Meuden we aaót aan het e%{ïdee£ awz&t Vademen 30ste Jaargang No. 9413 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Zware Zorgen MAANDAG 14 AUGUSTUS 1939 3)e£eicl&eli£Gou/*a/^ Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adv. en Abonn.-tarieven xie pag Z Giro 103003. Postbus 11. Foto Bosman, Haarlem Bij tiet portret van onzen jubileerenden Bisschop Op den vooravond van een Bisschopsfeest een beschouwing te schrijven in den mi neurtoon zou een dissonant kunnen geven. Nadat maanden en maanden lang alle dio- cesanen zijn opgewekt om hun bijdragen te storten voor het „Bisschopsfonds", nu gaan betoogen, dat wat morgen als feest gave, door hun offervaardige liefde samen gebracht, aan den jubileerenden Bisschop zal worden aangeboden, hoe hoog het be drag op zich ook zij, toch maar is als een druppel aan den rand van den emmer, is niet alleen een ondankbare taak maar zou onbehoorlijk lijken, afkeer kunnen ver wekken en kunnen prikkelen tot verzet. Dit alles heeft schrijver dezes lang over wogen en aangevoeld. Hij heeft daarom ook lang geaarzeld. Maar omwille van het allerhoogste belang dat op 't spel staat besloot hij toch dit „feestartikel" thans te publiceeren; en als titel plaatste hij er bo ven het fiere woord van den Makabeër: „Houden we vast aan het erf deel onzer vaderen", Het allerhoogste belang dat op 't spel staat is niet minder dan het behoud van het katholiek geloof in deze gewesten bij vele tienduizenden. Loopt dan dit kostbaar erfgoed hier in het vrije Nederland gevaar? Ja; bijzonder in het Bisdom Haarlem. Ziehier waarom. De Biss^ op van Haarlem heeft het twij felachtig voorrecht dat in zijn geestelijk rechtsgebied de drie groote steden van het Koninkrijk gelegen zijn; drie centra van massabevolking die voortdurend in om vang toenemen. De uitgroei dezer drie cen tra gaat in de laatste tientallen van jaren in aldoor sneller tempo; om niet te spre ken van de uitbreiding van alle andere ste den en dorpen. Poldervlakten, honderden Hectaren groot, waar voor enkele jaren het vee nog vredig graasde, zijn vandaag om geschapen in uitgestrekte stadswijken, met duizenden en tienduizenden bewoners le vend te midden van 't jachtende leven der moderne grootstad. Maar bezin u zelven eens een oogenblik op het gevolg van deze feiten voor de ziel zorg. Het wordt u dan duidelijk, dat in al deze nieuwe woonwijken het oprichten van nieuwe parochies en het bouwen van nieu we kerken een eisch is van absolute nood zaak. Met de uitbreiding van steden en dor pen moet de uitbreiding van de zielzorg ge lijken tred houden. Zoo dit niet gebeurt worden de bewoners dier centra binnen af- zienbaren tijd geheel ontkerstend en ver- heidenscht. De hier gebruikte woorden zyn hard; doch de ondervinding is daar, om de juistheid dezer gelrozen uitdruk king te bevestigen. Ontkerstend en verhei- denscht, niet zoozeer door de schuld van die bewoners zelf als wel tengevolge van de omstandigheid, dat de zielzorg deze dui zenden menschen niet kan bereiken. Wij weten al te goed hoe wij allen onze ker ken en priesters noodig h bben om ons ge loof en onzen godsdienst te bewaren. Er zijn geen tien jaar noodig om in zulk een van kerk en priesters verstoken woonwijk het proces van algeheele ontkerstening te voltrekken. Het allerhoogste belang van tienduizenden staat hier op het spel. Er is periculum in more uitstel beteekent ge vaar! Er moet hulp worden geboden en Dit is de kwellende zorg waaronder on ze Bisschop dag en nacht gebukt gaat. Als opperste zielzorger over al zijn diocesanen, weet hij 't zijn plicht, ook die tienduizend tallen in de nieuwe wooncentra te be hoeden voor het verlies van het kostbaar erfgoed des geloofs; en hij voelt zich on machtig. De middelen om in de nijpende behoefte op afdoende wijze te voorzien heeft hij niet te zijner beschikking, 't Is erg wanneer het ontbreken van stoffelijke middelen de geloofsverkondiging in heiden- sche landen onmogelijk maakt. Erger is het, wanneer wegens gebrek aan stoffe lijke middelen een gekerstende bevolking weer in 't heidendom terugvalt. Het aartsbisdom van Parijs verkeert in denzelfden nood. „l'Oeuvre des Chantiers", opgericht door den Kardinaal-Aartsbis schop Mgr. Verdier, heeft hier te lande in de laatste weken de volle aandacht ge trokken. Hij heeft zijn opgezet plan, hon derd nieuwe kerken te bouwen in de ban- lieu van Parijs, met behulp van deze in stelling kunnen uitvoeren. Maar voor den Haarlemschen Bisschop is 't bouwen van kerken veel moeilijker dan voor den Parij- schen Kardinaal, om de eenvoudige reden alleen al dat het bouwen daar veel goed- kooper is. Hier eischt de bouw eener kerk, ook onder inachtneming van de grootste zuinigheid, nog steeds een bedrag dat slechts weinig beneden de ton blijft. Hoe dit komt is in de publicaties de laatste maanden in de pers meermalen uiteenge zet. Het feit is zoo. En dan te weten, dat er een zoo groot getal nieuwe kerken zoo broodnoodig is, en dat de eenige hulpbron, welke den Bisschop ter beschikking staat, de vrijgevigheid is en de offerzin zijner dio cesanen, die wel groot is, zeer groot maar toch ook zijn grenzen heeft. Neem dit alles goed in u op, en bezie dan eens het jongste portret van den doorluch- tigen Jubilaris, dan begrijpt gij wat er spreekt uit zijn oogen, uit de trekken van zijn gelaat, uit zijn gestalte. Daaruit spreekt zorg, zorg en nog eens zorg, pijnlijke zorg over het lot van zoo veel nieuwe woonwijken, die hij niet van de dringend noodige nieuwe kerken kan voorzien. Maar zijn wij nu toch niet al te pessimis tisch? Hebben de Haarlemsche diocesanen ooit hun Bisschoppen in den steek gela ten? Is er door hun Opperherders ooit op hun vrijgevigheid en offerzin een beroep gedaan, waaraan zij niet op schitterende wijze hebben beantwoord? Neen voor waar: wij weten, dat toen in de laatste ja ren de nood gestegen is, ook de bijdragen, die zij zoo voor de groote zaak geofferd hebben evenredig zijn toegenomen; en dat de feestgave, welke de diocesanen morgen den Bischop zullen aanbieden wederom zal getuigen van hun heiligen ernstigen wil, om vast te houden aan het dierbaar erf goed onzer vaderen, en zoo de drukkende zorgen van onzen dierbaren Vader in Chris tus zoveel mogelijk te verlichten. Alleen hebben wij met dit „feestartikel in mineur" bedoeld, aan allen duidelijk te maken, hoe groot en hoe dringend de nood is, en dat niemand moet meenen, dat deze nood door de feestgave van morgen volop zal kunnen gelenigd worden. De fiere leuze: „Wij houden vast aan het erfgoed onzer vaderen", heeft onze voor ouders bezield en kracht gegeven; heeft hun vrijgevigheid en offerzin geprikkeld, zelfs eeuwen lang om vol te houden en on danks alles den moed nooit op te geven. Wij genieten daar de vruchten van. De zelfde leuze zal ook ons den moed geven om vol te houden, niet te versagen; allen eendrachtig naar vermogen zullen wij het „Bisschopsfonds" blijven steunen met de fier uitgesproken bedoeling: wij willen het kostbare erfgoed van het katholiek geloof helpen bewaren; en het overleveren aan onze broeders en zusters in de breed uitge groeide nieuwe woonwijken: wij zullen doen wat wij kunnen om de prangende zorgen van onzen dierbaren Bisschop te verlichten. Tot slot de volgende historische herinne ring. Op den vijfden Augustus vieren wij het feest der inwijding van de bekende kerk van Maria Maggiore op den Esquilijnschen Heuvel te Rome. Deze kerk is gesticht door den Romeinschen Patriciër Joannes en diens echtgenoote. Hun huwelijk was kin derloos gebleven; zij hadden geen verwan ten aan wie zij hun-goéderen konden nala* ten. Daarom maakten zij de H. Maagd tot erfgename van him geheele fortuin en bouwden deze kerk. Deze vrome daad mo ge niet alleen kinderlooze echtparen maar ook anderen tot nadenken stemmen, of zij wellicht aanleiding kunnen vinden om deze handelwijze na te volgen en kerken te stichten. Mgr. H. J. M. TASKIN, Heemstede, 10 Augustus 1939. Straks zullen van alle kerken en kloos ters, pastorieën en katholieke gestichten dc vlaggen wapperen en waaien, uit alle torenklokken zal de roep der vreugde klin ken, omdat de Bisschop van Haarlem zijn 40-jarig priesterfeest gaat vieren. Een priesterfeest heeft altijd een apart cachet, een heel eigen karakter, en, al is het niet noodig, dat iedere gebeurtenis in een priesterleven tot een festijn wordt gemaakt, een herdenking van een pries terwijding heeft altijd recht op een dank bare herinnering zoowel van hem die het priesterschap ontving als van hen die deel den in dien zegen, die van dat bij uitstek zoo sociale sacrament is uitgegaan. Daarom is ieder priesterfeest een gele genheid om de bovennatuurlijke verbon denheid van priester en geloovigen te be leven, is ieder priesterfeest een gelegenheid om dankbaar God te prijzen voor den oogst die door priesterhanden werd binnenge haald en aan heel het volk uitgedeeld. Bij alle uiterlijke betuigingen van sym pathie, bij alle cadeaux en geschenken die zooals gebruikelijk bij zulk een feest wer den aangeboden, leeft er in het priester- hart op dien dag maar één verlangen en één wensch, namelijk, dat God tevreden moge zijn over zijn arbeid en dat de zielen zich gelukkig mogen prijzen en verrijkt achten met de jaren van zijn priester-zijn. Want het zielenheil is per slot van re kening het eenige waar het op aan komt. Al het andere is bijzaak! Deze gedachten leven intens bij Haarlem's Bisschop. Veertig jaren heeft hij gewerkt op alle posten. Veertig jaren lieten hem de vele variaties zien waarin het katholieke leven gestalte kreeg, veertig jaren kreeg zijn priesterschap om den innerlijken nood der zielen te peilen, veertig jaren werkte hij aan de bovennatuurlijke bouw van Haar lem's Kerk. Leeraar en docent, biechtvader van priesterstudenten en geloovigen, pastoor in een volkrijke buurt, tobbend met den bouw eener nieuwe kerk, en later deken van1 een dekenaat, dat weer heel andere eischen aan zijn activiteit stelde, heeft hij van iedere post de verantwoordelijkheid gedragen, heeft hij van iedere opdracht de zwaarte leeren kennen en de moeilijkhe den van de zielzorg; HET BISSCHOPPELIJK WAPEN. Nu is hij sinds enkele jaren Bisschop. Nu staat hij aan het hoofd van een Dio cees dat in Nederland een heel aparte po sitie inneemt, een diocees dat door zijn ge mengde bevolking, door zijn. groote stads- probleem, door zijn havens, door zijn bij zondere geaardheid van bodem en econo mische instelling meer. moeilijkheden bergt dan een buitenstaander vermoedt. Nu rust op onzen Bisschop de verant woordelijkheid voor heel dit complex. Wat hij vroeger te dragen en te verzorgen had, afzonderlijk op de post hem door zijn toen- maligen Bisschop toegewezen, rust thans vereenigd in zijn bisschoppelijke waardig heid op zijn schouders. Vroeger wist hij, gehoorzamend aan zijn Bisschop, hoe moeilijk het werk misschien ook was, de verantwoordelijkheid bij hem die het hoogste kerkelijke gezag vertegen woordigde. Nu moet hij zelf in alles beslissen, hij kan zich niet beroepen op een hooger ge zag dan het zijne, op hem drukt de ver antwoording, op hem drukt de last en wat hij beveelt en besluit uit te voeren wordt ook aan hem ten volle aangerekend. Zware zorgen vullen het leven van onzen Bisschop. Alle maatregelen, die Hij neemt, alle verordeningen, die hij treft, alle plannen, die hem worden voorgelegd en die hij goed keurt of in andere richting stuwt, dat alles is uiteindelijk gericht op het heil der zie len. Onder deze plannen, onder deze veror deningen en maatregelen valt ook de zorg voor bestaande parochies en de bouw van nieuwe kerken. Het is genoegzaam bekend hoe diep treu rig door economische neergang en totaal veranderde maatschappelijke toestanden de financieele gesteltenis van vele parochies er uit ziet. Meer dan men oppervlakig denkt dreigt hier een groot gevaar voor de zielzorg, een gevaar dat nog toeneemt nu helaas moet geconstateerd worden dat de laatste jaren zoo goed als geen nieuwe parochies zijn gesticht, geen nieuwe kerken werden ge bouwd. Sommige parochies werden opgeheven, er verdwenen en verdwijnen nog langzaam maar zeker verschillende kerken uit het centrum der groote steden, maar, waar het aantal katholieken toeneemt en voor ondergegane parochies geen nieuv/e kunnen worden gebouwd uit gebrek aan geld en fondsen, daar begrijpt ieder, welik een nij- pend probleem thans aan de orde komt en dat de vrees beangstigend-nauwkeurig ge stalte krijgt, dat een groot deel van onze katholieke bevolking straks slechts zeer moeilijk in bepaalde gebieden zielzorgelijk zal zijn te bereiken. Deze ontstellende moeilijkheden dreigden al enkele jaren, maar onder het korte be wind van onzen tegenwoordigen Bisschop zijn zij met verhaaste en groote stappen op ons afgekomen. Meer dan iemand anders beseft de Bis schop, bij wien alle gegevens en informa ties samenvloeien, welke onnoemelijke schade voor het katholieke geloof daaruit kan voortkomen. Meen dan anderen voelt hij dan ook de verantwoordelijkheid. Zeker, onze Bisschop is door zijn Gods vertrouwen en zijn Mariadevotie sterk ge noeg om den last te dragen, maar hij is tevens een nuchter practicus, die begrijpt, dat men in de zielzorg ook met de genade op de natuur moet voortbouwen en dat de zorg voor de zielen en het werken aan de katholieke belangen ook de beschikking moet hebben over hulpbronnen en finan cieele riemen-onder-het-hart best kan ge bruiken. Juist omdat het belang der zielen op het spel staat wilde de Bisschop dat de vie ring van zijn priesterfeest zou dienstbaar worden gemaakt aan den. bouw van nieuwe kerken en vertrouwde hij, dat de boven natuurlijke beteekenis van deze herden king zijn diocesanen zou bewegen over stoffelijke en materieele bezwaren heen te stappen om in genereus gebaar hem enkele kerken cadeau te doen. Zoo viert onze Bischop straks zijn pries terfeest. Alles wat maar eenigszins kosten met zich zou brengen is geweerd en voorko men. Luisterrijk zal het Heilig Misoffer zijn, alle praal en glans die de Kerk kan geven aan haar plechtigheden zal de hoo- ge en heilige beteekenis van dat offer ac- centueeren, maar daarbij zal het blijven: Morgen Feestdag van M art a-t en-H e m e I opneming zal „De Leidsclie Courant" NIET verschijnen. Dit nummer bestaat alt vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland De besprekingen tusschen Ciano en von Ribbentrop te Salzburg. (2de blad). Vandaag besprekingen tusschen Polen en Dantzig over de douane-kwestie? (2de blad). De BritschJapansche spanning in het Verre Oosten. (2de blad). Een spoorwegongeluk in de Ver. Staten eischt negentien dooden. (2de blad). Binnenland Hoe het geheimzinnig drama vap het lijk in de koffer met spoed ontsluierd werd. (3de blad). Meisje in een zwembad te Heerlerheide verdronken. (3de blad). Sport en Wedstrijden Bob Maas wint de hoofdprijs in de Intern. Starklasse der Hollandia-week (4de blad). Frankrijk wint den athletiekwedstrijd van Nederland. (4de blad). Nieuw wereldrecord 400 M. athlctiek van Harbig (4de blad). De wedstrijden om den Leidsche Cou rant-bal en beker (4de blad). Het Concours-Hippique te Wassenaar. (4de blad). geen huldiging geen feestelijke bijeenkom sten, niets van dat alles. Het is alsof de Bisschop wil zeggen: „Bij de viering van mijn priesterfeest, bij de herdenking van de onnoemelijk groote genaden en bovennatuurlijke weldaden in het priesterschap aan mij geschonken en aan U, mijn diocesanen, uitgedeeld, vraag ik dat ge uw gedachten richt op het eeu wig heil der zielen en dat die bovennatuur lijke gedachte u aanspoort om mij de ziel zorg voor zoovelen die er behoefte aan hebben mogelijk te maken. Zooals iedere mensch een dak moet heb ben boven zijn hoofd, een tafel en voedsel om te leven en te kunnen werken, zoo rnoet ook de ziel van den mensch een rustplaats vinden waar hij kracht op doet, zich voedt, waar hij herstel vindt en ge nezing, waar hij weet altijd een gewillig oor en een gereede hand tot helpen te vin den. Dat is een kerk en dat beteekent een nieuw te stichten parochie. Maakt mij dat mogelijk. Dan werkt ge mee in de zielzorg, dan verlicht ge de zware zorgen van mijn hoo- gepriesterlijk ambt. Wanneer men naar deze bisschoppelijke bede, raar deze priesterlijke hartekreet zal luisteren en overeenkomstig handelen, dan maakt men onzen Bisschop zijn feest tot een geestelijke vreugde zooals hij het zelf het liefst wil en h«t sterkst verhoopt. H. SONDAAL Pr. ZIE VERVOLG ARTIKEL OP PAG. 5. KAN MEN RUSTIG OP VACANTK GAAN? Oorlog niet in zicht! Hét Engelsohe blad „Daily Express" heeft een enquête gehouden bij zijn twaalf per manente correspondenten in Europeesche hoofdsteden, over hun meening aangaande het oorlogsgevaar. De Engelsohe correspondenten in Mün- éhen en Boedapest hébben het bulletin blanco teruggestuurd. De overige tien cor respondenten hébben doen weten, dat er geen oorlog komt. De correspondenten in Rome en Parijs hebben verklaard, dat Hitier nog niet ge reed is. Het is te hopen dat „de krant ditmaal geen leugens in het land heeft gebracht".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1