BUITENLAND Forstcr over Dantzig De val van Queipo de Llano De terreur der LR.A. BIOSCOPEN TE LEIDEN DINSDAG 25 JULI 1939 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. G VAN HET VAT1CAAN DE H. VADER IN CASTEL GANDOLFO. De H. Vader is gistermiddag in Castel Gandolfo aangekomen, waar Hij werd ont vangen door verscheidene kardinalen en prelaten en door de plaatselijke autoritei ten. Een groote menschenmenigte begroette Ilem met enthousiaste toejuichingen. Zijne Heiligheid besteeg het terras van het pau selijk paleis, vanwaar Hij de menigte Zijn zegen gaf. Volgens Havas zou de H. Vader in Castel Gandolfo een Encycliek opstellen, waarin het program voor Zijn Pontificaat zou worden vastgelegd. DUITSCHLAND DE VRIJSTAAT IS ZINLOOS. Adolf Hitier is ons parool. Gouwleider Forster publiceert in den „Völkischer Beobachter" een artikel, waar in men te Berlijn een definitieve verkla ring van Duitsche zijde ten aanzien van den internationalen toestand, speciaal met betrekking tot Dantzig, ziet. Forster zegt o.m., dat de buitenlandsche pers zich op de laaghartigste wijze van leugens bedient en dat de bewering, dat in Dantzig een chaos heerscht, in ieder op zicht onjuist is. In Dantzig heerscht welis waar groote vastberadenheid, maar overi gens zijn er orde en rust. Om de jonge republiek Polen, tegen ieder politiek recht in, voordeelen te verschaffen, heeft men, aldus Forster, in strijd met het gezonde verstand, een klein deel uit het Duitsche „volkslichaam" gesneden en dit veroordeeld tot een „zelfstandigheid", die dat nimmer is geweest. Als men in 1919 het zelfbeschikkingsrecht der volken ook op Dantzig had toegepast, zou er nooit een zinlooze vrijstaat zijn ontstaan. De wensch van Dantzig, tot het Duitsche rijk terug te keeren, is even oud als de vrije stad zelf. Ongetwijfeld zouden ook de Engelschen en Franschen alles in het werk stellen om een gebied, dat door een bevolking van hun nationaliteit werd bewoond, terug te krij gen en ook zij zouden zich niet bekomme ren om de tegenwerpingen van andere staatslieden en journalisten. Wij Duitschers aldus Forster, zouden in ieder geval zoo rechtvaardig zijn het goed te keuren, dat een stad, die een zuiver Engelsche bevol king zou hebben en wederrechtelijk van het Engelsche rijk zou zijn losgescheurd, tot Engeland zou terugkeeren. Het getuigt van een onverantwoordelijk heid zonder weerga, als men, vooral van Engeland uit, Polen tracht op te hitsen on der geen omstandigheden toe te geven. Men is dus te Londen blijkbaar eerder be reid honderdduizend menschen naar het slagveld te voeren dan vierhonderdduizend Duitschers hun natuurlijk recht te geven. De Polen, aldus Forster, hebben met de efwyzing van Hitiers aanbod bij voorbaat bewezen, dat zij Dantzig ten slotte willen bezitten. De aanspraken op Oost-Pruisen, Silezië en Pommeren wettigen de vraag, of de eischen in zake hegemonie van Polen moeten worden uitgelegd als domheid of aLs grootheidswaan. Wat ons in dergelijke kritieke tijden innerlijk rust geeft, is de heilige overtuiging, dat het Groote Duit sche rijk, als ons moederland, achter ons staat en ons onverwijld te hulp zou komen. Niemand kan ons kwalijk nemen, dat wij bovendien in Dantzig met onze bescheiden krachten en middelen de voorwaarden scheppen voor het afslaan van een Pool- schen overval. Een der vele in het buiten land verspreide leugens zegt, dat Duitsche militairen naar Dantzig zijn gekomen. De geheele wereld en vooral onze Poolsche turen, moeten weten, dat er in Dantzig mannen genoeg-zyn, bereid en moedig om, zoo noodig, hun vaderland tot den laatsten druppel bloed te verdedigen. Onze Poolsche buur mag er kennis van nemen, dat de laatste weken voor zorgsmaatregelen zijn genomen, waar door een overrompelende aanval op het Duitsche Dantzig kansloos is gewor den. Als men ons nu voorhoudt, dat wij door inrichtingen van zelfverdediging een of ander verdrag hebben geschonden, dan kun nen wij slechts antwoorden, dat ook het recht van verdediging den Duitschers te Dantzig toekomt. Dat wij van Dantzig uit niemand kunnen of willen aanvallen, be hoeft geen betoog. Daarom is het belache lijk, dat aan de Poolsche grens alle moge lijke kleinere en grootere versterkingen worden aangelegd. Wij weten niet, of op zekeren dag niet een of andere Poolsche generaal zooals te Wilna in 1922 het plan mocht krijgen een overval op Dantzig te ondernemen en de stad te vernietigen of te veroveren. Wij nationaal-socialisten nemen voor dergelijke gevallen voorzorgs maatregelen. De verantwoordelijke man nen zullen zich door geen dreigementen of ophitsing van de pers uit het buitenland uit hun rust laten brengen. Wij hebben een zeer duidelijk parool, dat een naam heeft: Adolf Hitler. Het is ons onwrikbaar geloof, dat Hitier ook deze 400.000 van het rijk gescheiden volksgenooten naar het moederland zal terugbrengen en daarmede opnieuw een onrecht van het verdrag van Versailles uit de wereld zal helpen." DE SPAANSCHE EENHEID IS ER NOG NIET. Het prachtige motto „Una, granda Espana" (één, groot Spanje) blijkt in de praktijk niet gemakkelijk voor verwezenlijking vatbaar te zjjn. Te groot waren de verschil len in de rangen van het nationa listische leger van Generaal Fran co, dat nu reeds van een Spaansche „eenheid" gesproken kan worden. Andermaal is dit bewezen bij de gebeurtenissen rond de figuur van den radio-generaal Queipo de Llano. Nauwelijks zijn er enkele maanden ver- loopen na het einde van den burgeroorlog of de Spaansche regeering ziet zich voor nieuwe moeilijkheden geplaatst. Er is weer kritiek, zelfs heftige en onbarmhartige kri tiek op de regeering, en wel van de zijde van een der meest bekende persoonlijk heden uit het Nationalistische Spanje. Een van de beste vrienden van Generaal Franco, namelijk generaal Queipo de Llano, aan wie de taak van radio-propagandist tijdens den oorlog was opgedragen, heeft zich uiterst onvoorzichtig uitgelaten over de Spaansche ministers. Wat hy onlangs in een toespraak verkondigde was niets anders dan een regeeringsomwenteling, die men terecht met de titel van „paleisrevo lutie" bestempelen kan. Na generaal Franco was generaal Queipo de Llano de meest bekende leider der Na tionalisten. lederen avond sprak hij tijdens den bur geroorlog voor de microfoon van radio Se- villa, en iederen avond werd zijn toespraak door millioenen Spanjaarden beluisterd. Iederen avond om kwart over elf kwam Queipo de Llano voor de microfoon. In de café's en op 'straten en pleinen viel een hoorbare stilte om het sonore geluid van den radio-generaal te beluisteren. Men verdrong zich rond de groote luidsprekers: de terrassen der wijnhuizen lagen voor een ©ogenblik verlaten, want iedereen wilde den generaal hooren. Al was er soms in geen maanden een overwinning behaald dan wist Queipo de Llano toch nog altijd iets belangrijks of interessants te vertel len. Zijn toespraken waren humoristisch, dikwijls ook sarcastisch. Bijna iederen avond wist hij nieuwe moppen te tappen over de leiders van de tegenpartij, en hier in was hij onverbeterlijk. Een en ander wil niet zeggen, dat de be richten van Queipo de Llano altijd objec tief waren. Tallooze malen heeft hij aan gekondigd: „Onze troepen zullen de vol gende week Madrid binnenrukken!" Wan neer het weer eens niet gebeurd was, ver ontschuldigde hij zich door te zeggen, dat het aan de weersomstandigheden lag of aan veranderingen in de plannen van den Generalen Staf. Meermalen is het voorgekomen, dat ge neraal Queipo de Llano eerder over de ge beurtenissen werd ingelicht dan generaal Franco. Dit was b.v. het geval bij de ver overing van Toledo. Generaal Queipo de Llano was de groote man van Sevilla. Het is wel zeker, dat Generaal Franco i een ontschatbare steun heeft gehad aan I Is de generaal gearresteerd? Officieel wordt medegedeeld, dat de ge ruchten over de komst van Queipo de Llano in Frankrijk op geen enkelen grond be rusten. Verder zijn berichten uit Spaansche bron in omloop, waaromtrent het echter onmo gelijk is bevestiging te verkrijgen, volgens welke Queipo De Llano bij yittoria zou zijn gearresteerd. Hfj zou zijn gezien in een rijtuig, gezeten tusschen twee manschap pen van de civiele garde. Volgens een Un. Press-bericht uit La Line is Sevilla geheel geïsoleerd van de rest van Spanje. Alle verbindingswegen zijn afgesloten en onder strenge bewaking gesteld. De toestand wordt als buitenge woon ernstig beschouwd. Ook uit Tanger komen onrustbarende be richten. Reizigers die uit deze stad in Gi braltar zijn aangekomen, weten namelijk te vertellen, dat de officieren en de be manning van den Spaanschen mijnenve ger „Volvano", die in Tanger gestation- neerd is, him schip hebben verlaten. Uit Parijs wordt gemeld, dat allerlei wilde verhalen over ernstige moeilijkheden in Spanje de Fransch-Spaansche grens be reiken. Er wordt zelfs gesproken van mi litaire bewegingen in de streek van Sevilla. De berichten moeten echter met reserve worden ontvangen, daar er een zeer strenge controle aan de grens bestaat. Franco reorganiseert het leger. Franco heeft gisteren een decreet onder teekend, waarbij het leger wordt gereorga niseerd. Acht legercorpsen 24 divisies zijn gevormd. Zij zullen hun garnizoenen hebben in de hoofdsteden der provincies Madrid, Sevilla, Valencia, Barcelona, Sara- gossa, Burgos, Valladolid en Coruna. De strijdkrachten in Marokko zullen het negende en tiende legercorps vormen. Het nieuwe decreet heeft geen betrek king op de Balearen e--> de Canarische Eilanden. De bevelvoerende generaal van ieder le gercorps zal -tegelijkertijd militair bevel hebber zijn van het desbetreffende dis trict. De militaire gouverneurs van Madrid, Barcelona, Sevilla, Cadiz, Cartagena en Le Ferrol zouden bij een bijzonder decreet worden benoemd. REPUBLIKEINEN ONTVLUCHT. De treiler „Lacoubre" uit de haven van La Rochelde, is de haven La Pallice bin- r.engeloopen met op sleeptouw een Spaansch schip ifit de haven Arez, dat 27 republikeinen aan boord had. Onder hen bevond zich de vroegere burgemeester van Ferrol, die in 1937 ter dood was veroor deeld en die er in was geslaagd op den dag voor zijn terechtstelling te ontvluchten. De 27 mannen hadden de wijk genomen naar de bergen van Galicië. In Arez heb ben zij met een bootje de haven verlaten, na zich als falangisten te hebben verkleed. In volle zee gingen zij aan boord van het genoemde Spaansche schip, welks beman ning zij dwongen naar Frankrijk koers te zetten. De lcolenvoorraad raakte echter op, zoodat het schip op sleeptouw moest wor den genomen. ENGELAND WORDT DOOR HET BUITENLAND GESTEUND. Verklaring van Hoare in het lagerhuis. Minister Hoare heeft gisteren in het la gerhuis de volgende verklaring afgelegd: Wij zijn in het bezit van een betrouw bare inlichting, waaruit blijkt, dat de cam pagne der Iersche terroristen door buiten landsche organisaties met aandacht wordt gevolgd en metterdaad wordt gestimu leerd. Ik zou het huis echter willen vragen, er niet op aan te dringen, bijzonderheden te vernemen. Hoare heeft deze verklaring afgelegd bij de indiening in tweede lezing van het wets ontwerp tot voorkoming van geweldple ging. Hoare voegde aan zijn mededeeling toe, dat het niet in het openbaar belang zou zijn, nadere inlichtingen te geven. „Het huis moet van mij de verzekering aanvaarden, dat de verklaring der regee ring niet berust op verdenkingen, geba seerd op praatjes, doch de weloverwogen conclusie is van betrouwbare gegevens. Met het oog op deze rapporten over bui tenlandsche gekuip en een ondervinding van zes maanden, welke doet zien, dat het terrorisme grooten omvang kan aannemen, kan het departement volgens Hoare niet veilig uiteengaan zonder de bij de wet toe gestane machtsmiddelen te versterken tot handhaving van de orde. Het wetsontwerp werd in tweede lezing aangenomen met 218 tegen 17 stemmen. IIET PLAN VAN EEN CREDIET AAN DUITSCHLAND. Hudson's initiatief. Het Lagerhuislid Greenwood (Labour) heeft minister Chamberlain gistermiddag gevraagd of plannen bestonden een lee ning aan Duitschland te verstrekken en „of de regeering voornemens was bespre kingen te openen, die een poging zouden beteekenen om Hitier om tc koopen, ten einde den vrede te „koopen". Op beide vragen, antwoordde de pre mier: „Neen". Over de besprekingen van den minister van overzeeschen handel, Hudson, met Görings medewerker Wohltat, waarover in de Engelsche pers zoo veel te doen geweest is, zei Chamberlain: Er was ons van deze besprekingen niets bekend, noch wist een andere, behalve de bij de zaak betrokken minister, hier iets van af. „Het is niet de bedoeling van de Britsche regeering besprekingen van de zen aard te beginnen". ALBANIË GOEDEREN VAN KONING ZOGOE IN BESLAG GENOIVIEN. Een commissie onder voorzitterschap van den commandant der koninklijke carabi- niers heeft besloten alle goederen van ko- ing Zogoe en zijn voornaamste raadslieden te sequestreeren en verbeurd te verklaren. Het besluit wordt gemotiveerd met de „anti-nationale actie", van de koning en zijn raadslieden. PALESTINA DE STRIJD TEGEN TERREUR. Tijdens een groote zuiveringsactie in de voorsteden van Haifa en Acre hebben de troepen en de politie gisteren 138 Arabische terroristen gearresteerd. Vier gewapende mannen hebben gisteren een nabij Jericho gelegen Grieksch-Ortho- dox klooster overvallen en de monniken beroofd. Zeven Arabieren, naar beweerd wordt, leden van een moordenaarsbende te Jeru zalem, zijn gisteravond gearresteerd in ge bouwen, welke blijkbaar in gebruik zijn als hoofdkwartier der plaatselijke terroristen. Voorts is overgegaan tot een zuivering van het politiecorps. De regeering bestrijdt krachtig de onwettige immigratie en heeft een uit Weenen afkomstig geneesheer ge arresteerd, die een clandestiene organisatie in Palestina leidde. Van Sport en Liefde door B. VROOM. Ruth kwam in de cabine, waar Tom licht gemasseerd werd. Zonder eindspurt had hij de 1500 meter in precies vier minu ten geloopen. Dat was een flinke prestatie. Ruth ging naar hem toe, nam zijn hand en drukte haar. Dat beteekende zooveel: „Ik geloof aan jou kunnen! Je hebt prachtig ge loopen, jongen, ga zoo voort, kameraad!" En Tom, met zijn vermoeid bleek gezicht, knikte; spreken kon hij niet hij was dood-op. „Lola Geverts is er ook!" zei Ruth zacht, en het deed haar pijn, toen ze opeens een schittering in Toms oogen zag. Nou ja het besef, dat Lola er was zou hem aanvu ren, opwekken, meer dan Ruths kameraad schappelijke woorden dat konden. Tom had inderdaad alweer vergeten, dat Ruth bij hem was. Voor zijn geest stond het beeld van Lola Geverts. Zij boog haar hoofd met de blond-golvende haren, het blanke, voorname schijnbaar altijd onbe wogen gezicht dicht naar hem toe en fluis terde: „Als je wint Tom. dan geef ik een groot feest! Ter eere van jou! Dan zullen ze allemaal zien, dat ik zoo'n beroemden vriend heb. En danJa, en dan? Dat had hij ook gevraagd en zooveel hoop in die twee woorden gelegd. Als hij won Hij stond weer in de baan. Seconden!ang ging zijn blik over de menschenmassa op de tribune, om Lola te zoeken. Onmoge lijk in al die duizenden, die ééne, eenige te vinden. Maar ergens zou zij zitten, haar vurigen, aanmoedigenden blik gericht op hem, die wilde winnen. Tom liep. Hij had voor de zware baan een buitengewoon tempo ingezet. De riva len moesten of ze wilden of niet bij houden. De wedloop werd één groote spurt van het begin tot het einde Tom kende geen verslappen, geen verflauwen in de bochten. Toen haalde de Amerikaan Ba ker hem in. Maar Tom gaf niet toe. Enkele meters was de situatie volkomen onduide lijk. De twee gelijkwaardigen gaven een prachtig voorbeeld van sportieve rivali teit. Baker kreeg een minieme voorsprong. Maar nog gaf Tom niet toe, hij wilde zich niet gewonnen geven. Het publiek brulde hem toe, vuurde hem aan, schreeuwde, raasde, tierde. Tom zette alles op alles, hij spande zich in tot het uiterste. Doch de Amerikaan scheen over onvermoeide re servekracht te beschikken en begon een spurt. Toms vechtkracht was uitgeput. De kreet van teleurstelling der massa werkte op hem als een schot en als een gevelde leeuw viel de overwonnene vlak voor de eindstreep neer. Baker wankelde over de finish. De overwinnaar! Op de tribune schoten de menschen om hoog. Onder hen was Ruth. Doch zij keek niet naar wat er op het terrein gebeurde. Haar blik hing aan de houding, de uit drukking en de gebaren der vrouw, die schuin voor haar zat, enkele banken lager dan zij. De trekken dezer vrouw waren ijzig-koud. Zij was teleurgesteld, versla gen. Enkele heeren blijkbaar uit haar kring schenen haar met opmerkingen te kwellen. Ruth wist, hoewel zij geen woord verstaan kon, wat daar werd be sproken. En zij zag dat Tom vandaag een dubbele nederlaag geleden had. Haar blik vloog over de baan. Was dat Tom, die daar onder het benauwde zwij gen der toeschouwers op een baar werd weggedragen! Haar hart kromp ineen. Bijna had ze niet eens bemerkt, dat een mooie, blonde vrouw over den smallen gang der tribune haastig langs haar heen liep, wanneer niet een harde, koude? ver achtelijke stem halfluid gezegd had: „Moet H| ;ien, hoe hij zich laat wegdragen...." En de heeren, die achter haar aan zeul den, zooals de staart achter een komeet, gaven haar in luidruchtige woorden ge lijk. Dat was dus de vrouw, waaraan Tom zijn liefde had verkwist, de vrouw, die geen woord van medeleven, van bezorgd heid over had voor hem, die ze tevoren nog zoo had verwend en gevleid. Uren later pas verliet Tom het stadion. Het was nacht geworden en de sterren fonkelden koud en ver. Hij was alleen en niemand wachtte op hem den over wonnene. Maar daardaarHij liep naar de kleine, welbekende, blauwe cabriolet, dit stukje hemelrijk tegen den grauwen muur van vijandig samengebalde wolken. „Ruth jij?" De hand, die zij hem toestak, was ijskoud. Koud van de avondkilte, waarin zij zoo lang aan het stuur had gewacht. „Ik wou je naar huis rijden!" „En zit je daarom urenlang te wachten? Je zult wel honger hebben en doodmoe zijn". „Nou ja, stap maar in!" De wagen reed langzaam weg. De schijn werpers wierpen breede lichtbundels, waarin insecten dansten. „Wat een blamage, Ruth. Vind je niet?"- „Je hebt je flink gehouden, Tom!" „Zoo? Ik heb...." zijn stem klonk ver« bitterd, „van andere zijde heel wat an ders te hooren gekregen!" De wagen sprong een beetje, alsof da hand, die hem stuurde, onzeker was. „Weet je het?" „Je hoeft niet te schrikken, Ruth! Drie woorden, die je op een papiertje in de cabine gestuurd krijgt, waar je vol ver twijfeling neerligt dat is voldoende! Het is zoo. In den nood leer je de ware voelde vol geluk en warmte overstroomend En sinds een paar uur weet ik het nog be ter. „Je bent er Tom!" Ruth stopte. Voor het portier gaapte donker een portaal. Met brandenden blik staarde Tom naar den ingang, hij huiverde en smeekte: „Rijd nog een beetje verder, Ruth! Ik zou nog een poosje bij je willen blijven!" Maar Ruth bleef roerloos liggen. „Wat doe je toch, kind?" „Ik kan niet meer rijden, Tom. Ik vlieg vast tegen boomen en door de goten. Het gaat werkelijk niet meer, Tom „Stakker, ben je te moe?" Hij nam plot seling haar in den arm, hield haar vast, voelde vol geluk warmte overstroomen van haar naar hem. „Nee, Tom, alleen te gelukkig!" -<i <5* HOOFDFILMS Een vrouw verloor. (Victor Francen, Lise Delamare). De afgod der menig te. (John Wayne, Sheila Bromley). Fra Diavolo (Stan Laurel, Oliver Har dy). De tuin der vreugde. (Margareth Lindsay, Pat O'Brien). Prinses Beatrix loopt (met bij programma). (Van Vrijdag tot en met Zondag). Het Balboekje. (Harry Baur, Marie Bell). Pépé le Moko (Jean Gobin, Mireille Ba- lin). (Van Maandag tot en met Donderdag) Mayerling (Charles Boyer, Danielle Dar- rieux). Angst (Gaby Morlay Charles Vanel). Jongeren in uniform (Frank Coghlan, Flo- rine Mc Kinney). Hei-Tiki (bewoners van 't Maori-eiland) Vadertje Langbeen. (Lily Bouwmeester) Elephant Boy (Sa- bu). IJshockey- film Klucht Speelfilm Opnamen van Prinses Beatri Herinneringen van de jeugd eener vrouw Onderwereld van Marokko Drama van Rudolf van Habsburg Opvoedings problemen Liefde bü de Maori's Geschiedenis van 'n kost schoolmeisje Speelfilm in het Indische oerwoud AANVANGSUUR Iederen avond 8 uur; Zondag bovendien van 2—7 uur; alle dagen matinée om 2 uur. Iederen avond 8 uur. Zondag van 27 uur. Matinée Zaterdag en Woensdag 2 uur. Iederen middag be halve Zondag doorl. van 25 uur. Iederen avond 8 uur. Matinée 2 uur. Iederen avond 8 uur. Zondag van 4—7 uur. Zaterdag en Woens dag half drie matinée Iederen avond 8.15 u. Zondag van 2—7 uur. Matinée Zaterdag en Woensdag 2 uur. Toelaatbaar V: volwassenen Goedgekeurd Goedgekeurd Toelaatbaar v. volwassenen Goedgekeurd v. volwassenen Goedgekeurd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 6