De weermacht der Scandinavische Oslo-Staten Is Europa de les vergelen? mWBK? Een merkwaardige herdenking pIATERDAG 26 AUGUSTUS 1939 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 13 Overal de Landsverdediging op de eerste plaats van het programma. Nu de Oslo-staten te Brussel 1 zijn bijeengekomen, wordt de aandacht gevraagd voor de weer macht van de drie Scnadinavische leden, Noorwegen, Zweden en De nemarken. Regelmatig hebben de ministers van Buitenlandsche Za ken van deze landen met elkander geconfereerd, om de weermacht tesamen zóó op te bouwen, dat met een minimum aan kosten toch de grootste gezamenlijke veiligheid kon worden bereikt. Reeds geruimen tijd voelen de Scandi navische staten zich niet op hun gemak. Vele jaren is er van de weermacht niet veel werk gemaakt. Was men er soms niet van overtuigd, dat conflicten in Europa het Noorden onaangetast zouden laten? Men wist niet, wat voor belang er voor anderen in schuilen kon, plotseling naar enkele brokjes grond van Scandinavië te verlangen. Vele jaren kende Scandinavië in Europa maar twee staten, die met el kander in conflict zouden kunnen komen, Duitschland en Rusland en in de eerste tijd heeft men zich niet in kunnen denken, dat in een dergelijk conflict aan Scandina vië zou worden geraakt. De internationa le positie heeft zich intusschen gewijzigd. Men moet goed rond zien in Europa, om punten aan te wijzen, waar géén oorlogs gevaar dreigt. En deze wijziging in de toe stand bracht ook voor Scandinavië wijzi gingen mee. Finland, de jonge staat. Finland heeft de rij geopend met een enorm budget voor .de bewapening, het geen niet te verwonderen was daar Fin land in Sovjet-Rusland een niet al te vriendelijke buur ziet. In 1937 werd door Finland besloten om in de eerstvolgende zes jaar niet minder dan 120 millioen gul den uit te geven voor de aankoop van. nieuw oorlogmateriaal. Nadien is met man en macht gewerkt om deze som maar zoo spoedig mogelijk te besteden, zoodat men al heel gauw tot het inzicht kwam dat 120 'millioen gulden (2900 millioen Finsche marken) toch geen overdreven som was voor zes jaar, en dat er nog wel iets bij zal moeten. Weermacht van Zweden. Zweden wilde niet achterblijven en toen het eenmaal met bewapening begon, leek er geen houden meer aan te zijn. De mili taire begrooting was nog hooger dan die van Finland en bedroeg voor het jaar 1938 de som van 180 millioen Zweedsche kro nen (ongeveer 80 millioen gulden). Daar naast werd nog een twintig millioen kro nen door de regeering beschikbaar gesteld voor de luchtbescherming. De verschillen de groote steden echter, die van deze bij zondere luchtbeschermingstoelage zouden profiteeren moesten zelf ook hun bereid willigheid toonen. De achterstand van Zwe den is echter nog groot, hoewel vooral de luchtmacht, die ongeveer driehonderd vliegtuigén telt, zich in de meest mogelijke finantieele belangstelling van de regee ring mag verheugen en de versterking van de luchtmacht met den dag vordert. Zweden heeft een speciale reden, om de ontwikkeling der gebeurtenissen te duch ten. Zweden is rijk aan grondstoffen, en juist aan die grondstoffen, waaraan Duitschland zoozeer gebrek heeft. Boven dien zijn het grondstoffen, die in een oor log moeilijk gemist kunnen worden. De ijzermijnen van Lapland zijn nog altijd begeerenswaardige stukjes grond, die in een oorlog van groote beteekenis kunnen zijn. En nu wordt het in Zweden betreurt, dat men zoo langen tijd alleen aan den handel heeft gedacht, en zoo v/einig ijzer voor eigen bewapening heeft besteed. Ver schillende landen konden door Zwedens hulp bewapenen, maar daarmede was nog niet gezegd, dat deze landen de kanonnen van Zweedsch staal niet tegen Zweden zouden richten. Denemarken. In een andere positie bevindt zich De nemarken, evenwel niet minder gevaarlijk. Want men is aan de andere zijde van de Deensche grens in het Zuiden nog niet ver geten, dat Denemarken zich „verheugen" mag in het bezit van een aan Duitschland ontnomen stuk grond, waarvan de bewo ners tamelijk plotseling heimwee gingen gevoelen naar het eene Rijk en naar den eenen Führer. De meerderheid der bewo ners van dit gebied zijn weliswaar Denen, maar het zijn toch vooral, de Duitschers, die zich hier laten hooren. Ook hier was de weermacht tot een be droevend stadium achteruitgesukkeld, vooral door toedoen van de socialistische regeering.. De denkbeelden van de socia-- listen zijn echter wel eenigszins gewijzigd, toen ook andere socialistische broeders tot het inzicht kwamen, dat men beter met bewapening aan de macht kon blijven, dan van het schouwtooneel te verdwijnen, om dat men een bepaald idee bleef huldigen. En sinds dien tijd heeft ook Denemarken zich groote offers getroost, om voor eigen veiligheid te zorgen. Dit wil niet zeggen, dat dit geheel en al andere omstandighe den in Denemarken geschapen heeft. Ze ven jaar geleden hebben de socialisten de nationale ontwapening uit hun program geschrapt, maar er zijn nog steeds heftige politieke leiders onder de Deensche socia listen, die de bewapening meer remmen dan steunen. Bij alle gebeurtenissen wordt nog steeds de nadruk gelegd op de anti militaristische geest van Denemarken, en als de dreiging aan de grenzen niet zoo sterk was geworden, dan zou de weermacht van Denemarken zich nog steeds in de zelfde droevige omstandigheden bevinden als tien jaar geleden. Nu heeft men ge tracht de Deensche kust bij de Sont te ver sterken, maar de genomen maatregelen zullen in geval van een conflict abso luut onvoldoende blijken om deze voorna me toegang tot de Oostzee neutraal te houden. Noorwegen bleef achter. Van al de Scandinavische landen heeft Noorwegen het laatst ingezien, dat men toch nooit te voorzichtig kan zijn. Toen de ommekeer in Zweden en Denemarken reeds lang merkbaar was, bleef Noorwe gen vasthouden aan de ontwapening. Nog Hebben de leiders der staten aan onder staande cijfers gedacht op den 25en ver jaardag van het begin van den Wereld oorlog? 19141918 dooden gewonden Duitschland 2.036.897 4.184.557 Oostenrijik-Hongarije 1.000.000 2.500.000 Bulgarije 70.000 onbekend Turkije 325.000 onbekend Frankrijk en koloniën 1.400.000 2.700.000 Engeland en Dominions 900.000 2.112.000 Rusland 2.500.000 3.750.000 Italië 600.000 949.576 België 44.000 onbekend Roemenië 1Ö9.000 onbekend Servië 690.000 onbekend Vereenigde Staten 58.000 246.000 Oorlogsonkosten 10141913: Engeland 129 milliard Duitschland 117 milliard Vereenigde Staten 112 milliard Frankrijk 75 milliard Rusland 68 milliard Oostenrijk-Hongarije 61 milliard Italië 26 milliard Roemenië 4 milliard Turkije 3,5 milliard België 3 milliard Bulgarije 2,5 milliard Servië 1 milliard in 1936 werd in de verkiezingsstrijd de leuze gepropageerd, dat het Noordsche le ger alleen een soort politiecorps mocht zijn. Het jaar daarop echter kwam er eenige kentering, en zelfs vrij onverwacht en algeheel. En toen in 1938 in het Noor- sche parlement een wet ingediend werd, om de eerste oefentijd der recruten te verlengen, waren er maar tien leden, die tegen stemden. In 1937 werd een drie-ja renplan aangenomen voor de uitbouw van de weermacht, en voor dit doel zouden de normale legeruitgaven met 21 millioen kronen verhoogd worden. Er is in Noor wegen dus wel iets geschied, maar het is rog zoo weinig, dat zelfs de militaire be- groo'tingen van Zweden en Denemarken nog gunstig hierbij afsteken. Eensgezindheid. Er is echter een gunstig element te noe men, en dat is de eensgezindheid. Wie den oorlog aanbindt met een van de Scandinavische Staten, zal bijna zeker ook de andere staten tegen zich gekeerd zien. De Scandinavische staten hebben de zelfde belangen; dezelfde partijstroomin- gen heerschen er, en de dood van den een zou heel gemakkelijk de dood van den ander kunnen beteekenen. Deze eensgezindheid komt niet alleen in woorden tot uiting, maar ook in daden. De drie Scandinavische staten Noorwegen, Zweden en Denemarken beschikken over het zelfde materiaal voor artillerie, het geen op onderlinge hulp is gebaseerd. Tesamen hebben zij plannen opgezet, om de toegang tot de Oostzee te verdedi gen. Maar alle Scandinavische staten ho pen op neutraliteit in een eventueel con flict, want alléén tegenover andere mo gendheden is hun weermacht absoluut onvoldoende. Talrijke Engelschen keerea in verband met den ernstigen internationalen toestand op advies dgf autoriteiten naar bon land terug. De geweldige drukte op bet Liverpool Street Station te Londer aankomst cier continentale treinen Met zandzakken zijn de ramen van het Rijksmuseum te Amsterdam, gebarricadeerd ter bescherming van de kunstschatten De slag van Tannenberg DE GROOTSTE DUITSCHE OVER WINNING VAN DEN WERELDOORLOG. Zondag zou in Duitschland de grootste overwinning van Duitsche zijde in den wereldoorlog her dacht worden, de slag bij Tannen berg. In het kader der huidige in ternationale spanningen zou deze herdenking, waarbij Hitier het woord zou hebben gevoerd een geheel bijzondere beteekenis heb ben gekregen. Naar thans echter gemeld wordt, gaat het feest niet door. Tannenberg -»■ de grootste slag, die Duitschland in den oorlog won, acht da gen voor de grootste slag, die Duitschland in den oorlog verloor, de slag aan de Mar- Hoe het ook zij, Tannenberg heeft een beroemde klank en zal deze behouden, want het was een meesterlijk waagstuk van strategie, waarbij de omstandigheden al of niet bewust gunstig waren. Twee Russische legers staan gereed, een leger onder Rennenkampf en een leger onder Samsonoff. De Duitsche aanvoerder, generaal von Prittwitz was na een klein échec de moed in de schoenen gezonken. Hij wilde terugtrekken achter de Weich- sel, een groot gedeelte van Duitschland prijsgeven, maar zijn rol was voorbij. Augustus 1914. Twee generaals nade ren het Oost-front. Hindenburg en von Ludendorff; in den trein van Hannover naar het Oosten vernemen zij den stand van zaken, en terwijl de wielen van den trein zich voortwentelen naar het gebied van moerassen en wouden, wordt het plan opgesteld voor de grootste Duitsche over winning van den oorlog. De beide generaals zien maar een moge lijkheid: aanvallen! De 38 infanteriedevi- sies moeten terug. En de beide Rusische legers loopen in den val. Zij worden ge scheiden van elkander door de Masurische meeren, en nu wordt eerst het leger van Samsonoff verslagen en daarna het leger van Rennenkampf. Toen in de wouden van Tannenberg in de dagen na den slag de gesneuvelden ter aarde werden besteld, vond men ook het lijk van een vooraanstaand Russisch le geroverste, die men niet kon indentificee- ren. Eerst maanden later werd bekend, dat deze persoon de hoofdfiguur was van Rus sische zijde in de slag van Tannenberg, generaal Samsonoff, die als een gebroken man het slagveld had verlaten en vermoe delijk zelfmoord heeft gepleegd. Ook de tweede man van Russissche zij de, generaal Rennenkampf, overleefde de nederlaag niet. Hij sneuvelde in den slag bij Tannenberg. Wie won Tannenberg? Wie won Tannenberg? Was het von Hin denburg, om wiens hoofd het aureool van deze overwinning het langst heeft ge schitterd? Was het von Ludendorff, die in München voor de rechtbank de historische woorden sprak: „In mij ziet gij Tannen berg!"? Was het graaf von Schieffen met zijn beroemde projecten betreffende de omsingeling en de aanval in den rug? Was het Hoffman, op wiens veldkaarten de plannen tot in details waren uitgewerkt, toen de trein met Hindenburg en Luden dorff aan het Oostfront stopte? Of was het misschien Prittwitz, voor wie ver schillende sftategen het pleit hebben opge nomen en hebben verklaard, dat hij de man is geweest, die de Russen naar de Masurische meeren lokte, en dat von Hin denburg en von Ludendorff slechts de vruchten hebben geplukt van zijn genie? Zoo talrijk zijn de meening over dc eer van Tannenberg, dat een definitief oordeel vermoedelijk nog niet te geven is. Maar niet mag uit het oog worden ver loren, dat de omstandigheden aan de Duitschers gunstig waren. Hun grootste kunst in deze slag was het benutten van de fouten der tegenpartij, en deze snaar van de viool wei'd meesterlijk bespeeld. De veete onder Russische generaals? Er is reden om aan te nemen, dat er tus- schen de twee Russische opperbevelheb bers Samsonow en Rennenkampf een veete bestond, en in die geest beschouwd is het niet onmogelijk dat Rennenkampf met moedwil koelbloedig heeft toegezien, hoe de divisies van Samsonow in de pan wer den gehakt. Hoe dit ook zij, zeer zeker be stond er te weinig contact. Wanneer de twee Russische legerscharen tegelijk en volgens een plan waren opge rukt, dan waren de kansen van het kleine Duitsche leger aan de Oostgrens veel klei ner geweest. De opmarsch was tevens te snel in zijn werk gegaan. De Russen leeken verblind door de terugtocht van dc Duitsche gene raal von Prittwitz. (Ligt hierin misschien juist de geniale daad van dezen Duitschen generaal?) Zij drongen vooruit, wilden naar Berlijn, zoo spoedig mogelijk. En hier bij heeft één detail hen zeker parten ge speeld. Zij drongen Oost-Pruisen binnen, dat wil zeggen: Rusland hield hier op, en met Rus land hield hier het breede spoor van de Russische treinen op. Het overige gedeel te van Europa heeft een smaller spoor, en zoodoende konden de treinen geen muni tie en versterkingen brengen. Het ging te snel in zijn werk. De bevelhebber wachtte niet tot de genie de spoorlijn veranderd had, hetgeen overigens niet al te snel zou zijn gegaan, gezien de ordeloosheid van de Russische genie. Overmacht van manschappen stond te genover talent, de Russiche wil stond te genover talent, de Russische wil stond ta- keltje genie van Hindenburg aan Russi sche zijde zou de slag van Tannenberg tot de grootste nederlaag voor Duitschland hebben kunnen maken. Hindenburg ten grave gedragen. Vfjf jaar geleden in Augustus 1934 werd von Hindenburgs lijk ten grave ge dragen in het machtige monument met de imposante veldheertoren van Tannenberg. Tn de muren bevinden zich eere-kapellen met bronzen en steenen gedenkplaten voor de gesneuvelden der verschillende regi menten. Overigens zijn op het slagveld van Tannenberg, waar over een lengte van 100 tot 150 kilometer twee legers streden, wei nig uiterlijke herinneringen aan den oor log overgebleven. De half verwoeste stad jes zijn opgebouwd, nieuw struikgewas en boomen groeien op de plekken, waar gra naten zijn ingeslagen. Maar Tannenberg is en blijft heilig voor het Duitsche Rijk. En in deze omgeving, in deze militaire sfeer, in de schaduw der dooden en in het licht van de grootste Duitsche overwinning van den wereldoor log, zal de Führer een rede houden, waar op niet Duitschland, maar de geheele we reld wacht. De dooden blijven zwijgen, ook al zou op hun graf het wapen worden gesmeed voor een nieuwen oorlog, voor een nieuw slagveld. De vlam op het doodenmonument zal niet dooven, als de lanspunt van den oor log in haar vuur gescherpt wordt. Maar wel zullen tienduizenden in den schaduw van dit doodenmonument zich afvragen: is hun dood voor de vrede niet voldoende ge weest?.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 11