NIEUWS Letteren en Kunst SPORT RECHTZAKEN AGENDA WOENSDAG 2 AUGUSTUS 1939 DE LE1DSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 Abonnementsprijs: voor Lelden 10 cent per week; 1 2.50 per kwertaal Bij onze agenten 20 cent per week; 2.60 per kwartaal. Franco per posrt 1 2.95 per kwartaal. Geïllustreerd Zondagsblad 0.50 per kwartaal. Losse nummers 5 cent, met geïLL Zondagsblad 9 cent. Advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden mededeelingen dubbel tarief. Telefoontjes hoogstens 30 woorden, 50 cent per plaatsing, al léén Woensdag en Zaterdag. HOE WORDT HET WEER? REGEN EN ONWEERSKANS De Bil! seint: Verwachting: Regenbuien met kans op onweer, tijde lijk opklarend, weinig verandering in tem peratuur, meest matige Westelijke tot Zuid-Westelijke wind. De weers toestand van hedenmorgen 7 20 uur: Den Helder: zwaarbewolkt, matige W. Z. W. wind, 16 gr. C. Vlissingen: zwaarbewolkt, krachtige Z. W. wind, 16 gr. C. De Bilt: zwaarbewolkt, matige Z. Z. W. wind, 15 gr. C. Groningen: matige regen, matige Z. Z. W. wind 12 gr. C. Maastricht: halfbewolkt, matige W. Z. W. wind, 16 gr. C. BÜITENLANDSCH WEEROVERZICHT. Het gebied van hoogen luchtdruk bij de Azoren hield onveranderd stand. Een uit- looper hiervan strekt zich uit over Frank rijk en Zuid-Duitschland. In deze omge ving heerscht over het algemeen windstil te of is de wind zwak en veranderlijk. De lucht is er zwaarbewolkt tot betrokken, terwijl de temperatuur hier over het alge meen tseeg. Over de Britsche Eilanden is de luchtdruk gisteren aanmerkelijk geste gen. Een front, dat gistermorgen over Ier land lag, bracht hier en daar nogal wat regen en plaatselijk onweer (Bristol had 16 m.m.). Dit front bereikte hedenmorgen vroeg onze kust en passeerde ons land, hetgeen gepaard ging met regen en in het Noorden ook met onweer. De IJslandsche depressie trok in Zuid-Oostelyke richting en vulde daarbij wat op. Zij doet vanmor gen de luchtdruk in Ierland en Schotland dalen, terwijl het daar ook al regent. De depressie, welke gisteren in het Noorden van de Botnische Golf was gelegen, is in Noord-Oostelijke richting weggetrokken en daarbij flink opgevuld, zij bracht nog zwaren neerslag met onweer (te Sodanky- lae 32 m.m. en te Haparanda gisteren over dag 13 m.m.). LUCHTTEMPERATUUR, 18.2 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS ej.: Van Woensdagnamiddag 9.22 uur tot Donderdagmorgen 4.51 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Donderdag 3 Aug voorm. 5.30 en nam. 5.55 uur. WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting ,.De Zijl" 19.5 gr. C. Zweminrichting „Poelmeer" 19.5 gr. C. Maan op 21.16 uur Woensdagavond. Maan onder 8.51 uur Donderdagmorgen. L. D. W. S. Comb.—Leidsche Bakkers gezellen 3—4. Gisteren speelden de Leidsche Bakkers gezellen een vrienschappelijken wedstrijd tegen een L. D. W. S.-Comb. De rust ging m met een 3—0 voorsprong voor de Bak- kersgezellen. Na de rust haalde L. D. W. S. W. S. na prachtig samenspel mooi op, maar tenslotte wonnen de Bakkersgezellen met 4—3. Het Schild Apologetisch Maand schrift. Uitg. der A.V. „Petrus Ca- nisius". In de Augustus-aflevering van „Het Schild" vinden wij een rood papiertje tus- schen de bladen geschoven, waarop ver meld staat, dat het propaganda-secreta- riaat gedurende de maand Augustus is ge sloten. Een teeken des tijds, Augustus is vacantie-maand! Hetzelfde, verschijnsel, dat de sluiting van het secretariaat op zijn geweten heeft, is ook debet aan het feit, dat wij nog geen aandacht hebben geschonken aan het nieu we gewaad, waarin reeds het Juli-nummer verschenen is. Het Schild is een geheel nieuw tijd schrift geworden, slechts de gedegen in houd is dezelfde gebleven. Het uiterlijk, het formaat, de band, zoomede de druk der pagina's hebben een verjongingskuur on dergaan, welke in verschillend opzicht een verbetering beteekent. Ook een tijdschrift als „Het Schild" moet uiterlijk inner lijk gebeurt dat vanzelf en onophoudelijk zoo nu en dan gelijk gezet worden met den modernen verschijningsvorm der pe riodieken. De Commissie van Uitgaven van de Apol. Ver. „Petrus Canisius" heeft dat begrepen en een frisch initiatief genomen. Misschien zou menig lezer een minder forsch lettertype op den omslag hebben gewenscht en zal men eenige moeite heb ben met de lange regels, welke het vast houden van het gedachtebeeld niet bevor deren. doch smaken verschillen nu een maal en men zal niet kunnen ontkennen, dat het geheel een degelijken, krachtigen en goed verzorgden indruk maakt. Behalve het uiterlijk heeft ook de Re dactieraad een vernieuwing ondergaan. „Praeses Feron en pastoor Metz zijn, we gens drukke werkzaamheden uitgetreden, nadat zij jarenlang hebben meegewerkt, om ons tijdschrift groot te maken", aldus zegt prof. Verhaar in zijn inleiding. In hun plaats komen twee jonge krachten: de pro fessoren Fortmann en Steur, van wier me dewerking de lezers van „Het Schild" veel goeds zullen mogen verwachten. De laatst genoemde opent den nieuwen jaargang reeds met een reeks interessanto artikelen over „Onsterfelijkheid". De gedachte aan de onsterfelijkheid heeft den menschelijken geest van de al leroudste tijden af bezig gehouden, het geen prof. Steur aantoont met een greep uit de praehistorie en in de Augustusafle vering met een verwijzing naar de opvat tingen van oude cultuurvolken, zooals de Chineezen en de Indiërs. Het is merkwaar dig te lezen, hoe de opvattingen van aller lei volken, zij mogen nog zoo varieeren en gescheiden zijn door eeuwen tusschen- ruimte, in dit ééne punt alle overeenstem men, dat de ziel van den mensch niet sterft bij den dood, doch voort blijft leven. In het Juli-nummer komen voorts arti kelen voor van dr. W. Theunissen over „Het genie Chesterton en het Katholicis me", van prof. dr. L. Bender over „Pas toors-optreden en geloofsverslapping" en van dr. M. Bruna over „Onze Vader". In de Augustus-aflevering is, behalve prof. Steur in zijn reeds genoemd serie- artikel over de onsterfelijkheid, wederom aan het woord prof. dr. L. Bender over het Godsbestaan onder den titel van.„God op zijn post?" De menschen ontkennen wel eens het bestaan van een God, omdat er iets gebeurt of niet gebeurt, waarmede zij het niet eens zijn en wat naar hun meening niet had mogen gebeuren of niet achterwege had mogen blijven. Zij ver geten echter, dat Gods wegen onnaspeur lijk zijn en dat niemand Gods gedachten kent. En als iets niet past in ons voorstel lingsvermogen bewijst dat niet, dat de ar gumenten, die het bestaan van God aan- toonen, onjuist zijn geworden. Prof. Verhaar constateert terecht, dat de moderne hagiografie (beschrijving van de levens der heiligen) heel wat beter is ge worden dan vroeger. Wanneer men oudere levensbeschrijvin gen leest, prikkelt deze lectuur soms al lerminst tot navolging. De laatste jaren heeft men evenwel begrepen, dat heiligen ook menschen waren en hebben de schrij vers ook het licht laten vallen op het men- schelijke in hun strijd om de volmaakt heid en hebben zij er leesbare boeken van gemaakt. Prof. Verhaar noemt in dit arti- een paar voorbeelden van moderne heiligenlevens, o.a. „De heilige pastoor van Ars" door Henri Ghéon, welk boek is uit gegeven bij de „Leidsche Courant". Tenslotte behandelt Sophie Boas het thans wel zeer actueele onderwerp „Onze Joodsche medeburgers". De rubrieken Op den Uitkijk, Vragen- bus, Boekbespreking en Correspondentie hebben eveneens een ander aanzien ge kregen; deze rubrieken zijn thans verdeeld over 2 kolommen op één pagina. Hun in houd is even belangwekkend en interes sant gebleven. Het eerste Summer Institute voor Amerikaansche studenten in Nederland, Zich ten volle bewust van de groote waarde van persoonlijk contact tusschen jeugdige onderdanen van verschillende landen en met name tusschen aankomende intellectueelen, werd ongeveer een jaar ge leden door de Amerikaansche professoren, prof. dr. J. Anton de Haas en prof. dr. A. Fagginger Auer, beiden van Haivard Uni versity (Cambridge, Mass.) in samenwer king met de hoogleeraren prof. dr. Nj. Po lak te Rotterdam en prof. Th. Limperg te Amsterdam, het initiatief genomen tot het organiseeren van zomercolleges voor Ame rikaansche studenten aan onze oudste uni versiteit, gevolgd door excursies door ons land. Dit denkbeeld vond onmiddellijk gewil lig gehoor bij jhr. dr. H. A. van Karnebeek, die zich bereid verklaarde, op te treden als chairman of the committee of patronage of the first summer institute in Holland. Een serie voordrachten, in Leiden te houden door een aantal vooraanstaande mannen der Nederlandsche wetenschap en twee Amerikaansche hoogleeraren, werd georganiseerd door de gezamenlijke sena ten van alle Nederlandsche universiteiten en hoogescholen. Voor de verdere organi satie van het summer institute werd de medewerking verkreger. van de Neder- landschAmerikaansche Kamer van Koop handel te Amsterdam en het Nederlandsch Bureau voor buitenlandsche studenten be trekkingen te Leiden. In de Vereenigde Staten was prof. de Haas, die als leider van de Amerikaansche groep zou optreden, er aanvankelijk in ge slaagd ruim 100 deelnemers te verzamelen, maar de in dit voorjaar toenemende vrees voor oorlog in Europa, deed dit aantal te- rugloopen tot ongeveer 35 studenten en af gestudeerden, waaronder verschillende da mes Deze groep arriveerde op 11 Juli jl. per s.s. „Volendam" in Rotterdam, om ge durende de zomercolleges, die van 12 tot en met 19 Juli werden gegeven, hun in trek te nemen in Noordwijk. Te Leiden werden voordrachten ge houden door prof. Geyl, dr. Brandt, prof. van Regteren Altena, prof. Tin bergen, prof. L. Polak, prof. Veraart, prof. C. W. de Vries, prof. G. M. Ver rijn Stuart, prof. Levenbach, prof. Ger- brandy, alsmede de Amerikaansche hoogleeraren Madden en de Haas. Voorts gaf prof, W J. de Haas een de monstratie in het Kamerlingh Onnes laboratorium. Een voordracht van dr. Knuttel in het gemeentelijk museum te Den Haag en voordrachten van de pro fessoren Schiecke e|g.Weyer in het Ko loniaal Instituut te Amsterdam beslo ten den zomercursus. De voordrachten, hoewel op zeer verschillend gebied, werden tot een geheel gemaakt door het gemeenschappelijk hoofdmotief: Internationale interdependentie. De colleges waren, ieder voor zich op nieuw, voor de deelnemers een openba ring Levendige discussies, naar Ameri- kaanschen trant, ontwikkelden zich na menige voordracht. Somtijds werd zelfs een geheelen avond voor zulke discussies gereserveerd. Na een verblijf van enkele dagen in Amsterdam, ving onder leiding van prof. L. van Vuuren uit Utrecht de ex cursie door Nederland aan, waarbij sightseeing van plaatsen, waar alle Amerikaansche toeristen „who are doing Holland in a few days'" plegen te komen, angstvallig vermeden werd. Het leidend motief van de excursie was: de strijd van de Nederlanders tegen het water, door een voorafgaane voordracht van prof. van Vuuren toegelicht. Noord-Holland met zijn oude en nieuwe droogmakerijen, de Zuiderzeewerken en het Friesche nieuwland, waar eens de middel zee was, maakten diepen indruk. Onder leiding van Leeuwardens burge meester, jhr. van Beyma, bezocht het ge zelschap vervolgens een groote boerderij in het Noorden van Friesland, vanwaar het op boerenkarren een tocht maakte langs de landaanwinningen van de Waddenzee en de veerijke weide van het reeds inge dijkte gewonnen land. In Groningen werden de deelnemers ont vangen door den senaat van de universi teit. Een rondrit door de provincie, langs de veenkoloniën, de groote landbouwbe drijven op de kleigronden, de landaanwin ningen en het groote gemaal de Waterwolf werd gemaakt onder leiding van ir. L. H. de Layer, directeur van de Noordelijke eco nomische technologische organisatie. Van Groningen leidde de tocht via de hunnebedden van Havalte, de ruilverkave lingen van de schilderachtige dorpen Giet hoorn en Staphorst-en de kasteelen van den Achterhoek, naar Arnhem. De rivierbeddin gen met haar zomer en bandijken werden getoond gedurende een reis van Arnhem via Nijmegen, naar 's Hertogenbosch .van waar naar Rotterdam werd gereden over de bruggen, die de riviermondingen over spannen. Vanuit Rotterdam werden behal ve de havens ook het typische polderland- cshap bij Kinderdijk en de aalscholversko lonie bij Lekkerkerk bezocht. Natuurlijk werd ook aan de verschillen de takken van kunst de noodige aandacht geschonken. De musea in de drie groote ste den en de voornaamste bouwwerken, die in de route liggen, werden onder deskun dige leiding bezocht. Het eerste „Summer institute" mag als volkomen geslaagd beschouwd worden. De Amerikanen hebben in twee weken tijds Nederland leeren kennen op een wijze, waaraan tallooze Nederlanders een voor beeld zouden kunnen nemen. HAAGSCHE POLITIERECHTER. Hij kwam om zijn koffers. Meneer van S. uit L e i d e n had bij mej. H. een kamer gehuurd, maar met die con ditie, dat hij alleen op de laatste van een maand kon vertrekken, onvoorziene om standigheden voorbehouden. Maar meneer van S. kon blijkbaar beter en dus zeide hij, dat hij nog heden vertrok en dat was op 1 April. Een en ander -was niet naar den zin van juffrouw H., die meende dat zij dan nog een gelheele maand huur tegoed had, want dan had hij maar een dag er voor moeten vertrekken, zijnde de laatste van een maand. Maar meneer ging toch en zeide later zijn koffers wel te zullen komen halen. En eenige dagen later was hij inderdaad gekomen voor zijn kof fers, maar toen was tevens de ellende be gonnen want de juffrouw wilde de koffers niet afstaan alvorens er een maand buur betaald was. Nu moet men weten, dat het een bovenhuis was en dat men dus om boven te komen gebruik moest maken van een trap waarin halverwege een draai was. De juffrouw ging heel strategisch juist in die draai staan, dus hoe moest de me neer nu bij zijn koffers komen. Hij begon op vredelievende toon een heel pleidooi te houden, maar dit maakte ab soluut geen indruk, waarna bij het pro beerde met een bliksemsnelle aanval. Kunt ge net begrijpen. Floep zat hij weer be neden met een losse tand. Hij weer naar boven, onversaagd en met mannenmoed en nu kreeg hij de juffrouw eventjes te pak ken met als gevolg, dat zij een oog kreeg hetwelk van kleur veranderde. Maar aangezien de juffrouw zoo schit terend stond opgesteld belandde hij weder om onder aan de trap, thans met een buil op zjjn hoofd. Alle goede dingen bestaan in drieën, dacht hij blijkbaar. Dus toog hij ten derde male ten strijde en warempeltje nu kwam hij de juffrouw voorbij, zij bet dan ook met een beschadigd oog. Toen de koffers ge pakt, om naar beneden te gaan. Voorloopig ging alles reusachtig, maar toen hij hal verwege was werd hij, volgens zijn zeggen, plotseling bij een been gegrepen en dook dius, vergezeld van zijn koffer, het laatste gedeelte der trap af. Hoe het nu ook zij, me neer had een strafbaar feit begaan door bij de juffrouw binnen te dringen tegen haar wil en haar daarna te stompen en te slaan. Er was nog een getuige, de dienstbode en deze vertelde, dat zij niet anders bad ge zien dan dat haar „mefrou geslagen wier". De juffrouw gaf een omstandig verbaal van de gebeurtenissen, dat hier op neer kwam dat zij ontzettend mishandeld was en zelf niets gedaan had. Waar of die buil op het hoofd, het ge kleurde oog en de losse tand dan vandaan kwamen, wilde de Politierechter van de juffrouw weten. „Ja hoor es effentjes meheer, daar is maar een verklaring foor en wel deze: hij zwaaide onder an de trap zoo woest met z*n koffers dat hij struikelde over een fiets die in de gang sting en toe heeft hij sicb na tuurlijk beseerd; mot die ook maar niet zoo wild zijn en dan heb tie me nog in me band getoete ook", pakte de juffrouw uit De Officier vond, dat de meneer nu be paald niet als een gentlemen was opgetre den en eischte een geldboete van 25. sutos. 25 dagen. De Politierechter geloofde het gepeper- De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken te Leiden wordt van 29 Juli tot en met 4 Aug. a.s. waargenomen door de apotheken Boekwijt, Breestraat 74, tel. 20552 en J. E. ten Dijk, Haven 18, tel. 20085. Te Oegstgeest: Oegstgeestsche Apotheek, Wilhelminapark 8, teL 262774. de verhaal van de dame niet voor de volle honderd procent en hield rekening met de losse tand e.a. zoodat het vonnis werd een geldboete van f 3.subs. 3 dagen. Bij het verlaten der zaal wilde de me neer de juffrouw beleefdheidshalve voor laten gaan, maar dit ging niet door, want de juffrouw zij „na uwes meheer, want ik sie je liever foor me as achter me". Drukte om een luisje. Het woordenboek noemt het een woeker- diertje of een Snaelinsect, maar 't imensch- dorn noemt bet in de wandeling een wand of weegluis zeer onsmakelijk overigens, maar het is zoo. Maar aangezien dit diertje, of is het buisdiertje, de oorzaak van een beele herrie geworden is, moet het wel ge noemd worden, want in een huis te Lei den 'huisde zulk een diertje en de huis baas wilde het beest en zijn familieleden niet gevangen nemen volgens den be woner, een ouden man, hetgeen nog al eenige strubbelingen had veroorzaakt. Dat was zoo een tijdje doorgegaan, toen plots de oude man ziek kwam te liggen en dus geen gelegenheid meer kreeg om den buis baas over zijn dierentuin te onderhouden. Omdat de man op leeftijd verzorgd moest worden, waren een zoon en een dochter ge arriveerd om hem te helpen met alles en daar was ook het luizen-vraagstuk bij in begrepen dat zij opvatten, figuurlijk ge sproken, waar hun vader bet had laten liggen. Toen dan ook de buurophaler om de buur kwam, meende broeder en zuster, dat eerst het gedierte verwijderd moest worden, want gsbeunöe dit niet, dan werd er ook geen buur 'betaald. De 'buurophaler zeide van de aanwezigheid dezer diertjes niets af te weten; trouwens hij was niet aangesteld om op jacht te gaan, maar om huurpenningen te beuren. De buurophaler moet een en ander nu bepaald niet erg netjes gezegd hebben en hierover waren broer en zus in woede ontstoken met als gevolg dat het mannelijke familielid den buurophaler een daverende kaakslag ca deau deed, terwijl zijn zuster deze gelegen heid benutte om aan des buuropbalers baren te gaan trekken. Voor de Politierechter staande izeide de 'broer, dat 'hij alleen maar een duwtje ge geven had en zus voegde daaraan, toe, dat zij dacht, dat de buurophaler struikelde en zij wilde hem dus opvangen subs, steunen. Deze verdediging klonk wel wat naief vond die Officier en bij noemde het mis handeling. De eisch werd dian ook tegen elk een geldboete van f 15 subs. 15 dagen. De Politierechter nam aan dat het wel uit een en dezelfde bekrompen beurs moet komen, maar niettemin mogen zulke dingen niet toegestaan worden'. De uitspraak werd dan ook tegen elk een geldboete van 5. subs. 5 dagen. Of de insecten inmiddels gevangen 'geno men zijn, vermeld de geschiedenis niet. CENTRAAL ISRAëLIETISCH WEES- EN DOORGANGSHUIS. De jaarlijksche ledenvergadering. Onder voorzitterschap van dr. J. Tei- xeira de Mattos uit 's-Gravenhage, vice- voorzitter der vereeniging, had de jaar lijksche algemeene ledenvergadering plaats van het Centraal Israëlietisch Wees- en Doorgangshuis gevestigd alhier. Na er op gewezen te hebben, dat de voorzitter der vereeniging prof. dr. J. L. Palache, verhinderd was aanwezig te zijn, hield dr. Teixeira de Mattos een uitvoe rige rede, waarin hij uiteenzette met wel ke moeilijkheden de vereeniging te kam pen heeft. Hij gaf daarbij een financieel overzicht van de laatste vijf jaar, waaruit bleelc, dat de uitgaven over die jaren lang zaam maar zeker zijn gestegen, terwijl de inkomsten niet zoo langzaam maar nog zekerder zijn gedaald. Daar van verder gaande bezuinigingen geen sprake kan zijn, zou er slechts één oplossing over blij ven en wel: in beduidende mate inkrim ping van het werk der vereeniging. De taak, die de vereeniging vervult, en welke grootendeels niet door andere weeshuizen kan worden overgenomen, kan zij op den duur op deze wijze niet langer vervullen. Het bestuur had er tot heden op ver trouwd, dat het Nederlandsche Jodendom, de moeilijkheden van het Leidsche wees huis kennende, de helpende hand zou heb ben toegestoken, doch de hulp wordt min der in plaats van grooter. Spr. deed een beroep op alle weeshuisvrienden om te voorkomen, dat het weeshuis niet langer meer zou kunnen zorgen voor de weezen, zoowel heele als halve weezen, voor de door hun ouders veriatenen, voor de Jood sche voogdijkinderen, afkomstig uit alle provincies in ons land, kinderen die vaak den leeftijd van twee jaar nog niet heb ben bereikt. Behalve de vaste inkomsten heeft de vereeniging nog een jaarlijksche bijdrage van f 20.000 noodig. De secretaris der vereeniging mr. W. G. Belinfante uit Den Haag, bracht hierna het jaarverslag uit dat nog door zijn voor- ganger, den heer L. Levisson is opgemaakt. Zoowel aan het begin als aan het einde van het verslagjaar bedroeg het aantal verpleegden 44. Op 31 December 1938 wa ren er 8 Duitsche vluchtelingetjes aanwe zig. In den loop van het jaar werd ernstig de mogelijkheid en de wenschelijkheid onderzocht van uitbreiding van het aan tal beschikbare jongensplaatsen, daar deze afdeeling bij voortduring overbezet is. Uit het verslag van de penningmeeste- resse, mevr. R. CosmanMendes da Costa uit Leiden bleek, dat de uitgaven hebben bedragen 28.450, en de inkomsten 24.597, zoodat het tekort f 3850.heeft bedragen. Het nominaal effectenbezit steeg tot 97.600.met een aankoopwaarde van 84.610.Het saldovermogen be droeg op 31 December 1938 86.736. Ge bouw, terreinen en inventaris staan voor één gulden geboekt. Gelet op een nijpend gebrek aan kasmiddelen zal een gedeelte van het effectenbezit te gelde moeten wor den gemaakt. Ook de penningmeesteresse deed een beroep tot verleening van direc te daadwerkelijke hulp. Het gironummer van de penningmeesteresse van het Cen traal Isr. Weeshuis te Leiden is 60583. Beide verslagen werden onder dankzeg ging aan de samenstellers goedgekeurd. De aftredende bestuursleden dr. F. Mannheimer te Amsterdam, S. E. Duits te Dordrecht en mevr. M. StibbeBloch te Vught, werden herkozen terwijl tot be stuurslid werd benoemd mevr. J. Rozen- daalHaldinstein te Enschede. Bij de rondvraag deed de heer E. Loeb uit Leiden het voorstel uit propagandisti sche overwegingen de jaarlijksche leden vergaderingen in verschillende groote ste den van qns land te houden. Het bestuur zal dit denkbeeld in overweging nemen. De afd. recherche van het politiebureau alhier, verzoekt den man, die de vorige week tijdens het ongeluk bij de Vink op de Waddingerbrug zat te visschen zich bij haar te vervoegen om eventueele inlich tingen over het ongeluk te verstrekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 2