voorbij, zon der dat Kardinaal Hlond aanwezig was. Enkele jaren geleden zagen wij hem bij de groote sociale studiedagen in Mechelen, hij was aanwezig op het eerste Groot-Scandi navisch Eucharistisch Congres in Kopen hagen in 1934, hij was tegenwoordig bij het Internationaal Eucharistisch Congres van Boedapest, bij de groote feesten der Fran sche Katholieke Jeugd in Parijs in 1938, en hij was Pauselijk Legaat bij het laatste Internationale Christus-Congres in Ljubljana. En in alle landen die hij bezocht, ver overde hij de sympathie der Katholieken door zijn waardige verschijning. VERKEERSFONDS WEGEN- EN BRUGGEN BOUW ƒ33 millioen voor 1940 en ƒ9 millioen voor bruggenbouw. i De opbrengst van de motorrijtuigenbe lasting wordt voor 1940, blijkens de ont- werp-begrooting van het Verkeersfonds, geraamd op 24.7 millioen, hetgeen een millioen meer is dan voor 1939. De rijwiel- belasting zal 250.000 meer opbrengen en stijgen, naar schatting, tot ƒ8.5 millioen. De zuivere opbrengst van beide belastin gen is geraamd op ƒ31.9 millioen. Van die opbrengst moet voor de rijks wegen van het rijkswegen- en de pro vinciale wegenplannen worden bestemd 9.5 millioen en aan de provinciën wor den uitgekeerd 8.6 millioen ten behoeve van de wegen op de provinciale wegen plannen. Voorts ?2.4 millioen voor de ter tiaire wegen. Rekening houdende met de bedragen, die voor rente en aflossing van voor we genbouw opgenomen kapitalen noodig zijn, blijft er van de ƒ9.5 millioen nog 5.9 mil lioen voor uitvoering van werken beschik baar. Op den kapitaaldienst is voor den we genbouw rond 27 millioen uitgetrokken. Van de in vorige dienstjaren niet verwerk te bedragen zal 6 millioen worden over geschreven, zoodat in totaal ƒ33 millioen ten laste van de wegen voor 1940 zal kun nen worden verwerkt. Het zal mogelijk zijn, aldus de minister van Waterstaat, ir. Albarda, in de toelich ting op de Verkeersfondsbegrooting, met de beschikbare gelden den wegenbouw krachtig te blijven voortzetten. Voor den bouw van bruggen over de groote rivieren en aanleg van toeleidende wegen wordt gerekend op ƒ9.045.000. Ook hierin zijn begrepen aanvragen van gelden voor den bouw of voortzetting van den bouw van de bruggen over de IJsel te De venter, over de Boven-Merwede te Go- rinchem en over de Hollandsche IJsel te Krimpen. Voorts zijn daarin begrepen bedragen van 1.4 millioen en ƒ500.000 voor een tunnel te Velsen en voor de vaste oever verbinding (tunnel) te Rotterdam. In de kosten van den laatsten tunnelbouw is uit het Verkeersfonds een bedrag van ƒ8 mil lioen toegezegd aan de gemeente Rotter dam tot tijd en wijle de brug beoosten Rot terdam is gebouwd. Verwacht wordt, dat het voorschot aan de gemeente eind 1939 tot een bedrag van ƒ7.5 milloen zal zijn uitbetaald. De bouw van bruggen vindt regelmatig voortgang. De minister verwacht, dat de brug over de Noord bij Hendrik Ido Am bacht eind 1939 gereed zal zijn. Verkeersfonds. In de Memorie van Toelichting tot de gisteravond ingediende begrooting van het Verkeersfonds, lezen wij: Weg no. 4b zijtak VoorschotenOegst- geest, gedeelte: weg no. 4a (nabij Voor schoten)weg no. 11 (nabij De Vink). Dit wegvak vormt een onderdeel van de ver binding RotterdamHaarlem, via Oegst- geest In 1940 zal de grondaankoop voor dit wegvak kunnen worden voltooid, waar voor 50.000 wordt aangevraagd. Voor den bouw van een beweegbare brug over den Vliet nabij Allemansgeest en enkele andere kunstwerken wordt in 1940 ƒ200.000 ge vorderd. In dat jaar zullen de grondwer ken, waarmede in 1939 bereids een aan vang zal Worden gemaakt, worden voort gezet; de uitgaven daarvoor in 19?t) worden geraamd op ƒ400.000. Er zal naar worden gestreefd, dat dit wegvak in 1942 voor het verkeer kan wor den opengesteld, tegelijk met het gedeelte RijswijkVoorschoten van weg no. 4a. Weg no. 20 RotterdamMaassluis 's Gravenhage, gedeelte RotterdamMaas sluisHonselerdijk. De aanleg van het wegvak van den Maasdijk over Maassluis tot Vlaardingen is in uitvoering. Voor de voltooiing van dit wegvak, welke tegen het einde van 1940 tegemoet zal kunnen worden gezien, wordt ƒ445.000 aange vraagd. Voor voortzetting van den aanleg van het wegdek van Vlaardingen tot den pro vincialen weg naar westelijk Delft wordt ƒ450.000 aangevraagd. Op grond van het ingestelde onderzoek wordt het wenschelijk geacht een rijwiel pad aan te leggen van Rotterdam naar Maasdijk ter aansluiting aan den provin cialen weg naar Hoek van Holland. Voor een begin van uitvoering van dit rijwiel pad langs het wegvak Maasdijk—Vlaardin gen wordt 100.000 aangevraagd. Het snelverkeer RotterdamDen Haag met Amsterdam. Ten einde zoo spoedig mogelijk te voor zien in een korte verbinding voor snelver keer tusschen Rotterdam en Den Haag met Amsterdam, zal, naar wij in de gisteravond verschenen begrooting van het Verkeers fonds lezen, ook de aanleg van het gedeelte van weg no. 4a van den weg no. 4 (Bur gerveen) tot weg no. 4b bij Voorschoten met kracht ter hand worden genomen. Voor grondaankoop wordt f 470.000 en voor enkele plaatselijk terstond noodige werken wordt ƒ60.000 aangevraagd. Het wegvak van weg no. 4b (Voorscho ten) tot weg no. 12 ('s-Gravenhage Utrecht) zal vermoedelijk in 1942 voltooid kunnen zijn. Voor voltooiing van den grondaankoop en voortzetting van den bouw van kunstwerken, en van den aan leg van de aardebaan, wordt een bedrag van ƒ1.530.000 aangevraagd. De weg Den HaagUtrecht Van Den Haag tot Bodegraven is de weg Den HaagUtrechtDe Klomp Arn hem) in Januari 1939 voor het verkeer opengesteld. Het daaraan aansluitende ge deelte tot het bij de samenkomst van de wegen nos. 2, 12 en 26 nabij Utrecht te ma ken verkeersplein zal, aldus wordt in de begrooting van het Verkeersfonds mede gedeeld, vermoedelijk nog tegen het einde van 1939 opengesteld kunnen worden, waardoor tevens een goede verbinding van Den Haag met het Zuidoostelijk ge deelte van het land zal worden verkregen. De werken voor den aanleg van het weg vak van genoemd verkeersplein tot den Rondweg (weg. no. 22) om Utrecht, wor den met kracht voortgezet en zullen einde 1941 voltooid kunnen zijn, gelijktijdig met den Rondweg. Voor de voltooiing van de aardebaan van en de kunstwerken in dit wegvak en voor een begin van de te ma ken wegverhardingen wordt ƒ365.000 aan gevraagd. Voor grondaankoop, den bouw van kunstwerken en uitvoering van een ge deelte der aardebaan wordt voor 1940 1.41Q.000 aangevraagd. HOOGERE OPBRENGST MOTOR RIJTUIGEN- EN RIJWIELBELASTING VERWACHT De minister van Waterstaat raamt de uitgaven van het Verkeersfonds voor 1940 op 63.4 millioen op den gewonen dienst en 53.9 millioen op den kapitaaldienst, zoodat het eindcijfer 117.4 millioen be draagt. Door „Waterstaat" wordt 25.8 millioen uitgekeerd, hetgeen 3.8 millioen minder is dan het vorige jaar. De voornaamste oor zaak hiervan is de omstandigheid, dat de dekking van het bedrijfsverlies van de Ne derlandsche Spoorwegen, dat voor 1939 op 22 millioen werd geraamd, ook voor 1940 weer 2.5 millioen gulden lager kan worden vastgesteld. De inkomsten mogen hooger worden ge schat dan in 1939. Gerekend mag worden op een aanzienlijke stijging der inkomsten ten bate van de landwegen, namelijk 1.2 millioen. Dit is voornamelijk tc danken, al dus minister Albarda in zijn toelichting, aan de te verwachten hoogere opbrengst van de motorrijtuigen en rijwielbelasting. ZEVENTIEN MILLIOEN VOOR INDIJKING. Werk aan Noord-Oost-Polder. Op de begrooting van het Zuiderzeefonds is 18.4 millioen gulden aangevraagd voor de Noord-Oostelijke polder. Hiervan is 17 millioen bestemd voor de indijking en droogmaking. De verminderde uitgaven met 2.2 mil- iiuen gulden in vergelijking met 1939 zijn niet een gevrig van een vertraging in de u'tvoering der werken, maar houden ver band me. het begin van droogmalen van den polder. In deze periode kunnen uiter aard weinig belangrijke werken worden uitgevoerd. Aldus licht de minister van Waterstaat, ir. J. W. Albarda, de begroo ting van het Zuiderzeefonds toe.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 6