Met nieuwe Miniöt&ae DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN De heer de Geer geslaagd WOENSDAG 9 AUGUSTUS 1939 30ste Jaargang No. 9409 9e Ceid^clveSoii^cmt Bureaus Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. De regeeringspersdienst meldt: Jhr. Mr. D. J. de Geer heeft de hem ver strekte opdracht tot vormifig van een ka binet aanvaard. De volgende ministers heeft hij vandaag aan Hare Majesteit voorgedragen: Voor BUITENLANDSCHE ZAKEN, Mr. E. N. VAN KLEFFENS, administrateur, chef der afdeeling diplomatieke zaken van het departement van buitenlandsche zaken (Vrijzinnig)., JUSTITIE: Dr. P. S. GERBRANDY, hoogleeraar aan de vrije universiteit te Amsterdam (Anti-Revolutionair) BINNENLANDSCHE ZAKEN: H. VAN BOEYEN, minister van binnenlandsche za ken (Christelijk-Historisch), ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETEN SCHAPPEN G. BOLKESTEIN, oud-inspec teur van het middelbaar onderwijs (Vrij zinnig-Democraat). FINANCIëN EN ALGEMEENE ZAKEN AD INTERIM, den minister van Staat Jhr. mr. D. J. DE GEER, lid van de Tweede Ka mer der Staten Generaal (Christelijk-His torisch) DEFENSIE den luitenant-kolonel van den generalen staf A. Q. H. DYXHOORN (kleurloos). WATERSTAAT ir. J. W. ALBARDA, lid van de Tweede Kamer der Staten Gene raal (Sociaal-Democratische Arbeiders partij). ECONOMISCHE ZAKEN Mr. M. P. L. STEENBERGHE, oud-minister van econo mische zaken (Roomsch Katholiek). SOCIALE ZAKEN dr. J. VAN DEN TEM PEL, lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal (Sociaal-Democratische Arbei derspartij). KOLONIëN CH. J. I. M. WELTER, oud- minister van koloniën (Roomsch Katho liek). Mr. E. N. VAN KLEFFENS. Mr. E. N. van Kleffens werd geboren te Heerenveen op 17 November 1894. Hij be zocht de gymnasia te Groningen en 's-Gra- venhage, waarna hij aan de rijksuniversi teit te Leiden rechtenstudeerde. In 1918 promoveerde hij op een proefschrift over de internationaal-rechterlijke betrekkin gen tusschen Nederland en Japan van 1605 tot den huidigen tijd. Van 1919 tot 1920 was hij verbonden aan het Volkenbondssecretariaat, van 1921 1922 bij het secretariaat van de directie van de Koninklijke Shell Groep te Londen. Sinds 1922 is hij -werkzaam bij het depar tement van buitenlandsche zaken, eerst als souschef van de afdeeling juridische za ken, daarna, sinds 1927, als souschef van de afdeeling diplomatieke zaken; sinds 1929 is hij administratief chef van de afdeeling diplomatieke zaken, welke functie hij ver wisselde voor die van administrateur bij het departement. In dit jaar werd mr. van Kleffens be noemd tot gezant te Bern. Hij was voorts griffier van het scheidsgerecht voor de in terpretatie van het Dawes- en Youngplan, en was adjunct secretaris-generaal en later secretaris-generaal van het curatorium van de academie voor internationaal recht in het Vredespaleis te 's-Gravenhage. Mr. van Kleffens is ridder in de orde van den Nederlandschen leeuw, comman deur in de orde v. burgerlijke en militaire verdiensten van Adolf van Nassau van Luxemburg, drager van het kruis van ver dienste eerste klasse van de orde van den Duitschen Adelaar, commandeur in de kroonorde van Italië, commandeur in het legioen van eer van Frankrijk, grootoffi cier in de orde van St. Sava van Zuid-Sla- vië, groot-officier in de orde van den Wit ten Leeuw van Tsjecho-Slowakije, ridder vierde klasse in de orde van den. Witten Olifant van Siam. PROF. Mr. P. S. GERBRANDY. Prof. mr. Pieter Sjoerds Gerbrandy werd 13 April 1885 te Goengamieden geboren. Hij doerliep de christelijke normaalschool te Sneek en het Geref. gymnasium te Zet ten, waarna hij zich in 1904 als student aan de vrije universiteit liet inschrijven. In 1911 promoveerde hij in de rechtsweten schappen op een proefschrift, getiteld „Het Heimstattenrecht". van 1911 tot 1914 was hij gevestigd als advocaat en procu reur te Leiden, van 1914 tot 1930 te Snéek. In dat jaar werd hij benoemd tot hoog leeraar in de rechtswetenschappen aan de vrije universiteit. Van 1920 tot 1930 maak- j te hij deel uit van de Gedputeerde Staten van Friesland. Prof. Gerbrandy is voorzit ter van de radioraad, waarvan hij sinds 1937 deel uitmaakt; hij is voorts sinds 1937 voorzitter van de radio-omroep controle commissie, als opvolger van minister van Boeyen. Ook van den Raad van Beheer van de Nozema en van de Bakkerijstich ting, is prof. Gerbrandy voorzitter. Prof. Gerbrandy is aangesloten bij de A.-R.-partij. Van zijn hand verschenen o.m. „De strijd voor nieuwe maatschappijvor- i"; kleine geschriften over den school strijd, de collectiece arbeidsovereenkomst, het religieus-socialisme en het radiorecht. Prof. Gerbrandy was voorzitter van de Bakkerij-centrale sinds op oprichting op 28 October 1935. Er verscheen nog een boek van zijn hand, getiteld „Het vraagstuk van den Radio-omroep". H. VAN BOEYEN. De heer H. van Boeyen, die tot. minister van Binnenlandsche Zaken benoemd zal worden, was dit eveneens in het vierde en vijfde kabinet-Colijn en is thans als zoo danig demissionnair. Voordien was hij voor zitter van den radio-raad, de radio-omroep- controle-commissie, de aLgemeene radio programma- en de Indië-programma-com- niissie. In het jaar 1889 werd de heer Hendrik van Boeyen te Putte geboren. Zijn ambte lijke loopbaan ving hij aan op de provin ciale griffie van Gelderland. In 1915 ging hij over naar het departement van Staat, waar hij in vijf jaar tijds de rangen door liep van adjunct-commies tot referenda ris. Sinds 1919 was hij tevens wethouder van de gemeente Voorburg, toen hij na in 1923 tot lid van de Provinciale Staten te zijn gekozen in 1925 tot lid van Gede puteerde Staten dezer provincie werd be noemd. Ook was hij daarvoor vele jaren voorzitter van het burgerlijk armbestuur te Voorburg. De heer van Boeyen is jarenlang diaken, daarna ouderling en voorzitter van 't col lege Van notabelen der Ned. Herv. Kerk te Voorburg en gedurende 15 jaar voorzitter van verschillende schoolbesturen geweest. Destijds was de heer van Boeyen lid van de Staatscommissie inzake financieele ver houding tusschen rijk en gemeenten. Voorts is de heer van Boeyen lid geweest van tal van andere commissies. Hij was bekend om zijn referaten, inzonderheid over finan- cieel-economische onderwerpen, de ge meente-politiek rakende. G. BOLKESTEIN. Gerrit Bolkestein werd op 9 October 1871 te Amsterdam geboren. Hij bezocht de kweekschool voor onderwijzers „De Klokkenwerf" te Nijmegen. Hij haalde de akte Nederlandsche taal m.o. en heeft ook het candidaatsexamen in de Neder landsche letteren afgelegd. In 1890 werd Bolkestein tot onderwij zer te Nijmegen benoemd. Daarna werd hij hoofd van een U.L.O.-school te Rhe- nen. In 1901 ging hij als leeraar in de Nederlandsche taal en geschiedenis naar Nijmegen terug, waar hij aan eenige hoo- gere burgerscholen werkzaam was. In 1907 werd hij leeraar in dezelfde vakken aan de derde H.B.S. met 5-jarige cur sus te Amsterdam. In 1912 werd hij di recteur van de eerste 3-jarige H.B.S. te Amsterdam, en in 1916 directeur van de vijfde H.B.S. met 3-jarigen cursus aldaar, doch vier maanden later werd hij inspec teur van het middelbaar onderwijs, in de inspectie van Noord-Holland en Utrecht. Van 1917 tot 1934 is de heer Bolkestein inspecteur van het Middelbaar onderwijs geweest, terwijl hij van 1934 tot 1937 de functie van inspecteur der Gymnasia en van het Middelbaar onderwijs in de vier-, de inspectie heeft vervuld. Van de hand van den heer Bolkestein verscheen in 1914 een werk getiteld: „De voorgeschiedenis van het middelbaar on derwijs." In den loop der jaren publiceerde de heer Bolkestein, die thans ambteloos in Amsterdam woont, vele artikelen, over onderwijs en buitenlandsche politiek, in „De Opbouw", „Gezin en School," „Volks ontwikkeling," enz. De heer Bolkestein is Vrijz. Democraat. Hij is ridder in de orde van den Neder landschen Leeuw. A. Q. H. DIJXHOORN A. Q. H. Dijxhoorn werd in 1889 gebo ren en trad na de Kon. Mil. Academie te hebben doorloopen op 29 Juli 1911 als twee de luitenant in dienst van het Nederland sche leger. Hij werd in 1915 bevorderd tot eerste luitenant, in. 1927 tot kapitein, en in November 1936 tot majoor. Twee jaren la ter'werd de heer Dijxhoorn, die inmiddels was toegevoegd aan den chef van den ge- i neralen staf, tot den rang van luitenant kolonel bevorderd en belast met de leiding van het bureau generale staf aan het de- partement van Defensie. Ir. J. W. ALBARDA. Ir Johan Willem Albarda werd óp 5 Juni 1877 te Leeuwarden geboren. Na de vijf jarige H. B. S. in zijn geboortestad te heb ben afgeloopen, bezocht hij de toenmalige Polytechnische School te Delft, die hij in 1903 als werktuigkundig ingenieur verliet. In 1911; werd ir. Albarda benoemd tot di recteur van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs te Amsterdam, nadat hij van 1903 tot 1905 leeraar in de wis- en natuurkunde was ge weest aan de H. B. S. te Almelo en van 1905 tot 1911 leeraar in de wis- en werk tuigkunde te 's-Gravenhage. In het jaar 1913 werd ir. Albarda voor de sociaal-democratische arbeiders partij gekozen als lid va» de Tweede Kamer. Voor dezelfde partij had hij van 1915 tot 1927 zitting in den Haagschen gemeenteraad; van 1917 tot 1923 was hij wethouder van onderwijs van die gemeente. Bovendien be kleedde hij het lidmaatschap van de pro vinciale Staten van Zuid-Holland van 1916 tot 1919. Sinds 1925 is de heer Albarda voor zitter van de sociaal-democratische fractie der Tweede Kamer als opvolger van mr. P. J. Troelstra. Tal van tijdschriften- en dagbladartike len, brochures en praeadviezen zijn van zijn hand verschenen. Mr. M. P. L. STEENBERGHE. Mr. Maximilien Paul Leon Steenberghe is op 2 Mei 1899 te Leiden geboren. Hij studeerde aan het gymnasium en de rijks universiteit te Utrecht in de rechten, aan welke universiteit hij in. 1920 promoveerde. Op internationaal terrein is mr. Steen berghe zeer dikwijls werkzaam geweest en ook hier werden hem de meest belangrijke opdrachten verleend. In 1923 vaardigde de werkloosheidsraad hem af naar het intern, congres in Luxemburg; in 1925 vertegen woordigde hij de Nederlandsche werkge vers op het int. wérkgeverscongres te Stre- sa, in 1927 nam hjj als vertegenwoordiger der Nederlandsche regeering deel aan de economische conferentie te Genève en in 1928 trad hij op als gedelegeerde der Unie van de VolkenbondsveTeeniging op het eco nomisch congres te Praag. Ook heeft mr. Steenberghe een zeer voorname rol ge speeld bij de ond'. '.mdelingen over het handelsverdrag ^derlandDuitschland, waaraan hij als regeeringsgedélegeerde heeft deèlgenomen. In Juni 1934, toen minister Verschuur om gezondheidsredenen aftrad, werd mr. Steen berghe diens opvolger als minister van econ. zaken. In September 1935 evenwel trad hij reeds af wegens verschil van mee ning inzake het monetaire vraagstuk met dr. Colijn. De heer Steenberghe had vervolgens zitting in het vierde kabinet-Colijn van 19371939 als minister van economische zaken. Dr. J. VAN DEN TEMPEL. Dr. J. van den Tempel, geboren 1 Augus tus 1877 te Willemstad, ving zijn loopbaan aan als schildersgezel te Amsterdam. In 1906 werd hij secretaris van het Ne- derlandsch Verbond van Vak vereen igin- gen, welke functie hij tot 1918 bleef ver vullen. Inmiddels had hij in 1911 de akte M.O. Staathuishoudkunde en statistiek en in 1913 de akte M.O. Staatsinrichting we ten te behalen. In November 1915 werd hij gekozen tot lid van de Tweede Kamer als vertegen woordiger der S. D. A. P. en hij is dit tot nu toe onafgebroken gebleven. In 1921 ging de heer van den Tempel de colleges aan de Nederlandsche Handels- hoogeschool te Rotterdam volgen, waaraan hij in 1927 cum laude promoveerde tot doc tor in de handelswetenschap, op proefschrift „Macht en economische wet". Dr. van den Tempel was van 19101919 en van 19271932 lid van den Amster- damschen gemeenteraad en had tevens een aantal jaren zitting in de Provinciale Sta ten van Noord-Holland. Voorts is hij lid van den Hoogen Raad van Arbeid. Behalve de genoemde dissertatie ver schenen van zijn hand de volgende publi caties: „De Nederlandsche vakbeweging en haar toekomst" (1919). „Kapitaal en volks inkomen" (1920), „Problemen der sociali satie" (1925), een roman „Jacqueline Vrij- lieff" ('31) enu „De wereld in stormtij". On derzoek naar oorzaken, zin én verloop van de economische en maatschappelijke span ningen" (1939). CH. J. I. M. .WELTER. De heer Charles Joseph Ignace Marie Welter werd 6 April 1880 te Den Haag geboren. Na de H.B.S.-jaren volgde de studie aan de Indische instelling te Delft en toen ook deze jaren met goed succes verloopen wa- rei, begaf de heer Weiter zich naar Ne- derlandsch-Indië, waar hij spoedig in dienst van het gouvernement trad. Den 3en November 1924 volgde zijn be- noeming tot id van den Raad van Ne- derlandsch-Indië, tiet hoogste bestuurscol lege in Insulinde. Dezen post moest hij echter spoedig weer verlaten, doordat de heer Weiter op 26 September 1925 door H. M. de Koningin i tot minister van Koloniën werd benoemd in het ministerie-Colijn. Zijn ministerschap was echter van korten duur, doordat het ministerie-Colijn 8 Maart 1926 aftrad ïn verband met de aanneming van het amen dement-Kersten betreffende de opheffing 'an het gezantschap bij het Vaticaan. In .926 werd hij opnieuw benoemd tot lid van den Raad van Ned. Indië. In September 1929 werd de heer Weiter, als opvolger van den heer K. F. Creutzberg, benoemd tot vice-president van den Raad van Néd-Indië, welk ambt hij bekleedde tot 1931. Hierna repatrieerde hij naar Ne derland. Hij bleef zich bewegen in het openbare leven. Hij was voorzitter van de staatscommissie voor verlaging van de regeeringsuitga- ven, de bezuinigingscommissie-Welter. In 1933 werd de heer Weiter benoemd tot voorzitter van de ondernemersraad voor Nederlandsch-Indië. De heer Welter was minister van kolo niën in het vierde kabinet Colijn van 1937 —1939. Van MINISTER DE GEER hebben wij enkele dagen geleden een levensschets ge geven. PE WERELD IN VOGELVLUCHT DANTZIG: Zal binnenkort de agitatie rondom Dantzig roemloos uitloopen in dood gewone onderhandelingen tusschen de Pool- sche en Dantziger autoriteiten? Mag men de berichten gelooven, dan gaat het dien kant op. Maar aan den ande ren kant maakt de Duitsche pers een heftig kabaal tegen Polen, waardoor men geneigd zou zijn om te gelooven, dat het nu pas goed gaat beginnen. Volgens een bericht uit Berlijn in de „Jour-Echo de Paris" neemt men in bui tenlandsche diplomatieke kringen in de Duitsche hoofdstad aan, dat de Duitsche propaganda door het voeren van een luidruchtige campagne tegen Polen het te rugtrekken der Dantzigsche autoriteiten in de zaak der Poolsche douane-inspecteurs wil doen vergeten en de Poolsche patriot ten in discrediet wil brengen. Men heeft den indruk, dat de Duitsche leiders, wel verre van hun oogmerken ten aanzien van de Vrije Stad op te geven, deze geheel handhaven en met de psychologische voor bereiding van het Duitsche volk beginnen, met het oog op het slotoffensief. De „Petit Parisien" is van meening, dat de voorwendsels, die de Duitsche bladen gebruiken om hun verontwaardiging te rechtvaardigen, niemand zullen misleiden. Het ligt er te dik bovenop, aldus dit blad, dat deze nieuwe campagne geen ander doel heeft dan de internationale atmosfeer te vergiftigen en indruk te maken op Polen. VOORNAAMSTE NIEUWS Bollenland Zullen binnenkort onderhandelingen be ginnen tusschen Polen en Dantzig? (2de blad). Japansche ministers kunnen geen be sluit nemen inzake alliantie met de as- mogendheden. (2de blad). De verdrijving der Zuid-Tirolers uit hun vaderland. (2de blad). De Imperial Airways gedwongen haar luchtdiensten in te krimpen. (2de blad). Binnenland De heer De Geer is in de vorming van een Kabinet geslaagd. (1ste blad). De „Figaro" schrijft: Wy gaan beslissen de weken tegemoet. Wij haten den oorlog en zullen niets doen om hem uit te lokken. Wij hebben het in September 1938 bewezen tot de mogelijke grens. Doch deze grens is bereikt. De Franschen hebben eenparig ge zworen dat zij niet zou worden overgeschre- den. Men moet hen gelooven. De ..Oeuvre" wijst erop, dat de Dantzig sche pers te keer gaat evenals de Berlijn- sche bladen, en dat men gisteren te Lon den en Parijs den indruk had, dat hier sprake was van een rookgordijn, dat ten doel had, den uitgevoerden terugtocht voor het Duitsche volk te verbergen en de openbare meening in het buitenland ervan te overtuigen, dat deze terugtocht inte gendeel niets beteekent. De „Populaire" acht het niet zeker, dat Dantzig op het oogenblik het eerste doel van den Fuehrer is. Het blad acht het niet uitgesloten, dat Hitier den blik zal laten vallen op Roemenië, dat graan en .petro- ieum produceert. „Er zit te Berchtesgaden één man boven op een berg, zeide Churchill in een voor Amerika bestemde radio-redevoering; en deze heeft maar één woord te spreken en het is vrede; één ander woord en het is oorlog." Wat 'n toestand! TOKIO: In Tokio wordt thans heftig ge discussieerd over de vraag, of Japan zich zal aansluiten bij het militaire venbond tusschen Duitsohland eri Italië. Gisteren heeft een conferentie plaats gevonden van de vijf voornaamste Japansche ministers en het schijnt er heftig naar toe gegaan te ziin. De militairen drijven naar alliantie, maar de burgerlijke ministers willen liever voorzichtig zijn. Tot een besluit is het nog niet gekomen! De Japansche pers is eveneens verdeeld. Lelden ZILVEREN PRIESTERFEEST VAN PASTOOR I. B. M. TIMP. Onverwachte hulde van de K.J.M.V.-ers. Pastoor I. B. M. Timp te Vlissingen viert vandaag zijn zilveren priesterfeest. In zijn parochie vinden de festiviteiten echter Za terdag en Zondag plaats. Van deze om standigheid heeft rector Beune, Veibon'ds- moderator van de K.J.M.V., gebruik ge maakt, om den oprichter dezer jeugdbewe ging een onverwachte, maar misschien des te hartelijker hulde te bereiden. De familie van den jubilaris is grooten- deels woonachtig in Leiden en Haarlem en deze aanvaardde vanmorgen gaarne gastvrijheid in de kapel van de St. Liduina- gesticht aan den Zoeterwoudschesingel te Leiden. Daar kwam pastoor Timp om op den eigenlijken dag van zijn priesterwijding een plechtige H. Mis van dankbaarheid op te dragen. Tot zijn groote verwondering ontmoette 'hij echter in de sacristie de rectoren J. H. v. d. Berg en van Camp'en, resp. bonds- moderatöi^en der K.J.M.V. in het Aarts bisdom en in Breda, mede-pioniers der K.J.M.V. De plechtige H. Mis werd daardoor een zeer plechtige, want rector v. d. Berg fun geerde als presbyter-assist'ens, diaken was een eerst eenige wéken tot priester gewij- den ueef van den jubilaris, father Gussen- hoven, sub-diaken rector van Cam pen, ter wijl als ceremoniarius fungeerde rector L. Beune, bondsmoderator in het Haarlemsche diocees en opvolger van pastoor Timp. Nog grooter was de verbazing van den jubilaris, toen hij in de kapel niet alleen zijn familie, maar ook vele mede-pioniers uit de oprichtingsjaren der K.J.M.V. aan wezig zag. Aan de zeer sympathieke uit- noodiging van rector Beune hadden n.l. (gehoor gegeven notaris en mevrouw A. Lobman uit Oude-Wetering, oud-bondsvoor zitter van het Haarlemsche en een der mede-oprichters, oud-verbondsvoorzitter W. v. d. Schoot uit Tilburg, zoo goed als alle verdere oud-hondsbestuursleden van het bisdom Haarlem, de tegenwoordige na tionale verbondssecretarisCor Kloppen burg, Dr. W. Deysselbloem, thans bonds voorzitter van Haarlem, Wim van Willige, die met den pastoor „De Keten" het na tionale orgaan, oprichtte, oud-administra teur M. van Emmerig etc. Een mannenkoor zong met de Odo-kna- pen o.l.v. kapelaan Paap een meerstemmige Mis, tijdens de Offerande het Ave Maria en na de uitstelling een pledhtig en wel luidend Laudate. Na dit plechtige Dankoffer kregen de oude K.J.M.V.-rotten een half uurtje ge legenheid om pastoor Timp in de kamers van rector Beune geluk te wenschen. Het spréékt vanzelf, dat talrijke oude herin neringen werden opgehaald en dat de spreekwoordelijke humor van den pastoor ook nu weer den boventoon voerde,. Officieele toespraken werden niet gehou den (daar was pastoor Timp ook geen voor stander van, hoewel hij zelf véél sprak!) maar uit dit intieme samenzijn bleek toch wel hoe zeer de pioniersarbeid van „rector Timp" gewaardeerd is, hoe hecht sommige banden geslagen zijn en hoe goed het soms is om nieuwe 'krachten te vinden in oude herinneringen,. Rector Beune komt intussehen voor zijn initiatief en zijn gastvrijheid! een woord! van hulde toe. Het zilveren priesterjubileum .van pas toor Timp is op waardige en uitermate prettige wijze ingezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1