DE KABINETSFORMATIE. DE VIERDAAGSCHE AFSTANDSMARSCHEN. feuilleton Toen de scheidsmuur viel! door ISABEL C. CLARKE. 19) „Zeg nu maar, dat je gelooft, dat we ge lijk hebben, Cym", fluisterde zij. „Het is zoo hard om je tegen te werken", zij sloeg haar arm om zijn hals en kuste hem bijna bevreesd. Maar hij keek haar met verbaasde, don kere oogen aan. „En als ik nu opga voor het examen zon der u er wat van te neggen?zeide hij. „Dat zou je nooit doen. Wij rekenen op je, dat je niets doet zonder ons medeweten". Even aarzelde zij, om er nog wat meer na druk op te leggen. „Dat ben je ons verschuldigd, omdat we je altijd zooveel vrijheid gegeven 'hebben, dat" we je nooit bang voor ons hebben ge maakt". Het verschijnen van Prim op het pad deed het gesprek ophouden. „O, Cym, wat ben je lang weg geweest. Het is bijna tijd voor de koffie. Ik had ge hoopt, dat we nog een partijtje golf zou den kunnen spelen. Of ben je te moe?" „We zullen er vanmiddag een spelen", zei Cym uroolijk. „Be geef je zes punten voorsprong en dan versla ik je nog". Viola liet broer en zus samen en ging alleen het huis binnen. „Hij heeft het toch niet beloofd", over dacht zij. „We hebben hem wel verwend. Als er iets' gelbeurt, zullen ze natuurlijk zeg- j gen, dat het mijn schuld is. Waarom heb ik toch geen tweeden zoon gehad? Nog zes desnoods. Dan zou hij precies hebben kun nen doen, zooals hij wilde, mijn lieve Cym". HOOFDSTUK VIII. Na de lunch zei Cymbeline tegen zijn zus: „Ga je mee een spelletje golf doen, Prim?" Viola had hem nauwkeurig gadegeslagen gedurende het maal en vond, dat hij er wit en moe uitzag. Het zou nog wel een paar dagen duren, voor 'hij weer heelemaal de oude was. Zij zei bedaard: „Denk je dat je het hebben kunt, Cym? Je moet je niet te veel vermoeien". „O, ik ben weer best", antwoordde hij zorgeloos. Zij wist, dat het spel hem geestelijk goed zou doen. Het was zulk prachtig weer, hij had al meer dan een week binnen gezeten en hij had juist veel frissche lucht noodig. Zij had hem nooit vertroeteld, hoewel het haar moeite genoeg had gekost. Zij had hem zoo eenvoudig mogelijk op gevoed, ruim en flink. Cym moest een ste vige kerel worden hier was Dick meer dan Lambert haar ideaal. En Prim een lief meisje, modern maar verstandig, een goede kameraad, niet zooals zij zelf was. Voor Prim had zij geen speciaal voor beeld, maar meer een algemeen idee. Zij meende, dat de meisjes van deze generatie minder hulpeloos waren dan zij in haar jeugd waren geweest. Zij hield van die ge zonde, eenvoudige flinkheid die zij soms in hen aantrof. Ook hield zij van die onopge- 1 smukte cameraderie, die men tegenwoordig zoo dikwijls tusschen jonge meisjes en jonge mannen ziet. Dat vond zij ook een verbete ring. Om op het golfterrein te komen, moesten zij dicht langs de fabriek. Op den heenweg kwamen zij Schulz tegen, die van zijn mid dagmaal terugkwam. Hij glimlachte en knipperde met zijin oogen achter den gouden bril. „Gelukkige lui, om dezen schoonen mid dag door te kunnen brengen met spelen. Zoo kan de jeugd van het Vaderland niet doen. Zijn Engelsch was vlug en tamelijk cor rect, maar hij kon nog niet altijd goed met de woordschikking opschieten. „Die maken zich allemaal klaar voor De Dag, de Groote Dag, is het niet?" vroeg Cymbeline luchthartig en een beetje over moedig. „Het is waar, dat zij aan ernstiger din gen denken. Een jonge man van uw leeftijd zou al in een corps zijn, alhoewel hij nog een paar jaar zou wachten met zijn dienst plicht te vervullen". „Hoe weet je, dat ik op school niet exer ceer," vroeg Cym. „Uw grootvader zou het niet goed vin den. Hij is zeer wijs. Met uw ontzettende vloot, wat hebt u meer noodig? U heeft de natuurlijke verdediging in uw kust". Hij wierp een blik naar het Oosten, naar de Noordzee, die op een kilometer of tien afstand haar rustelooz>e groene en blauwe golven opjoeg. „Dus kunt u alleen aangevallen worden door luchtschepen, door die beroemde en prachtige Zeppelins, of door een vijandige vloot". „En welke vloot zou gek genoeg zijn om ons aan te vallen?" vroeg Cym bijna ver waand. De Duitscher lachte toegevend, alsof hij Cym voor een dommien, eenvoudigen jongen hield. Dom, zooals alle Engelschen. „In elk geval zou het dwaas zijn om een groot leger op de been te houden, dat je de oor en van het hoofd eet. Is het niet waar, dat sinds kort uw artillerie belangrijk ver minderd is? Een wijze bezuiniging, kanon nen zijn een duur ornament. Op een goeden dag zult u ook wel uitscheiden met groote en dwaze kruisers te bouwen. U hebt de helft van die u al heeft, niet noodig. Mijn heer Harriman, uw grootvader is ook van mijn meening". Cymbeline danste den weg over een zong een straatdeuntje, terwijl hij Sdhulz spot tend toewuifde. Deze klapte zijn hielen samen, nam zijn hoed af en boog voor Primula, die toch een keurige jonge dame was, al was zij mis schien luChtiger gekleed dan de jonge meis jes van het Vaderland. Een beetje mager nog en niet ontwikkeld, maar toch knap, van dat donkere type, dat hij in stilte be wonderde in mevrouw Lambert. „Ik moet aan mijn werk gaan", zei hij zwaarwichtig en stapte op de poort toe. „En als de Duitschers komen, wat moet u dan doen? Ik denk, dat u al een beetje oud bent voor de vuurlinie, u kunt het geen dagmarsch meer uithouden". De jonge oogen kieken minachtend naar 'het gezette postuur van den man. „Be denk, dat u wel een ander postje hebt. Wat is dat?" „Be weet mijn post. Alle Duitschers ken nen hun plaats. Zij weten onmiddellijk, waar te gaan. In Duitschland is alles geor ganiseerd. Een plaats voor iederen man en iedere man op zijn plaats. Geen verwar ring, geen aarzelen. De Keizer spreekt", hij nam zijn hoed eerbiedig af, „en wij gehoor- Hij draaide zich om en ging naar bmnen, terwijl ze elkaar bleven aanstaren. „Nou, daar heb je hem nou", zei Cymbe line. „Paps wil me nauwelijks gelooven, als ik hem zeg, dat Schulz zoo praat. Ik heb hem vandaag weer eens goed op stang ge jaagd'. Hij was echt woedend. Zag je wel hoe rood hij werd, zoo'n oude kalkoensche haan?" Prim hield er niet van, iets in haar broer af te keuren. Zij wilde liever gelooven, dat alles wat hij deed, volmaakt en praohtig was. Maar toch had zij het naar gevonden, de brutale manier waarop hij SChulz be handeld had. Achter zijn verwaandheid scheen een diepere haat te liggen, die zij Schulz niet waard vond. En waar had hij dat straatliedje opgedaan? „Prim, wat scheelt er aan? Waar denk je over?" „O, Cym, misschien vindt je het naar, maar ik geloof, dat je hem beleedigd hebt. Waarom doe je zoo tegen hem?" „Ik vind hem een naren vent en, daarom", zei Cymbeline bits. „En ik vertrouw hem voor geen cent Hij praat nooit zoo tegen grootvader, Hij weet wel, dat hem dat zijn baantje kosten zou. En hij dringt hem altijd het lidmaatschap op van die Duitsche vredesbonden. Ik zag een verslag er van op tafel liggen, toen we verleden week op de Towers waren. I'k lees wel niet erg goed Duitsch, maar ik wist toch wel, waar het over ging. En dan vertelt hij mij, dat ze ven plan zijn, Engeland binnen te vallen". (Wordt vervolgd). De nieuwe ministers hebben Maandag op het Departement van Algemeene Zaken een gezamelijke bespreking ge voerd. V. I.n.r.dr. ir. M. H. Damme; prof. dr. B. J. O. Schrieke; G. W. Bodenhausen; G. van den Busschejhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude en dr. J. J. C. van Dijk In het Vondelpark te Amsterdam wordt begin Augustus de Dahlia-tentoonstelling Kleurenpracht III ge- Meulemans In opend, waar 13.000 dahlia's in ongeveer 130 variëteiten te bewonderen zullen zijn. Een kijkje op act'e tijdens net Zangers- het tentoonstellingsterrein feest te Brussel. Een gezonde eetlust krijgt men tijdens de Vierdaagsche Afstandsmarschen. De kok heeft erop gerekend en de noodige hoeveelheid aardappelen is aanwezig, om de hongerige magen te stillen Hettweede informatiebureau der Neder- landsche Spoorwegen werd Maandag in het station te Haarlem geopend Op het Departement van Justitie te s-Gravenhage werd Maandag de laatste zitting van het Voorafgegaan door de marinekapel trokken de adelborsten en matrozen, die demissionaire kabinet gehouden. Er was veel publieke belangstelling voor het komen en deelnemen aan de Vierdaagsche te Nijmegen na aankomst door de stad gaan der ministers De jaarlijksche ceremonie aan den vooravond van de Vierdaagsche Afstands marschen. De vlaggenparade op het terrein der Prins Hendrik-kazerne te Nijmegen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5