Ste JCaéifietó&döió Jhr. DE GEER FORMATEUR A^edefdandócfie ffiiaemkaiien-Ciecbctyfió- (vcganïótk, o pc^eücM VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1939 30ste Jaargang No. 9405 3)e £eid&^Soi4/ta/iit Bureaus Papengrachfc 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. De Regeeringspersdienst meldt: H.M. de Koningin heeft hedenochtend ten paleize Soestdijk in audiëntie ontvangen den Minister van Staat, Jhr. Mr. D. J. DE GEER en hem de opdracht gegeven tot vorming van een kabinet. Jhr. de Geer heeft verzocht, deze opdracht in beraad te mogen houden. De meest voor de hand liggende oplos sing zou zijn geweest: een opdracht aan een 'katholiek formateur. Maar, alle feite lijke omstandigheden overziende, rekening houdendie met, na de gebeurtenissen der laatste weken, verklaarbare gevoeligheden, is de opdracht aan iemand als die heer de Geer alleszins verklaarbaar. En wij mogen zeker veronderstellen, dat de heer de Geer in zijn pogen tot vorming van een Kabi net een resultaat zal bereiken, dat bevre digender is, dan dat van den vorigen Kabi netsformateur. Minister van Staat, jhr. mr. D. J. de Geer, wien H. M. de Koningin opdracht heeft ge geven tot vorming van een kabinet, is een van de meest vooraanstaande politici in ons land. Driemaal was hij minister en is thans nog lid van de Tweede Kamer, in welke college zijn woord groot gezag heeft. Hij is 14 December 1870 te Groningen géboren, Na gymnasiaal onderwijs te Rot terdam en te 'Arhem werd hij in 1889 als juridisch student aan de Utreohtscbe uni versiteit ingeschreven. In 1895 promoveerde hij op een proefschrift getiteld: „De grens lijn tusschen opzet en'schuier. In 1901 werd hij lid van den Rotterdam- echen gemeenteraad, nadat hij reeds eer der op verzoek van Lohman juridisch re dacteur van „de Nederlander" was gewor den.. Al spoedig deed hij zijn intrede in de Provinciale Staten van Zuid-Holland, waar van hij gedeputeerde werd. In 1907 werd de heer de Geer tot lid van de Tweede Kamer gekozen. Hij bleef Ka merlid tot 1921 toen 'hij de portefeuille van financiën in het kabinet Ruys de Beeren- brouck kreeg. Tevoren was hij korten tijd burgemeester van Arnhem geweest. Na zijn ministerschap trad hij in 1925 weer in de Kamer om spoedig daarop minister van foinnenlandsdhe zaken en landbouw in het fcalbinet-Colijn te worden. In Maart 1926 het kabinet-Colijn was gevallen op de kwestie van het gezantschap bij den Paus en daarna was er een lange kabinetscrisis geweest droeg do Konin gin den heer de Geer de formatie van een extra-parlementair kabinet op. De heer de Geer slaagde en werd minister-president en voor de tweede maal minister van finan ciën. In 1933 trad' het 'kabinet af en de Geer werd toen tot minister van Staat benoemd. Voor de derde maal werd hij lid van de Tweede Kamer. Sinds 1933 is hij voorzit ter van de Ghr. Historische Unie en leider van de fractie dier partij in de Kamer. De heer de Geer was lid van verschillen de staatscommissies en is verder curator van de Groningsche universiteit en van het fonds ten 'behoeve van indologisdhe studies van de DtreohtsChe universiteit. V Het gevaar van den weg Overheidsbemoeiing met den tijd waarin en de wijze waarop wordt gewerkt is dik wijl een voorwerp van critiek. Die overheidsbemoeiing kan te ver gaan. En die overheidsbemoeiing kan lijden aan gebrek aan soepelheid. Maar die overheidsbemoeiing op zich is zoo noodzakelijkheid! En, waar ze nog ontbreekt, daar zien wij de excessen, de noodlottige excessen van de bandelooze vrijheid! Zoo b.v. de vrijheid om zoolang achter het stuur van een auto te zitten als men wil. Wat is de oorzaak van het auto-ongeluk, dat gisteren te Etten drie dooden en twee zwaar gewonden heeft veroorzaakt? Hier volge een relaas uit een der ver slagen: De expediteur Van Elteren, die het ongeluk veroorzaakte, werd aanstonds aan een verhoor onderworpen. Hij bleek zich niets van het ongeluk te herinneren, waaruit de politie afleidt, dat hij door oververmoeidheid in slaap was gevallen. Dit zou verklaarbaar zijn als men weet, dat de man in 36 uur niet uit de kleeren was geweest. Dins dagavond was hij met een vracht boo- nen van Oudenbosch na!ar Diepenveen in Overijssel gereden en daarna 's nachts naar zijn woonplaats terug gekeerd. Daar heeft hij in zijn woning een paar uur gerust zonder naar bed te gaan. Onmiddellijk daarna heeft hij een paar vrachten in de omgeving wegge bracht en direct daarop reed hij gister avond opnieuw met een vracht boonen naar Diepenveen in Overijssel, waarbij zijn vrouw hem vergezelde. Nadat zij tezamen de boonen hadden afgeladen zijn zij direct den terugtocht naar Bos- schehoofd bij Oudenbosch begonnen; de tocht welke bij Etten thaps zulke noodlottige gevolgen heeft gehad. De expediteur was over het gebeurde zeer ontdaan en ontkende tegenover de politie geen oogenblik, dat overver moeidheid de oorzaak van dit vreese- lijk ongeluk moet zijn geweest. Ziehier het kwaad van het te-veel-rijden door chauffeurs. Den betrokkenen mag daarvan niet altijd een zwaar verwijt wor den gemaakt; vaak handelen zij, gedwon gen door de. economische omstandigheden, om aldus in de zorgen van him gezin te kunnen voorzien en aan bun verplichtigen te kunnen voldoen. Het is echter een misdaad, waartegen de overheid zooveel mogelijk het publiek en ook de belanghebbenden zelf moet be- schermèn. Hoever het ktvaad hier geschetst reeds is doorgevreten, deelde een der et het onderzoek belaste autoriteiten aan de „Telegraaf" mede. Deze trof nog slechts zeer kort geleden langs den rijksweg MoerdijkBreda een vrachtauto aan, waarin de chauffeur in de cabine lag te slagen. Na gewekt te zijn het was op een Vrijdagmor gen deelde de chauffeur mede, sinds den vorigen Zondagavond 12 uur niet uit de kleeren te zijn geweest, ge durende 4 y2 dag had hij heen en weer gereden tusschen een plaats in Noord- Brabant, Amsterdam en Leeuwarden, waarbij hij zijn maaltijden nuttigde in de cabine van zijn auto, zoo nu en dan eenige oogenblikken sliep in deze ca bine en naast zijn weekloon van tien gulden een vergoeding van 50 cent per dag kreeg voor koffiegeld. Den mor gen, waarop de man met zijn auto langs den weg werd aangetroffen, had hij meer dan zes uur noodig gehad om van Amsterdam naar Breda te rijden, om dat hij telkens had moeten stoppen, wanneer hij dreigde in slaap te vallen. Hij stak dan een sigaret aan, welke hij tusschen wijs- en middelvinger nam, hetgeen volgens hem een afdoend middel was om niet lang te blijven slapen, daar hij onherroepelijk wak ker werd, wanneer de doorgebrande sigaret hem de huid schroeide. De expediteur Van Elteren had daar voor, aldus de „Tel." weer een ander middel en zoowel hij als zijn vrouw verklaarde bij een nader verhoor aan den bij het onderzoek belasten wacht meester der Koninklijke marecchaus- see, dat zij een groot deel van den nacht, terugkeerende van Diepenveen in Overrijsel naar Bosschehoofd in Noord-Brabant, hadden zitten zingen om te voorkomen, dat een van beiden in slaap zou vallen. De dood was ech ter hun medepassagier en de slaap kwam toch, zoodat de vermoeide han den van Van Elteren het stuur niet kon den houden. In een aankondiging van den burge meester van Leiden in dit nummer wordt D. W. LEFEBER TOT EERSTE VOORZITTER BENOEMD De Nederlajfcdsche Bloeijibollenbe- drijfsorgapisatie is thans definitief ge vormd; tot eerste voorzitter is door Z. Exc. den Minister van Economische Zaken benoemd de heer D. W. Lefe- ber te Lisse. Op 26 Februari 1934 zeide de heer J. A. Schrama in een vergadering van Bloem bollencultuur: Het is een schande voor het vak, dat het de hulp van de Overheid moet inroepen en zichzelf daardoor het brevet van onbekwaamheid heeft uitgereikt". In deze bovenbedoelde rede bepleitte de heer Schrama de stichting van een bloem- bollenvereeniging, welke zeker de sympa thie niet zou hebben gehad van alle vak- genooten. Intusschen denken wij aan bei den (het verwijt en de gedachte vereeni- ging) terug, wanneer wij heden verne men, dat uiteindelijk de Nederlandsche tot stand is gekomen en de Minister van Economische Zaken als eerste voorzitter van deze Vereeniging heeft benoemd den heer D. W. Lefeber te Lisse. Vakgenooten en zeker zij, die iets dich ter bij de haarden der vakvereenigingen zitten, weten dat het wat moeite heeft gekost en er vele woorden over zijn ge wisseld voordat het vak het brevet van onbekwaamheid van zich heeft weten af te werpen. Ter toelichting diene hierbij, dat de moeilijkheid niet alleen vast zat op de vraag of de bedrijfsgenooten bekwaam genoeg mochten worden geacht zelf „hun peultjes te doppen", maar ook diende de te stichten bedrijfsorganisatie te steunen op de reeds bestaande bedrijfsvereenigin- gen. Het is nu eenmaal zoo, dat iedereen, die een weinig zelfrespect heeft, niet gaarne toegeeft, dat hij minder is. Hetzelfde gaat op ten aanzien van vereenigingen en der- zelve. besturen. Er moest samenwerking komen, maar dit is. niet denkbaar dan na dat ieders positie tot bevrediging van de mededeelnemers is afgebakend. In het bloembollenvak kennen we oude vakorga nisaties, maar ook de jongere, doch niet van minder beteekenis zijn de „stands" - organisaties. Daarnaast mochten de han delaren niet worden vergeten. Nu het leed is geleden, lijkt het ons niet juist verder op de moeilijkheden, welke naar voren zijn gebracht, in te gaan. In tegendeel, juister lijkt het ons respect te hebben voor de houding van allen, die hebben medegewerkt aan de totstandko ming van dit lichaam. Want de beteeke nis van de N.B.O. is groot en wijdstrek- kend. Immers ten eerste is geheel in de lijn van de pauselijke zendbrieven de verzorging van de beroepsbelangen in handen gesteld van de beroepsgenooten. Tweedens waarborgt deze vorm de meest gewilde vorm van behartiging der belan gen en de minste critiek. Ten derde moge door het in het leven roepen van dit or gaan de herhaald terugkeerende misver standen tusschen de vakvereenigingen worden voorkomen. Ten slotte kan nog aan het officieele be richt worden toegevoegd, dat de N.B.O. zal werken over het göheele land en vermoe- delij'k domicilie zal kiezen in Haarlem. Het Bestuur. Naast den voorzitter, den heor D. W. Le feber te Lisse een man wiens capacitei- tefl en ambities voor het vak alom békend en mogeijlk nog meer worden gewaar deerd hebben zitting iin het bestuur de h'eeren: S. Verdegaal te Sassenheim, J. M. van Til te Lisse, G. Zandbergen te Sassen- heim, A. J. Braam te Heemstede, D. Jonker Jibz., te Andij'k, C. Ph. Freriks te Hillegom, T. M. H. van Waveren te Bennébroek, H. van Zonneveld te Sassenheim, H. J. Arents- horst te Sassenlheim, S. Séhoneveld te Oegstgeest, P. L. v. d. Hulst te Voorhout, Jac. P. Nijssen te Santpoort, J. v. d. Berg (Verdegaal) te Noordwijkertiout, A. War- naar Jr. te Sassenheim, C. van Dijik te Gravenizande en W. Venn ik te Venhuizen. Hiermede hebben 3 telers en 2 expörteuns aangewezen door Bloembollencultuur, 4 exporteurs, aangewezen door den Bond van Bloembollehhandelaren, 2 telers van H.B.G., 1 teler en 1 exporteur van den herinnerd aan het inwerking treden van het rij tijdenbesluit. Hierdoor kan het hier bedoelde oorzaak natuurlijk niet heelemaal worden voorkomen. Er blijven nog zeer vele chauffeurs op de weg, die buiten deze controle vallen. Maar de overheid doet jiier, wat zij kan, om het gevaar Van den \yeg tot kleinere afmetin gen terug te dringen. Overheidsbemoeiing met al haar scha duwzijdendie zijn er ook in dit geval vele! is bier noodzakelijker. D. W. LEFEBER L.T.B., 1 teler en 1 exporteur vam den C.B. T.B. en 1 teler 'wan den N.T.B., zitting in 'het bestuur. In het Dagelijlkech bestuur zullen naast de heer D. W. Lefeber te Lisse als voor zitter zitting hébben de heeren S. Séhone veld te Oegstgeest, de heer C. van Dijk te 's-Gravenzande, H. J. Aremtshorst en S. Verdegaal te Sassenheim. We besluiten deze beschouwing gaarne met den wensch, dat door de totstandko ming van dit orgaan'de bedrijfsbelangen het best beschermd mogen zijn, alsmede, dat het werk van het bestuur mogen worden begunstigd door de. medewerking der vak genooten en door betere afzetmogelijk heden. En dan een gelukwenséh aan de ge kozenen. DE NIEUWE GEMEENSCHAP EN DE GODSDIENSTIGE VEREENIGINGEN. Paus Pius XI heeft in 1931 in zijn encycliek „Quadragesimo Anno" heel de wereld opgeroepen tot een Nieuwe Ge meenschap. Het vorig jaar heeft het R. K. Werkliedenverbond een machige actie in- gezët om die gedachte te verwezenlijken. Door tal van middelen tracht het in den lande geestdrift voor de Nieuwe Gemeen schap te wekken. Als men echter de gedachte van Paus Pius XI wil doorvoeren, dan zal men het ook moéten doen volgens de richtlijnen, die hij aangeeft. Volgt men die niet, dan loopt men groot gevaar nooit zijn doel te bereiken. Wat nu zegt de Paus in zijn bovenaan gehaalde encycliek? Hij leert uitdrukkelijk, dat aan de her vorming der maatschappij vooraf moet gaan: „een hervorming van den christelij- ken geest". Gaat die niet vooraf, dan „zul len alle pogingen vergeefsch zijn en zal een gebouw opgetrokken worden niet op de vaste steenrots maar op los zand." De Paus verlangt daarom „de terugkeer tot het christelijk leven en den christelij- ken geest." En vandaar wil hij dat bestre den worden: ,,de onverzadelijke zucht naar rijkdom men en aardsch bezit, „de al te groote bezorgdheid voor de vergankelijke goederen, „de ongeregelde hartstochten." Dit zijn de kapitale punten, die de Paus aangeeft om te komen tot de Nieuwe Ge meenschap. Nu stellen wij deze vragen. Waar zullen de katholieken dat beter leeren dan in de godsdienstige vereenigingen? Is dit niet juist het groote program van elke gods dienstige vereeniging: Derde Orde, H. Familie, Mariacongregatie? Worden hierop de leden niet voortdurend en telkens en telkens opnieuw gewezen? De godsdienstige vereeniging is door de Kerk bedoeld en aangewezen als de vorm school van het echt christelijk leven. Zij heeft die taak van de Kerk ontvangen en oefent die uit onder de. leiding, de bescher ming en den zegen van de Kerk. Hieruit volgen logisch twee zaken: 1. Dat de godsdienstige vereenigingen een groote en machtige steun zijn in de actie om te komen tot de Nieuwe Gemeen schap; 2. Dat men goed en wijs zal doen om nu de godsdienstige vereenigingen met man en macht tot hooger bloei te brengen en zooveel mogelijk allen aan te sporen, die vormscholen van echt christelijk leven in te treden en lid te worden van de gods dienstige vereenigingen. Zal men daartoe den moed hébben? Zal men de middelen willen aanwenden, die zeker tot het beoogde doel voeren, ook al Dit nummer bestaat alt vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Lord Halifax zet in het Britsche Hooger- huis de internationale politieke situatie uit een. (2de blad). De spanning rondom Dantzig. (2de blad). Een nieuwe nederlaag van Roosevelts re geering. (2de blad). Binnenland De leider der Chr. Hist. Jhr. de Geer Kabinetsformateur. (1ste blad). De Nedv. Bloembollenbedrijfsorganisatie opgericht. Benoeming van het bestuur. (lste blad). worden offers van ons gevraagd? We hopen het. „Laat ons niet liefhebben met woord of tong, maar met daad en in waarheid". I Joh. 3, 18. N. GO VERS C.ss.R. DE WERELD IN VOGELVLUCHT LONDEN: Wij leven wel in een geaelli- gien tijd! Hoelang diuurt het nu al, dat wij ons 's morgens bij bet opstaan afvragen of inmiddels 's nachts de oorlog nog niet uit gebroken is? De oorlog, dien niemand wenséht, dien iedereen verafschuwt en zéker allen, die zich de verschrikkingen .van een kwart 'eeuw geleden nog berinne- Naar aanleiding van bet feit, dfat Enge land 25 jaar geléd'en in dien oorlog ging, wordt in d'e hoofdartikelen der Engelsche bladen gewezen op het vensdhil in de toen malige en die huidige positie van Engeland. Algemeen geven de foladlen uiting aan een voorzichtig optimisme, dat een oorlog zal worden voorkomen. De „Times" betoogt, dat het eenige punt, waarop Engeland het niet op een aocoord'je wil en ook niet kan gooien, is het geweten- looze gébruik van geweld bij de regeling van internationale geschillen. De „Daily Mail" schrijft: Wij staan thans tegenover demzelfden mögel'ijken vijand, en het is goed te wijzen op het verschil in den stand onzer voorbereidingen van toen en nu. Zulk een vergeijiiking wettigt het ver trouwen, dat ditmaal een oorlog zal worden voorkomen. De „News Chronicle" verklaart: De ver schillen tusschen den toestand van. nu en van 1914 zijn grooter dan de punten van overeenkomst en uit deze verschillen kun nen wij hoop putten. De „Daily Express" oordeelt: Vernieti ging wacht allen, die den oorlog in gaan. Hitier weet dit ook. Het blad geeft dan uiting aan de meeninig, dat er dit jaar geen Europeesche oorlog zal komen. Lord Halifax, die gisteren in het Brit sche Hoogerhuis een antwoord gaf namens de regeering op de vragen der Hoogerhmis leden over den buitenlandiséhen toestand, zeide tot slot van zijn rede, dat men niet te optimistisch noéh te pessimistisch moest zijn. 't Kan vriezen en 't 'kan dooien. JAPN THANS BESLOTEN TOT TOETREDING TOT DUITSCH- ITALIAANSCH-VERBOND? ROME, 4 Augustus. (A.N.P.) erwijl de verklaring van de twee Japansche ambas sadeurs, die aan het Como-meer bespre kingen hebben gevoerd, in politieke krin gen alhier geacht wordt te beteekenen, dat Japan besloten heeft, tot het Duitsch- Italiaansche bondgenootschap toe te tre den, is hiervan in Japansche kringen, hét- zij hier of te Como, nog geen bevestiging te verkrijgen. De gisteren te Como gevoerde bespre king is naar verklaard wordt de laatste van een reeks conferenties tusschen de beide ambassadeurs, welke hiervoor zoo wel te Rome als te Berlijn zijn gevoerd. Men vermoedt, dat de twee ambassa deurs thans gereed gekomen zijn met de bestudeering van de voorwaarden, waar onder Japan tot het bondgenootschap zou willen toetreden en dat binnenkort ver dere stappen zullen worden ondernomen. Doch ofschoon de Japansche verklaringen in de hier verschijnende ochtendbladen is gepubliceerd, wordt er geen commentaar aan vastgeknoopt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1