CORRESPONDENTIE
Cor en Anny v. Di est, Sassen-
h e i m. Dank voor beide allerhartelijk
ste brieven. Beide brieven worden als
voorbeeld geplaatst. Ik hoop ook voortaan
nog dikwijls, heel dikwijls wat van jullie
te hooren, terwijl ik een plaatsje gereser
veerd houd, voor de bijdragen in den vorm
van verhaal, opstel, sprookje of vers.
Wat deed het me plezier te hooren, dat
je weer heelemaal hersteld bent, Cor! Van
harte gefeliciteerd hoor, vriend! En nu
gezond blijven en.... aan 't werk. Ik
groet jullie beidên en moeder en de Ho-
mannetjes, die mij ook trouw ter zijde
staan. De hand voor u allen! Ik wensch
u beiden het allerbeste in uw verder le
ven!
Treesjev. d. Meel, Leiden.
Zoo is het goed. Nu weet ik het en nu is
de dag opgeteekend en zal ik het volgend
jaar je naam aankondigen. Let maar eens
den 20sten Juni 1940 op. Dan zal in de
Pasteurstraat op no. 20a vast de vlag
waaien, ten teeken dat er iets heel gewich
tigs gebeurd is. En dan zal Treesje liet
feestvarkentje zijn. Dag Treesje!
Groet wederkeerig je ouders van me. De
hand voor jou!
Mijnheer R. Th. de Vr., te War
mond. Het doet me echt plezier te
hooren, dat de kinderen het Jeugdhoekje
zoo leuk vinden. Laat de kleinen ook eens
meedoen bij den eerstkomenden wedstrijd.
U zult er plezier van beleven. De verjaar
dagen zijn ingeboekt. Met hand en groet
voor u allen!
Esther Roeleven, Z'woude.
Nu ben je niet te laat gekomen met je
verjaardag op te geven. Den 5de Mei sta jij
in de krant en kom ik jou feliciteeren.
Dat zal 'n feest zijn! Zoo'n auto-ritje naar
den Haag is zeker niet te versmaden. De
verjaardag van Hennie is ook ingeschre
ven. Hij gaat toch op school, is 't wel? Het
deed me plezier, te hooren, dat je de vers
jes zoo leuk vond en de verhaaltjes zoo
snoezig. En nu je versje? Om je nu eens
echt plezier te doen laat ik het hier vol
gen. Daar komt Esther en verteld' van:
Poppenmoedertje.
Zeg Popjes, Liezelot en Kees,
Nu moet je zoet gaan spelen,
En als ik straks uit werken ga,
Dan samen niet krakelen.
Het is vandaag, wel ja, dat weet je,
Hier nog verbazend veel te stellen,
Want morgen moeten we op reis,
Wie zal de uren tellen.
Dan wordt van alles opgezocht,
Voor Liezelot een kleedje,
En pakjes voor de kleine Kees,
Dat éne mooie weet je.
Badpakken, schoppen en emmertjes,
Alles wat we dan gebruiken,
En noodig is, als wij in zee
Eens fijntjes willen duiken.
De koffer, die wordt ingepakt,
We zullen er wel komen,
En daarom zeg ik, 't vers is uit,
Waarom langer dan te bomen.
H. M. v. We 1, L e i d e n. Aan je vrien
delijk verzoek is voldaan. En wat zijn nu
je groote plannen? Ik wensch je n.t. in je
verder leven alle heil en ik hoop nog eens
wat te hooren. Je snapt* wel, dat ik mijn
oude vrienden in hun verder leven met
belangstelling volg. Met hand en groet, ook
voor de familie!
Esther van Benten, Z'woude.
Het doet me plezier te hooren, dat de ge
zondheid vooruit gaat. Als het gips eraf is,
dan zul je weer spoedig de oude zijn en
kunnen loopen als een kievit. En dan
wensch ik je volledig herstel; een prettige
vacantie. Maak me veel groeten aan alle
huisgenooten. En om je plezier te doen,
laat ik jouw versje hier volgen, als slot
van de Correspondentie. Daar komt Esther
en vertelt iets van haar zusje. Hoort!
Mijn Zusje.
Ik heb een zusje lief en klein,
Haar naam, die is Marietje.
En als zij slaapt, is zij heel zoet,
Ze heeft een leuke dikke toet,
Soms zingt zij wel een liedje.
En als zij wakker is, die guit,
Dan trapt zij met haar beentje
Haar lakentje en dekens weg.
Dat mag niet, als ik dat dan zeg,
Dan lacht ze, 't is er eentje!
En als ik door 't gordijntje kijk:
't Gordijntje voor de vliegen,
Dan zeg ik: „Rie, je bent een schat,
'k Ben blij, dat ik jou heb gehad"',
Wie 't anders zegt, kan liegen.
Een prijsvraag
Ik verloot een mooi boekwerk onder alle
Neefjes en Nichtjes, die me een brief
schrijven van minstens twee kantjes. In
zenden ter mededinging tot 10 Aug. De
lijst van alle inzenders laat ik afdrukken.
Een brief schrijven is een kwestie van
oefening. Dat moet iedereen kennen en is
een uitstekende taaloefening.
Hieronder volgt als voorbeeld de brief
van
ANNY VAN DIEST.
Oom Wïm.
DE BRIEF VAN ANNY VAN DIEST.
Beste Oom Wim,
Adieu, wij moeten
Elkander groeten,
Adieu, vaartwel
Schrikt U niet, Oom Wim; dit weemoe
dig afschendslied is niet voor U bestemd,
of 't zou moeten zijn voor de verjaardags
kalender (22 en 25 Augustus) waar we zoo
lang op mochten prijken. En dan dank ik
U voor uw moeite, om ieder jaar onze na
men weer op te geven in 't wekelijksche
lijstje. Enfin, volgend jaar kom ik dan in
diezelfde maand mijn aandacht weer vra
gen voor Homannetje no. 4, die nu nog op
ce fröbelschool is; maar in April een lief,
blondlokkig nichtje met een ondeugend
wipneusje van U hoopt te worden!
Dat droevig afscheidslied ondertus-
schen is voornamelijk bestemd voor de
schoolbanken, wijl onze jongste spruit, in
casu ondergeteekende, de schooljaren ach
ter den rug heeft. En nu mag ik probeeren
een flinke hulp in de huishouding te wor
den, zonder de melk te laten overkoken of
andere dergelijke ongelukjes. Enfin, over
eenigen tijd zal ik U precies eens vertel
len hoe alles gaat.
Ik hoop toch nog menige bijdrage te
kunnen sturen; en ons hoekje blijf ik na
tuurlijk graag volgen.
A propos, ik zou U nog wat vertellen
van de afgeloopen weken.
Eerst van ons uitstapje van de Kruiskin-
derclub.
Reeds eenige weken tevoren had Zuster
ons verteld, dat we ons jaarlijiksche uit-
■stapje weer zouden maken. En natuurlijk
werd het onder elkaar dan ook al druk
besproken. Als 't dien middag maar mooi
weer zou zijn! En ja, hoor: toen de bewus
te middag daar eindelijk was, was het reu
ze mooi zomerweertje. We gingen naar de
„Nachtegaal", een prettige speeltuin in de
boschrijke omgeving van Noordwijk. En
fin, wellicht kent U die speeltuin ook wel.
Zuster ging met de andere meisjes van
school af; maar mijn vriendin en mijn per
soontje en daarbij nog enkele andere meis
jes zouden de club op de Teylingerlaan
ontmoeten; dan behoefden we niet zoo ver
cm te loopen. Met gejuich begroetten we
elkaar bij onze ontmoeting en onder vroo-
lijke lach en gebabbel, met de noodige
grapjes liepen we verder. Een driewerf
hoera, toen dat vroolijke Nachtegaaltje in
zicht kwam!
Mijnheer Kapelaan kwam ook een kijkje
nemen en deed ons uitbundig lachen om
zijn grappige opmerkingen.
Verschillende foto's werden er genomen
en er was gelegenheid genoeg om ons pret
tig te kunnen amuseeren!
Per autobus werden we 's avonds weer
naar Sassem getransporteerd, 't Was een
woelige club die de chauffeur in zijn. bus
kreeg; we zongen als nachtegaaltjes. Zeker
omdat we noode van de „Nachtegaal" af
scheid genomen hadden en dat beestje lie
ver nog wat langer bij ons hielden. Maar
het blijft één van de leuke herinneringen
aan mijn schooljaren!
't Feest van de H. Kindsheid is ook on
der prachtig weer verloopen. Een leuke en
fleurige groep is dat ieder jaar weer; tel
kens komen er nieuwe groepjes bij. Wat
hebben de Zusters daar altijd veel werk
san! Maar ze hebben dan ook alle eer van
haar mooie werk en ik mag daar altijd
graag naar kijken. Vooal die kleintjes met
hun glunderende gezichtjes, dat is toch
zoo leuk.
Maar ik geloof dat deze brief zoo onder-
tusschen geheel in een feestelijke stemming
geraakt! Zou dat komen om het zomer is?
Of omdat ik volgende week afscheid moet
nemen van Zuster, school en schoolbanken?
In ieder geval geeft de tuin ook een fees
telijke aanblik met al de mooie bloemen;
't is een genot daar naar te kijken. Mag ik
U vertellen wat ook waard was om te be
zien?
Zondagmiddag hadden Greet, die leuke
vriendin van me, en ik juist de mantel aan
om een tochtje te maken met lijn 2 (beenen-
wagendienst!) toen er eenige druppels be
gonnen te vallen! Wat nu? Regen? Maar
die paar druppels werden er meeren
toen kwam er een bui! Men zag het water
zelfs over het weiland heenstuiven! Ge
weldig! Nu we hebben toen maar netjes ge
wacht tot Pluvius zjjn woede gekoeld had
en vanuit het raam naar dit dolle water-
verstuiving gekeken. Die arme koeien en
schapen die zich de bui maar moesten la
ten welgevallen!
Nu, toen er genoeg water gevallen was
zijn we toch nog op stap gegaan en zijn
een kijkje gaan nemen bij de atletiek
wedstrijden. En hebben natuurlijk plichts
getrouw ook onze stem benut om met an
dere toeschouwers de overwinnaars een
hoeraatje toe te roepen! Niet meer dan
billijk; ze hebben toch ook hard er voor
moeten zwoegen om te zegevieren!
En nu, Oom Wim, ligt er een mooi boek
ongeduldig op me te wachten en wil ik
mijn pen maar weer wat rust geven,.
Apropos, ik ben een verhaal begonnen en
hoop dat 't zoo gewillig is dat 't een ver
volgverhaal wil worden. Komt Oor U dan
over eenigen tijd wel weer brengen. Of
misschien doe ik dat zelf wel eens. Maar
nu ga ik lekker lui erbij zitten, of liggen(!)
en genieten van mijn boek (geleend van
een schoolvriendin).
Rest me nu nog U een prettige vacantie
toe te roepen en hartelijk te groeten van
Moe en Cor en van uw Nichtje
Anny v. Diest.
Wie zijn jarig?
Van 5 Aug. tot en met 11 Aug.
Op 5 Aug.
ïnï van Niekerk, Rozeboomstr. 2.
Frederik Friesema, Korev^tr. 26.
Toosje van Kestel, Kerkpad C Ter Aar 95.
Petrus Hoogeboom, Hoogmade B 328.
Hubert Mentink, Zoeterw. 2.
Cor Bernsen, Breestr. 157.
Ella Hersche, Jan W. Frisostr. 21.
Johan de Jong, Achthoven 62, Leiderdorp.
Op 6 Aug.
Catharina Langeveld, Sophiastr. 8.
Lou van Haastregt, Langebrug 79.
Cornelia Heemskerk, Heerenw. 437, Lisse.
Rika Hoogeveen, L. Wolsteeg 4.
Jaap van Leeuwen, Weipoort B 74, Z'woude
Tiilly Hoogeveen, Noorden B 74.
Wim Senne, O. Wetering 1.
Op 7 Augustus.
Cor van Leeuwen, Schoolstr. 45, V'schoten.
Annie Wijfje D 44 Nieuwkoop.
Maarten Bader, Noordeinde 37, Z'hoven.
Mina Tetteroo, Mgr. Broerestr. 15, V'hout.
Adrie Hendriks, Koningstr. 22.
Bep van Wieringen, Rijndijk H'woude.
Arie v. Rijn, Reijerskoop 359, Boskoop.
Op 8 Augustus.
Piet Waayer, Dr. v. Noortstr. 95, S'wijk.
Wim Slierings, Wald. Pyrm. str. 64.
Bernard Haverkamp, Oranjestr. 64, te
Alphen.
Greetje Kok, Binnenvestgr. 17.
Wim Heemskerk,- Heerenw. 237, Lisse.
Jan Doedens, Langebrug 87a.
Rika Hoogeveen, Valkenstr. 14.
Jean Staats, Hoogl. Kerk'g. 3.
Ali de Vroomen, „Huize Narcis", W'mond.
Mien de Bruyn, Hoogewoerd.
Cor van Kestel, Kerkpad C 95, Ter Aar.
Marie van de Lans, Lisse.
OP 9 Augustus.
Marietje v. d. Meer, R'veen B 161.
Arie en Dirk Koolloos, Hooge Morsch 112,
Oegstgeest.
Frans Goddijn, Oosterstraat 96.
Harry Thorn, Anna v. Salcsenstr. 3.
Benny Smidt, Munnikenstraat 75.
Op 10 Augustus.
Coba en Nelly Overveen, Tuinpad 31, te
Wassenaar.
Joha. Tettero. Mgr. Broerstr. 15, V'hout.
Gé Bergers, Doezastraat 23.
Rietje Molenkamp, Hofd. 1, Oegstgeest.
Marie Bakker, R'veen B 347.
Piet Vlasveld, Lage Rijndijk 28b
Op 11 Augustus.
Antoon de Vroomen, Heerenw. 76a, W'mond
Harry v. Vonderen, Marislaan 15.
Arie Ruigrok, Molenstr. 21a, Noordwijk.
Cors van Haastregt, Dorpsstr. D 76, Ha-
zerswoude.
Paul v. Bergen Henegouwen, Aalm. 12.
Jac. Hoogeveen, B 74 Noorden.
Piet v. d. Pouw, Hoogmade.
Anton v. Dijk, Reeuwijk Kerkw. D 5.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zijn of haar naam van schoolgaan
de kinderen in deze lijst wil opgenomen
zien of, bij het verlaten der school van de
lijst wenscht afgevoerd te worden, schrijve
minstens 14 dagen vóór den verjaardag..
Zoo ook wie verandert van woonplaats,
straat of huisnummer, en eveneens wie in
de lijst een fout ontdekt.
Oom Wim.
ZOMERLIEDJE
door Anton Roels.
Buiten zijn de velden groen,
Groen zijn ook de hoornen;
En de mensch is gansch vervuld
Van vacantiedroomen.
't Koren staat zoo vol en hoog,
In den wind te wuiven;
Wagens doen het droge zand
Langs de wegen stuiven.
Zomer is het in het rond:
Wég zjjn storm en koude;
Zou er wel één mensch op aard
Niet van zomer houden?
U vraagt Wij antwoorden
Vraag 566: Mijn broer, die misdienaar
is vraagt( wat „Sacerdos et Pontifex" be-
teekent, wat een Bisschop wordt toegezon
gen, als hij zijn intrede doet in zijn kerk,
en wat een Nuntius is?
A nt woord: Letterlijk beteekent dit:
o Priester en Bruglegger. De bedoeling is:
de Hooge Priester, die de brug legt tussohen
God en ons. Dit doet een Bisschop immers,
wanneer hij Priesters wijdt, die van Hem de
rechtsmacht ontvangen om de H. Sacra
menten toe te dienen.
Een Nuntius is een speciaal aangestelde
Bisschop, die de brug legt tusschen den
Vader der geheele Christenheid (den Paus
van Rome) en de geloovigen van ons va
derland.
De nieuwbenoemde Nuntius is Mgr. P.
Giobbe geboren te Rome in 1880.
De Nuntius is dus ambtshalve de verte
genwoordiger van den Paus. Het zenden van
zoo'n Nuntius wijst op een zekere overeen
komst tusschen de Kerk en dien bepaal
den staat. Wil de regeering geen Nuntius
hebben dan zendt de Paus een Apostolisch
Delegaat, die het toezicht heeft over de
kerken van dat land en rekening aflegt
hiervan aan den Paus.
De titel van den Nuntius is: Zijn Hoog
waardige Excellentie Mgr. Paulo Giobbe.
Ten opzichte van de Regeering is de
Nuntius: de Gezant van den Paus aan het
Koninklijk Hof.
Hierbij zullen we het laten. Dit is voor je
broer, de misdienaar, meer dan genoeg.
Vraag: 567Wat beteekent neomyst?
Dit las ik in de krant, toen onze neef de
eerste H. Mis deed.
A nt woord: Neomyst is Grieksch en
't is eigenlijk zin een nieuwe ingewijde, wij
zouden zeggen een nieuw gewijde priester.
Neo is nieuw; en myst vonden we ook te
rug in: mystiek (mystieke roos); en mys
terie (geheimzinnig).
Wie wat te vragen heeft, vrage.
Oom Wim.
DE OPLOSSINGEN DER RAADSELS
van verleden week waren:
Opl. I: Leeuwerik.
Opl. II:" Wie kaatst,- moet de bal ver
wachten.
Opl. III: Een mug kan wel vliegen, maar
een vlieg kan niet muggen.
Opl. IV: Schoenlepel.
Opl. V: Op 'n schildpad.
NIEUWE RAADSELS*)
ingestuurd door Truus Cuppen.
Raadsel I:
Welke overeenkomst bestaat er tus
schen de letter t en een eiland?
Raadsel II:
Wat valt er door de glazen zonder dat zij
breken?
Raadsel III:
Welke vogel is het vierde deel van een
el?
Raadsel IV:
Trap. Wie liegt er, als hij stil ligt?
Raadsel V:
Mijn eerste is een verscheurend dier,
mijn tweede is een vervoermiddel, mijn
derde staat in het woud?
Raadsel VI:
Ik ken een zwak lichaam, ik heb noch
hoofd, noch voeten, noch handen; ik ben
aan ieder dienstbaar? De geringste mensch
vergezel ik in het graf.
Raadsel VII:
Welke overeenkomst is er tusschen een
koppel eieren en een student?
Raadsel VIII:
Waarin komen de meeste nagels?
Raadsel IX:
Waarmee begint de dag en eindigt de
avond?
Raadsel X:
Wanneer stond Koning Willem I?
Raadsel XI:
Waarom loopen de honden bij den slager
binnen?
De oplossingen niet opsturen. Deze
geeft Truus de volgende week zelf.
Oom Wim.
(Voo de kleinen).
REGENWEER
door „Anonyme".
Als het regenweertje is
Is het vast op straat voor kinderen mis.
Daarom gaan die kleine snaken,
Zich in huis heel mooi vermaken.
Zetten dan de boel liefst op z'n kop,
Tot Moeder komt, en zegt: nu stop!
„Ga rustig nu eens schooltje spelen,
Eerst netjes schriften uit gaan deelen,
Potlood, en wat nog hoort er bij,
En gaan zitten, netjes op een rij".
Eerst gaan zij, nu sommen maken,
Van allerlei verschillende zaken;
Hoeveel stof er noodig is voor een pak,
En hoeveel pannen er liggen op het dak.
En zijn de sommen alle goed gemaakt,
Dan wordt gerust gestaakt.
En krijgen ze limonade tot besluit
En dan is het schooltje netjes uit.
En daar is 't zonnetje, de regen houdt op
Ze vliegen naar buiten, liefst hals over
kop.
LOES KUULKERS
door
COR VAN DIEST
V.
't was een paar dagen na de verjaardags
fuif, dat Truus Loes opbelde met de uit-
noodiging om veertien dagen mee te gaan
kampeeren met de heele familie Verberk.
Haar moeder zou zelf dit jaar niet uitgaan;
er werd een logéetje verwacht. De jongste
zuster van haar moeder, die in Luik woon.
de, was ziek geworden en zou voor haar
gezondheid eenige maanden op reis gaan.
Justine, het oudste dochtertje van Tante
Louise, die zoo ongeveer even oud was als
Loes zou bij haar komen logeeren, zoolang
haar moeder op reis was. Dan waren er
nog twee meisjes thuis. Loulou en Vallie,
eigenlijk Valérie genaamd.
Maar die naam was nog veel te deftig
voor zoo'n kleine prul! Die twee zouden
samen naar een andere tante gaan, in Brus
sel. 't Kon evenwel nog wel een paar we
ken aanloopen voor de logée kon komen;
want ze zou pas vertrekken, als haar moe
der zoover genezen zou zijn, dat ze op reis
kon gaan. Hoewel Loes erg naar haar
nichtje verlangde, hoopte ze toch maar,
dat ze met de familie Verberk mocht gaan
kampeeren. Waar zouden ze naar toe gaan?
Dat had Truus nog niet verteld! Enfin,
dat hoorde ze dan vanmiddag wel.
„Moeder, vindt u het erg vervelend, als
ik mee ga kampeeren?" vroeg Loes, weer
in de huiskamér gekomen.
„Justine wordt toch over een paar we
ken pas verwacht, Moeder; dan ben ik toch
weer thuis. Ik zou het zoo erg prettig vin
den, Moeke!"
„Kindje" sprak Moeder, „ik gun je graag
een pretje, dat weet je wel! Maar om nu
veertien dagen met een vreemde familie
uit te gaan, daar moet ik eerst over den
ken. Al is Truus je vriendin, ik ken mijn
heer en mevrouw niet!"
„O, maar 't zijn zulke echt hartelijke
menschen, moeder! Vanmiddag komt Truus
zelf; toe Moeke mag ik dan zeggen dat ik
mee mag? Zeg Moe, Justine komt zeker
op mijn kamertje, hé? U brengt haar toch
niet op de logeerkamer? Dat lijkt me zoo
ongezellig voor het kind!"
Toen Truus dien middag bij Loes kwam
en haar verzoek aan mevrouw Kuulkers
herhaalde, werd er dan na eenig praten
besloten, dat Loes mee zou mogen gaan.
Ze zouden den volgenden dag besteden
aan inkoopen doen en koffers inpakken en
over twee dagen vertrekken. Alleen het
hoog noodige zouden ze meenemen om
geen onnoodige ballast te hebben.
Of er nog meer mee gingen? Ja Theo La
ne, een vriend van Karei ging ook mee;
de twee jongens kregen samen een tent.
Lotte, Truus en Loes hadden met haar
drieën een tent en de ouders van Truus
hadden een groote tent. Ze zouden daar
ook Kitty, het jongste zusje van Truus bij
nemen.
De dag van vertrek brak aan. Loes zou
om negen uur bij de Verberks' zijn; het
vertrek was vroeg bepaald dan zouden ze
gelegenheid genoeg hebben om de tenten
zorgvuldig op te zetten.
't Was heerlijk weer.-
Loes kreeg allerlei raadgevingen mee
van haar moeder om toch vooral beschei
den en beleefd te zijn.
„Wees vooral ook voorzichtig en doe
geen domme dingen, Loes" raadde mevr.
Kuulkers. „Heb je nu alles wat je noodig
hebt? Je fiets, ja die wordt verzonden. En
schrijf je me gauw! Nu Loeske, veel plei-
zier kind! We zullen hopen dat je veel
mooi weer hebt. Dag!"
„Loes, doe vooral ook mijn hartelijke
groeten aan mijnheer en mevrouw Ver
berk, wil je! Dag meiske, tot over veertien
dagen!"
Nog een stevige omhelzing en Loes stap
te vlug in de auto die haar naar den huize
Verberk zou brengen. Nog even keek ze
uit het portier; haar moeder stond aan het
hek van den grooten villatuin en wuifde
haar nog lang na. „Daaagü!"
Truus en Kitty stonden al vol ongeduld
Loes op te wachten. Vlug stapte Loes uit
den auto, groette den chauffeur en werd
luidruchtig door de wachtende meisjes be
groet. Dan ging het drietal naar binnen.
Even later kwam de auto, die de fami
lie naar den trein zou brengen.
't Had nog heel wat in voor allen goed
gezeten waren en de bagage boven op de
auto gedeponeerd was. Maar zonder onge
lukken of storingen kwamen de reizigers
eindelijk op de plaats van bestemming,
waar gekampeerd zou worden.
De groote tent werd eerst uitgepakt.
Daar immers zou de eerste maaltijd ge
nuttigd worden; ze waron allen hongerig
geworden van de reis. Karei en Theo wer
den al .dadelijk uitgezonden om melk te
halen en te zien waar water te krijgen zou
zijn. De anderen zouden den tent helpen
opzetten, 't Was een groote dubbeldaks met
grondzeil, touw en pennen om in den grond
te zetten.
Wordt vervolgd.