EEN AFSCHEID UIT INDIË. De Fransche militaire missie voor de onderhandelingen te Moskou. Vierde van links de chef van de missie, generaal Doumenc De harddraverij-vereeniging .Santpoort en Omstreken" organiseerde Woens dag haar jaarlijksche ringrijderij in de Molenstraat te Santpoort De voorbereidingen te Den Haag ter viering van de te verwachten blijde gebeurtenis in het Prinselijk Gezin. Bij de afdeeling Openbare Verlichting is men druk bezig met het gereedmaken der versieringen feuilleton Toen de scheidsmuur viel! door ISABEL C. CLARKE. 27) Zij kon hem niet zeggen, dat, met zijn gezicht en voorkomen, hij natuurlijk een vurige en romantische liefde moest op wekken, waar Lambert nooit op had kun nen rekenen. In haar liefde voor Lambert was nooit eenige romantiek geweest. Zij had gezien dat er veel goeds en trouws in hem stak ondanks zijn alledaagsch uiterlijk. Het meisje had haar belang inge boezemd. Zij was klaar geweest met kritiek, maar de openhartigheid en heftig heid van Angela hadden haar doen besef fen, dat het een meisje met temperament was. Haar plotselinge aanval op Cymbeline, het verbreken van haar kinderachtige ver loving hadden Viola verbaasd, maar ook haar bewondering afgedwongen. Zij waren te jong en Angela was zoo verstandig, dat in te zien, ondanks de glorie van de zoo juist ontvangen kussen. „Zij is heel knap, Cym," ging zij rustig voort. „En toe nze boos was vooral. Maar ze had volkomen gelijk, je moet het haar niet kwalijk nemen. Jullie zijn allebei te jong om je door een officieele verloving te binden, bovendien zou haar familie het nooit goed vinden. Zij is te fier om al die kleine onaangenaamheden en vemederinge tjes te aanvaarden, die een geheime verlo ving voor een meisje met zich brengt. Het zou beter voor je zijn als je nooit meer aan haar dacht. Zij is buiten je bereik." „Omdat ik een handelsman moet wor den?" vroeg hij. „Ja, en nog om andere redenen ook. Daar zullen we vanavond maar niet ver der over spreken. Je moest naar bed gaan, vent." „En tóch zal ik met haar trouwen", zei hij met ongeschokt vertrouwen. „Als het moet, zal ik toegeven op het punt van in de fabriek te gaan, maar hierin geef ik niet toe. Mijn grootvader heeft geen recht me hierin de wet voor te schrijven." Hij wierp met een zelfbewust gebaar zijn hoofd in den nek. „Cym, lieve jongen, doe niets overhaast. In de paar komende jaren kun je zooveel veranderen. Goeden nacht, mijn schat. Ga vlug naar bed. Het is al vreeselijk laat." Zij kuste hem, maar hij scheen het nau welijks te merken. Zij verliet hem, terwijl hij nog bij den haard zat te peinzen, niet absoluut ongelukkig. Hij was dezen avond nog een beetje ver der van haar afgedreven dan te voren. Hij had willen sterven met haar in zijn armenen geen gedachte aan zijn moe der was bij hem opgekomen. Het nieuwe beeld nam zijn heele gedach tewereld in beslag, stond op den voor grond van zijn denken. Hij had den eersten definitieven stap gezet wèg van zijn jeugd, nimmer zou hij tot kinderlijke spelen te- rugkeeren. Het deed haar pijn, hoewel zij van zijn prilste jaren af geweten had, dat het uur zou komen, waarop hij niet lan ger van haar zou zijn. Het was alleen maar een beetje eerder gekomen dan gewoonlijk. HOOFDSTUK XII. Toen Cymbeline weer teruggegaan was naar school en zijn ouders en zusje naar het Oude Huis te Pagdon, scheen een tij delijke vrede op de familie neer te dalen. De moeilijke problemen, al waren zij dan niet opgelost, hadden zich toch op den ach tergrond teruggetrokken, verloren voor een poosje hun belangrijkheid en schenen een voudiger en kleiner. De meeste jongens van Cymbeline's leef tijd bezorgden hun ouders een zekere mate van last, het was de overgangsperiode, waarin de jongen de handen uitstrekt naar de rechten van den man. Alleen bij Cym beline behoorden die moeilijkheden nog maar nauwelijks tot den jongenstijd, zij waren zoo onafscheidelijk saamgeweven met zijn toekomst en carrière. Of hij bijvorbeeld in de firma zou wor den opgenomen zooals zijn vader en groot vader? Het was niet te verwachten, dat hij het bij zijn terugkomst in den zomer aanlokkelijker zou vinden. Maar die schijnvrede was al verbroken voor het einde van het trimester. Op een morgen zat Viola alleen te schrij ven, toen er een brief werd binnen ge bracht. Hij was van Cymbeline. Zij was er een beetje over verwonderd, het was niet de gewone dag. Zijn schrift veranderde ook veel in den laatsten tijd, het was al een vaste hand, netjes, voorzichtig, duidelijk. Zij sneed den brief met een klein zilve ren papiersnijder open. Waarom wist zij niet, maar zij werd een weinig ongerust. Was er iets verkeerds met den jongen? Een voorgevoel kwam over haar,' iets per soonlijks. Voelden andere moeders van zo nen dat ook vóór den oorlog? „Ik ben op geweest voor het toelatings examen voor de Academie, ik wou wel eens zien hoe ver ik het bracht. U weet, het is een vergelijkend examen. Zij den ken, dat ik voor wiskunde voldoende heb, maar niet voor Fransch. Wilt u een Franschen leeraar voor me opzoeken om in de vacantie privaatles te nemen? Ik zal myn tijd niet verknoeien. De lijst komt al heel gauw in de krant en daar om schrijf ik u, omdat ik het niet pret tig zou vinden als u soms mijnn aam on der de geslaagden zou vinden, hoewel dat niet waarschijnlijk is Viola legde den brief op haar bureautje en bleef als versteend zitten. Het venster was open en de seringen in den tuin geurden doordringend en vulden de kamer met hun rijke zoetheid. De eerste gedachte die zich vormde was, dat zij trotsch op haar jongen was. Zij vond het totaal uitgesloten om boos op hem te zijn. Hij wilde alleen nemen wat zij hem wei gerden te geven. Het was een stout stukje, een uitdaging, een weigering om hen toe te staan, zijn loopbaan voor hem te bepa len. Het was iets voor Dick om zoo te doen, ook iets voor haar, omdat zij toch ondanks allen toegestand gekozen had wat haar het beste leek. Toen zij haar gedachten een weinig ge ordend had, nam zij haar hoed en hand schoenen en liep den weg af naar de fa briek. De jongen had eigenlijk zijn vader moeten schrijven. Wat een brief was het. Geen woord van spijt of verontschuldiging, een kalm constateeren van het feit. „Kijk, VL Is er iets gebeurd?" vroeg Lambert, toen zij de deur van zijn in-saaie kantoor open deed. „Alleen maar een brief van Cym. Ik dacht, ik moest het je maar ineens komen vertellen. Hij zegt, dat hij op is geweeat voor de Academiedat hij niet weet o4 hij geslaagd is. O, Lambert, wat moeten we doen?" Zij zag erg bleek, alsof de warmte haar bevangen had. Zij zonk in een stoel neer en hield haar oogen op hem gevestiggd, ter wijl hij den brief doorlas. Hij fronste de wenkbrauwen vol zorg, zij was doodelijk verlangend te hooren wat hij er van zeg gen zou. Zou hij in zijn hart h a a r de schuld ge ven? Zou hij moeten toegeven, dat Daniël en Carnegie gelijk hadden gehad? Zij had een oogenblik vreeselijk angst, dat Lam bert haar in dit critieke moment in den steek zou laten. Zijn gezicht zeide haar niets. Hij las nog steeds die beslissende woorden. Een oor logsverklaring. Een breuk met de firma. Hij wist bijna zeker, dat hij er ook bij be trokken zou worden, Isa zijn zoon in onge nade viel. „O, Lambert, zeg toch eens wat", riep zij ten laatste uit, niet in staat de span ning langer te dragen. „O, tien tegen een is hij gezakt. En dan moeten we een volgende kans de kop in drukken", antwoordde hij met voorgewende luchthartigheid. „Die kans is er nog", gaf zij toe. „Maar als hij er door is?" Terwijl ze sprak, scheen zij de woorden als voor zich te zien: Cym beline Chasemore Harriman. O, hij was er zeker. Hij zou wel als een gek gewerkt hebben, zij begreep, dat hij een goede kans had gemaakt. Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5