„Wjf witten t&aify nacvt het SlijA" Het Gouden Dal Gouwleider Forster houdt zijn rede BUITENLAND Clano en Von Ribbentrop Franco dictator VRIJDAG 11 AUGUSTUS 1939 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Reiyui in. België (Orval). De boetvaardige Cisterciënsers hebben er altijd slag van gehad voor hun klooster nederzettingen aanlokkelijke namen te verzinnen. Orval of het „Gouden Dal" doopten zij de verlaten vallei in de onmetelijke krui- vende golving van het Ardennenwoud, waar zij eeuwen-her een abdij stichtten. Het klooster van Orval vermaard in de geheele Christenheid heeft, zooals ieder ander, tijdperken gekend van voor spoed en verval. Gezien in het versnelde tempo der geschiedbeschrijving heeft men er beurtelings de lof des Heeren gezongen en de zaak in brand gestoken. De genade slag leek de beroemde abdij ontvangen te hebben, toen tijdens de Fransche revolutie het gebouwen-complex grondig en vak kundig werd vernield. De leege, geblaker de vensternissen keken op de genoegelijk vrijende boeren-spannetjes neer als akeli ge holle oogkassen in een doodskop, en de gebroken bogen van de abdijkerk staken uit het gras op, als de ribben van een uit gebleekt geraamte Aan deze romantiek van krassende uilen en lieftallige vrijages is een eind gekomen, en uit toeristisch oogpunt is dat zeker te betreuren. Orval is herrezen uit den dood. Er is een nieuwe abdij gekomen, niet öp, maar naast de oude.. Wat in de oude ruïnes kunst-historische waarde had is be houden en hier en daar zelfs een tikje al te netjes gerestaureerd. De klaagzang van den. wind, huilend rond de geknakte zuilen, is verstorven!! Vele malen daags klept weer een vreed zame klok uit de statige, room-gele abdij- toren, en wandelen zwijgende, witte mon nikken door de lange gangen, om in het koor de getijden te zingen. Er wordt van ons toch niet verlangd, dat we onze vacantie in een Trappisten-abdij gaan uitzieken? zult ge kregelig vra gen. Neen, neen! dat kunt ge immers ook van mij niet verwachten. Men kan er echter staaf op maken, dat de oude monniken niet sentimenteele naampjes voor hun strenge kluizena- rijen wisten te bedenken, maar dat deze namen meestal klopten met de omgeving, geving. De naam Orval of Goud-dal is een vin gerwijzing en bij het volgen van deze vingerwijzing komt de toerist niet bedro gen uit. Orval is werkelijk een ideaal vacantie- oord tenzij men mondaine genoegens zoekt. Het ligt in een uithoek van België; er komt geen internationale trein, er komt geen boemeltrein, doch er rijdt een gam mele autobusch vanaf Florenville, die aan sluit op een boemeltrein, die de hik heeft en bij ieder schapen-schuurtje halt houdt. En dit stop-zieke boemeltreintje vertrekt uit Libramont, waar de Hollandsche trein even remt (behalve de Pullman).' In Libra mont heeft men allen tijd om een glas bier over te gieten en desgewenscht een heel vat, want de aansluiting is niet bril liant. Zooals men ziet: het is een onderne ming om in één adem van Leiden naar Orval te reizen en men doet beter de tocht in tweeën te kappen. Doch is men eenmaal in Orval gearriveerd, dan zijn de beslom meringen oogenblikkelijk vergeten en kan men ongestoord genieten van dit gebene dijde oord. Het is een „oord", want, gelijk ik den vorigen keer al terloops vertelde het kan nog niet eens prat gaan op de naam gehucht. Dat zou hoogmoedswaanzin zijn. Orval bestaat uit: een in duigen gevallen abdij, een spiksplinter-nieüwe abdij, een kasteel met een huiskapelletje (en een eigen kapelaan!), een enorme boerderij en twee piekfijne, modern-ingerichte herber gen, waarvan „L'Hostellerie" waar ik mijn intrek nam zonder tegenspraak het prettigst gelegen is. Dit wonderlijke samen-raapsel van ge bouwen ligt rondom in de bosschen. Een dorp is in geen velden of wegen te beken nen. Is het er niet om te sterven van verve ling? Dat is 't 'm juist, of dat is 't 'm juist niet. Het curieuse van het geval is, dat, of schoon de abdij in een heilige afzondering ligt teruggetrokken verscholen in een inham van de groene bergen de meer werelds-gezinde bewoners van dit oord over drukte en vertier niet te klagen heb ben. Dit punt midden in de wouden van Mer- lanvaux en Mohimont is een druk, geas- phalteerd verkeersplein, waar vier wegen uitstralen, en waar het 's zomers druk is met auto's vol toeristen, die gelokt worden door de geheimzinnige aantrekkings-kracht van een échte abdij. Als men een beetje thuis raakt (en na eenige uren kent men alle wereldlijke bewoners) is h^t een ver fijnd, doch schandelijk genoegen, in een makkelijk stoeltje voor de „Hostellerie" gezeten, gade te slaan, hoe op dit kruispunt alle auto-rijders de kluts kwijt raken. Auto voor auto suist de bocht om, en plot seling schuiven de geremde wieien gierend over het asphalt. He is als een zoek-pla^tje uit de „En gelbewaarder": waar is de abdij? Toch ligt de abdij vlak-bij, ljnk verscho len in hagr inham. DE OUDE EN DE NIEUWE ABDIJ. Overdag is het dus bepaald druk op dit groote-stadsplein midden in de bosschen. In de „Hostellerie" is het een „va-et vient" van allerhande menschen-typen en de sfeer is er ongedwongen en gezellig. Maar in den morgen-stopd en des avonds is het er plechtig-stil; dan hoort men geen andere geluiden dan het eindeloos-kwebbe len van de beek en de dartele sprongen van de forellen in den kasteelvijver. Wie rust zoekt èn vertier vindt beide in Orval gecombineerd. Maar de rust domineert. Het drukke verkeer des daags kan de stilte van de uit gestrekte wouden niet verbreken, noch de zingende monniken storen in hun gebed. Het geroezemoes van wat wel eens schamper „de wereld" wordt genoemd, heeft geen vat op Orval. Het glijdt er langs. De abdij ligt in zichzelf-gekeerfd als een oester in zijn schelp. De enorme vracht auto's van de „Bières d'Orval" een bier tje met pit! die knarse-wielend den hoek omslaan vanuit de kluizenarij vormen het eenige en sympathieke contact tus- schen Orval en de buitenwereld. Deze vrachtwagens voeren allen als embleem een springende visch, die aan een glas nipt met een gouden ring erin. Deze visch is het legendarische lievelings dier van Orval; hij heeft eens de trouwring van een treurende jonkvrouw uit de kloos terbron opgedoken en aan de rechtmatige eigenares teruggegeven. De bron is er nog tusschen de bouw vallen van de oude abdij. Er liggen vele stuivertjes op den bodem van het klare water, huldeblijken van al degenen, die in Orval rust en ontspanning hebben ge zocht en tevreden huiswaarts keerden. Hetis een goede gedragslijn, hebben wij in ons vorig praatje met klem onder de neus gewreven, niet terug te keeren naar plaatsen, waar men het goed heeft gehad. De neiging is groot voor Orval een uit- zonderings-bepaling in deze grondwet van het toerisme in te lasschen. Wie eens in Orval het oord, waar Schepper, schepsel en schepping zoo innig met elkaar vereenigd zijn zijn vacan tie heeft doorgebracht, zal altijd het ver langen in zich blijven voelen deze reliek van het aardsch paradijs opnieuw te gaan bezoeken. Geen verrassend element WANNEER KOMT „HET UUR DER BEVRIJDING?" De nationaal socialistische gouwlei der van Dantzig Forster heeft gister avond zijn met spanning tegemoet ge ziene rede gehouden over de toekomst van Dantzig. De aangekondigde verrassing ont brak. De gouwleider zette uitvoerig het standpunt uiteen, dat door de Duit- sche en Dantzigsche pers reeds langer bekend is. De toon der rede was naar omstandigheden kalm te noemen, maar bedreigingen tegen Polen ontbraken niet. De wil tot Anschluss werd duide lijk uitgesproken, en ook deelde Fors ter mede dat „het uur der bevrijding komt." „In een ernstigen tijd zijn wij samenge komen, aldus Forster, om voor de geheele wereld met de grootst mogelijke vastbeslo tenheid te protesteeren tegen de sedert, we ken door Poolsche redenaars en Poolsche bladen tot uitdrukking gebrachte 'bedrei gingen met oorlog tegen Dantzig. Het zou onjuist zijn wanneer buitenlandsche jour nalisten zouden veronderstellen, dat de protestbetooging van vandaag wordt ge houden om van Dantzig uit een nieuwe sensatie de wereld in te stureQ. De bevolking van Dantzig heeft bewezen dat zij den vrede lief heeft. Indien de oor logsdreigingen van Poolsche zijde geheel op zichzelf staande feiten zouden zijn ge weest, zouden wij het in het geheel niet noodig hebben geacht daarop in te gaan. Indien men te Dantzig den indruk had kunnen krijgen, dat aan de Poolsche op hitsing geen bijzondere beteekenis moet worden toegekend, dan zou het ons even min zijn ingevallen daartegenover stelling te nemen. Doch op grond van de zich da gelijks opnieuw herhalende oorlogdreigin gen en het feit, dat ook officieele kringen in Polen aan deze ophitsing deelnemen en haar inspireeren, zijn wij gedwongen ten slotte eens zeer ondubbelzinnig en duide lijk onze meening tot uitdrukking te bren gen. Het woord, dat wij er op te geven hebben, kan in weinig woorden wor den samengevat. Polen kan van het volgende kennis nemen: le. Bedreigingen met oorlog, al zijn deze nog zoo uitdagend, schrikken ons geenszins af en zullen in Dantzig geen teekenen van angst te voorschijn roe pen. 2e. Wij, nationaal-socialisten, hebben er voor gezorgd, dat de bevolking van Dantzig in dezen tijd van zoo hevige spanning haar zenuwen niet verliest, omdat zij op grond van de tot nu toe opgedane ondervinding het vertrou wen heeft in de nationaal-socialistische leiding, dat deze op het juiste oogen- blik het juiste doet. 3e. Wij hebben in de laatste weken in Dantzig alles gedaan om iederen overval of aanslag, om het even van welken aard, op Dantzig af te weren en op overeenkomstige wijze te beant woorden. 4e. Polen kan er zeker van zijn, cjat Daptzig niet alleen en verlaten op de ze wereld staat, doch dat het Groot- Duitsche Rijk, ons moederland, en on ze leider, Adolf Hitler, op ieder oogen- blik vastbesloten zijn in geval van een aanval van Poolsche zijde bij den af weer daarvan ons ter zijde te staan. Allen en in het bijzonder het gehee le Duitsche volk en ook den verstan- digen buitenlanders moge het duide lijk geworden zijn, dat het, gezien der gelijke zich steeds opnieuw herhalen de uitlatingen door Polen, zoo niet ver der kan gaan. Het moet allen den vrede liefhebbenden ménschen langzamerhand duidelijk wor den, welk een misdaad door het vredesdic- taat van Versailles met betrekking tot Dantzig en de grensafbakening in het Oos ten is begaan. Ik zou er evenwel in het bijzonder den nadruk op willen leggen, dat niet alleen wij Duitschers, met inbegrip van de Dant zigers, van deze meening zijn. doch dat er in het buitenland, in het bijzonder in En geland en Frankrijk, zeer vele den toon aangevende en bekende mannen zijn, die de onhoudbaarheid van de tegenwoordige situatie in het oosten van Europa, in het bijzonder die van Dantzig sedert twintig jaren steeds weer hebben erkend. Historische feiten. Wij stellen dienaangaande het vojgende vast: le. Dantzig is sedert zijn stichting, dat is ongeveer acht eeuwen, steeds een oer- Duitsche stad gewest. 2e. In Dantzig heeft sinds zijn geheele geschiedenis tot 1919 slechts Duitschland te beslissen gehad. De Dantzigers hebben zelfs in 1576 den Poolschen koning Stefan Batory met ge weld van wapenen teruggeslagen en tot capitulatie gedwongen, toen hij probeerde de rechten, in het bijzonder de zeerechten, der oude Duitsche hanzestad te beknotten. De hedendaagsche inwoners van Dantzig vreezen de kanonnen van Smigly-Rydz evenmin als hun voorouders de kanonnen van den Poolschen koning hebben ge vreesd. 3e. Dantzig werd in 1919 ondanks veel vuldige eensgezinde protesten van zijn be volking van het moederland afgescheiden. Het door den Amerikaanschen president Wilson "in zijn veertien punten aangekon digde zelfbeschikkingsrecht der volken werd door deze willekeurige handeling op de meest onverbiddelijke wijze (met voeten getreden. 4e. De sedert de afscheiding verloopen jaren hebben het onweerlegbare bewijs ge leverd, dat Dantzig en zijn bevolking eco nomische en cultureele schade van iedere soort hebben geleden. Alleen al het feit, dat aan de haven van Dantzig, welke de eenige toegang naar zee van Polen zou zijn en weshalve men deze stad van het rijk had afgescheiden, steeds meer met een gruwzame planmatigheid de levensrechten zijn ontnomen, zoodat de ha ven van Dantzig reeds thans tegenover Gdynia op de tweede plaats komt, bewijst, dat onze stad van Polen slechts economische nadoelen en geen voordeelen heeft. 5e. Deze voortdurende chicaqes tegenover de Dantzigers door Polen op ieder gebied van het openbare leven, en de omstandigheid dat Dant zig zonder dat de bevolking werd ge raadpleegd van het Rijk werd afge scheiden, zijn sedert twintig jaren voor ons alle aanleiding tot de leuze: „Wij wjjlen tot het Rijk terug". (Storm achtige bijval). 6. De bevolking van Dantzig is het thans volkomen duidelijk, en zij ge looft rotsvast, dat het uur der bevrij ding komt, d.w.z. Dantzig weer tot het Duitsche Rijk terugkeert. 7e. De Dantzigers zien in zeldzame aan eengeslotenheid en met bijzondere liefde en vereering op naar hun leider Adolf Hit ler, van wien zij overtuigd zijn, dat hij hun wensch, in het Rijk terug te keeren, vervult en daarmede weer aan het zelf beschikkingsrecht der Dantzigers de ge legenheid verschaft, welke men hun in 1919 heeft geweigerd. In dit plechtige oogenblik geloof ik aldus besloot gouwleider Forster zijn rede dat wij niets beters kunnen doen dan de gelofte afleggen, dat wij elkander trouw zullen blijven, wat ook moge gebeuren, dat wij iederen aanval op dezen heiligen Duit- schen bodem met de ons ter beschikking staande krachten vastbesloten zullen af weren en ieder bevel van onzen leider Adolf Hitler, dat hij ons geeft, tot uitvoe ring brengen. Mo.ge de dag niet meer veraf zijn, waarop wij hier weer samenkomen, niet voor een protestbetooging, doch voor de viering van de hereeniging van Dantzig met het Groot- Duitsche rijk. Een telegram aan Hitier. Onder de enthousiaste instemming der bevolking van Dantzig heeft gouwleider Forster het volgend telegram aan Hi tier gezonden: „Mijn leider. Tienduizenden Duitsche Dantzigers, die op de protestbetooging tegen de Poolscche bedreiging, Dantzig met ka nonnen plat te schieten, op de pleinen der eeuwig Duitsche stad Dantzig vergaderd zijn, zien met het grootste vertrouwen tot u op en groeten u met eerbied en onschok- bare trouw als hun leider". Het verloop der bijeenkomst. Een uur voordat de groote avondverga dering begon, belegd als protest tegen „de Poolsche bedreiging om Dantzig „door ka nonvuur te vernietigen", werd de markt plaats door een groote menigte gevuld. Deze bestond hoofdzakelijk uit leden der nationaal-socialistische partij te Dantzig en soldaten benevens officieren der Heim- wehr. Toen Forster op de Langewmarkt ver scheen werd hij begroet door luide en her haalde kreten der Hitlerjeugd en van de militairen, die riepen: „Wij willen in het Rijk terug". POLITIEKE GEVANGENEN VRIJGELATEN. Naar Havas uit Dantzig verneemt, hebben Donderdag zoowel de Poolsche autoritei ten als die van Dantzig drie politieke ver oordeelden voor het uitzitten der straffen vrijgelaten. DE ONTVANGST VAN DE REDE. Erg gematigd, zegt in Berlijn. In Duitsche kringen wordt de gematigde toon van de rede van Forster verwelkomd. Men is van meening, dat de rede des te meer indruk zal maken aangezien het een sterk contrast is met de heftige uitlatingen van de Poolsche pers. Forster heeft zijn standpunt duidelijk en helder uiteengezet en Polen en de rest van de wereld weten thans waar zij aan toe zijn. In buitenlandsche politieke kringen te Berlijn was men aangenaam verrast door de gematigde taal van de rede, welke geen sensationeele aankondiging bevatte. Van geen belang, meent Warschau. Politieke kringen te Warschau kennen geen enkel belang toe aan de gisteren door gouwleider Forster afgelegde verklaringen, daar deze afkomstig zijn van een particu lier persoon, die geen enkele officieele functie bekleedt in het gebied van Dant- eig. Dezelfde kringen zijn van meening, dat de toespraak van Forster een verklaring voor binnenlandsoh gebruik is, welke be oogt de Dantzigers, die zich laatstelijk zeer ongerust gevoelden door de vrees, dat zij het slachtoffer zouden bunnen worden van een onderneming met onberekenbare ge volgen, te bemoedigen. Voorts merkt men op, dat de redevoe ring van Forster geen enkel nieuw element naar voren brengt en zich bedient van tal- looze malen door de Duitsche propaganda herhaalde argumenten, en duidelijk doet blijken, dat het rijk zich minder interes seert voor het lot van Dantzig dan voor een herziening van de kaart in Oost- Europa. Niets nieuws, zegt Frankrijk. De redevoering van Forster, welke in Frankrijk met belangstelling werd tege moet gezien, omdat de bewoordingen er van waren voorbereid onder directe inspiratie van Hitier, wordt niet beschouwd als een internationale daad van buitengewone be langrijkheid. Men stelt slechts vast, dat de bekrachtiging van den DuitsChen eisch er niet toe bijdraagt de EuropeesChe atmosfeer te ontspannen. Het voornaamste doel van de rede schijnt te zijn, de verantwoorde lijkheid van den tegen woordigen toestand en de gevaren, welke hij in zich bergt, op Polen terug te schuiven. Europa blijft in alarmtoestand. Ook in politieke kringen te Washington is men van oordeel, dat de rede van For ster niets nieuws heeft gebracht. Europa is verplicht in alarrptoestand te blijven. Het (feit, dat Forster geen datum voor de an nexatie heeft aangekondigd wordt geen vol- doende reden geacht om te veronderstellen, dat DuifcsChland den weg van onderhande len zal inslaan. DUITSCHLAND DE BESPREKINGEN TE SALZBURG. Waarover zal de conferentie gaan? De toestand in Dantzig en de mogelijk heid van een bondgenootschap met Japan zullen, naar men te Rome gelooft, de voor naamste punten van bespreking zijn bij de ontmoeting van Ciano met von Ribbentrop ie Salzburg. Hoewel geruimen tijd de mogelijk heid van een oorlog om Dantzig te Ro me uitgesloten werd geacht, gelooft men, dat in regeeringskringen thans geneigd is, dit als een mogelijke ont wikkeling te beschouwen met het oog op de tusschen de beide blokken be staande spanning. In sommige kringen te Rome gelooft men, dat de solidariteitsbetooging van van daag (de bijeenkomst te Salzburg) beoogt den democratieën den indruk te geven van de wenschelijkheid een conferentie bij een te roepen, hetgeen te verkiezen is bo ven het door onverzettelijkheid onvermij delijk maken van een oorlog. MGR. ORSENIGO TE ROME. De pauselijke nuntius te Berlijn, Orseni- go, is te Rome aangekomen. Naar verluidt zal hij binnenkort worden ontvangen door een Paus, wien hij verslag zal uitbrengen over den toestand der Roomsch Katholieke Kerk in Duitschland en over den interna tionalen toestand in verband met de diplo matieke activiteit van den Paus. ZESDUIZEND VEREENIGINGEN TE WEENEN ONTBONDEN. Van de 10.000 vereenigingen die Weenen telt, zijn er 6000 ontbonden door een reeks verordeningen. Tot dc getroffen vereeni gingen behooren de Fransch-Weensche kring, de vereeniging van Engelsch-Oos- tenrijksche vrienden, talrijke chirstelijke sportvereenigingen en vele Roomsch Ka tholieke organisaties. De bezittingen der entbonden vereenigingen gaan voor de helft naar den commissaris voor de seques- tratie, voor de rest naar het nationaal-so cialistische district Weenen. WAPENS IN HET PROTECTORAAT MOETEN WORDEN INGELEVERD. De rijksprotector in Bohemen en Mora- vië heeft een verordening uitgevaardigd, krachtens welke in het Protectoraat alle wapens, deelen van wapens, ontplofbare stóffen en munitie binnen twee weken na ae afkondiging der verordening moeten worden ingeleverd. Voor het produceeren, in bezit hebben en dragen van wapens en ontplofbare stoffen is vergunning noodig en de bestaande vergunningen loopen ein de van dit jaar af. Overtreding van de bepalingen wordt in lichte gevallen gestraft met gevangenis, in ernstige gevallen met tuchthuis tot vijf jaar. In zeer ernstige gevallen kan zelfs de doodstraf worden uitgesproken. ENGELAND HALF ENGELAND IN DUISTERNIS. Luchtverdedigingsoefeningen. In verband met de luchtverdedigings oefeningen, was vannahet half Engeland in volslagen duisternis gedompeld. Terwijl de Oostlandsche bommenwerpers uit de rxchting Frankrijk aan kwamen ronken om de krachtstations, spoorwegwerken, vlieg velden en munitiefabrieken op te sporen en te „bombardeeren", zochten de zoek lichten van Westland de lucht af. Duizen den territoriale troepen stonden bij het luchtafweergeschut, klaar om te vuren, en waarnemers noteerden de bewegingen van de naderende vijandelijke vliegtuigen. Op het eerste sein stegen snelle jachtvliegtui gen op om de aanvallers, die door den bui tensten verdedigingsring hadden weten te slippen, tegen te houden. Nog nooit was Londen zoo grondig beschermd. O.a. be stonden de veiligheidsmaatregelen uit 500 kabelballons. De verduisteringsoefeningen kostten 150.000 pd. st. SPANJE LEGER EN PHALANX VORMEN EEN KABINET. Franco president met dictoriale bevoegdheid. Franco heeft gisteravond medegedeeld, dat leger en phalanx tezamen een kabinet hebben gevormd. Franco zelf wordt presi- denkt met de macht decreten uit te vaar digen zonder iemand te raadplegen. De ministers-zetels zijn als volgt ver deeld: buitenlandsche zaken kolonel Beig- beder, binnenlandsche zaken Serrano Su- ner, leger generaal Varela, marine generaal Moreno, luchtvaart generaal Yague.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5