ANTI-BRITSCHE BETOOGINGEN feuilleton Toen de scheidsmuur viel! door SABEL C. CLARKE. 28) „Daar zal wat broeien op de Towers", onderbrak Lambert haar gedachtengang. Hij verbaasde zich er over waarom hij ondaniks alles toch nog zoo'n vreemd ge voel van vadertrots had. Natuurlijk moést de kerel gestraft worden voor zijn onge hoorzaamheid, dat zouden ze hem op de Towers wel onder den neus wrijven. En hij voelde wel, dat hij ze gelijk moest ge ven. En wat dan? Hij kon maar niet be denken, wat er dan gebeuren moest, als aan de ouderlijke autoriteit voldaan was. Maar hij wist wel, dat hij zijn jongen graag zou vertellen hoe trotsch hij ge weest was op zijn zoon. Zelfs in zijn jaren vlak voor den oorlog was het leger iets voor de rijken en sport liefhebbers en voor de armen en eerzuch- tigen. De zoon van den officier ging van zelfsprekend onder dienst, maar bijna nooit iemand op wien een goede baan wachtte in de burgermaatschappij. Het was geen beroep waar geld aan verdiend werd, de gage was klein, het werk hard. Maar voor iemand die knap en eerzuch tig en idealistisch was, had het aanlokke lijke vooruitzichten. De scholen waren er min of meer op in gericht, bijna iedere school had een „Le ger Klas" die voor de opleiding zorgde. Hij dacht aan Dick Chasemore, met zijn eene arm en zijn decoratie, de held van Cymbeline's jongensjaren. Wat hadden zij anders kunnen ver wachten, met zoo'n voorbeeld voor oogen? „Als hij maar eens besefte hoe vreese- lijk hij er ons ook mee dupeert", zei Lam bert. Hij kwam naar haar toe en bleef naast haar stoel staan en overdacht hoe lief en jong zij er uitzag in haar frissche grijs lin nen japon en groote strooien hoed met de krans viooltjes. Even aarzelde hij, dan boog hij zich over haar en kuste haar. Zij was zoo ont zettend opgelucht, dat zij wel had willen schreien. Hij was dus niet boos, dat be wees die kus. Dat was zijn manier om te zeggen, dat zij het niet helpen kon. „O, Lambert, zul je niet tusschenbeide komen? Zul je hem zijn gang laten gaan? Je zult je zoon toch niet aan je vader op offeren?" De. rij vragen bracht Lambert in het nauw. Hij was nog heelemaal niet voorbereid om zoo ver te gaan. „Maar schat, de waag blijft toch altijd nog, moeten we Cym zichzélf laten opof feren? De jeugd spot altijd met de vleesch- potten. Denkt aan een hutje op de hei en zoo. Maar jammer genoeg is onze jeugd maar een klein deel van ons leven." „Hij hoeft geen honger te lijden, we hebben toch nog wel wat bespaard. Wij hebben het nooit over den balk gegooid. En als puntje bij paaltje komt, ben ik ook nog niet straatarm." Zij dacht, Dkk zal ook wel helpen. „We hebben hem opgevoed als een kind van rijke ouders. Hij weet nog niet wat zuinigheidbeteekent." Viola sprong op. „Laat hem kiezen", riep zij uit. „De fa briek zou hem in een jaar dood maken. Je bent een engel, Lambert, om er zoo over te denken, maar om Cym hier op te sluiten. Zij keek het miezerige kleine kantoor door met zijn leelijk cylinderbureau, te lefoon en kantoormaohines. „Laat hem dan maar arm zijn en.... vrij". Zij riep het laatste met heldere stem uit, vol passie. „En mijn vader? Liefste Viola, denk daar eens aan. Als wij hem hierin tegen werken en je weet hoe hij over het le ger denkt kan het wel zijn, dat wij er allemaal voor moeten boeten. Het kan wel armoede zijn voor alle drie, voor jou en Prim even |£ed." Langzaam zeide zij: „Zou dat nóg niet beter zijn dan deze vreeseljjke slavernij? We zouden buiten kunnen gaan wonen, waar echte bloemen zijn, niet alleen maar berookte struiken. En je leven lang zul je nooit meer dat gezoem hooren." Zij maakte een armbeweging naar de faibriek vanwaar een eentonig gedreun van raderen en het geraas van machine rieën gedempt tot hem doordrong. „Zouden onze kinderen ons in de toe komst niet dankbaar zijn, al doet je vader ook het ergste wat hij doen kan en jaagt hij ons er uit?" „Wij zijn wel een beetje oud voor der gelijke ingrijpende veranderingen, Vi", glimlachte hij. Zijn hand gleed- om haar hals. Zij werd rustiger. Zooals altyd dacht hij alleen aan haar, hij aarzelde om haar moeilijkhe den in -den weg te leggen. „Wij moeten wachten, liefste, tot de lijst er is", zei hij zacht. „En als hij er niet door is, moeten we alles nog eens bedaard overleggen en be praten met hemzelf." „Wat zou jij het liefst willen?" vroeg zijn, zijn hand streelende. „O, wat dat aangaat, jeugd heeft zijn rechten", zei hij met een glimlach. „Lambert, je bent de grootste schat op aarde", zei zij, tusschen lachen en tra nen. Had ze ooit kunnen denken, dat hij haar in den steek zou laten? Lang bleef het stil tusschen hen, de stilte van het die pe, volkomen begrijpen. Toen zij weer sprak, waren er tranen in haar heldere oogen. „Ik was bang.bang, dat je op het laatst tegen hem zou zijn." „De laatste stroohalm?" vroeg hij, maar ze wist, dat haar aandoening hem getrof fen had. „Natuurlijk vind ik, dat hij eigenmach tig te werk is gegaan. Als we goede ouders waren, moesten we hem voorbeel dig straffen. Maar ik zie in, dat behalve een formeel protest, we geen schijn van recht hebben om hem tegen te houden. „Dan zullen we het formeele protest ook maar weg laten." Nu kwam h ij los, lichtte haar gezicht op en kuste haar. Dit waren d e oogen- blikken van het leven, als hij voelde, dat zy er nooit spijt van had gehad, dat hij haar inderdaad gelukkig had gemaakt, dat, als zij haar leven over kon doen, zij het niet anders zou willen, omdat zjj el kaar dierbaar waren. En toch, wat een waagstuk was het voor haar geweest, toen zij, twintig jaar oud, haar lot bezegeld had en tot hem ge komen was. Dat kon hij nooit vergeten en nu, na achttien jaar, kon zij hem aan zien en zeggen, dat zij meer van hem hield dan vroeger. „Als het er om gaat om voor Cym iets op te offeren, denk er dan aan, dat ik klaar ben", fluisterde zij. „Je moet maar niet aan mij denken." „Vraag me niet te veel, Viola." Er was een grens aan wat hij haar op kon leggen, zij begreep dit gevaar en stond klaar het te bestrijden. „Je weet, dat wij ons leven gehad heb ben, ons geluk", zeide zij gelaten. „Jij, als je acht en dertig bent?" vroeg hij. Zij leek hem nauwelijks ouder dan op haar trouwdag, zij had nog het gezicht en het figuur van een kind. „Als je je kinderen groot ziet worden en zelf verliefd, voel je je oud en wijs", lachte zy. Zijn gezicht betrok. „Is dit ook de schuld van Angela Wes- te?" vroeg hij bijna norsch. Hij was niet van plan, Viola op te offeren aan den luim van een veranderlijk meisje. Cym was iets, Viola nog wat meer. „O, neen. Cy:n denkt niet aan haar, maar aan zijn eigen loopbaan. Hij was al vreeselijk tegen de fabriek gekant vóór hij haar nog ooit gezien had." „Wij zullen niets overhaast doen", zei Lambert. „Wij zullen eens met den jon gen praten als hij terug komt en zien wat hij denkt. Hy moet zijn eigen zaak maar verdedigen." Wordt vervolgd. Vreeseliik waren de gevolgen van het ernstig autobusongeluk, dat Donderdagmorgen gebeurde onder de gemeente Etten Leur. Verschil lende gezinnen werden in diepen rouw gedompeld. De zijkant van de bus werd bij de aanrijding geheel opengereten Te Sloten had Donderdag de begrafenis plaats van de vier meisjes, die Zondag bij het zwemmen in zee te Castricum om het leven kwamen De 2de divisie der Kon. Maréchaussee herdacht Donderdag te Maastricht het 100-jarig bestaan. Terwijl de divisie voor de kazerne stond opgesteld, werd door den districtscommandant, kapitein W. van Walt Meijer, de dagorder voorgelezen De feestelijke intocht van den nieuwen burgemeester ven Beemster, den heer W. C. Nlnaber, wiens installatie Donderdag plaats vond Voor het vreugdevuur in het Vondelpark te Amsterdam is in een der vijvers een brandstapel op een vlot gebouwd op initiatief van de Stichting Practisch Werken Amsterdam voor jeugdige werkloozen De anti-Britsche betoogingen in Japan houden aan, ondanks de conferenties en besprekingen tusschen vertegenwoordigers van beide landen. Tijdens een der samenscholingen nabij de Engel- sche ambasade te Tokio

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5