T\
De verpleegster
Koninklijke
onderscheidingen
WOENSDAG 30 AUGUSTUS 1939
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 8
Ontvangbe1
■jbutie
WIJS
ekaarten
Ondergetekende verklaart, na zich te hebben
overtuigd^fe hebben ontvangen Rijksdistributie-
kaart/oor zich en zijn huisgenooten, allen opge
ien In het bevolkingsregister dezer gemeente aan
^mmestaand adres.
AMSTERDAM.
HandtMkaning e
1939.
91
Op a.s.,
DIENST
van 10 tot 22 uur, zal in de
Departement van
Binnenlandsche Zaken
Valeriusschool,
Des Presstraat 3
X
zitting wórden gehouden voor dc uit
DEN HEER
reiking van Rljksdistributlekaartcn. Tegen
MW."
overlegging van deze kaart en op vertoon
van legitimatiebewijzen (pas. trouwboekje.
-
enz.) kunt U of uw gemachtigde dc U
(en eventueel Uw gezin) toekomende
kaart(cn) in ontvangst nemen. Ter be
spoediging van dc afgifte gelieve U de2e
j
kaart reeds tevoren van Uwe hand-
tcckcnlng, als bewijs van ontvangst, te
voorzien.
AMSTERDAM
Hij die dit ontvangbewijs valschclijk
ondcrtcekent, Is wegens vafschheid in
No. 1161
geschrifte strafbaar met een gevangenis
Van den Burgemeester J
straf vanf ten hoogste vijf jaren.
s
,Ü5'. llliU
Oe voor- en achterzijde van het ontvangbewijs der Rijksdistributie-kaarten welke
thans bij duizenden gesorteerd worden. j
door J. L. S.
Toen Lize in haar laatste schooljaar was,
las ze de levensgeschiedenis van Florence
Nightingale, en van dien dag af stond het
bij haar vast, dat zij ook verpleegster zou
worden.
Alle bezwaren die mama opperde, wer
den weerlegd, elke tegenkanting van pa
pa's kant overwonnen. Lize ontwikkelde
een vastheid van wil die iedereen over
blufte, en ze kreeg haar zin. Er werd werk
van gemaakt om haar na het einde van het
schooljaar als leerlinge geplaatst te krij
gen in een ziekenhuis; maar groot was de
teleurstelling toen ze te jong werd bevon
den; men nam geen leerlingen aan bene
den 20 jaar.
Toen besloot mama haar nog twee jaren
thuis te houden en haar in het huishoude
lijk werk te bekwamen, in stilte hopend
dat Lize haar plan zou opgeven. Twee
jaar!
Lize zag er aardig uit, wie weet....
Doch Lize zelf dacht anders.
Nu ze wist dat haar groote wensch geen
weerklank vond bij de huisgenooten, hoe
wel men er tenslotte in had berust en haar
d'r gang liet gaan, koesterde ze hem in
stilte, sprak er weinig, maar dacht er des
te meer over.
De romans en dichtwerken op haar
boekenrekje maakten plaats voor brochu
res over eerste hulp bij ongelukken, de
kunst om verbanden te leggen en vele an
dere onderwerpen op het gebied van heel
kunde.
Toen de oorlog was uitgebroken en er in
alle steden en dorpen cursussen werden
gegeven in verbandleer, was Lize zelden
thuis te vinden, maar men kan met zeker
heid zeggen dat ze den cursus volgde van
dezen dokter of die verpleegster. De huis
genooten, hoewel plagend en afkeurend
stelden zich op haar verzoek tot hare be
schikking als ze iemand noodig had om
haar verbandkunst te beproeven.
Toe paatje, even maar, u kunt gerust
door blijven lezen, leen me even uw
hoofd.
En papa's kale hoofdschedel werd om
zwachteld, nog voor de toestemming werd
verleend.
Ziet u, uw hoofd is zoo prettig te ver
binden, 't is zoo glad en afgerond, zon
der vervelende en lastige verhevenheden
van kapsel of kuif, het wordt zoo netjes.
Papa bromde wat onvstaanbaars, dat
even goed een blij gemompel had kunnen
zijn over de eer die hem te beurt viel, als
een afkeuring over de toespeling op zijn
gebrek aan haar.
Mama was niet zoo licht in te pakken,
zij vond altijd een of ander voorwendsel
in haar huishoudelijke bezigheden.
De broers lieten zich soms verdacht ge
willig behandelen als Lize vroeg om een
arm of been, maar de ondervinding leerde
haar dat achter die gewilligheid steeds de
een of andere voor-den-gek-houderij
school.
Ze bonden zich vooraf den arm af, zoo
dat na het aanleggen van den zwachtel de
hand paarsrood opzwol, waarbij ze dan te
keer gingen of ze vermoord werden, of
vulden hun jasmouw op met lappen, waar
door het nette verband slordig los kwam
te zitten.
Na eenige van dergelijke ondervindingen
werden hun aanbiedingen vriendelijk van
de hand gewezen, en zoo bleven papa en
zus Nelly de uitverkoren proefkonijntjes.
Uit wraak begonnen de broers haar te
beschuldigen van onedele drijfveeren.
Als Lize droomerig de lucht betuurde
heette het: Ze zoekt naar een vlieger die
zoo vriendelijk wil zijn voor haar neer te
ploffen met gebroken ledematen, die zij
dan natuurlijk weer heel gaat maken en
uit dankbaarheid schenkt hij haar dan hart
en hand.
Als ze per fiets uitreed, het keurige ver
bandkistje op het achterwiel gemonteerd
(wat ze altijd medenam op fietstochtjes)
riepen ze haar na: Ga je slachtoffers zoe
ken? Veel succes!
Heel wijs ging zij nooit op dergelijke pla
gerijen in en zij liet hen stil begaan.
Het was een heerlijke middag in Sep
tember toen Lize, uitgelokt door het weer,
haar fiets besteeg en de richting nam naar
de heide, langs boschjes van lage dennen.
In de verte hoorde ze af en toe het doffe
knallen van geweerschoten van het mili
tair oefeningsterrein.
De gelijkmatige bewegingen op haar rij
wiel en de stilte om haar heen deden haar
mijmeren; ze vergat waar ze reed en hoe
lang ze reeds aan het rijden was. Wat
een prachtig leven toch, dat van Florence
Nightingale, heerlijk dat zij ook verpleeg
ster mocht worden. O, ze zou zich geheel
aan die taak geven! Was ze maar reeds zoo
ver! Ze zou zich ook wel graag aan een
ambulance verbinden, na een slag de vel
den rondgaan, helpen, redden, waar ze
kon; allerlei gevaren doorstaan, zichzelf
opofferen om een beetje vreugde en leni
ging van smart te geven aan stervenden,
Hemel!Wat was dat?
Terzijde van den weg. in de heidestruik
jes lag roerloos uitgestrekt het lichaam van
een man, een soldaat, het gelaat naar bo
ven gekeerd; het hoofd waarvan de muts
afgegleden was, gedeeltelijk verborgen on
der een rooden zakdoek, hij scheen be
wusteloos, misschien wel dood
Lize huiverde.
Met trillende knieën sleepte ze haar fiets
tegen een boompje, ontgespte haar ver
bandkistje en knielde bij den soldaat neer.
Terwijl zij het kistje opende onder het
mompelen van: Eerst de levensgeesten op
wekken, vlugzout, had de man zijn oogen
geopend en met eenige verwondering het
meisje gadegeslagen, toen plotseling haar
bedoeling begrijpend, sloot hij ze weer on-
middelijk en gaf aan zijn gelaat de starre
uitdrukking van een bewustelooze.
Lize bracht het fleschje vlugzout aan
zijn neus, de prikkelende aanraking deed
hem bijna uit zijn rol vallen, doch hij be-
heerschte zich met veel inspanning.
Had ik maar water, dacht Lize hard
op. Het vlugzout helpt niet, als hij maar
niet reeds dood isZe legde de hand
op de plaats van zijn hart om zich eenige
zekerheid daaromtrent te verschaffen.
Door zijn oogharen keek de man naar
het gezichtje zoo icht over heen heenge
bogen.
Nog vóór zij echter kon constateeren
dat de hartslag normaal was, klonk achter
haar een barsche stem:
Héla! Wat moet dat hier?
Met één sprong was Lize op de been en
had de soldaat zich opgericht. Ze stonden
tegenover een luitenant. Wie van de drie
het meest verbaasd of verschrikt was, is
moeilijk uit te maken.
Lize keek van den luitenant naar den
soldaat, die springlevend en lachend aan
sloeg; de luitenant weifelde tusschen een
strenge en verlegen houding.
Toen deed Lize iets, wat haar heldin
Florence nooit gedaan had: ze nam de
vlucht.
Prof. Dr. TITUS BRANDSMA,
hoogleeraar aan de R.K. Universiteit te Nij
megen is 'benoemd tot ridder in de orde van
den Nederlandschen Leeuw.
ter gelegenheid van
Koninginne-verjaardag
Aan de jaarlijksche lange lijst van Ko
ninklijke onderscheidingen ontleenen wij
de volgende:
Bij Koninklijk besluit
zijn benoemd:
tot groot-officier in de Orde van Oranje-
Nassau:
ir. J. A. N. Patjjn, oud-Minister van Bui-
tenlandsche Zaken;
dr. J. J. C. van Dijk, oud-Minister van
Defensie;
mr. J. A. de Wilde, oud-Minister van
Binnenlandsche Zaken en van Financiën;
prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine,
oud-Minister van Sociale Zaken en van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen;
mgr. Eugène van Rechem, algemeen
overste der Zusters van Liefde te Gent,
hulpbisschop van Gent, titulair-bisschop
van Carpasia;
tot commandeur in de Orde van Oranje
Nassau:
mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren, oud-
Minister van Waterstaat;
dr. P. J. M. van Gils, te Roermond;
tot ridder in de Qrde van den Neder
landschen Leeuw:
mr. C. M. J. F. Goseling, oud-Minister
van Justitie;
prof. mr. C. P. M. Romme, oud-Minister
van Sociale Zaken;
prof. mr. R. Kranenburg, lid van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal;
Prof. A. CLEOPHAS,
geestelijk adviseur van den R.K. Ned. Boe-
ren- en Tuindersbond die benoemd is tot
officier in de orde van Oranje-Nassau.
hoogleeraar aan de R.K. Handelshooge-
school te Tilburg is benoemd tot ridder in
de orde van den Nederlandschen Leeuw.
F. L. D.. Nivard, lid van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal;
mgr. prof. dr. F. A. M. van Welie, hoog
leeraar aan de Roomcsh-Katholieke Univer
siteit te Nijmegen;
dr. A. S. T. Brandsma (pater Titus
Brandsma), hoogleeraar aan de Roomsch-
Katholieke universiteit te Nijmegen;
dr. Ph. S. van Ronkel, hoogleeraar aan
de Rijksuniversiteit te Leiden;
prof H. A. Kaag, te Tilburg;
tot officier in de Orde van Oranje-Nassau:
J. C. Aalberse, kanunnik, officiaal van het
bisdom, rector van het St. Jacobs Gods
huis te Haarlem;
F. A. H. van de Loo, kanunnik, officiaal
van het aartsbisdom, te Utrecht,
Th. Buysrogge, deken en pastoor te
Steenbergen;
dr. J. J. H. Derckx, oud-professor te Rol-
duc, wonende te Arcen (L.).
prof. A. H. P. Cleophas, te Warmond,
geestelijk adviseur van den Katholieken
Nederlandschen Boeren, en Tuindersbond;
ir. W. F. Meyboom, inspecteur van het
gevangeniswezen (voor den arbeid) bij het
Departement van Justitie, te 's-Gravenhage;
J. A. J. Barnhoorn, directeur-geneesheer
van de Psychopatheninrichting „St. Pau-
lus", te Heilo;
P. A. Colijn, burgemeester der gemeente
Alphen aan den Rijn;
Mr. B. C. Slotemaker, secr. van de Fe
deratie van Bedrijfsvereenigingen voor
Ziekengeld ver zekering te Wassenaar;
A. van den Eelaart, referendaris der pos
terijen, telegrafie en telefonie, aangewe
zen als directeur van het post-, telegraaf-
en telefoonkantoor te Leiden;
mr. C. A. J. H. Prinzen, oud-secretaris
van het College van Curatoren der
Roomsch-Katholieke universiteit te Nij
megen;
Th. H. M. van den Donk, rector van het
Sint-Catharina-Lyceum te Eindhoven;
A. J. Kropholler, architect te Wassenaar;
G. de Zoete, wonende te Leidschendam,
voorheen referendaris bij het Centraal
Bureau voor de Statistiek;
tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau:
J. P. Noordman, voorzitter van het Col
lege van Regenten van het R. K. Paro
chiaal Armbestuur, te Leiden;
J. Juck, directeur der W. v. d. Bergh-
Stichting te Noordwijk;
H. van Poelgeest, ondervoorzitter van
het hoofdbestuur der Nederlandsche Ver-
eeniging tot Bescherming van Dieren, te
Leiderdorp;
mejuffrouw dr. H. J. A. Ruys, ambtena-
resse bij de bibliotheek der Rijksuniversi
teit te Leiden;
mejuffrouw I. Seybel, voorzitster der
Vrouwelijke Jeugdbeweging voor Katho
lieke actie „de Graal", te Vogelenzang;
A. F. Coolen, letterkundige, te Deune;
Ch. H. M. Vos, beeldhouwer, te Maas
tricht;
W. J. C. de Koning, ontvanger der re
gistratie en domeinen, te Leiden;
J. E. Bindels, directeur van het Hotel
„Kasteel Oud-Wassenaar", te Wassenaar;
C. J. W. Hodes, der N.V. Mij. Nutricia" te
Zoetermeer;
G. P. J. Bannenberg, te 's-Hertogen-
bosch, secretaris van de Interdiocesane
Jeugdcommissie;
H. C. Nijkamp, te Enschede, lid van het
bestuur van het R. K. Werkliedenverbond
in Nederland;
De neer P. A. COLIJN,
burgemeester van Alphen aan den Rijn, die
benoemd is tot officier in de orde van
Oranje-Nassau.
is toegekend de eeremedaille, verbonden,
aan de Orde van Oranje-Nassau:
in goud aan:
J. Laban, opzichter der telegrafie en te
lefonie, te Wassenaar;
H. du Pon, technicus 1ste klasse bij het
Pathologisch-anatomische Laboratorium
der Rijksuniversiteit te Leiden;
Chr. Sirag, technicus 1ste klasse bij het
Histologische Laboratorium der Rijksuni
versiteit te Leiden;
in zilver aan:
S. Griffioen, brigadier der Rijksveld-
wacht te Woerden;
mejuffrouw M. Th. Heemskerk, telefo-
riste bij den interlocalen dienst, te Alphen
aan den Rijn;
F. van der Laaken, amanuensis bij het
Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie te
Leiden;
mejuffrouw C. S. Dee, hoofdassistente in
de apotheek van den heer J. Vonk, te Lei
den;
P. J. v. d. Krogt, hoofdagent van politie-
rechercheur te Wassenaar;
in brons aan:
J. Jongbloed, vakman bij den Rijksge
bouwendienst te Leiden;
G. Streefland, te Rietveld, machinist van
den polder Rietveld;
C. van Leeuwen, te Voorschoten, weg
werker bij de Noord Zuid-Hollandsche
Tramweg Maatschappij N.V.;
J. C. Tuijnder, voorheen koetsier bij den
heer jhr. ir. H. Loudon, te Wassenaar;
mejuffrouw G. Eikerbout, on dienst van
mejuffrouw F. A. Ie Poole te Leiden;
A. van Venetië, voorheen machinezetter
bij de N.V. „Leidsch Dagblad" te Leiden,
De heer JAC. NOORDMAN
voorzitter van het college van regenten van
het R.K. Parochiaal Armbestuur te Leiden,
die benoemd is tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau.
Vlug als een eekhoorn had ze zich op
haar rijwiel gezet en peddelde weg, haar
kostbaar verbandkistje achterlatend. Ze
meende een lach achter zich te hooren,
doch durfde zich er niet van te overtui
gen; in één vaart stoof ze naar huis niet
wetend of ze lachen dan wel huilen moest,
want ze had begrepen dat ze door den sol
daat, die als gewonde moest fungeeren
bij de militaire oefeningen, voor den mal
was gehouden en daarna een zonderlinge
figuur had geslagen tegenover den luite
nant.
Ademloos kwam ze thuis. Bij het tuinhek
ontmoette ze haar broer Antoon; gelukkig
dat het Joop niet was, de grootste plaag
geest.
Ze vertelde hem, snakkend naar adem,
verward, het voorgevallene en eindelijk
half huilend zei ze:
Toe, Antoon, ga jij er heen en vraag
mijn verbandkistje terug, mijn naam staat
er in, ik schaam me dood. Ik durf riet
meer op straat te komen, als ze weten wie
ik ben; het was daar in het laantje tus
schen de twee dennenboschjes, je weet
wel; hier neem mijn fiets maargauw,
toe!.
Antoon lachte niet; de eer van zijn zus
ter stond op het spel; hij nam de fiets en
reed snel in de aangeduide richting. Na
een uurtje, vlak voor 't eten, kwam hij
thuis, angstig opgewacht door Lize.
Niets! zei hij, niemand was er, ze
hebben het kistje waarschijnlijk meegeno
men.
Ik zal na het eten naar het politiebu
reau gaan, wellicht hebben ze het daar
gedeponeerd. Ze zullen het in ieder geval
niet houden, troostte hij zijn zuster.
Na het eten verdween Antoon, doch ook
de tocht naar het politiebureau bleek te
vergeefs.
Plotseling weerklonk een krachtige ruk
aan de bel; na eenig wachten kwam Antje
met de boodschap: Alsdat er een soldaat
was om juffrouw Lize te spreken, een
hooge, met een sabel om!, voegde ze er bij.
De heele familie was verbaasd en wei
felend stond Lize reeds op, toen mama tot
Antje zei:
Laat mijnheer maar binnenkomen.
In spannende stilte wachtte men. Lize
stond zenuwachtig te staren.
In den binnentredende herkende ze den
luitenant; tegelijkertijd zag ze dat hij het
kistje onder den arm had.
Na een algemeenen groet trad hij bui
gend op haar toe. Lize wenschte op dat
oogenblik dat ze in den grond kon verzin
ken, want met heldere stem, zóó, dat de
geheele familie het hoorde, sprak hij
hoogst beleefd, maar met een ondeugende
tinteling in de oogen:
Ik ben het lot dankbaar, mej. Felsen,
dat ik u uw eigendom kan terug geven,
nadat het ons zoo uitstekende diensten
heeft bewezen. Mag ik mij even voorstel
len, mijn naar is Verweert.
Vuurrood stamelde Lize eenige woor
den.
Nu nam gelukkig papa het woord en
noodigde den luitenant uit in den kring
plaats te nemen, waarvoor hij echter be
leefd dankte, na een medelijdenden blik
geslagen te hebben op het verlegen figuur
tje van Lize.
Doch hij beloofde zijn bezoek spoedig te
herhalen, welke belofte hij vervulde met
een zorgvuldigheid, die hem weldra tot
huisvriend had gemaakt.
Mama's hoop, dat Lize nimmer het zie
kenhuis als leerling-verpleegster zou be
treden. werd ook vervuld, want vóór Lize
20 jaar was, heette ze Mevrouw Ver
weert.
Als u tóch iets moet verliezer
vfo En u hebt 't voor 't kiezen
Offert liever dan een uur
Dan uw verd'ren levensduur