OMGEVING
ZATERDAG 29 JULI 1939
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 13
GEMEENTERAAD VAN ALPHEN AAN DEN RIJN
Onder voorzitterschap van burgemees
ter P. A. Colijn kwam de Raad dezer ge
meente in openbare vergadering bijeen.
Afwezig waren wegens ongesteldheid!, wet
houder G. M. Herngreen, die intussdhen als
raadslid heeijt bedankt en de heer Bergs-
hoeff. Als w.n. secretaris fungeerde de
commies eerste klasse ter gemeente-secre
tarie, de heer Van Veenhuizen.
Na opening met gebed wordt onder ge
leide van den wm. secretaris en het raadslid
Geerlof de raadszaal binnengeleid 't nieuwe
lid van den raad, de heer C. den Uijl (S.D.
A.P.), die alsdan de vereischte belofte af
legt. De voorzitter zegt hierna bij het af
scheid van den heer den Uijl in 1937 te
hebben gememoreerd', dat in hem een ver
dienstelijk raadslid werd verloren. Nu
meent spr. dat gezegde te mogen omkeeren
en zeggen: in U krijgt de raad een verdien
stelijk lid terug, waaraan niemand in dezen
kring zal twijfelen. Spr. deed een beroep
op het nieuwe lid om zijn gaven en kennis
te besteden, zooals dat voor de gemeente
verdienstelijk is.
De heer den Uijl beantwoordt den voor
zitter en zegt, dat het niet zijn bedoeling
is geweest zoo spoedig hier als raadslid
terug te keeren.
Vervolgens deelen B. en W. mede, dat zij,
in vedband met ziekte van den gemeente
ontvanger en met het oog op te verleenen
vacantie-verloven, mede tot waarnemend-
ontvanger hebben aangewezen den heer J.
J. Constandse, commies 2e klasse ter secre
tarie in verband waarmede zij voorstellen
de vereischte beëediging te doen plaats vin
den. Op een desbetreffende vraag van den
heer Ruijssenaars antwoordt de voorzitter,
dat die heer Herbig plaatsvervangend ge
meente-ontvanger is, voor wien, in verband
met vacantie-verlof, door samenloop van
omstandigheden, n.l. de ziekte van den ont
vanger, een mede-plaatsvervanger moet
worden aangewezen. Hierna werd de voor-
gedragene beëedigd.
Het ontslag van wethouder
Hemgreen.
Bij punt 5, waarbij o.a. een ingekomen
schrijven van den heer G. M. Hemgreen,
waarbij deze als raadslid bedankt voor de
zittingsperiode 1939/43, trekt de heer Van
Kleef in twijfel of de gemeentewet wel juist
wordt toegepast door de behandeling van
deze aangelegenheid nog te doëh plaats
vinden in den ouden raad en daarin tevens
al in behandeling te nemen d)e benoeming
van den heer A. J. Dekker als opvolger
van eerstgenoemde en stelt voor om de
geloofsbrieven van den heer Hemgreen te
onderzoeken en nog niet die van den heer
Dekker.
Hierop geeft de voorzitter aan de hand
van de gemeentewet een toelichting en
zegt, dat er volgens deze verschillende tijd
stippen zijn te onderkennen, waarop een
persoon als lid van den -raad kan worden
beschouwd-, zooals in dit onderhavige ge
val is, bij de benoeming, aanneming, toe
lating en afleggen van den eed of belofte.
Hier betreft het een eenigszins moeilijk ge
val. Indien er gewacht moet worden, blijft
de raad langen tijd onvoltallig. Daarom
heeft spr. gemeend de zaak te bespoedigen
en reeds de geloofsbrieven van den heer
Dekker ibij de stukken gelegd. Iemand kan
ook in beroep gaan, dan krijgen we een uit
spraak, die een zuiver beeld zal geven.
Be heer Van Kleef (blijft nog steeds zien
een verkeerde toepassing van de gemeen
tewet en stelt voor om alle moeilijkheden
te voorkomen de geloofsbrieven van den
heer Hemgreen te onderzoeken en nog niet
die van dien heer Dekker.
Hierop antwoordt "Wethouder Spreijf dat
de voorgeslagen weg is bewandeld na voor
af 'advies .gevraagd te hebben ter Prov.
Griffie.
Kindertjes, die ver van de
school wonen.
Voorstel van B. en W. inzake het ver
zoek van J. M. Stellingwerf en H. Koers
te Aarlanderveen om een tegemoetkoming
in de vervoerskosten van hun kinderen naar
een L.O. school, ingevolge art. 13 der L.O.-
wet 1920 om aan H. Koers te Aarlander
veen te vergoeden de kosten, door hem te
betalen aan den ondernemer van den auto-
ibusdienst „N.A.L." voor het vervoeren van
drie kinderen naar de openbare school te
Ter-Aar en aan J. M. Stellingwerf te Aar-
landlenveen te vergoeden de kosten, door
hem te betalen aan den ondernemer van
den autobusddenst „N.A.L." voor het ver
voer van vijf kinderen naar de openbare
school te Nieuwkoop.
Hier vraagt de heer Van Kleef, of de raad
hier inderdaad te maken heeft met een
voorstel van B. en W., in verband met het
afwezig zijn van den burgemeester en van
een der wethouders, zoodat het college als
zoodanig eenigen tijd niet voltallig was.
Hierop antwoordt de voorzitter, dat dit
voorstel reeds in behandeling was genomen
voor zijn vacantie.
Vervolgens meent de heer Van Kleef een
wijziging te moeten vragen in het redac-
tioneele gedeelte van het besluit van B. en
W. ten aanzien van het betreffende ver
zoek van den heer J. M. Stellingwerf. Spr.
kan daaruit b.v. niet lezen, dat deze ook
gerechtigd is zijn kinderen op de school in
Ter Aar te laten gaan, maar dat de ge
meente Alphen slechts de minste kosten
van de goedkoopste gelegenheid op zich
neemt en die is naar Nieuwkoop. Toege
voegd zal worden de clausule: „Te vergoe
den een bedrag gelijk staande aan enz
Voorstel van B. en W. inzake verkoop
van strookjes grond, gelegen langs de
IHooftstraat, aan de vereeniging „Scholen
met den Bijbel" en den heer S. Tromp al
hier. Z.h.s. aangenomen.
Onderzoek van de geloofsbrieven der
nieuwgekozen raadsleden werd een com
missie hiertoe samengesteld uit den heer
H. van Kleef, A. den Ouden, J. H. Ruting
en bijgestaan door den wm. secretaris.
De voorstellen van B. en W. inzake ver
koop van een perceel bouwgrond aan:
a) den heer N. van Beusekom q.q.;
fo) aan den heer J. Westmaas Jr q.q.;
c) aan den heer S. Tromp q.q
zJh.st. aangenomen.
Voorstel van B. en W. inzake vaststel
ling der uitfceering aan andere gemeenten
ingevolge artikel 104 le lid der L.O.-wet
van 1920 (een ontwerp-besluit ter zake ligt
ter secretarie ter inzage) z.'h.st. aangeno
men.
Het carillon.
Hoewel het niet de gewoonte is van B.
en W. om zaken, die niet op de agenda zijn
geplaatst toch in behandeling te nemen,
moet er, aldus de voorzitter, een uitzon
dering worden gemaakt voor 'het volgende
en wel om de reden, dat het betrekking
heeft op het nieuwe raadhuis aan welks
voltooiing juist deze oude raad zoo heel
veel heeft medegewerkt. De voorzitter van
het „Carillon-comité" heeft aan den burge
meester medegedeeld het resultaat van een
langdurige actie om een mogelijkheid' te
scheppen, dat in den toren van het nieuwe
raadhuis een carillon kon worden geplaatst.
Zooals bekend, zou zulks een geschenk uit
maken van de burgerij der gemeente, meer
speciaal van de „kleine burgerij". In Hil
versum is ook zoo iets dergelijks aange
bracht en het onderzoek heeft uitgewezen,
dat het daar ook uitstekend voldoet. De
kosten evenwel van een dergelijk carillon
beloopen zoo omstreeks de 1500 gulden. De
commissie is ten spijt van haar activiteit
er niet in geslaagd het vereischte bedrag
uitsluitend onder de burgerij in te zamelen.
Slechts 825.kon worden bereikt. Als
B. en W. nu aan den raad willen voorstel
len, aldus de voorzitter, om genoemd be
drag maar als zoodanig te aanvaarden, dan
is aan die aanvaarding tevens ook de con
sequentie verbonden, dat de gemeente het
ontbrekende bedrag zal aanvullen. Het ont
brekende bedrag maakt ongeveer uit de
kosten van een daarbijbehoorend aantal
luidsprekers, welke eventueel een dubbele
dienst zouden kunnen verrichten n.l. voor
de alarmeering ten behoeve van de lucht
bescherming. Dit moet niet den doorslag
geven en de betaling van'het ontbrekende
wettigen, maar zou alzoo toch bruikbaar
kunnen zijn. Het college wil gaarne deze
zaak nog met den ouden raad afwerken
waarom het voorstelt tot aanvaarding te
besluiten, zoowel van d'e gave als van de
consequentie daaraan verbonden.
De heer Van Kleef zegt, dat tegenover
het aanbod der ingezetenen geplaatst moet
worden de acceptatie. Spr. zal tevens op hoo
gen prijs stellen, dat indien het carillon een
werkelijkheid wordt in deze gemeente, het
ook meerdere malen te moigen hooren! Spr.
wijst gekscherend op het fonteintje hetwelk
nimmer spuit.
De voorzitter wijst er, in verband met
het carillon-geval op en stelt er prijs.op,
dat het ter kennis komt van ieder door
middel van de pers, dat de burgerij van
Alphen toch wel een belangrijk bedrag voor
haar raadhuis heeft weten bijeen te bren
gen. Spr. heeft alle geschenken, wat de
waarde ervan althans betreft nauwkeurig
opgeteld en komt dan tot de conclusie dat
er een kleine 5500.voor dit doel is ge
geven.
Op een desbetreffende vraag van den
heer C. den Uijl zegt de voorzitter, dat het
niet de bedoeling van B. en W. is het ont
brekende bedrag uit de post luchtbescher
ming te nemen. Overwogen is de post „on
voorzien" hiervoor aan te spreken.
Betreffende de kwestie van het niet spui
tende fonteintje belooft de voorzitter, daar
er reeds meerdere malen door het betref
fende raadslid daarop werd gewezen, beter
schap!
Niet ieder jaar!
De heer W. A. Lani vraagt als voor
zitter tevens van de vereeniging tot het
organiseeren van de feestelijkheden ter
gelegenheid van de te verwachten blijde
gebeurtenis in het Prinselijk gezin, voor
elk schoolkind ƒ0.10 beschikbaar te stel
len voor tractatie.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het
college zeker wel bereid is een dergelijk
voorstel bij dezen alsnog tot den raad te
richten, mits daaraan niet wordt vastge
knoopt, de consequentie om zulks elk
jaar te open. In het verleden werden door
de gemunte geen gelden voor een derge
lijk doel uitgetrokken op Koninginnedag
en wil deze beslissing dan eventueel ook
absoluut los zien van alles. Het verzoek
werd overgenomen en door den raad aan
genomen.
De portretten van oud
burgemeesters.
Hierna ontspon zich een heel dispuut
over de kwestie waar de portretten van
de vorige burgemeesters, het geschenk
van de raadsleden, moeten worden ge
plaatst, in het corridor of in de raads
zaal. De heer Van Kleef toonde zich een
voorstander om deze in de zaal te doen
plaatsen. Het advies van den architect
evenwel luidt, dat ze beter voldoen in de
hal aan weerszijden van de groote deur
van de raadszaal, waar ze ook momenteel
zijn bevestigd. De voorzitter is van mee
ning, dat versieringen van welken vorm
ook niet moeten worden aangebracht bui
ten het advies van den architect om,
waarop de heer Van Kleef antwoordt, dat
geschilderde potrretten niets te maken
hebben met het begrip „versiering". De
ze hangt men toch niet op als versiering,
maar wel om de nagedachtenis van de uit
gebeelde personen te eeren. Spr. bestrijdt
ook de meening, dat heel de burgerij
recht heeft op het aanschouwen van die
portretten, wijl de voorgestelde personen
ook hun burgemeesters waren. Als men
op die opvatting doorredeneert, wat dan
te doen met het portret van H. M. de Ko
ningin. Zij is toch ook voor de geheele
gemeente, ja zelfs voor het geheele volk,
terwijl Haar beeltenis wel in de zaal is
aangebracht. Wat de noodzakelijke ver
andering der lijsten betref, zegt spr.t dat
daarin dan wel wijziging zal worden ge
bracht.
De 'heer W. Lam ondersteunt den spr.
Op de mededeeling, dat de architect hier
over nog niet is gehoord, antwoordt de
heer Deerenberg, dat het misschien beter
zal zijn hiermede niet te wachten tot deze
eens een keer in Alphen komt, maar
schriftelijk hierover diens meening vra
gen, opdat de afwerking van deze kwes
tie niet zoo lang op zich zal laten wach
ten.
De voorzitter achtte deze zaak niet zoo'n
brandende kwestie. Er werd ook in de
vorige vergadering niet bijgezegd, dat de
oude raad nog een beslissing zou willen
nemen over de plaats waar de geschilder
de portretten van de voorgaande burge
meesters, wijlen den heer Visser en dr.
Lovink, zullen worden gehangen.
De heer A. den Ouden stelt voor zich
neer te leggen bij het advies van den ar-
chitest.
De heer Van Kleef acht de raad toch
wel zelfstandig genoeg om een beslissing
hierin te nemen, ongeacht het advies van
den architect. De omlijsting acht spr. van
meer belang in overeenstemming te bren
gen met de beeltenis en niet zoo zeer er
op te 'letten op de omgeving waarin ze ko
men te hangen. De voorzitter is het hier
mede evenwel niet eens. Op voorstel van
den heer Van Kleef, ondersteund door den
heer Lam, wordt met 10 tegen 5 stemmen
besloten, de portretten toch maar binnen
de zaal te hangen, ongeacht het advies
van den architect.
De Ziende weg,
De heer Ruting heeft met voldoening
geconstateerd, dat een aanvang is ge
maakt met de verbetering van den Zi«n-
deweg.
Het verbod van een athletiek-
wedstrijd op Zondag.
Bij de rondvraag zegt de heer W. A.
Lam pijnlijk getroffen te zijn door de
weigering van toestemming voor het hou
den van een athletiek wedstrijd (de voor
zitter valt spreker in de rede en zegt, dat
B. en W. over de naleving van de Zon
dagswet niet interpellabel zijn. Wil aan
spr. wel het woord geven, maar er geen
antwoord op geven) zooals aangevraagd
door de plaatselijke voetbalvereeniging
„Alphia". De vrijzinnige liberalen zien
geen enkel bezwaar hierin. Nog meer
dere van die bestuiten noemt spr. dan op
als dansverbod, verbod van de film „Die
Grazige Weiden", verbod van filmvertoo-
ning in de Goede Week, en nu ten slotte
weer het verbod aan. „Alphia", Is dit al
lemaal zoo onchristelijk? Een liberaal is
ook een goed christen, maar alleen met
ander inzicht. Spr. vertrouwt, dat B. en
W. in de toekomst wat meer open oog zul
len hebben voor de verlangens van an
dere groepen.
De heer Van Kleef is het volkomen met
den voorzitter eens over het niet interpel
label zijn. De raad kan zich evenwel uit
spreken over het nemen van een besluit
als dit wanneer B. en W., zooals in het
onderhavige geval (afwezig waren de
burgemeester en de oudste wethouder)
niet voltallig zijn. Een zeker gedeelte van
de bevolking zal zeker groot belang stel
len in een dergelijke sportdag en spr. stelt
daarom het gemeentebestuur voor in deze,
kwestie wat royaler standpunt in te ne
men.
Vervolgens brengt spar. in het midden hoe
er gehandeld zou zijn, als een belangrij
ker besluit op korten terbijn moest worden
genomen, terwijl er slechts een wethouder
aanwezig is, waarop de voorzitter zeer ver
ontwaardigd antwoordt, dat alle voorzorgs
maatregelen waren getroffen om per vlieg
machine in den kortst mogelijken tijd weer
hier te zijn.
De heer Van Kleef toonde zich ontstemd
over het feit, dat de voorzitter hem zijn
rede deed onderbreken. Zulks druischt in
tegen het reglement van orde, waarbij hier
toe alleen het recht wordt verleend, indien
door een spr. ontoelaatbare dingen worden
gesproken.
Eén persoon, aldus vervolgde de heer v.
Kleef, is geen college. Daarvoor moeten ei-
minstens twee zijn. In belangrijke gemeen
ten als deze moeten er dan ook minstens
twee thuis zijn. Voor een gemeente-ontvan
ger komen er zelfs twee plaatsvervangers!,
zegt spreker.
Wethouder Spreij, die als zoodanig na
mens het college van B. en W. en dus niet
als loco-burgemeester, het betreffende be
sluit heeft genomen, zegt, dat hij zichzelfs
geenszins de dupe voelt van die omstan
digheid. Maanden geleden waren de voor
bereidingen voor dien bewusten athletiek-
dag getroffen maar men verzuimde dade
lijk te informeeren, of het wel doorgang
kon hebben. Bovendien werd aan dezelfde
vereeniging, voor eenzelfde doel, eenzelf
de besluit kenbaar gemaakt en desondanks
is men doorgegaan met de organisatie van
het feest.
De heer Ruijssenaars vraagt soepele toe
passing van de politie-verordening naar
aanleiding van het voorgaande. In tal van
plaatsen, aldus spr., wordt toestemming
verleend en het is ook mogelijk, zonder
daardoor de godsdienstoefeningen in het
gedrang te brengen.
De voorzitter zegt, dat B. en W. ten aan
zien van de voetbalsport zeer soepel zijn,
dat weten de betreffende vereenigingen
zelf maar al te goed. Overigens zijn B. en
W. in dit opzicht homogeen en zij zijn van
meening, dat er geen uitbreiding moet wor
den gegeven aan de sportbeoefening op
Zondag. Overigens onderstreept spr. het
geen de heer Spreij heeft gezegd en trekt
uit het feit, dat de vereeniging opnieuw
HAARLEMMERMEER
Geboren: Johanna d. van J. D. van
Marsbergen en T. A. van den Bosch
Arend z. van C. van 't Hof en W. van
Breenen Marinus z. van M. de Jong en
G. Colijn Franciscus z. van A. Teeuwen
en D. Vermeeren Wilhelmus Jacobus
z. va nJ. Glas en S. J. Hensing Jenneke
d. van G. de Koter en M. van Neuren
Elisabeth d. van Jb. van Huizen en W.
Kamp Adriana Margaretha d. van A.
Piet en M. Eveleens Pieter Johannes z.
van D. Sloterdijk en M. van Huis Jan
z. van E. M. Spreeuw en W. Stroomer
Antonia d. van C. Kamerman en A. van
Zundert Theoduras z. van D. P. Hof-
mans en A. G. Franck Petrus Cornelis
z. van A. H. P. Clemens en M. J. van
Kampen Elizabeth d. van H. van der
Luit en W. J. Kinkel Hubertus Marti-
nus z. van J. Berkhout en A. P. M. Proost
Rudolf z. van W. Frie en A. F. E. Hoo-
genberk Levenl. z. van L. Tameris en
M. Visser.
Ondertrouwd: Frederik Bouwman
28 j. en Aaltje Klootwijk 23 j. Cornelis
Spaan 29 j. en Jacomina van der Voet 23 j.
Jacobus van Limpt 30 j. en Flora Kag-
chelland 30 j. Willem de Vries 27 j. en
Hendrika Vos 23 j. Klaas Koolhaas 27 j.
en Jacoba Bokhorst 20 j. Hendrikus Jo
hannes Vermeulen 22 j. en Lucia Sofia
Pecht 16 j. Jan Hulsbus 26 j. en Cor
nelia Jonker 24 j.
Gehuwd: Wilhelmus Silvester Vogel
29 j. en Cornelia Apolonia Visser 28 j.
Nicolaas Wouterus Antonius Stokman 32 j.
en Catharina Granneman 29 j. Andries
Aginus Kloos 26 j. en Alida Johanna van
Lent 21 j. Leonardus van Duren 25 j.
en Neeltje Hofer 22 j. Bernard Jan ter
Brugge 27 j. en Johanna Eeltjes 29 j.
Jan de Vries 31 j. en Beerendje Johanna
Dekker 26 j. Jacobus van Splunter 20 j.
en Neeltje de Koning 28 j. Dirk Jan
van den Heuvel 25 j. en Neeltje Kroon
23 j. Johannes Overbeek 27 j. en Jo
hanna Helena Boogert 23 j.
Overleden: Johannes Petrus Corne
lis Jansen, 2 wk., z. van M. Jansen en Th.
Grimbergen Bemardina Elisabeth Bak
ker 18 j., ongeh. Arie Ruighaver 34 j.,
echtg. van M. Vermeer Pancras van
Leeuwen, 85 j., echtg. van M. Landmehr
Johann.
KATWIJK
Badgasten. Het aantal bij de politie
ingeleverde badlijsten bedraagt thans 1200
met de namen van 5300 badgasten. Hier
mede is het getal van vorig jaar op deze
datum overschreden. Toen was het 4700.
Eet meer peen. De peentelers maken
een slechten tijd mee en niets wijst er op
dat er binnen afzienbaren tijd verbetering
zal komen. Massa's van dit artikel draaide
gereld door, sommige dagen meer dan 7000
bossen peen die dan naar het vee in de
weide gebracht werd. Ook gingen kisten
peen met honderden voor ditzelfde doel
weg omreden deze geen 0.30 per kist
van 20 K.G. konden opbrengen. En dan
niettegenstaande het artikel prima was.
En de oogst kan nog vele weken duren!
Collecte. Een gehouden collecte voor
„Werkloozenzorg" bracht 140.02 op.
Diploma. De dames J. v. Duin en R.
Plan je, en de heeren H. Maitimo, N. Schui
temaker, L. v. Rijn en J. v. d. Plas, leden
van K.R.B., behaalden het diploma red
dend zwemmen.
Geslaagd. Uit Katwijk slaagden aan
de R. K. Vakschool voor meisjes: voor ge
tuigschrift Hulp in de huishouding de da
mes C. Dijksman, A. Parlevliet en J. Schou
ten. Diploma coupeuse mej. C. Parlevliet.
Getuigschrift 2-jarige Middagvoorberei-
dende cursus de dames M. Schrama en M.
Warmenhoven. Tweejarige avondopleiding
costuumnaaien L. Guyt en W. Kulk. Op
leiding hulp in de huishkouding mej. G.
Castenmiller. Dagvoorbereidende cursus
de dames J. Buys, C. Haasnoot, M. Hof
man, J. Holtrust, J. v. d. Marei, M. Otte,
F. Post, C. v. Schie, K. Vermaas. Van de
Middagcursus van het 3de naar het 4de
leerjaar mej. G. v. Schie.
Personalia. Geslaagd is voor het Mu
lodiploma A de heer A. Volker.
Geboren: Cornelia d. van W. Guyt en
J. Sip Piet Hein z. van C. Admii'aal en
N. Kloos Leuntje Teunisje d. van J. v.
d. Marei en J. K. Ouwehand Teunis
Adrianus z. van T. v. Duyvenbode en N.
v. d. Bent Maaike Johanna Hendrika d.
van B. Hoek en P. C. Damsteeg Helena
d. van A. v. Dijk en A. Varkevisser Jan
z. van D. v. Duyn en M. Guyt.
Ondertrouwd: M. Harteveld en M.
Guyt A. v. d. Boog en M. J. van Rijn
W. v. d. Boon en M. v. d. Plas G. J.
Hoge woning en J. Rijnsburger.
Getrouwd: L. v. Kampenhout en C.
M. v. d. Does J. A. Mulder en M. van
Daalen.
Overleden: Agatha Meijvogel 3 wk.
Dirk Martinus v. d. Gugten 70 j.
Cornelia Catharine Weidema 86 j. Le
venloos aangeg. kind van A. H. Belinfante
en R. M. Abes Jacoba v. Schie 73 j.
een verzoek indient, onmiddellijk na het
vertrek van den burgemeester een conclu
sie, als zou men hebben willen „probee-
ren". Men had evenwel kunnen weten, dat
de loco-burgemeester in geen enkel op
zicht afwijkt van het door het geheele col
lege, reeds eerder ingenomen standpunt.
Ten slotte vestigt de voorzitter de aan
dacht der leden er op, dat dergelijke kwes
ties feitelijk niet thuis hooren bij de rond
vraag.
Vervolgens spreekt de burgemeester
staande de volgende afscheidsrede uit bij
het vertrek als lid van den raad van de
heeren G. M. Herngreen, Bergshoef, W. A.
Lam en H. G. Veltman.
Afscheid.
Alvorens deze vergadering te sluiten is
het mij een behoefte enkele woorden te
richten tot de scheidende raadsleden,
waarvan er helaas een tweetal om gezond
heidsredenen niet in ons midden kunnen
zijn.
Niemand der anderen zal zich gepas
seerd gevoelen, indien ik dan allereerst
gewaag van het heengaan van den heer
Herngreen 'en dat niet alleen om de om
standigheden, welke aanleiding tot zijn
ontslagname zijn, maar ook om het feit,
dat hij meer dan 32 jaar deel van den raad
heeft uitgemaakt. Eerst 11 jaar van die
der gemeente Alphen en daarna dus
van de samenvoeging af van den raad
van Alphen aan den Rijn.
Bovendien was hij van de eerste ge
meente ongeveer 2 jaar en van onze te
genwoordige gemeente 10 jaar wethouder.
Gedurende een gelijke periode was hij
voorzitter van de commissie van bijstand
voor de Water- en Lichtbedrijven.
Al dien tijd heeft hij voor de belangen
der gemeente op de bres gestaan en deze
verdedigd op een wijze, zooals hij meende,
dat voor haar welzijn bevorderlijk was.
Op min of meer onverwachte wijze is
aan dien arbeid een einde gekomen en
als ik nu zeg, dat wij den heer Herngreen
in den raad zullen missen, is dat werke
lijk geen phrase. Uit een bijna zesjarige
samenwerking in het College van Burge
meester en Wethouders welke samen
werking een zeer vruchtbare was heb
ik zijn inzicht in de verschillende vraag
stukken hoogelijk leeren waardeeren. Hij
was iemand, die èn in den raad èn in het
College van Burgemeester en Wethouders
zijn - inzichten met klem en met groote
kennis van zaken wist te verdedigen en
die neen durfde te zeggen als het neen
moest zijn.
Hij keert in dezen kring niet meer te
rug moge het hem echter gegeven wor
den wel spoedig en hersteld in die
der zijnen terug te keeren.
Evenals de heer Herngreen is ook de
heer Bergshoeff verhinderd aanwezig te
zijn.
Hij had in totaal gedurende een 10-tal
jaren zitting in den raad, waarvan een
zestal ook in deCommissie van bijstand
voor het grondbedrijf. Ook hem brengen
wij'onZéft daijk voor wat hij in die kwali
teiten voor dé gemeente heeft gedaan.
U, heeren Lam en Veltman hebt resp.
8 en 12 jaar deel van onzen raad uitge
maakt. De heer Lam was bovendien nage
noeg al die jaren lid van de commissie
van bijstand der Water- en Lichtbedrijven
en de heer Veltman gedurende een drietal
jaren van de commissie voor de strafver
ordeningen.
Ook gij beiden hebt naar uw uiter
aard soms verschillend inzicht met al
uw krachten het gemeentebelang gediend,
zij het ook, dat een plaats in de commis
sie van bijstand voor de Water- en Licht
bedrijven meer gelegenheid biedt daarvan
blijk te geven dan de Commissie van de
strafverordeningen. Ook u brengen wij bij
het scheiden onzen dank voor alles wat
gij in het belang der gemeente hebt ver
richt.
En ten laatste, een woord tot u geachte
heer Ruting, nestor van onzen raad.
Twaalf jaren maaktet gij deel uit van
den raad, en als ik goed heb gezien, hebt
gij het in dien tijd niet gebracht tot het
bezetten van een plaats in een der com
missies van bijstand.
Maar daarom was uw beteekenis in ons
midden niet geringer.
Gij hebt zelf wel meermalen ervaren hoe
uw woord in onze vergadering gezag had,
niét zelden juist dan, wanneer de bespre
kingen eens dreigden vast te loopen. Gij
hebt meerdere malen de situatie gered en
gij deed op een manier, waarvan alleen
de heer Ruting het geheim verstond.
Ik heb steeds in u gewaardeerd, dat gij
hoewel behoorende tot de raadsleden
aan de peripherie der gemeente woon
den nimmer aarzelde ook uw mede
werking te verleenen aan de tot stondko-
ming van die plannen, welke meer het
centrum onzer gemeente dan die der bui
tenwijken raakten.
Dat daarbij door u onvermoeid zij
het ool^ zonder succes het pleit is ge
voerd voor een verdeeling onzer gemeente
in verschillende klassen ter personeele be
lasting, namen wij daarbij gaarne op den
koop toe.
Uw bedanken als raadslid beteekent
voor een deel, dat gij u uit het publieke
leven terugtrekt. Gij hebt gemeend, dat
uw tijd van gaan gekomen was en wij
hebben dat besluit te eerbiedigen.
Wij geven u echter de verzekering mee,
dat wij u zeer noode zien gaan, maar voe
gen daaraan toe de wensch, en dat geldt
ook voor de overige leden, die hier niet
meer zullen terugkeeren, dat God u in de
jaren, die u nog resten, in ruime mate
zijn zegen moge schenken.
Als antwoord hierop dankten achter
eenvolgens de heer Ruting, Lam en Velt
man voor de tot hen gesproken woorden
van waardeering en zegden wederzijds
hartelijk dank aan burgemeester, wethou
ders, ambtenaren en den raad voor de in
alle opzichten prettige samenwerking en
tot slot sprak de heer Ruting een welge
meend dankwoord ook tot de vertegen
woordigers van de pers.