Het debacle van Mendelssohn en Co LUCHTVAART ZATERDAG 19 AUGUSTUS 1939 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 14 GEMENGDE BERICHTEN AANRIJDING MET DOODELIJKEN AFLOOP. Gistermiddag om twee uur werd de Go- jarige E. B. M. uit Nieuwer Amstel, die met een kleinzoon een uitstapje maakte naar Zaandam en voor de terugreis op weg naar de 'boot was, op de westzijde, ter hoogte van het Floratheater door een kermiswa gen gegrepen en zoo ernstig gewond, dat hij in zorgwefldkenden toestand naar het ziekenhuis moest worden overgebracht. Eenige uren later is hij aan de bekomen kwetsuren overleden. PATER N. VAN RIJN O.P. Bij verkeersongeluk ernstig gewond. Op den Apeldoornscheweg te Arnhem is de zeereerw. pater N. van Rijn O.P., secre taris van de Dominicaansche missie en di recteur van den St. Dominicuspenning het slachtoffer geworden van een verkeerson geluk. Per motor kwam hij den steilen weg af rijden, toen uit de Paul Krugerstraat een vrachtauto den Apeldoornscheweg opdraai de. Ondanks krachtig remmen was een on geluk niet meer te voorkomen. De motor botste tegen den vrachtwagen, sloeg tegen den grond en schoof vervolgens nog een eindweegs over den weg, waarbij de pater met het rechterbeen onder het rijwiel be kneld raakte. Per ziekenauto werd het slachtoffer naar het St. Elisabethsziekenhuis vervoerd, waar een dubbele beenbreuk werd gecon stateerd. Naar wij vernamen, is het zetten van het been gunstig verloopen. De patiënt, wiens toestand zich aanvankelijk ernstig liet aan zien, maakt het thans naar omstandighe den uitstekend. „Msb." IN HET DUISTER VERDRONKEN. Vrijdagmiddag werd bij het pompstation aan de haven te Born door voorbijgangers een lijk opgemerkt in het Julianakanaal. Het werd op het droge gebracht en bleek te zijn van den 30-jarigen mijnwerker F. S. uit Obbicht. Donderdagavond had de man zijn wo ning verlaten en was niet meer terugge keerd. Klaarblijkelijk is hij in de duisternis met zijn fiets te water gereden en zoo om het leven gekomen. FAMILIETWIST TE STEIN. Bejaarde vrouw ernstig gewond. Gisteravond te ongeveer acht uur ont stond oneenigheid tusschfen den 60-jarigen landbouwer Driessen en diens echtgenoote in hun woning te Stein. De man dreigde zijn vrouw met een revolver. De vrouw wist echter te vluchten, waarna de man het wapen richtte op zijn ruim 60-jarige alleen wonende zuster. Deze werd door een viertal kogels aan hoofd en schouders ge troffen. In hoogst zorgwekkenden toestand werd het slachtoffer naar het ziekenhuis te Sittard overgebracht. De man vluchtte na zijn daad en sprong in het Julianaka naal, waar hij door de gemeentepolitie, die direct ter plaatse was, uit werd gehaald en gearresteerd. De man bleek reeds enkele maanden te lijden aan zwaarmoedigheid. ZWARE BINNENBRAND TE DEN HAAG. Gistermiddag te ongeveer drie uur is brand uitgebroken in het perceel Sophia- laan 11, te 's Gravenhage, dat bewoond wordt door jhr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer, oud-gezant te Brussel en te Rome. Jhr. van Nispen en zijn echtgenoote ver toeven momenteel in Zwitserland en zij zouden heden naar den Haag terugkeeren. Het perceel was evenwel bewoond door een huisknecht en twee dienstboden, die bij het uitbreken van den brand niet thuis waren. Om 1 uur belde een tuinmansknecht aan het perceel aan, doch hem werd niet open gedaan, waarna hij door een zijpoortje in den grooten tuin kwam. Bezig met zijn werkzaamheden zag hij te ongeveer drie uur, dat uit een der dakramen dikke rook wolken opstegen. Telefonisch waarschuw de hij de brandweer, die spoedig met twee motorspuiten aanwezig was. Men ver schafte zich toegang tot de woning en het vuur, dat woedde op de zolderverdieping werd met twee stralen op de waterleiding bestreden. De vuurhaard was waarschijn lijk gelegen in de dienstbodenkamer. De oorzaak van de brand is nog niet vastgesteld. HEIDEBRAND OP TEXEL. 70 H.A. verloren. In de onmiddellijke nabijheid van de dennebosschen op de Westermient te den Burg is gistermiddag door onbekende oor zaak een ernstige heidebrand uitgebroken. Gelukkig bevonden zich talrijke perso nen, vooral kampeerders en militairen in de nabijheid, die terstond het blusschings- werk aanvingen. Ondanks de ingespannen pogingen om het vuur te stuiten, ging een oppervlakte prachtige heide van 70 H.A. verloren. Dank zij het feit, dat de wind uit een gunstige richting kwam, bleven de bcsschen gespaard. HOFSTEDE IN DE ASCH GELEGD. Terwijl de bewoners van de hofstede van A. Kersbergen te Achthoven, gemeente Lexmond, aan het melken waren, brak brand uit in den hooiberg, welke vlak bij het huis stond. In korten tijd stonden ook de hofstede en de schuren in vlammen. De brandweer kon niet verhinderen, dat alle gebouwen tot den grond toe afbrandden. Slechts een gedeelte van den inboedel kon in veiligheid worden gebracht. Men vermoedt, dat hooibroei de oorzaak van den brand is. VACANTIESCHUIT GESTRAND. Uit Domburg wordt gemeld: Een oude visschersschuit „Alderamin" genaamd, waarmee een viertal Rotterdam mers op vacantietocht uit Veere waren ver trokken is onder Oostfoapelle, 11/2 km. van Domburg op het z.g. zevende strand op de kust geloopen en lek geslagen. Bij eb ligt het vaartuig droog. Het stranden schijnt een gevolg te zijn van een defect aan het roer. De vier opvarenden hebben alles wat waar de had aan wal gebracht en hebben hun bivak in een tent in de duinen opgeslagen. Een deskundige zal onderzoeken, of de boot, welke al niet een erg zeewaardigen indruk maakte, in zulk een conditie kan worden gebracht dat de tocht kan worden voortgezet. DURE BLOEMETJES BUITEN GEZET. Haarlemmer vermist 500.—. Een Haarlemmer is in Amsterdam uit geweest. Hij had reeds verschillende café's en andere oorden van vermaak bezocht, toen hij eens zijn portefeuille nakeek. Tot zijn schrik ontdekte hij, dat hij vijfhon derd gulden kwijt was. Hoe en waar hij deze kwijt was geraakt, wist hij zich ech ter niet meer te herinneren. VERSCHE PRAEHISTORISCHE VONDSTEN. Putten centrum van falsificaties. De algemeene belangstelling voor de praehistorie, die mede door de talrijke op gravingen der laatste jaren is gewekt, heeft bepaalde lieden ertoe geleid, valsche prae- historische voorwerpen in den handel te brengen en deze voor echt te verkoopen. Het is een bekend verschijnsel, hetwelk zich niet alleen in ons land voordoet, maar den laatsten tijd heeft dit euvel hier te lande zulk een omvang aangenomen, dat er reeds talrijke verzamelingen zijn ge vormd, die grootendeels of zelfs geheel uit falsificatiën bestaan. Zonder deskundige voorlichting hebben vele particulieren zoo genaamde praehistorische voorwerpen ge kocht, waarvan de herkomst duister is, doch die de wetenschap als volkomen waardeloos heeft verklaard. Het centrum van deze vervalschingen ligt in Putten op de Veluwe, van waar uit een stroom van deze voorwerpen over ons land is verbreid, die in allerlei verzamelingen zijn terecht gekomen. Honderden guldens zijn op deze wijze aan waardelooze voorwerpen besteed en het bedrijf, dat door dit alles zeer winst gevend is, wordt 'nog steeds voortgezet. Telkens zijn er weer anderen, die hèt slachtoffer van deze bedriegrijen worden, en vele zomergasten vinden het aardig om met een voor oud verkocht potje thuis te komen, in de meening hierdoor een bij zondere merkwaardigheid te hebben ver worven. Zij koopen ze soms van tusschen- personen, die zelf te goeder trouw zijn, waardoor het des te moeilijker wordt de vervalsching te onderkennen. De weten schap kent echter geen pardon en de des kundigen aarzelen niet bij hun kwalifica tie. Het is, naar wij in het „Vad." lezen, aan de totale onwetendheid der koopers te wij ten, dat deze bedriegerijen thans zulk een omvang hebben aangenomen. Ook voor den wantrouwigen leek is het evenwel moeilijk, niet het slachtoffer van deze be drieglijke handelingen te worden, want al les wordt zoo handig geënsceneerd, dat de bedriegerij niet gemakkelijk is te volgen. De justitie is echter, naar wij vernemen, ook reeds in deze affaire gemengd. De vervalschers maken gebruik van een theorie, volgens welke er zich in den bo dem van de Veluwe veel meer prae-histo- rische voorwerpen zouden bevinden dan de officieele wetenschap er uit weet te halen. Deze theorie wordt luide verkon digd en vormt de basis van het bedrijf, dat reeds zooveel onechte voorwerpen over het geheele land heeft verspreid. Oorspron kelijk was de omgeving van Putten en Er- melo het rijke arbeidsveld der gravers, maar langzamerhand hebben zij hun werk ook naar andere streken van de Veluwe verplaatst en zij zijn er werkelijk in ge slaagd ook daar slachtoffers te maken. Bij heele reeksen worden de falsificatiën uit den grond getooverd en het is werkelijk verbluffend, wat op deze wijze uit den bodem wordt te voorschijn gebracht. Een tweetal voorbeelden van de handi ge en drieste wijze, waarmede wordt op getreden, is teekenend voor de handelwij ze van deze lieden of hun handlangers. Bij het graven onder toezicht slagen zij erin, valsche voorwerpen naar boven te bren gen, die niet anders dan kort te voren in den grond moeten zijn gestopt. Bij een zekere gelegenheid werd een gat gegra ven, waarvan de eene helft dieper was. dan de andere. Er scheen toen niets te worden gevonden en omdat het uur reeds ver gevorderd was, werd de arbeid dien dag gestaakt. Den volgenden dag werd het werk voortgezet en ziet: uit het half afge graven gedeelte kwam een gaaf potje te voorschijn, dat door de deskundigen even wel onmiddellijk als valsch werd erkend. Het potje moest er, waarschijnlijk in den nacht, van opzij in zijn gezet, zoodat het van boven niet te zien was. Een andere maal was het een toeschouwster, die zelf uit een aardhoop, welke bij het graven naar oude voorwerpen was opgeworpen, zulk een onecht potje te voorschijn haalde. Waarschijnlijk was van een oogenblik dat de toeschouwster was afgeleid, gebruik ge maakt om het potje er handig in te stop pen. Echte vondsten als lokmiddel. Wat in vele gevallen het optreden van deze lieden zoo vertrouwenwekkend heeft gemaakt, is het feit, dat zij ook wel echte praehistorische voorwerpen te voorschijn hebben gebracht. Ze hebben er kennelijk kijk op, waar iets te vinden zal zijn, en zoo hebben ze soms op een grafveld bij voorbeeld een echten klokbeker ontgra ven, waar de deskundigen niets op aan te merken hadden, zij het dan, dat de wijze van opgraven zoo ondeskundig was, dat de grafheuvel zelf er totaal door werd be dorven. AI te modem. Eerst waren het vuursteenen gebruiks voorwerpen, die werden nagemaakt. Pijl spitsen en bijlen werden geslepen en dat alles geschiedde zoo vernuftig, dat slechts bij een nauwkeurige beschouwing de valschheid kon worden vastgesteld. Daar na kwamen ook potjes te voorschijn, die bij den deskundige onmiddellijk argwaan wekten. Niet alleen de gaafheid ervan was bedenkelijk, maar ook de vorm en de ma terie hadden weinig met die van werkelijk praehistorische voorwerpen gemeen. Alles werd in den handel gebracht: potjes met en zonder deksel, bekers met en zonder voet, kralen, ja verschillende gebruiks voorwerpen, die kennelijk naar een heden- daagsch voorbeeld waren gemodelleerd. Zoo vernamen we zelfs van een soort na gelborstel, die het handvat en de putjes voor de haren van het moderne instrument droeg, doch die wel een wat al te hoogen dunk moest geven van het peil van be schaving, waarop de bewoners van ons land in voorhistorische tijden stonden! Het nieuwste wordt nu gevormd door poppe tjes uit steenachtig materiaal, die zooge naamd in den grond zijn gevonden en die niets gemeen hebben met wat ooit nog op dit gebied is aangetroffen. Een der slachtoffers was de gepension- neerde onderwijzer Z. te Lunteren, die voor een bedrag van ongeveer 30 aan z.g. praehistorische voorwerpen had ge kocht van een zekeren H. de R. te Putten, die ze beweerde uit den grond te hebben gehaald. Dr. F. C. Bursch, conservator van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, die thans te Lunteren de opgravingen leidt op het landgoed de Valk, had even wel de valschheid er# van vastgesteld. De heer Z. heeft thans een klacht bij de poli tie te Ede ingediend en als gevolg daar van is door den commissaris van politie, den heer H. P. J. Hulsman, tezamen met den brigadecommandant der rijksveld- wacht te Putten een onderzoek ingesteld. Bij de R. werden nog eenige nagemaakte praehistorische voorwerpen gevonden, doch hij hield vol, dat deze, evenals de verzameling, welke hij aan den heer Z. had verkocht, echt waren. Er is proces verbaal tegen de R. opgemaakt wegens op lichting. Het is de vraag of men in de R. den hoofddader der vervalschingen dan wel een handlanger moet zien, die voor het aan den man brengen van de vervalschingen zorgde door ze bij opgravingen in den grond te ontdekken. Hij had dat ook te Lunteren gedaan en daar was onmiddel lijk twijfel gerezen aan de wetenschappe lijke waarde van zijn beweerde vondsten, zoodat hij met zijn werkzaamheden moest ophouden. Inmiddels had hij echter reeds aan den' heer Z. een verzameling van de voorwerpen verkocht, waaronder eenige bekers, een kralensnoer en een vuurstee nen beitel, die al valsch waren gebleken. Het vermoeden is niet ongegrond, dat hij ze van een ander betrok, die op groote schaal deze voorwerpen vervaardigde. Naar de herkomst stelt de politie thans te vens een onderzoek in. IN VRIJHEID GESTELD. Naar wij vernemen is de directeur van een Amsterdamsche financieele instelling, die door de politie was aangehouden, ver dacht van verduistering van aandeelen ter' werkelijke handelswaarde van 1250 gul den, door den rechter-commissaris in vrij heid gesteld en niet in het huis van be waring ingesloten. De eigenaar der aandeelen heeft aan den Officier van Justitie verzocht verder geen werk van de zaak te maken. „KOLONIëN IN REP EN ROER. Door loos alarm kwam het heele Departement in den kelder. Men is op het oogenblik bezig met het leggen van een electrischen kabel van de Rijnstraat naar 't Hoofdbureau van politie te Den Haag, in verband met de verkeers lichten welke bij de Rijnstraat zullen ko men te staan. Bij dat kabelleggen wordt door stooten op een hoorn aangegeven, wanneer de mannen, die er mee bezig zijn, den kabel een eind verder moeten trekken. Eentonig klinkt het geluid van den toeter vrijwel den geheelen dag over het Buitenhof, tot waar men gisteren gevorderd was met de kabelleging De Departementen van Algemeen Be stuur zijn alle uitgerust met een schuilkel der, terwijl er regelmatig oefeningen wor den gehouden met het alarmsysteem, dat bij een luchtaanval dienst zal moeten doen. Klinken bijvoorbeeld de sirenes over onze stad, dan wordt dat sein door een bode van de Departementen herhaald door mid- Bnltenlandsclte Berichten OM DE LEIDING IN HET LEGER DES HEILS Na gisteren evenals Donderdag negen uur lang te hebben beraadslaagd, waarbij besloten werd, dat de keuze der candi- daten voor de eindstemming door leden van den raad kan worden betwist, is de Groote Raad van het Leger des Heils tot vandaag uiteengegaan. Het gisteren ge nomen besluit doet voorzien, dat het tot een geanimeerd debat zal komen, waarbij voorstanders van de voortzetting der te genwoordige „dictatoriale" methode zullen komen te staan tegenover de groep van Lamb, die de instelling bepleit van een soort „kabinet" dat den oppersten leider van het leger in zijn taak zou bijstaan. FINANCIËN EN ECONOMIE FAILLISSEMENT NALATENSCHAP Dr. F. MANNHEEVIER AANGEVRAAGD Naar ons ter oore komt is door de firma Mendelssohn en Co. Amsterdam en de bewindvoerder een aanvrage tot failliet verklaring van de nalatenschap van wijlen dr. F. Mannheimer bij de Rechtbank alhier ingediend. In verband hiermede wordt in financi eele kringen de vraag opgeworpen, of hier door alléén het actief in Nederland zal worden getroffen of ook dat in Frankrijk. Tot goed begrip dient te worden vast gesteld, dat de faillissements-aanvrage slechts een territoriale werking heeft, al kunnen de crediteuren van Mannheimer individueel trachten verhaal te krijgen op den boedel in Frankrijk. Mogelijk is ook, dat er in Frankrijk door andere crediteuren het faillissement wordt aangevraagd en in dat geval kan er samenwerking plaats vinden tusschen, de curatoren hier te lande en die in Frank rijk. Een andere mogelijkheid is nog, dat de firma Mendelssohn Co. met haar be windvoerders ook in Frankrijk faillisse ment heeft aangevraagd. Dit zal wel spoe dig blijken. De reden van de faillissements-aanvrage laat zich slechts gissen. Nadere gegevens omtrent de positie van de nalatenschap ten opzichte van de firma Mendelssohn Co. zijn niet beschikbaar, m.a.w. het is niet bekend, of dr. Mannheimer bij zijn overlijden een vordering op de firma had, of dat het omgekeerde het geval was. Aangenomen wordt, dat de faillisse ments-aanvrage is geschied, omdat de erven geen voldoende medewerking zouden heb ben verleend. De figuur van surséance van een nalatenschap kent de wet nu een maal niet, zoodat indien men zekerheid wilde hebben, dat de activa welke ten be hoeve van de firma zouden kunnen worden aangesproken, inderdaad beschikbaar blij ven, faillissements-aanvrage de eenige mogelijkheid was. del van een toeter, en een ieder die zich binnen de muren van het Departement be vindt, vlucht zoo snel mogelijk naar den schuilkelder. De lezer zal zich afvragen, wat deze twee geheel op zich zelf staande dingen met elkander te maken hebben, doch de oplossing daarvan komt straks. Donderdagmiddag om half vijf klonk op het Departement van Koloniën plotseling het luchtalarmsein van den bode op de eerste etage.... Op het eerste sein haastte alles zich naar den schuilkelder: de waarnemend secreta ris-generaal (de minister en de secretaris generaal waren afwezig), de referendaris sen, de commiezpn, de adjunctcommiezen, de schrijvers, de bodes, kortom een ieder die zich in het Departement bevond snelde volgens consigne met den meesten spoed naar den schuilkelder, zoodat daar in een minimum van tijd een circa 150 personen waren. Uit den aard der zaak was daarbij ook de bode, die het alarm had doorgege ven. Geruimen tijd bleef men in den kelder, wachtend op 't signaal „all clear." dat maar steeds uit bleef. Toen het wat al te lang duurde, werd een der ambtenaren naar een telefoontoestel gestuurd om het hoofd van de luchtbeschermingsdienst op te bellen. Deze bleek van geen oefening af te weten, zoodat men tot de overtuiging kwam, dat hier een vergissing in het spel moest zijn. Wel hoorde men van buiten nog steeds een geluid, dat op een sirene geleek en dat met korte tusschenpoozen herhaald werd. Toen kwam men eindelijk tot de ontdek king, dat dit het getoeter bij de kabelleg ging op het Plein moest zijn, en dat de bo de dit getoeter voor een alarmsignaal had gehouden. Dat er om dit misvei-stand har telijk gelachen is, en dat de betrokken bo de braaf in het ootje genomen werd, laat zich denken. „Vad." ONVEILIG STRAND. Het strand aan het Wassenaarsche slag is onvelig tusschen de strandpalen 91 en 94, op Vrijdag 25 Augustus as., 9.30 tot 17 uur, wegens schieten met geschut. De aandacht wordt erop gevestigd, dat het strand eerst weder toegankelijk is, na dat de roode vlaggen, welke de onveilige strook aanduiden, weder zijn ingehaald. ZWEEFVLIEGTUIG NEERGESTORT Inzittende gejwoiuL Op het oefenterrein van de Arnhemsche zweefvliegclub nabij Teriet is gister middag een zweefvliegtuig van deze club neergestort. In het toestel was gezeten de heer van Lamsweerde uit Nijmegen. Deze was kort tevoren met het vliegtuig op gestegen. Op omstreeks twintig meter hoogte sloeg de kabel plotseling los. Het toestel had toen nog een onvoldoende hoogte bereikt om in de lucht te kunnen blijven, het daalde snel en stortte neer. De heer Lamsweerde viel met het hoofd tegen den snelheidsmeter en liep een hersen schudding en een hoofdwonde op. Per ziekenauto werd hij naar het ge meente ziekenhuis overgebracht en aldaar ter verpleging opgenomen. Het vliegtuig werd zwaar beschadigd. DE POSTVLUCHTEN OP NED. INDIi De positie der K.L.M.-postvliegtuigen op de Indië-lijn was gisteravond als volgti Op de uitreis bereikten de „Peli kaan" Rangoon en de „Oehoe" Basra. Op de thuisreis landden de „Nan- doe" te Basra en de „Gier" te Rangoon. INGEZONDEN STUKKEN Sombere vooruitzichten. Wie in de wereld van de melkveehou ders geen vreemdeling is, ziet hoe deze ge bukt gaan onder de drukkende lasten eener regeling, welke hen zou moeten steunen, maar voor hen practisch tot schade in hun bedrijf wordt uitgevoerd. Ben belangrijke rol is bij deze maatregelen toch zeker in elk bedrijfsleven, de opbrengst van het pro duct. In stee van dat, doet klacht op klacht zich allerwege hooren en protesten over de genomen regelingen zijn legio. Inplaats dat de melkveehouders de profijten er van zouden kunnen genieten, kan, worden ge constateerd, dat de inkomsten bij hen op onrustbarende wijze, terugloopen. De groot-industrie heeft in haar optreden de melkveehouder in een zwakkere en afhan kelijker positie gedrongen, en zeer velen midden in de zorgen gezet, waardoor zij, machteloos staan tegenover den levensnood waarin zij geraakten. Onder deze omstan digheden hebben zij naar den weg te zoe ken, waarin het maatschappelijke leven op de vruchtbaarste wijze in nieuwe ba nen kan worden geleid, waardoor het be drijfsleven weer bloeie en het algemeen welzijn worde bevorderd. Het is daarom niet zonder belang, als belanghebbenden dit gezamenlijk onder het oog zien, en gaan eischen, waar wij nu in een geordend bedrijfsleven zijn opgetreden, dat zij, die er in de uitvoering mede belast zijn, deze belangen reoht en billijk verdedigen. Dat deze ze, hebben te verdedigen én uit te voeren, en serieus hebben na te gaan', op welke wijze de opbrengst der producten tot een loonende uitkomst zijn te benaderen, en op te komen voor de rechten der aan geslotenen, daar er niets meer of minder op het spel staat, dan de ondergang van een groep nijvere zelfstandigen, en te waken, dat in de uitvoering van deze me thode aan den eenen groep niet meerdere reohten worden toegekend dan aan den an deren. Het is daarom noodzakelijk en bil lijk, dat er voor het product van den vee houder naar een meer loonende basis ge zocht worde, waardoor de opbrengst van hetzelve stijgen. De bestaande regeling zou een beschutting kunnen zijn, het is echter gebleken het tegendeel te wezen, veeleer is het tot drukkende last gewor den. Is het wonder, als de veehouder, zon der meer te vernemen, uit de verte het rommelen van den donder verneemt, dat binnen niet al te langen tijd weer een nieuwe methode van uitvoering hem wacht, namelijk de inkoop naar vetgehalte, en hij' verschrikt zich afvraagt, welk een zorg hem dit weer zal baren, of de belangen in het algemeen hiermede wel gebaat zijn, en de kosten de baten wel zullen dekken? Zal de controle er van even willekeurig worden uitgevoerd, als de thans bestaande, en eindelijk: zal de uitvoering van deze methode het boetestelsel niet doen ver meerderen en de heerschappij van econo mische grootmachten doen zegevieren? Hebben de aangeslotenen niet het recht om over dergelijke opwellende vragen een be spreking te hebben, en nadien de ge- wenschte uitvoering er aan te geven? Het komt mij voor, zoolang wij met allerlei dwaasheden in de methode van uitvoering worden geknecht, (en deze opvatting wordt door duizenden gedeeld), dat wij niet moeten voortgaan om weer een nieuwe re geling in te voeren, voor en aleer het nu gebruikte apparaat van ondeugdelijkhe den is gereinigd. Voorloopig hierbij la tend, zou ik willen vragen: of men de re gelingen niet meer opbouwend, dan wel straf uitvoerend kon maken; de zweep van deze methode komt nog meer striemend! neer op de ruggen der veehouders, dan vam het crisiszuivelbureau, en dat is toch ze ker nooit de bedoeling geweest. Laat ik eindigen met den wensch, dat hierin spoe dig verandering moge komen, dan zullen niet alleen de uitvoerders met deze metho de gebaat zijn, maar ook de producent, waarover mijn blijdschap groot zou zijn. U, mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaatsing, met hoogachting' C. P. LUGTIGHEID, Heemskerkstraat 34, Delft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 14