3)e£cictocHeöoti/ïcmt KAATSWEDSTRIJD TE LEEUWARDEN. mm De „Mauretania" heeft het King George V-dok te Londen verlaten, om de tweede reis over den Oceaan aan te |n de kunstzalen van „Arti et Amicitiae" te Amsterdam is de eerste eeuwfeest- De .telegraaf* fungeerde als score-bord tijdens de internationale kaats- vangen. - De laatste werkzaamheden aan het zeekasteel, tentoonstelling .Honderd jaar Nederlandsche Kunst' geopend. De finishing touch wedstrijden tusschen Nederland. België en Frankrijk te Leeuwarden dat streng bewaakt werd in verband met geruchten over aan de expositie een beraamden aanslag feuilleton Toen oe scheidsmuur viel! door ISABEL C. CLARKE. 35) Hij was in de laatste maanden grooter geworden en erg mager. Er waren zwarte vegen onder zijn oogen. Zij voelde, dat hij te hard gewerkt had, dat hij te gespannen was geweest. Het had hem in ieder geval moeite gekost, zijn onafhankelijkheid te winnen en het was dus niet zoo ondoor dacht en overhaast geweest, ais zij wel eens gemeend hadden. Zij drukte haar lippen tegen zijn wang. „Neen.... we zijn niet boos. Als we het waren, zou ik het je geschreven hebben. Maar het was lastig, precies te zeggen, wat we wilden, schat. Ik denk dat we in het diepste van ons hart, allebei blij waren." Hij gaf een diepen zucht van verlichting. Hij had nauwelijks kunnen verwachten, dat Viola zoo trotsch en vol bewondering zou zijn als haar volgende woorden verrieden. „Je moet reusachtig gewerkt hebben, om vierde op de lijst te komen. Ik hoop al leen maar, dat je het niet te hard hebt aan gepakt". Zij stad haar arm door den zijne en samen liepen zij het lange perron af. Viola was heelemaal niet klein van stuk, maar haar zoon stak nu een eind boven haar uit, een slanke, jongensachtige ge stalte, maar met een vastberaden uitdruk king in z'jn gelaat, die absoluut niet jon gensachtig was. De auto stond buiten, omdat hij bagage bij zich had en omdat zij dan zooveel te vlugger thuis zouden zijn. En Prim zou ongeduldig worden, zij was zoo dolgraag meegegaan en ze moesten haar niet lnager dan strikt noodig laten wachten. Eenmaal in de auto greep Cym zijn Blee der's hand stevig vast. „Mams", u moest me eigenlijk een standje maken", zei hij. Zij glimlachte. „Ben je er zoo van overtuigd, dat je het verdiend hebt?" „O, u heeft me nooit erg achter de vod den gezeten", legde hij uit. „Maar ik ben toch eigenlijk aan u en Paps ongehoor zaam geweest". Hij had dus wel aan hen ge dacht, niet het verlangde zonder verdere consideraties maar gegrepen. „Lieve jongen, eigenlijk is dait wel zoo, maar laten we daar nu niet verder over praten. Je hebt het er keurig afgebracht. Ik ben trotsch op je". „En grootvader? Wat zegt die?" Het speet haar, dat hij dat al zoo dade lijk vroeg. Het was alsof hij instinctief voelde, dat daar de grootste moeilijkheid lag. „Je kimt niet verwachten, dat hij er juist zoo over denkt als wij", ontweek zij hem. Zij voelde dat het lastig zou zijn hem te overreden dat hun offer geen offer was. „Zal het veel verschil maken voor va der?" Hij keek haar met zijn donkere oogen on derzoekend aan. Hij wilde de waarheid we ten, uitvluchten zouden niet baten. „Beste Cym, het zal in de toekomst niet zoo gemakkelijk gaan als tot nu toe. Maar we voelen heel duidelijk, dat we niets te comraandeeren hebben over jouw toekomst. We willen nu, dat je in dienst treedt." „Zeg het maar", drong hij aan. Zijn blik was vorschend en toch scheen hij te vree zen wat de waarheid zijn zou. „Ik wil liever niet, dat je het nu al weet." „Ik ben toch mans genoeg, Mams, om de gevolgen van mijn daden te dragen", zei hij. „Wij moeten allemaal Pagdon uit", zei zy, zonder hem aan te zien. Hij antwoordde niet, maar de greep waarmee hij haar hand vasthield werd zoo stevig, dat het haar pijn deed. „Je vader zal uit de firma moeten tre den. We gaan ergens buiten wonen.niet ver van Londenen hij zal probeeren ergens anders werk te krijgen. We zullen het wel gezellig krijgen, maar rijk kim je ons niet meer noemen en ik ben bang, dat we je maar een heel bescheiden toelage zul len kunnen geven." „Maar Mams, dat gaat toch niet! Natuur lijk geef ik het er aan. Wa dacht u anders? Het is nog niet definitief, wel? Hij draait wel weer bij als ik niet ga". Hij stónd verstomd. Hij wilde niet, dat zij allen zouden lijden onder zijn voornemens. Zijn eigen moeilijkheden zou hij makkelijk genoeg gedragen hebben, daar was hij al dien tijd op voorbereid geweest. Maar om him huishouden uit elkaar te rukken, om zijn moeder en Prim tot armoede te bren gen. dat was nimmer in zijn hoofd op gekomen. „Natuurlijk geef ik het er aan. Waarom hebt.u me dat niet dadelijk gezegd. Denkt u heusch, dat ik zoo'n beest ben, dat ik dat offer van u vergen kan?" Zijn toon was verwijtend. „Beste Cym, hetirtaat al vast. We heb ben er lang er breed over gesproken en we zijn besloten. Je moet ons nu niet meer vragen te veranderen. Denk er aan, het gaat om jouw heele Leven." „Dat wel, maar niet tegen dien prijs, dank u, Mams. Ik ga grootvader dadelijk opzoeken en hem zeggen, dat ik het er aan geef. Vanavond nog. Ik zal dezen herfst al in de stinkende fabriek gaan, als hij dat verlangt." „Ik wist wel, jat je er zoo over denken zou. Maar Cym-lief, we hebben allebei graag, dat je gaat." „Het zou niet eerlijk zijn!" riep hij harts tochtelijk uit. „Toen je zoo bovenaan de lijst stond, begonnen we er anders over te denken. Het scheen, dat het werkelijk je toekomst was, dat het voor je bestemd was en dat het verkeerd zou zijn, je moeilijkheden in den weg te leggen. En we zullen toch nog niet precies straatarm zijn, hoewel er een paar dingen zijn, die we zullen moeten af schaffen." „Wat zegt Prim er van? Het zal* voor Prim een heel groot verschil maken, Mams ik houd vol, ik kan het niet accepteeren, het zou niet eerlijk en niet rechtvaardig zijn." Ze reden de poort van het oude buis bin nen en de korte oprijlaan op, die om een groepje sparren heen slingerde en be grensd werd door een leuk laag palmheg- getje. De vredige atmosfeer trof Cym scherp, als een slag in zijn gezicht. Hier hadden zij altijd gewoond, nooit ergens anders. Hij en Prim hadden hier hun heer lijke jeugdjaren doorgespeeld, geen onge lukkig uur hadden zij gekend, totdat den vorigen winter zij hem geweigerd hadden, Angela Weste te bezoeken. Dat was de eer ste keer geweest, dat zijn wil in conflict gekomen was met dien van zijn ouders en zelfs daarin kon hij de zware dwingende hand van zijn grootvader voelen. Ineens wist hij, dat, al had hij bij tijd en wijle ge prutteld tegen Pagdon, tegen het wonen zoo vlak bij de fabriek, hij het toch vree- selijk zou vinden er weg te gaan, voor al tijd. Het zou hem pijn doen en hij had er een voorgevoel van, dat de verandering een na ren nasleep hébben zou. Het kón niet goed zijn, je carrière tegen dien prijs te willen maken. Zijn vroolijkheid kwam een beetje terug na de eerste begroeting met Prim, die een tikje gedwongen was. Lambert was ook zoo vroeg mogelijk van de fabriek weggegaan om zijn zoon te zien. Zij behandelden hem werkelijk als de held van den dag, in plaats van hem te beknorren voor zijn op standigheid. Natuurlijk voelde hij zich laag en gemeen, wat ze er ook van zeggen moch ten en nu hij wist, wat het met zich bracht, zou hij het vast piet doorzetten. Maar hij moest nog maar niet naar de Towers gaan. Eén avond zou hij zich den maar koesteren in dat held zijn. Op hun tactvolle manier gaven zij hem te kennen, dat hij meer hun wenschen ver vulde dan zijn eigen. Zij waren vreeselijk trotsch op zijn hoog rangnummer op de lijst. Zoo overtuigd, dat hij hard gewerkt er- zijn tijd niet verknoeid had. Zij spiegel den hem betrekkingen voor van adjudant, van militair attaché, een baantje op 't mi nisterie van oorlog, dingen die Dick alle maal gehad had en die toen nog in volle schitering en hoog aanzien stonden in de lange jaren van vrede die heb nog wacht ten. Wordt vervolgd. De ontmoeting tusschen Nederland en België op den eersten dag der inter nationale kaastswedstrijden, die Vrijdag te Leeuwarden aanvingen onder auspiciën van den Ned. Kaatsbond Het tweede gedeelte van de Holland- week, georganiseerd door de Kon. Watersportvereeniging „Loosdrecht" begon Vrijdag op de Loosdrechtsche plassen onder allesbehalve gunstige weersomstandigheden Luit. kol. jhr. A. D. Laman Trip te Arn hem is benoemd tot kamerheer in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin en tot hofmaarschalk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9