STADS
NIEUWS
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
De Kabinets-crisis
Geeft Engeland te
Tokio toe?
ZATERDAG 22 JULI 1939
30ste Jaargang No. 9394
Bureaux Papengracht 3 2.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2.
Giro 103003. Postbus 11.
Dit nummer beslaat nil
vier bladen.
Omtrent het bezoek, dat dr. Colijn gis
termorgen op den Ruigenhoek aan H.M. de
Koningin heeft gebracht, zijn geen nadere
mededeelingen verstrekt.
Men mag daarom wel aannemen, dat het
doel daarvan is geweest, H.M. op de hoog
te te stellen van den gang en stand van
zaken bij de pogingen tot vorming van een
kabinet.
De conferentie heeft zeer lang, namelijk
meer dan twee uren geduurd.
Enkele Antirev. bladen deelden gisteren
reeds mede, dat dr. Colijn is geslaagd in de
vorming van een kabinet, dat men het best
een zakenkabinet zou kunnen noemen. Het
is zeer waarschijnlijk, dat de volgende per
sonen als minister zullen optreden:
dr. H. Colijn, minister-president en mi
nister van Algemeene Zaken;
dr. J. C. van Dijk, Defensie;
mr. J. A. N. Patijn, Buitenlandsche Za
ken;
mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren, Water
staat (welk departement hij thans beheert)
of Koloniën;
dr. J. R. Slotemaker de Bruine, Sociale
Zaken; thans minister van Onderwijs, vroe
ger van Sociale Zaken.
Genoemde heeren maken thans ook deel
uit van het kabinet-Colijn. Als nieuwe mi
nisters zullen optreden de heeren:
dr. J. A. Nederbragt, voor Economische
zaken, thans voorzitter van den Havenraad
te Danzig;
C. W. Bodenhausen, Financiën"; oud-vice-
president van den Raad van Indië en oud
directeur van Financiën, aldaar;
mr. J. A. de Visser, Justitie; thans procu
reur-generaal van het gerechtshof te Arn
hem;
jhr. mr. O. C. A. van Lidth de Jeude, Wa
terstaat; oud-minister van Waterstaat;
dr. A. D. A. de Kat Angelino, Onderwijs;
oud-directeur van Onderwijs en Eeredienst
in Indië.
Ten slotte rest dan nog Binnenlandsche
Zaken. Het is nog niet zeker of de heer H.
van Boeyen dit departement zal blijven be-
heeren, of dat hij vervangen zal worden
door den heer H. P. J. Bloemers, thans bur
gemeester van Arnhem.
Tot zoover bedoelde bladen.
Hoewel wij meenen de bovenstaande
lijst, nu deze is gepubliceerd door organen,
die tot dezelfde politieke richting behoo-
ren als de kabinetsformateur, aan onze le
zers niet te moeten onthouden, moeten wij
er toch bij opmerken, dat, hoewel meerdere
namen ongetwijfeld juist zijn, omtrent de
aanvaarding van ministerportefeuilles door
andere in dit bericht genoemde personen
nog geen absolute zekerheid bestaat.
Meerdere katholieke bladen hebben gis
teren in denzelfden zin geschreven als wij
naar aanleiding van de rede van den chr.-
hist. leider den heer De Geer.
Ook zij stellen vast, dat de oorzaak van
de oneenigheid in het kabinet, die tot een
kabinetscrisis heeft geleid, niet was gelegen
in het feit, dat de meerderheid de gelden
voor de werkloosheidsbestrijding anders
wilde uitgeven, maar dat de meerderheid,
i n s t r ij d met de tot dan toe gevolgde po
litiek, minder wilde besteden voor de
bestrijding der werkloosheid, dan de min
derheid de katholieke ministers ver
antwoord achtte.
De beste weerlegging van het betoog is
ongetwijfeld het eenvoudig afdrukken van
den tekst van het communiqué, hetgeen we
bij dezen doen:
„Bij de besprekingen over het voor
ontwerp van de begrooting voor 1940. welke
ten doel hadden tot een beperking van het
te verwachten tekort te geraken, is in het
kabinet over de wijze, waarop dat doel ware
te bereiken, geen overeenstemming verkre
gen. In het bijzonder is zulks gebleken bij
de beraadslagingen over de wijze, waarop
op de kosten ter bestrijding van de werk
loosheid en hare gevolgen een grootere
vermindering beneden het eindcijfer der
begrooting 1939 zou kunnen worden be
reikt. Tegenover het door een deel van het
kabinet ingenomen standpunt van handha
ving in de begrooting 1940 van de tot nog
toe gevolgde werkloosheidspolitiek, waren
andere ministers van oordeel, dat wijziging
van de tot nog toe met gemeene instem
ming ter zake getroffen of voorgenomen
maatregelen met het oog op hunne beoor
deeling van den financieelen toestand nood
zakelijk moest worden geacht en derhalve
geoorloofd was".
DR. COLIJN GESLAAGD
De regeeringspersdienst meldde heden
morgen 12 uur:
Dr. Colijn heeft de hem verstrekte
opdracht tot vorming van een kabinet
aanvaard.
Dit beteekent, dat men spoedig de mede-
deeling omtrent de formatie van het nieu
we Kabinet kan verwachten.
JAPANSCHE KABINET STEMT IN MET
OVEREENKOMST TÜSSCHEN CRAIGIE
EN ARITA.
TOKIO, 2 Juli. (A.N.P.) In een bui
tengewone vergadering heeft het Japan-
sche kabinet ingestemd met de beginselen,
welke gisteren tusschen Arita, den minis
ter van buitenlandsche zaken, en Craigie,
den Britschen ambassadeur, zijn overeen
gekomen.
Semi-officieel wordt nog gemeld, dat
Arita in de kabinetsbijeenkomst verklaard
heeft, dat de voornaamste eischen van Ja
pan betrekking hadden op de Britsche er
kenning van alle maatregelen, welke het
Japansche leger krachtens zijn verrichtin
gen moet uitvoeren. Verder zou Engeland
alle maatregelen of handelingen moeten
nalaten, welke Japan ten nadeel of zijn te
genstander in China ten voordeel zouden
kunnen zijn.
Engeland zou alle Japansche eischen be
treffende de principieele kwesties in ver
band met Tientsin hebben aangenomen,
waarmede de weg is vrijgemaakt voor de
bespreking der speciale op Tientsin betrek
king hebbende vraagstukken.
DE PRIJS, WELKE ENGELAND
BETAALDE.
Britsche steun aan Chineesche dollar
ingetrokken?
LONDEN, 22 Juli. (A.N.P.) Volgens
den politieken correspondent van de „Fi
nancial News" zal de Britsche regeering
haar onlangs gegeven steun aan de Chinee
sche valuta weer intrekken. Volgens ver
onderstellingen, welke gisteren in Londen-
sche diplomatieke kringen wijd verspreid
waren, zou dit, naar men gelooft, de eerste
stap zijn in de nieuwe politiek in het Verre
Oosten, welke de Britsche regeering thans
onder druk van Tokio gaat voeren.
In Britsche politieke kringen is het ge
rucht, dat de steun aan den Chineeschen
dollar wordt ingetrokken, algemeen ont
vangen als een nieuw getuigenis van de
verandering in de Britsche politiek, en in
verscheidene invloedrijke kringen, zoo
vervolgt de „Financial News", wordt dit
met groote bezorgdheid beschouwd.
Een parlementslid, die de Chineesche si
tuatie uitstekend kent, verklaarde den
correspondent van het blad, dat de intrek
king van den Britschen steun aan de Chi
neesche valuta een noodlottige uitwerking
zou hebben niet slechts op de vooruitzich
ten voor China zelf, doch ook op de voor
uitzichten voor den Britschen handel in
China. Aangezien een hechte valuta ovèr-
eenkomst met Japan ontbreekt, was hij
van meening, dat de geheele Chineesche
buitenlandsche handel, incl. die van Groot-
Brittannië, in de handen van Japan zou
vallen, na de ineenstorting van de Chinee
sche valuta.
Over het algemeen was men in politie
ke kringen van meening, dat indien dit de
prijs is voor een regeling van het geschil
om Tientsin, deze prijs te hoog was.
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
BERLIJN. Een ambtenaar van het
Duitsche propaganda-ministerie heeft
de dagelijksche persconferentie voor de
buitenlandsche pers gezegd, dat Hitier ab
soluut Dantzig wil hebben, maar dat ook
absoluut lang vredelievenden weg wil be
reiken. De ambtenaar heeft niets nieuws
gezegd, want dat dit het standpunt is van
Duitschland is algemeen bekend; het
komt er maar op aan, wat Duitschland
doen zal, als het Dantzig niet op vreed
zame wijze kan krijgen. Toch heeft deze
verklaring de aandacht getrokken, omdat
tot nu toe een dergelijke verklaring van
officieele zijde in dusdanige duidelijke be
woordingen vervat, nog niet was gelegd.
Van den anderen kant is het duidelijk,
dat met deze verklaring de toestand niet
gewijzigd is en ook niet gewijzigd kan
worden, zoolang de Duitschers op het
standpunt blijven staan, dat zij Dantzig
moeten hebben en zoolang Polen op
het standpunt blijft staan, dat het dat
nooit zal dulden.
De algemeene opinie der Engelsche bla
den is danook, dat de gisteren afgelegde
verklaring van den woordvoerder der
Duitsche regeering geen wijziging ge
bracht heeft in den toestand te Dantzig.
De „Daily Telegraph" schrijft: Het is te
vroeg om beteekenis aan de verklaring
te hechten. Indien Duitschland geen oor
log over Dantzig wenscht, heeft niemand
anders eenige reden om er een te wen-
schen of te verwachten. De redenen voor
de verklaring van gisteren blijven duister.
Indien zij beteekent, dat Duitschland be
sloten heeft een begin te maken met de
vermindering van de spanning en
Duitschland alleen kan daartoe het initia
tief nemen dan goed en wel, maar hier-
De bouwwerken
van den Bisschop
Den laatsten tijd staat het werk van den
Kardinaal van Parijs, Z.E. Mgr. Verdier
in het teeken der belangstelling.
De Katholieken van het Haarlemsche Dio
cees kennen den nood van onze bestaan
de kerken en ze beseffen, dat er nieuwe
kerken gaan ontbreken.
Zoo is het meeleven met eigen geschiede
nis en lot een aanleiding, om toestanden,
die met de onze overeenkomst vertoonen,
nader te bezien, en te zoeken, of de op
lossing, die anderen, hier Kardinaal Ver-
dier brengn, ook ten cnzent geen verlich
ting en uitkomst zou kunnen brengen.
Dat die belangstelling er is, blijkt uit het
Comité dat in ons Bisdom werkt voor de
tot standkoming van het „Bisschopsfonds".
„Is dat werk van Kardinaal Verdier niet
iets voor onzen Bisschop?" „Kunnen we
dat ook niet in ons Bisdom opzetten?" Deze
en dergelijke vragen worden aan het Co
mité gesteld.
We willen op deze vragen, die van be
langstelling maar ook van hulpvaardig
heidszin getuigen, gaarne een antwoord
geven.
En dan zouden w\j willen zeggen: onze
Bisschoppen zijn er practisch al lang mee
bezig maar het is voor hen veel moeilij
ker dan voor den Parijschen Kardinaal.
Reeds Monseigneur Callier richtte het
Liefdewerk der Arme Parochies op en tien
tallen pastoors, die van hem en zijn opvol
gers de opdracht kregen om een nieuwe
parochie te stichten, zijn het Haarlemsche
Diocees rondgetrokken om het geld voor
hun nieuwe kerk bijeen te bedelen.
Het is niet na te gaan hoeveel de katho
lieken van ons Bisdom aan die bedelende
priesters hebben geschonken! Maar het is
een respectabel bedrag dat voor de vrij
gevigheid der Par ijzenaars en Franschen
niet behoeft onder te doen.
Monseigneur Callier consacreerde ruim
tachtig kerken, Monseigneur Aengenent
vier en vijftig, verreweg allemaal nieuwe
kerken, en het daarvoor benoodigde geld
werd grootendeels geleend en geschonken
door de geloovigen, die in 1939 nog niet
het aantal van één millioen hadden be
reikt.
Ook in ons Bisdom werden parochieker
ken aangetroffen die geheel onderhouden
werden en wat rente en aflossing betreft
ook werden verzorgd door een bevolking,
die voor meer dan 85 pet. behoorde tot de
arbeidende klassen en die nu nog ondanks
alle werkloosheid hun uiterste best doen
alle verplichtingen na te komen.
Men spreekt zeer dikwijls over het onge-
loovige Frankrijk en het ongodsdienstige
publiek van Parijs, maar zij, die de Fran
schen en de Parijzenaars kennen, weten
heel goed dat ze allen au fond katholiek
zijn en dat een beroep, gedaan op hun wel
dadigheid ten bate van goede doeleinden, al
tijd een ruim antwoord vindt.
Als wij dan ook hooren, dat de Kardi
naal in een paar uur tijd twintig millioen
francs (één millioen gulden) kan leenen
voor zijn „Oeuvre des Chantiers" dan is
dat het beste bewijs, dat het met Frank
rijk nog niet zoo miserabel staat als men
wel wil doen gelooven.
De Kardinaal gaf deze leening uit in
kleine coupures van 1000 francs (vijftig gul
den) en renteloos.
Bij de rentelooze stukken die thans ge-
op moet de rest van de wereld blijven
wachten.
En wat zeggen de Duitschers er zelf
van?
De „Deutsche Allgemeine Zeitung"
schrijft: „Het Duitsche volk in Dantzig en
in het Rijk is er diep van overtuigd, dat
hier geen sprake is van een oorlogskwes
tie, doch van een harden strijd om het
recht, welks natuurlijk resulteat slechts
de Duitsche oplossing kan zijn en geen
andere. Niet Duitschland heeft om Dant
zig gemobiliseerd, doch Polen, niet
Duitschland heeft van een onvermijdelij-
ken oorlog gesproken, doch Engeland en
Frankrijk. De Duitsche politiek is niet
wankel en behoeft niet op het kleinste
punt herzien te worden."
De „Boersenzeitung" schrijft: „Evenals
het vorige jaar, toen hetging om de oplos
sing van de Tsjecho-Slowaaksche kwes
tie, wordt Duitschland belasterd en wor
den de dingen zoo voorgesteld, alsof het
van ons afhangt of de wereld een oorlog
tegemoet gaat, of dat de vrede behouden
blijft."
Hieruit blijkt wel, dat niets veranderd
is in datgene wat het voornaamste is, nl.
in de Duitsche mentaliteit. Wat wij wil
len is per se recht en wie niet geeft wat
wij eischen doet per se onrecht en be-
deigt „dus" den vrede!
TOKIO. Uit Tokio wordt gemeld, dat
Engeland een belangrijke concessie heeft
gedaan aan Japan. Het zou de Chineesche
financieele politiek niet langer steunen.
Indien dit juist blijkt, heeft Japan een
belangrijk succes behaald en beteekent
dit een gevoelige slag voor Tsjang Kai
Sjek.
schonken worden voor het „Bisschops
fonds" treffen we stukken aan ook van ren
telooze leeningen, ook in kleine coupures
en wel van een rijksdaalder, van vijf en tien
gulden.
We zien hieruit, dat dit idee hier al vroeg
werd toegepast en onder onze katholie
ken graag werd geaccepteerd.
Immers het gaat met deze kleine coupu
res zeer dikwijls zoo; als het op uitbeta
len aan komt dan wordt dat rijksdaalder
tje wel geschonken, van die vijf gulden valt
ook wel wat af en dat tientje wordt ook
niet heelemaal gaaf weer mee terug geno
men.
Diezelfde berekening maakt kardinaal
Verdier, naar wij meenen, ook wel!
Twee factoren zijn er, die het werk van
den kardinaal buitengewoon bevorderen,
twee factoren, die wij hier in ons bisdom
zoo goed als geheel missen.
Vooreerst het bouwen is er veel goedkoo-
per en er is ruim en royaal medewerking
van de gemeente Parijs, om andere instan
ties nu maar niet te noemen.
Zoo doet men in Parijs.
Kerken bouwen ziet men daar niet al
leen als een religieus belang, men ziet ook
het sociale belang, dat er in gelegen is, als
werkverruiming en werkverschaffing.
Zoo doet en zoo denkt met in Parijs.
En hier?
In verreweg de meeste gevallen vindt de
bisschop weinig of geen medewerking van
verschillende instanties.
Grond cadeau krijgen van een gemeen
te of deze op zeer gemakkelijke condities
in erfpacht nemen behoort tot de zeldzaam
heden van de witte raven.
Verder, als er uitbreidingsplannen wor
den gemaakt en in overeenstemming daar
mee een kerk gebouwd, dan gaat, als de
kerk klaar is, de uitbreiding voor de helft
niet door en zit de arme pastoor met een
te groote kerk en te kleine parochie, die
zeker de kosten niet kan opbrengen.
Dan hebt u nog de schoonheidscommis
sies, die een bouw duurder kunnen maken
door de eischen die ze stellen.
Zoo zijn er nog heel wat meer voorbeel
den op te sommen, die het bouwen van ker
ken moeilijk en tijdroovend maken.
En als er ergens een gemeente is in
ons land, die een onnoozele 10 pet. bij
draagt in den bouw van een kathoileke
kerk dan gaat heel het gedeelte van Ne
derland dat niet katholiek is omhoog!
Ziedaar de redenen waarom in ons Bis
dom kerken bouwen zoo duur en zoo moei-
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Een Duitsche verklaring omtrent Dant
zig. (2de Ibladi)
De Britsch-Japansche onderhandelingen
te Tokio. (2de en 1ste toladi).
Generaal Queipo de Llano in ongenade.
(2de -blad).
Roosevelt over de neutraliteitswetgeving.
(2de blad).
Binnenland
Dr. Colijn zal spoedig gereed zijn met de
formatie van een nieuw kabinet (1ste blad).
De Tweede Kamer over de vestigingswet
kleinbedrijf (2de blad).
Belangengemeenschap Amsterdamsche
Bank N.V. en Rotterdamsche Bankvereeni-
ging N.V. (1ste blad).
lijk is, ziedaar de reden waarom verschil
lende parochies op hooge lasten raken.
Het is nu eenmaal zóó, dat wij katho
lieken grootendeels op ons zelf en alleen
op ons zelf zijn aangewezen.
Wij wenschen Kardinaal Verdier met
zijn prachtigen arbeid het grootste succes
toe.
Van harte hopen wij, dat dezelfde mede
werking, die hij heden ondervindt moge
voortduren.
Voor ons katholieken van Haarlem moge
het een aansporing zijn nog krachtiger ons
aaneen te sluiten om wat we bezitten te
bewaren en wat we noodig hebben en moe
ten bouwen zelf bijeen te brengen.
Medewerking heeft de Bisschop noodig.
Zij komt lang niet van alle kanten waar
van ze verwacht kon en mocht worden!
Maar Haarlems Katholieken schoten in
die medewerking nooit te kort.
Zij zullen het ook niet doen in de toe
komst.
H.SONDAAL, Pr.
Dr. W. D. v.VV ijngaarden
benoemd tot directeur van
het Rijksmuseum van
Oudheden
Als opvolger van Dr. Holwerda als di
recteur van het Rijksmuseum van Oud-
helen te Leiden is benoemd Dr. W. D. van
Wijngaarden, die sinds Decemiber als waar
nemend directeur was aangewezen, na
reeds vele jaren conservator der Egypti
sche afdeeling van dit museuim geweest te
zij®. Hij is dan ook geen vreemde in deze
schatkamer der oudheid en uiteraard zal
dit niet anders dan ten goede komen aan
deze instelling, die in haar soort de belang
rijkste is van het geheele land. Weten de
Leidenaars wel, dat er, niet het minst door
gebrek aan belangstelling va® him kant,
ernstig sprake van is geweest, het geheele
museum naar Amsterdam over te brengen?
Met Dr. van Wijngaarden is weer een
Egyptoloog het hoofd geworden van een
museum, dat naast de zeer belangrijke
Egyptische verzameling nog vele andere
telt: praehistorisch Europa, Nederland,
Griekenland, Italië en Voor-Azië. Is er daar
door een groote veelzijdigheid, van den an
deren kant bezit het museum echter ook
een tweeslachtig karakter: de meeste Egyp
tische en een. groot deel der Grieksch-Ro-
meinsche voorwerpen zijn kunsthistorisch
zeer belangrijk, van b.v. het gros der Ne
der Landsdhe afdeeling geldt dit niet. Daar
ligt het zwaartepunt in het kultuurhisto-
risohe belamg, of anders gezegdi in dat
gene, wat deze soms ruwe, onbeholpen over
blijfselen ons leeren. omtrent de uiterlijke
beschaving, of het giemis daarvan, bij de
toenmalige bewoners van ons vaderland.
Deze vaak armoedige resten hebben den
leek op dit gèbied soms weinig te zeggen,,
en daarom zijn er foto's, plattegronden en
nnaquetten geplaatst, diie de taak der rond-
gidsende dames tenminste eenigszins ver
lichten. Zoo tracht de nieuwe tijd aan
nieuwe eisdhen tegemoet te komen, maar
imet dat alles wordt de taak van een mu
seumdirecteur er niet lichter om.
Dr. van Wijngaarden gefo. 26 Juni
1893 te Nieuw-Amsterdam (gem. Emimen)
bezocht het Stedelijk Gymnasium te
Leiden van 19061912, daarna de theolo
gische faculteit van de Leidsche Universi
teit en promoveerde in 1925 op een oud
testamentisch proefschrift, waarin hy de
positie der Israëlitische vrouw in den tijd
na de Babylonische gevangenschap onder
zocht. Meerdere van zijn latere geschriften
behandelen dan ook onderwerpen, waaruit
eens te meer blijkt, dat de Egyptologie ook
een hulpwetenschap der Bijibel1 wetenschap
is, b.v. Het monotheïsme van Amenhotep
IV en het Oud-Israëlietische monotheïsme,
De weg, dien de Israëlieten volgden hij hun
uittocht uit Egpybe, Het boek der wijsheid
van Aimenemope. Tevens schreef hij twee
deelen (XII XIV) in de groote, ons door
het buitenland benijde publicatie van het
museum en trachtte hij nog onlangs de be
langstelling te stimiuleeren door zdjn hier
besproken Meesterwerken der Egyptische
kunst te Leiden. Bovendien heeft hij vele
lezingen gehouden in de serie, die eiken
winter door het museum worden georga
niseerd, terwijl hij voor enkele jaren de
leider was van een wetenschappelijke reis
naar Egypte.
Dr. van Wijngaarden is sedert 1 Aug.
1922 verbonden aan het Rijksmuseum, eerst
als wetenschappelijk assistent en daarna als
conservator. Na voltooiing van zijn studie
te Leiden studeerde hij van 19191C-20
aan de Friadrich-Wilhelm-Universiteit te
Berlijn en van 1920 tot 1922 was hij pre
dikant bij de Ned. Herv. gemeente van
Reeuwijk.
Moge het museum onder zijn nieuwen di
recteur een nieuwen bloei tegemoet gaan