Het debacle van
Mendelssohn en Co
LUCHTVAART
ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1939
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 14
GEMENGDE BERICHTEN
AANRIJDING MET DOODELIJKEN
AFLOOP.
Gistermiddag om twee uur werd de Go-
jarige E. B. M. uit Nieuwer Amstel, die met
een kleinzoon een uitstapje maakte naar
Zaandam en voor de terugreis op weg naar
de 'boot was, op de westzijde, ter hoogte
van het Floratheater door een kermiswa
gen gegrepen en zoo ernstig gewond, dat
hij in zorgwefldkenden toestand naar het
ziekenhuis moest worden overgebracht.
Eenige uren later is hij aan de bekomen
kwetsuren overleden.
PATER N. VAN RIJN O.P.
Bij verkeersongeluk ernstig gewond.
Op den Apeldoornscheweg te Arnhem is
de zeereerw. pater N. van Rijn O.P., secre
taris van de Dominicaansche missie en di
recteur van den St. Dominicuspenning het
slachtoffer geworden van een verkeerson
geluk.
Per motor kwam hij den steilen weg af
rijden, toen uit de Paul Krugerstraat een
vrachtauto den Apeldoornscheweg opdraai
de. Ondanks krachtig remmen was een on
geluk niet meer te voorkomen. De motor
botste tegen den vrachtwagen, sloeg tegen
den grond en schoof vervolgens nog een
eindweegs over den weg, waarbij de pater
met het rechterbeen onder het rijwiel be
kneld raakte.
Per ziekenauto werd het slachtoffer naar
het St. Elisabethsziekenhuis vervoerd,
waar een dubbele beenbreuk werd gecon
stateerd.
Naar wij vernamen, is het zetten van het
been gunstig verloopen. De patiënt, wiens
toestand zich aanvankelijk ernstig liet aan
zien, maakt het thans naar omstandighe
den uitstekend. „Msb."
IN HET DUISTER VERDRONKEN.
Vrijdagmiddag werd bij het pompstation
aan de haven te Born door voorbijgangers
een lijk opgemerkt in het Julianakanaal.
Het werd op het droge gebracht en bleek
te zijn van den 30-jarigen mijnwerker F. S.
uit Obbicht.
Donderdagavond had de man zijn wo
ning verlaten en was niet meer terugge
keerd.
Klaarblijkelijk is hij in de duisternis met
zijn fiets te water gereden en zoo om het
leven gekomen.
FAMILIETWIST TE STEIN.
Bejaarde vrouw ernstig gewond.
Gisteravond te ongeveer acht uur ont
stond oneenigheid tusschfen den 60-jarigen
landbouwer Driessen en diens echtgenoote
in hun woning te Stein. De man dreigde
zijn vrouw met een revolver. De vrouw
wist echter te vluchten, waarna de man
het wapen richtte op zijn ruim 60-jarige
alleen wonende zuster. Deze werd door een
viertal kogels aan hoofd en schouders ge
troffen. In hoogst zorgwekkenden toestand
werd het slachtoffer naar het ziekenhuis
te Sittard overgebracht. De man vluchtte
na zijn daad en sprong in het Julianaka
naal, waar hij door de gemeentepolitie, die
direct ter plaatse was, uit werd gehaald en
gearresteerd. De man bleek reeds enkele
maanden te lijden aan zwaarmoedigheid.
ZWARE BINNENBRAND TE DEN HAAG.
Gistermiddag te ongeveer drie uur is
brand uitgebroken in het perceel Sophia-
laan 11, te 's Gravenhage, dat bewoond
wordt door jhr. O. F. A. M. van Nispen
tot Sevenaer, oud-gezant te Brussel en te
Rome.
Jhr. van Nispen en zijn echtgenoote ver
toeven momenteel in Zwitserland en zij
zouden heden naar den Haag terugkeeren.
Het perceel was evenwel bewoond door
een huisknecht en twee dienstboden, die
bij het uitbreken van den brand niet thuis
waren.
Om 1 uur belde een tuinmansknecht aan
het perceel aan, doch hem werd niet open
gedaan, waarna hij door een zijpoortje in
den grooten tuin kwam. Bezig met zijn
werkzaamheden zag hij te ongeveer drie
uur, dat uit een der dakramen dikke rook
wolken opstegen. Telefonisch waarschuw
de hij de brandweer, die spoedig met twee
motorspuiten aanwezig was. Men ver
schafte zich toegang tot de woning en het
vuur, dat woedde op de zolderverdieping
werd met twee stralen op de waterleiding
bestreden. De vuurhaard was waarschijn
lijk gelegen in de dienstbodenkamer.
De oorzaak van de brand is nog niet
vastgesteld.
HEIDEBRAND OP TEXEL.
70 H.A. verloren.
In de onmiddellijke nabijheid van de
dennebosschen op de Westermient te den
Burg is gistermiddag door onbekende oor
zaak een ernstige heidebrand uitgebroken.
Gelukkig bevonden zich talrijke perso
nen, vooral kampeerders en militairen in
de nabijheid, die terstond het blusschings-
werk aanvingen. Ondanks de ingespannen
pogingen om het vuur te stuiten, ging een
oppervlakte prachtige heide van 70 H.A.
verloren. Dank zij het feit, dat de wind
uit een gunstige richting kwam, bleven de
bcsschen gespaard.
HOFSTEDE IN DE ASCH GELEGD.
Terwijl de bewoners van de hofstede van
A. Kersbergen te Achthoven, gemeente
Lexmond, aan het melken waren, brak
brand uit in den hooiberg, welke vlak bij
het huis stond. In korten tijd stonden ook
de hofstede en de schuren in vlammen. De
brandweer kon niet verhinderen, dat alle
gebouwen tot den grond toe afbrandden.
Slechts een gedeelte van den inboedel
kon in veiligheid worden gebracht. Men
vermoedt, dat hooibroei de oorzaak van
den brand is.
VACANTIESCHUIT GESTRAND.
Uit Domburg wordt gemeld:
Een oude visschersschuit „Alderamin"
genaamd, waarmee een viertal Rotterdam
mers op vacantietocht uit Veere waren ver
trokken is onder Oostfoapelle, 11/2 km. van
Domburg op het z.g. zevende strand op de
kust geloopen en lek geslagen. Bij eb ligt
het vaartuig droog. Het stranden schijnt een
gevolg te zijn van een defect aan het roer.
De vier opvarenden hebben alles wat waar
de had aan wal gebracht en hebben hun
bivak in een tent in de duinen opgeslagen.
Een deskundige zal onderzoeken, of de
boot, welke al niet een erg zeewaardigen
indruk maakte, in zulk een conditie kan
worden gebracht dat de tocht kan worden
voortgezet.
DURE BLOEMETJES BUITEN GEZET.
Haarlemmer vermist 500.—.
Een Haarlemmer is in Amsterdam uit
geweest. Hij had reeds verschillende café's
en andere oorden van vermaak bezocht,
toen hij eens zijn portefeuille nakeek. Tot
zijn schrik ontdekte hij, dat hij vijfhon
derd gulden kwijt was. Hoe en waar hij
deze kwijt was geraakt, wist hij zich ech
ter niet meer te herinneren.
VERSCHE PRAEHISTORISCHE
VONDSTEN.
Putten centrum van falsificaties.
De algemeene belangstelling voor de
praehistorie, die mede door de talrijke op
gravingen der laatste jaren is gewekt, heeft
bepaalde lieden ertoe geleid, valsche prae-
historische voorwerpen in den handel te
brengen en deze voor echt te verkoopen.
Het is een bekend verschijnsel, hetwelk
zich niet alleen in ons land voordoet, maar
den laatsten tijd heeft dit euvel hier te
lande zulk een omvang aangenomen, dat
er reeds talrijke verzamelingen zijn ge
vormd, die grootendeels of zelfs geheel uit
falsificatiën bestaan. Zonder deskundige
voorlichting hebben vele particulieren zoo
genaamde praehistorische voorwerpen ge
kocht, waarvan de herkomst duister is,
doch die de wetenschap als volkomen
waardeloos heeft verklaard. Het centrum
van deze vervalschingen ligt in Putten op
de Veluwe, van waar uit een stroom van
deze voorwerpen over ons land is verbreid,
die in allerlei verzamelingen zijn terecht
gekomen.
Honderden guldens zijn op deze wijze
aan waardelooze voorwerpen besteed en
het bedrijf, dat door dit alles zeer winst
gevend is, wordt 'nog steeds voortgezet.
Telkens zijn er weer anderen, die hèt
slachtoffer van deze bedriegrijen worden,
en vele zomergasten vinden het aardig
om met een voor oud verkocht potje thuis
te komen, in de meening hierdoor een bij
zondere merkwaardigheid te hebben ver
worven. Zij koopen ze soms van tusschen-
personen, die zelf te goeder trouw zijn,
waardoor het des te moeilijker wordt de
vervalsching te onderkennen. De weten
schap kent echter geen pardon en de des
kundigen aarzelen niet bij hun kwalifica
tie.
Het is, naar wij in het „Vad." lezen, aan
de totale onwetendheid der koopers te wij
ten, dat deze bedriegerijen thans zulk een
omvang hebben aangenomen. Ook voor
den wantrouwigen leek is het evenwel
moeilijk, niet het slachtoffer van deze be
drieglijke handelingen te worden, want al
les wordt zoo handig geënsceneerd, dat de
bedriegerij niet gemakkelijk is te volgen.
De justitie is echter, naar wij vernemen,
ook reeds in deze affaire gemengd.
De vervalschers maken gebruik van een
theorie, volgens welke er zich in den bo
dem van de Veluwe veel meer prae-histo-
rische voorwerpen zouden bevinden dan
de officieele wetenschap er uit weet te
halen. Deze theorie wordt luide verkon
digd en vormt de basis van het bedrijf,
dat reeds zooveel onechte voorwerpen over
het geheele land heeft verspreid. Oorspron
kelijk was de omgeving van Putten en Er-
melo het rijke arbeidsveld der gravers,
maar langzamerhand hebben zij hun werk
ook naar andere streken van de Veluwe
verplaatst en zij zijn er werkelijk in ge
slaagd ook daar slachtoffers te maken. Bij
heele reeksen worden de falsificatiën uit
den grond getooverd en het is werkelijk
verbluffend, wat op deze wijze uit den
bodem wordt te voorschijn gebracht.
Een tweetal voorbeelden van de handi
ge en drieste wijze, waarmede wordt op
getreden, is teekenend voor de handelwij
ze van deze lieden of hun handlangers. Bij
het graven onder toezicht slagen zij erin,
valsche voorwerpen naar boven te bren
gen, die niet anders dan kort te voren in
den grond moeten zijn gestopt. Bij een
zekere gelegenheid werd een gat gegra
ven, waarvan de eene helft dieper was.
dan de andere. Er scheen toen niets te
worden gevonden en omdat het uur reeds
ver gevorderd was, werd de arbeid dien
dag gestaakt. Den volgenden dag werd het
werk voortgezet en ziet: uit het half afge
graven gedeelte kwam een gaaf potje te
voorschijn, dat door de deskundigen even
wel onmiddellijk als valsch werd erkend.
Het potje moest er, waarschijnlijk in den
nacht, van opzij in zijn gezet, zoodat het
van boven niet te zien was. Een andere
maal was het een toeschouwster, die zelf
uit een aardhoop, welke bij het graven
naar oude voorwerpen was opgeworpen,
zulk een onecht potje te voorschijn haalde.
Waarschijnlijk was van een oogenblik dat
de toeschouwster was afgeleid, gebruik ge
maakt om het potje er handig in te stop
pen.
Echte vondsten als lokmiddel.
Wat in vele gevallen het optreden van
deze lieden zoo vertrouwenwekkend heeft
gemaakt, is het feit, dat zij ook wel echte
praehistorische voorwerpen te voorschijn
hebben gebracht. Ze hebben er kennelijk
kijk op, waar iets te vinden zal zijn, en
zoo hebben ze soms op een grafveld bij
voorbeeld een echten klokbeker ontgra
ven, waar de deskundigen niets op aan te
merken hadden, zij het dan, dat de wijze
van opgraven zoo ondeskundig was, dat
de grafheuvel zelf er totaal door werd be
dorven.
AI te modem.
Eerst waren het vuursteenen gebruiks
voorwerpen, die werden nagemaakt. Pijl
spitsen en bijlen werden geslepen en dat
alles geschiedde zoo vernuftig, dat slechts
bij een nauwkeurige beschouwing de
valschheid kon worden vastgesteld. Daar
na kwamen ook potjes te voorschijn, die
bij den deskundige onmiddellijk argwaan
wekten. Niet alleen de gaafheid ervan was
bedenkelijk, maar ook de vorm en de ma
terie hadden weinig met die van werkelijk
praehistorische voorwerpen gemeen. Alles
werd in den handel gebracht: potjes met
en zonder deksel, bekers met en zonder
voet, kralen, ja verschillende gebruiks
voorwerpen, die kennelijk naar een heden-
daagsch voorbeeld waren gemodelleerd.
Zoo vernamen we zelfs van een soort na
gelborstel, die het handvat en de putjes
voor de haren van het moderne instrument
droeg, doch die wel een wat al te hoogen
dunk moest geven van het peil van be
schaving, waarop de bewoners van ons
land in voorhistorische tijden stonden! Het
nieuwste wordt nu gevormd door poppe
tjes uit steenachtig materiaal, die zooge
naamd in den grond zijn gevonden en die
niets gemeen hebben met wat ooit nog op
dit gebied is aangetroffen.
Een der slachtoffers was de gepension-
neerde onderwijzer Z. te Lunteren, die
voor een bedrag van ongeveer 30 aan
z.g. praehistorische voorwerpen had ge
kocht van een zekeren H. de R. te Putten,
die ze beweerde uit den grond te hebben
gehaald. Dr. F. C. Bursch, conservator van
het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden,
die thans te Lunteren de opgravingen
leidt op het landgoed de Valk, had even
wel de valschheid er# van vastgesteld. De
heer Z. heeft thans een klacht bij de poli
tie te Ede ingediend en als gevolg daar
van is door den commissaris van politie,
den heer H. P. J. Hulsman, tezamen met
den brigadecommandant der rijksveld-
wacht te Putten een onderzoek ingesteld.
Bij de R. werden nog eenige nagemaakte
praehistorische voorwerpen gevonden,
doch hij hield vol, dat deze, evenals de
verzameling, welke hij aan den heer Z.
had verkocht, echt waren. Er is proces
verbaal tegen de R. opgemaakt wegens op
lichting.
Het is de vraag of men in de R. den
hoofddader der vervalschingen dan wel
een handlanger moet zien, die voor het aan
den man brengen van de vervalschingen
zorgde door ze bij opgravingen in den
grond te ontdekken. Hij had dat ook te
Lunteren gedaan en daar was onmiddel
lijk twijfel gerezen aan de wetenschappe
lijke waarde van zijn beweerde vondsten,
zoodat hij met zijn werkzaamheden moest
ophouden. Inmiddels had hij echter reeds
aan den' heer Z. een verzameling van de
voorwerpen verkocht, waaronder eenige
bekers, een kralensnoer en een vuurstee
nen beitel, die al valsch waren gebleken.
Het vermoeden is niet ongegrond, dat
hij ze van een ander betrok, die op groote
schaal deze voorwerpen vervaardigde.
Naar de herkomst stelt de politie thans te
vens een onderzoek in.
IN VRIJHEID GESTELD.
Naar wij vernemen is de directeur van
een Amsterdamsche financieele instelling,
die door de politie was aangehouden, ver
dacht van verduistering van aandeelen ter'
werkelijke handelswaarde van 1250 gul
den, door den rechter-commissaris in vrij
heid gesteld en niet in het huis van be
waring ingesloten.
De eigenaar der aandeelen heeft aan den
Officier van Justitie verzocht verder geen
werk van de zaak te maken.
„KOLONIëN IN REP EN ROER.
Door loos alarm kwam het heele
Departement in den kelder.
Men is op het oogenblik bezig met het
leggen van een electrischen kabel van de
Rijnstraat naar 't Hoofdbureau van politie
te Den Haag, in verband met de verkeers
lichten welke bij de Rijnstraat zullen ko
men te staan.
Bij dat kabelleggen wordt door stooten
op een hoorn aangegeven, wanneer de
mannen, die er mee bezig zijn, den kabel
een eind verder moeten trekken. Eentonig
klinkt het geluid van den toeter vrijwel
den geheelen dag over het Buitenhof, tot
waar men gisteren gevorderd was met de
kabelleging
De Departementen van Algemeen Be
stuur zijn alle uitgerust met een schuilkel
der, terwijl er regelmatig oefeningen wor
den gehouden met het alarmsysteem, dat
bij een luchtaanval dienst zal moeten doen.
Klinken bijvoorbeeld de sirenes over onze
stad, dan wordt dat sein door een bode
van de Departementen herhaald door mid-
Bnltenlandsclte Berichten
OM DE LEIDING IN HET LEGER
DES HEILS
Na gisteren evenals Donderdag negen
uur lang te hebben beraadslaagd, waarbij
besloten werd, dat de keuze der candi-
daten voor de eindstemming door leden
van den raad kan worden betwist, is de
Groote Raad van het Leger des Heils tot
vandaag uiteengegaan. Het gisteren ge
nomen besluit doet voorzien, dat het tot
een geanimeerd debat zal komen, waarbij
voorstanders van de voortzetting der te
genwoordige „dictatoriale" methode zullen
komen te staan tegenover de groep van
Lamb, die de instelling bepleit van een
soort „kabinet" dat den oppersten leider
van het leger in zijn taak zou bijstaan.
FINANCIËN EN ECONOMIE
FAILLISSEMENT NALATENSCHAP
Dr. F. MANNHEEVIER AANGEVRAAGD
Naar ons ter oore komt is door de firma
Mendelssohn en Co. Amsterdam en de
bewindvoerder een aanvrage tot failliet
verklaring van de nalatenschap van wijlen
dr. F. Mannheimer bij de Rechtbank alhier
ingediend.
In verband hiermede wordt in financi
eele kringen de vraag opgeworpen, of hier
door alléén het actief in Nederland zal
worden getroffen of ook dat in Frankrijk.
Tot goed begrip dient te worden vast
gesteld, dat de faillissements-aanvrage
slechts een territoriale werking heeft, al
kunnen de crediteuren van Mannheimer
individueel trachten verhaal te krijgen op
den boedel in Frankrijk.
Mogelijk is ook, dat er in Frankrijk
door andere crediteuren het faillissement
wordt aangevraagd en in dat geval kan er
samenwerking plaats vinden tusschen, de
curatoren hier te lande en die in Frank
rijk.
Een andere mogelijkheid is nog, dat de
firma Mendelssohn Co. met haar be
windvoerders ook in Frankrijk faillisse
ment heeft aangevraagd. Dit zal wel spoe
dig blijken.
De reden van de faillissements-aanvrage
laat zich slechts gissen. Nadere gegevens
omtrent de positie van de nalatenschap
ten opzichte van de firma Mendelssohn
Co. zijn niet beschikbaar, m.a.w. het is
niet bekend, of dr. Mannheimer bij zijn
overlijden een vordering op de firma had,
of dat het omgekeerde het geval was.
Aangenomen wordt, dat de faillisse
ments-aanvrage is geschied, omdat de erven
geen voldoende medewerking zouden heb
ben verleend. De figuur van surséance
van een nalatenschap kent de wet nu een
maal niet, zoodat indien men zekerheid
wilde hebben, dat de activa welke ten be
hoeve van de firma zouden kunnen worden
aangesproken, inderdaad beschikbaar blij
ven, faillissements-aanvrage de eenige
mogelijkheid was.
del van een toeter, en een ieder die zich
binnen de muren van het Departement be
vindt, vlucht zoo snel mogelijk naar den
schuilkelder.
De lezer zal zich afvragen, wat deze
twee geheel op zich zelf staande dingen
met elkander te maken hebben, doch de
oplossing daarvan komt straks.
Donderdagmiddag om half vijf klonk op
het Departement van Koloniën plotseling
het luchtalarmsein van den bode op de
eerste etage....
Op het eerste sein haastte alles zich naar
den schuilkelder: de waarnemend secreta
ris-generaal (de minister en de secretaris
generaal waren afwezig), de referendaris
sen, de commiezpn, de adjunctcommiezen,
de schrijvers, de bodes, kortom een ieder
die zich in het Departement bevond snelde
volgens consigne met den meesten spoed
naar den schuilkelder, zoodat daar in een
minimum van tijd een circa 150 personen
waren. Uit den aard der zaak was daarbij
ook de bode, die het alarm had doorgege
ven.
Geruimen tijd bleef men in den kelder,
wachtend op 't signaal „all clear." dat
maar steeds uit bleef. Toen het wat al te
lang duurde, werd een der ambtenaren
naar een telefoontoestel gestuurd om het
hoofd van de luchtbeschermingsdienst op
te bellen. Deze bleek van geen oefening af
te weten, zoodat men tot de overtuiging
kwam, dat hier een vergissing in het spel
moest zijn. Wel hoorde men van buiten nog
steeds een geluid, dat op een sirene geleek
en dat met korte tusschenpoozen herhaald
werd.
Toen kwam men eindelijk tot de ontdek
king, dat dit het getoeter bij de kabelleg
ging op het Plein moest zijn, en dat de bo
de dit getoeter voor een alarmsignaal had
gehouden. Dat er om dit misvei-stand har
telijk gelachen is, en dat de betrokken bo
de braaf in het ootje genomen werd, laat
zich denken. „Vad."
ONVEILIG STRAND.
Het strand aan het Wassenaarsche slag
is onvelig tusschen de strandpalen 91 en
94, op Vrijdag 25 Augustus as., 9.30 tot
17 uur, wegens schieten met geschut.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat
het strand eerst weder toegankelijk is, na
dat de roode vlaggen, welke de onveilige
strook aanduiden, weder zijn ingehaald.
ZWEEFVLIEGTUIG NEERGESTORT
Inzittende gejwoiuL
Op het oefenterrein van de Arnhemsche
zweefvliegclub nabij Teriet is gister
middag een zweefvliegtuig van deze club
neergestort. In het toestel was gezeten de
heer van Lamsweerde uit Nijmegen. Deze
was kort tevoren met het vliegtuig op
gestegen. Op omstreeks twintig meter
hoogte sloeg de kabel plotseling los. Het
toestel had toen nog een onvoldoende
hoogte bereikt om in de lucht te kunnen
blijven, het daalde snel en stortte neer. De
heer Lamsweerde viel met het hoofd tegen
den snelheidsmeter en liep een hersen
schudding en een hoofdwonde op.
Per ziekenauto werd hij naar het ge
meente ziekenhuis overgebracht en aldaar
ter verpleging opgenomen.
Het vliegtuig werd zwaar beschadigd.
DE POSTVLUCHTEN OP NED. INDIi
De positie der K.L.M.-postvliegtuigen
op de Indië-lijn was gisteravond als volgti
Op de uitreis bereikten de „Peli
kaan" Rangoon en de „Oehoe" Basra.
Op de thuisreis landden de „Nan-
doe" te Basra en de „Gier" te Rangoon.
INGEZONDEN STUKKEN
Sombere vooruitzichten.
Wie in de wereld van de melkveehou
ders geen vreemdeling is, ziet hoe deze ge
bukt gaan onder de drukkende lasten eener
regeling, welke hen zou moeten steunen,
maar voor hen practisch tot schade in hun
bedrijf wordt uitgevoerd. Ben belangrijke
rol is bij deze maatregelen toch zeker in
elk bedrijfsleven, de opbrengst van het pro
duct. In stee van dat, doet klacht op klacht
zich allerwege hooren en protesten over de
genomen regelingen zijn legio. Inplaats
dat de melkveehouders de profijten er van
zouden kunnen genieten, kan, worden ge
constateerd, dat de inkomsten bij hen op
onrustbarende wijze, terugloopen. De
groot-industrie heeft in haar optreden de
melkveehouder in een zwakkere en afhan
kelijker positie gedrongen, en zeer velen
midden in de zorgen gezet, waardoor zij,
machteloos staan tegenover den levensnood
waarin zij geraakten. Onder deze omstan
digheden hebben zij naar den weg te zoe
ken, waarin het maatschappelijke leven
op de vruchtbaarste wijze in nieuwe ba
nen kan worden geleid, waardoor het be
drijfsleven weer bloeie en het algemeen
welzijn worde bevorderd. Het is daarom
niet zonder belang, als belanghebbenden
dit gezamenlijk onder het oog zien, en gaan
eischen, waar wij nu in een geordend
bedrijfsleven zijn opgetreden, dat zij, die er
in de uitvoering mede belast zijn, deze
belangen reoht en billijk verdedigen. Dat
deze ze, hebben te verdedigen én uit te
voeren, en serieus hebben na te gaan', op
welke wijze de opbrengst der producten tot
een loonende uitkomst zijn te benaderen,
en op te komen voor de rechten der aan
geslotenen, daar er niets meer of minder
op het spel staat, dan de ondergang
van een groep nijvere zelfstandigen, en te
waken, dat in de uitvoering van deze me
thode aan den eenen groep niet meerdere
reohten worden toegekend dan aan den an
deren. Het is daarom noodzakelijk en bil
lijk, dat er voor het product van den vee
houder naar een meer loonende basis ge
zocht worde, waardoor de opbrengst van
hetzelve stijgen. De bestaande regeling
zou een beschutting kunnen zijn, het
is echter gebleken het tegendeel te wezen,
veeleer is het tot drukkende last gewor
den. Is het wonder, als de veehouder, zon
der meer te vernemen, uit de verte het
rommelen van den donder verneemt, dat
binnen niet al te langen tijd weer een
nieuwe methode van uitvoering hem wacht,
namelijk de inkoop naar vetgehalte, en hij'
verschrikt zich afvraagt, welk een zorg
hem dit weer zal baren, of de belangen in
het algemeen hiermede wel gebaat zijn,
en de kosten de baten wel zullen dekken?
Zal de controle er van even willekeurig
worden uitgevoerd, als de thans bestaande,
en eindelijk: zal de uitvoering van deze
methode het boetestelsel niet doen ver
meerderen en de heerschappij van econo
mische grootmachten doen zegevieren?
Hebben de aangeslotenen niet het recht om
over dergelijke opwellende vragen een be
spreking te hebben, en nadien de ge-
wenschte uitvoering er aan te geven? Het
komt mij voor, zoolang wij met allerlei
dwaasheden in de methode van uitvoering
worden geknecht, (en deze opvatting wordt
door duizenden gedeeld), dat wij niet
moeten voortgaan om weer een nieuwe re
geling in te voeren, voor en aleer het nu
gebruikte apparaat van ondeugdelijkhe
den is gereinigd. Voorloopig hierbij la
tend, zou ik willen vragen: of men de re
gelingen niet meer opbouwend, dan wel
straf uitvoerend kon maken; de zweep van
deze methode komt nog meer striemend!
neer op de ruggen der veehouders, dan vam
het crisiszuivelbureau, en dat is toch ze
ker nooit de bedoeling geweest. Laat ik
eindigen met den wensch, dat hierin spoe
dig verandering moge komen, dan zullen
niet alleen de uitvoerders met deze metho
de gebaat zijn, maar ook de producent,
waarover mijn blijdschap groot zou zijn.
U, mijnheer de Redacteur, dankend voor
de plaatsing, met hoogachting'
C. P. LUGTIGHEID,
Heemskerkstraat 34, Delft.