De Amsterdamsche politie in actie bij het per proclamatie bekend maken van de mobili satie van leger en vloot De nieuwe onderzeeër O. 20 is Maandag te Schiedam aan de Nederlandsche Marine overgedragen. De overdracht geschiedde met de gebruikelijke ceremoniën Iedere conferentie van het Britsche kabinet bracht de belangstellenden weer in grooten getale naar Downingstreet, waar het komen en gaan der ministers en gezanten met spanning werd gadegeslagen Lord Halifax begeeft zich naar Dowingstreet 10, waar de Engelsche regeering in de afgeloopeh dagen de boodschap van Hitier be studeerde De algemeene mobilisatie van leger en vloot in Nederland afgekondigd. Allerwege werden Maandag de desbe treffende oproepen aangeplakt Kapitein van Rijn, belast met de algeheeie mobilisatie, verlaat het ministerie van Algem. Zaken te den Haag, waar hij Maandag den ministerraad bijwoonde Het requireeren van paarden door de Belgische militaire overheid geschiedde in de afgeloopen dagen op groote schaal, waarbij in de openlucht de keuring der viervoeters plaats had. Het keuren te Brussel feuilleton Toen de scheidsmuur viel! door ISABEL C. CLARKE. 4fi) Toen hy sprak, klonk zyn stem hard en zelfs een weinig bevelend: „Waarom ben je niet met Trustcott ge trouwd?" Nu was zij niet langer bleek en haar oogen keken onbevreesd in de zijne. „Waarom vraag je me dat?" vroeg zij hartstochtelijk. Kijk, zoo was het beter, dat leek meer op de oude vurige Angela, die in hun om gang zoo dikwijls vlammend en gloeiend was geweest. Hij was blij, haar weer te vinden inplaats van die kleine stille fee, die hem vreemd scheen en vluchtig. „Waarom heb je het niet gedaan?" vroeg hy ruw. „Ik ben het nooit, nooit van plan ge weest. Ze dachten niet, dat ik me verzet ten zou." Al struikelde zij nu nog zoo over haar woorden en al was er een aarzeling in haar stem, toch klonk er de oude eigenzinnig heid in door. Zij was een persoontje, dat niet gemakkelijk te buigen was. Zijn hart sprong op. Waarom had zij dat gedaanwaarom had zij over haar eigen lot zelf beslisthun het recht betwist, over haar te beschikken? Waarom?.Hij durfde het antwoord niet geven, dat zyn diepste hart hem toefluisterde. „Hy ging naar Frankrijk, woest op me." ging Angela door, met een blik vol zorg en zwarigheid. „Het spijt me soms erg, als ik zie, hoe treurig en bang ze op Manbury zijn. Het is voor mij zoo moeilijk, niet te doen, wat ze van mij wenschen. Er zyn meisjes die, zelfs al hielden ze. niet van de jongelui, toch maar getrouwd zijn.... om dat ize weg gingenen zij hen wilden troostenen niet egoistisch zyn. Dat zou nog niet zoo erg geweest zyn, alszij hield ineens op, dat was gevaarlijk ter rein. „Als?" vroeg Cymbeline beleefd. „Ik wou verder niets zeggen", zei An gela, plotseling voorzichtig. „O, jawel en nu moet je het zeggen ook", zeide hij. Zij liep een paar passen het pad af, Cym- beline volgde haar. „Je moet niet weg loopen. Ik ben met opzet gekomenom met je te praten." „Ik wil niet met je pratenJe dwingt meen ik wil niet gedwongen worden". Haar stem klonk geprikkeld. „Dan zal ik je niet dwingen. Maar je moet verstandig praten. .Kijk eens, ik heb begrepen, dat je zoo goea als verloofd was met Ernst Trustcott" „Hy liet me koud!" riep zy uit. „Het was maar een plannetje, dat hy in zyn hoofd gezet had. En vader wenschte het ook. Ik wist er niets van, totdat jij hier verleden jaar kwam. Vader zag je bij de poortvroeg wie je wasen toen moeder het hem zei, was hy vreeselijk boos. Het gaf een heele scèneHij zei, hy wilde niet hebben, dat iedereen hier naar in en uitliep., en dat ik Ernst Trustcott moest trouwen. Cymbeline.... ik was er kapot van." Hy nam haar hand. „Waarom was jy er kapot van, Angela- lief?" „Omdat.... omdat...." 4É&k| „Wil je het me niet zeggen?" „Om jou," zei ze. Weer staarden zy elkander zwijgend aan. Al waren zy nog zoo trotsch en eigen zinnig, nu wisten zy, dat de crisis kwam. „O, riep zij eensklaps uit, „waarom ben je nooit hier gekomen? Hebben ze het jou gezegd om ons van elkaar weg te houden?" Niets zou mij weg gehouden hebben," zei hij ijskoud, „als jy me niet duidelijk te kennen had gegeven, dat je me niet terug wenschte te zien. Ik hield daarvoor veel te veel van je. Maar je stuurde me weg en je zei hatelijke, wreede dingen tegen me. Je moet het my niet verwijten, als ik toen geloofde, dat je me nooit meer wilde zien. En die historie met Ernst Trustcott paste daar precies in. Je kunt het me niet kwalijk nemen, dat ik het voetstoots aannam." „Waarom ben je dan nu gekomen?" „Dat is een heele geschiedenis. Wil je het heusch hooren, Angela?" „Ik wil alles hooren. Maar laten we hier niet blijven staan, we kunnen wel een eindje doorloopen." „Wij zyn allemaal gelogeerd op de Towers. Je weet, dat we het laatste jaar in Londen hebben gewoond, al bijna sinds ik jou het laatst gesproken heb. Maar de oude heer heeft zijn woorden ingeslikt, sinds den oorlog, hy is nu blij, dat ik onder dienst ben. Ik heb een paar dagen verlof, morgen moet ik weer in Aldershot zijn. Angela, dit was myn eenige kans ora je nog eens te zien, ik kryg al gauw myn aanstelling als vliegenier en dan hoop ik naar Frankryk te gaan.... En lui, niet ouder dan .jy en ik raken iederen dag ver loofd." Zij. sprak niet meer. Het was, zooals hy had gezegd, meer dan een jaar sinds hun laatste ontmoeting. En al dien tijd had den zijn donkere, verwijtende oogen haar dag en nacht achtervolgd. Haar straf was het zwaarst te dragen ge weest, hy had tenminste nog zyn werk, dat hem in beslag nam, hy had niet uur na uur, dag na dag aan haar kunnen denken. En zy had om zijn terugkeer gebeden met een nederigheid, die in haar hart geen plaats open liet voor trots. Toen zij hem vandaag had zien knielen in de kapel, meende zy eerst dat het zyn geest was, die zy opgeroepen had door haar wilde, hartstochtelijke gebeden. „Ik ben gekomen om je te zeggen, dat ik van je houd, Angela. Zeg mij nu eens en voor altyd de waarheid. Speel niet met me, waag het niet te liegen." Er klonk boosheid even goed als smee king in zijn stem, maar het bevelende, dwingende greep haar aan, maakte, dat zy zonder aarzeling voor hem zou willen knie len en hem vergiffenis vragen. „Wees ook waar tegenover jezelf," ging hij rustiger voort. „En als je my werkelijk liefhebt, druf het dan ook te zeggen. Daar na zullen we de heele wereld vertellen van onze liefde. Als je me niet lief hebt, dan zal ik gaanEnzeg niet het ver keerde, Angela. Als ik nu ga, kom ik nim mer terug. Dan zal ik je uit myn ge dachten verbannen." Iets in deze overheerschende houding kalmeerde haar. Zij hadden het hek be reikt van de eerste wei, die afliep tot aan de Frent. Daar konden zij al de smalle zil veren baan van de rivier zien. Zij waren alleen, stonden tegenover elkaar. Het volgend oogenblik lag zij snikkend in zijn armen, drukte zich tegen zyn hart. „O, je wist toch zeker al dien tijd, dat ik van je hield. Ik was laf, dien dag dat je kwam. Ik was zoo bang, dat zij boos zou den zijn als zij iets vermoedden. Ik dacht dat je het wel begrijpen zou. Ik had geen oogenblik gedroomd, dat je weg zoudt gaan en me nooit en nooit eens schrijven. En toch gaf het niets.... want vader zag je.... En hij was woest, dat je gekomen was. Het was toen kinderachtig en absurd., we waren allebei nog zoo jong. Maar toen zij aankwamen met Ernst Trustcott, toen Ernst zelf kwam en me ten huwelijk vroeg.... toen wist ik, dat ik alleen maar van jou hield. Ik dacht, dat je boos was om nog langer iets om me te geven. Ik dacht, dat ik er aan zou sterven. Je bent wreed geweesct, Cymbeline." „Meen je dat?" Zijn lippen trilden, het was moeilijk om den glimlach te onderdrukken die haar woorden te voorschijn riepen. „Het schijnt, dat we niets anders ge daan hebben dan elkaar verkeerd begrij pen. Mijn liefste.... nu moet je niet schreien. Er is niets om over te schreien. Je wordt nu erg gelukkig, heel erg ge lukkig." Hij kuste het kleine, behuilde gezichtje, zooals hij een kind, dat zich bezeerd had, kussen zou. „Dacht je heusch, dat ik zoo weinig van je hield? Ik heb zelf een heel moeilijken tijd doorgemaakt, de laatste maanden, dat zeg ik jeAngela, waarom gaf je geen teeken van leven?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12