[De Liturgie der Kerk ZATERDAG 15 JULI 1939 OE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 in terparochie el e st. josephsgezellen vfreeniging te leiden DE FAMILIERAAD. Woennsdag 12 Juli hielden wij familie raad. Wat wij daaronder verstaan zal voor ieder Gezel wel duidelijk zijn. Al degenen, die een verantwoordelijke taak hebben, lei ding moeten geven in het Gezellenwerk, behooren tot de genoodigden. Leden van de Raad van bestuur, commis sarissen van de gehuwden en de Gezellen, bestuursleden van de onderafdeelingen en ook Kolpingslijfwachters waren aanwezig. Het is een zeer belangrijke bijeenkomst, waarop een overzicht wordt gegeven van den stand van zaken en de pannen wor den ontvouwd voor het komende seizoen. Het kan zijn nut hebben hier heel in het kort een overzicht te geven van het afge- loopen vereenigingsjaar. ACTIE NIEUWE LEDEN. Met groote activiteit werd deze actie aangepakt door de commissaris sen; het resultaat was 50 nieuwe leden. In den loop van het jaar gingen enkele leden, doordat zij in huwelijk traden of den leef tijd van 25 jaar bereiken, over naar den R.K. Volksbond, anderen verloofden zich en meenden daarin een vodoende reden te vinden om hun standsorganisatief te ver laten, ook enkele jongeren gaven al spoe dig het lidmaatschap op. Op het oogenblik telt de Gezellenvereeniging in de afdeeling ongehuwden 180 leden; gehuwden en bui tengewone begunstigers tellen te zamen 110 leden. STAND DER CLUBS Retraite en recollectie. In naam hebben wij altijd nog 70 leden. Aan de retraite na men dit jaar deel 20 Gezellen; de recollec tie werd bezocht door hooguit 20, soms slechts 15 man. De stand van deze zoo nut tige onderafdeeling stemt niet tot tevreden heid en moet in het komende jaar beter worden. Kern-formatie. De kern werd zeer goed bezocht; daaraan namen deel, de commis sarissen, de Kolpings-lijfwachters, de vroe gere Paladijnen en ook enkele Gezellen. In het komende jaar houden wij weer om de 14 dagen onze bijeenkomst en wij rekenen dan weer op allen. Iedere Gezel is van har te welkom. St. Petrus-liefdewerk. Het St. Petrus-lief dewerk telt 180 leden. Ondanks de moei lijke tijden kunnen wij tevreden zyn over het aantal leden. Jaarlijks kunnen wij onze verplichtingen voldoen. Onze bescherme ling stuurt ons zoo nu en dan een brief, welke wij steeds in de „Leidsche Courant'' hebben gepubliceerd. Kolpingslijfwacht. Het aantal K.L.'ers is tharts 0; een kleine vooruitgang dus; bin nenkort zullen nog een paar leden toetre den. Wij zijn tevreden, al zouden wij gaar ne dit keurkorps aanmerkelijk zien uitge breid. Spaarkas. De spaarkas loopt steeds ach teruit. Bedroeg het aantal spaarders ver leden jaar nog 40, thans is de spaarkas teruggeloopen tot 25 spaarders, waarvan 11 onderafdeelingen. Jammer; wij begrijpen, dat de tijdsom standigheden daaraan niet vreemd zijn, ve len verkeeren jammer genoeg in de onmo gelijkheid om te sparen; maar er zullen er toch wel meer zijn dan 14. Bij sommige Ge zellen bestaat er een zeer gemakkelijke op vatting: geen zorgen voor morgen, komen die tijden, dan komen die plagen. Wie geeft zich op om te sparen, het is in uw eigen belang. Tooneel. In de laatste jaren gaat het met deze onderafdeeling niet naar zin. Een paar oude krachten houden de tooneelclub nog in stand. Leiding ontbreekt. Het komende jaar moet dit anders worden. Wij hopen te slagen met een nieuwe regisseur en ver trouwen, dat jongeren zich zullen opgeven als lid en dan ook trouw hun verplichtin gen zullen nakomen. Ziekenfonds. Het ziekenfonds werkt prachtig. Menigeen, die door ziekte of on geval werd getroffen, heeft in de afgeloo- pen jaren mogen ondervinden het nut van deze instelling. Ook enkele Gezellen traden toe tot dit fonds, mogen meerdere Gezellen gaan begrijpen, dat het ziekenfonds ook hen van pas kan zijn. Muizekgezelschap. Het muziek-gezelschap heeft een moeilijk jaar medegemaakt, ver anderde van dirigent, zag enkele leden ver dwijnen, maar wist door toetreden van nieuwe leden haar aantal op 12 te behou den. Wij mogen tevreden zyn. Zangclub. De zangclub heeft het hard te verantwoorden; het aantal leden liep terug tot 14, en kwamen deze leden nu maar trouw op de repetities, dan zou het werken voor dirigent en bestuur niet zoo veront- moedigend zijn. De oude leden komen voortaan op de re petities en nieuwe leden melden zich aan. Kempermanfonds. Het Kempermanfonds was niets meer, is nu weer iets geworden en wij hebben het volste vertrouwen, dat met de reorganisatie dat iets zal uitgroeien tot heel veel. Wij hebben het hard noodig. Tafeltennis. De tafeltennis-club geniet de belangstelling van een 20 Gezellen. Trai ningsavonden, onderlinge wedstrijden, com petitie en tournooi werden gehouden. In 'het komende jaar maar weer flink aange pakt. Biljartclub. De biljartclub is onze jong ste onderafdeeling. Dit jaar werd door en kele Gezellen gevraagd opnieuw over te gaan tot de oprichting. Zij telt nu 14 leden. Te kort is nog haar bestaan om iets mede te deelen; wij wenschen deze onderafdee ling een goed jaar toe. Denkt er aan de echte Gezellen-geest ook in deze onderafdeeling te bewaren. Schaak- en damclub. Op Donderdag avond hield deze club haar avond om te traiinen onder leiding van den heer Vol ders. Er bestaan geweldige plannen voor het komende winter-seizoen. Het bestuur zal hard moeten aanpakken. Kegelen. lederen Zaterdagavond kan men hen vinden in onze kegelbaan; het zijn er 10 van de afdeeling gehuwden, die, ter wijl andere kgelclubs in de stad kwamen en verdwenen, trouw in goeden geest jaar in jaar uit doorkegelen. Wanneer volgen de jongeren dit voorbeeld. Bibliotheek. Het aantal lezers vermin derde, een 25 jongens kwamen geregeld boeken halen van onze biblotheek. Wij zul len in dit jaar het aantal lezers trachten op te voeren. Onzen lezerskring is beperkt, Gezellen en Kruisvaarders kunnen bij ons boeken halen. PLANNEN VOOR HET KOMENDE SEIZOEN. Met September begint het nieuwe sei zoen. De verplichte bijeenkomsten zijn veran derd. De Gezellen ij afdeeling zal in 2 groe pen worden gesplitst, de ouderen van 21 25 jaar en de jongeren van 1721. De eer ste Maandag van de maand komen de oude ren bijeen, op de eerste Dinsdag de jonge ren. Deze bijeenkomst is verplichtend, wij willen immers alle Gezellen bereiken. Te voren wordt een convocaat thuisbezorgd en bij verzuim wordt u een kaart toegezonden. Bij herhaling van verzuim zonder reden zal schorsing volgen. Een en ander zal nog wel worden medegedeeld. ONS ZOMERFEEST. Op 3 September massale uittocht van de St. Joseprsgezellen. Allen gaan mede naar de Drakenburg bij Hilversum. Een zeer mooie bijeenkomst, waar geen goede Gezel mag ontbreken. De Jonge Werkman uit de andere bisdommen en de St. Josephsgezel- len uit ons bisdom komen daar tezamen. Bij de Arbeiders-Jeugd-Enquête heeft de St. Josephsgezellen zeer goed haar best ge daan. De resultaten hiervan worden op deze bijeenkomst bekend gemaakt. Een vorige maal hebben wij u het program reeds medegedeeld, het ziet er keurig uit. Met autobussen gaan wij er heen, de kos ten bedragen slechts 1.25, voor 1 Augus tus moet men zich hebben opgegeven (dit is noodig om voldoende en goed materiaal te bekomen, 3 September is nog in het druk seizoen). Commissarissen zullen hard moeten wer ken, want dit zomerfeest moet een succes worden. VRIENDSCHAPPELIJKE REVANCHE WEDSTRIJD. St. Jos. Sch.cl. W'mond. R.K. Gez. Sch.cl. „De Raadsh.". P. SchakenbosJ. M. Volders 01 Th. v. d. ZalmTh. Varkevisser VSYi Th. v. d. ZalmTh. Varkevisser yz W. WelsinkC. Bolderbeek 01 P. v. d. KerkhofC. v. d. Meel 10 N. v. ElburgS. v. d. Aar 0—1 J. SchakenbosH. Key 01 J. cv. Tongeren—A. Heykoop 0—1 A. v. Tongeren—P. Ouwerkerk 1—0 3—6 ROOMSCHE OVERHEERSCHING? Wij beleven eigenaardige toestanden. Zien we naar het buitenland, dan is er oorlogs dreiging en in brutale leugentaal zijn som mige staatshoofden er op uit den tegen stander naar omlaag te duwen. Voorheen waren het nog zakelijke aanvallen, nu zelfs persoonlijke afkammerij. En in ons eigen kleine landje is naast het oorlogsge vaar nu nog een „roomsch gevaar" geko men, dat van binnen uit gevaar schijnt op te leveren voor rust en welvaart. Nu moeten wij den nadruk leggen op schijnt enschijn bedriegt. De niet-ka- tholieken behoeven geen vrees te hebben voor een eventueele roomsche overheer- sching, vanuit het buitenland niet en van uit eigen land niet. Wat nu ons eigen land betreft, het heeft zijn nut feiten te zien en tendensen te peilen. En wat de feiten betreft, moet men het katholieke volksdeel niet voor „Jan Sul"' aanzien. Zijn wij er goed voo& met ruim vijftig procent de scholen te be volken en de garnizoens te vullen, dan volgt daaruit, dat we ook onze eischen hebben; per accidens kunnen dat katholie ke eischen zijn, per se (dus op zich) zijn het nationale eischen, in 't belang van het volk. Als groeiend, gezond deel van het Nederlandsche volk, zijn de katholieken op weg veertig procent van de totale bevol king te gaan uitmaken. Is daar iets op te gen? De katholieken zijn toch geen min derwaardigen? Maar dan hoor en wy ineens het woord: inquisitie. Het is ons onbegrijpelijk, dat sommige niet-katholieke kringen dit woord durven bezigen. Het is een totaal ver draaien van de feiten, die ten nadeele zijn juist van de niet-katholieken. Wij hebben er geen behoefte aan te wijzen op kerk roof en priestermoord, op broodroof en schuurkerk, omdat wij weten hoe in pro- testantsche kringen men zich schaamt over dien donkeren tijd tot 1853. Doch dan moe ten nu niet verhalen opduiken vol perti nente leugens, want dan, over de feiten heen, belanden we bij de tendenzen. De tendenzen van het anti-papisme zijn HET RIJKE LEVEN VAN DEN LANGE- WEGSCHEN MISSIONARIS IN HET HOOGE NOORDEN MGR. SNOEYS. Op zijn ouden dag tot pastoor van Noor wegens grootste katholieke Parochie, Oslo, benoemd. Acht en dertig jaar geleden is een jong priester van Langeweg, uithoek van het landelijke Brabantsche Terheyden, vol idealen naar de Missie van Noorwegen ver trokken. Jong, moedig, krachtig, geestelijk sterk gewapend tot den strijd, heeft de Zeereerw. heer H. Snoeys blijde vaderland en familie verlaten om zich op het uitge strekte arbeidsveld der Missie van het Hoo- ge Noorden verdienstelijk te maken. Thans, acht en dertig jaren later, nu het hem rij kelijk vergund zou mogen zijn in een kal- men levensavond op zijn rijk en werkzaam leven terug te zien, is hij even naar het vaderland teruggekomen om er bij goede vrienden eenigen materieelen steun te zoe ken voor den nieuwen zwaren arbeid wel ke hem op de schouders is gelegd, nl. voor de zooveelste maal pionierswerk te verrich ten in den Noorschen Wijngaard des Hee- ren, thans in de grootste Noorsche parochie, Oslo, welke de onlangs overleden Mgr. Ir- gens hem heeft nagelaten. Mgr. Snoeys (Monseigneur, want bij zijn 25-jarig Priesterfeest onderscheidde de H. Vader hem met dezen titel) is even op ons bureau komen aanloopen. Ook in Noorwe gen vernam hij van de werking van het K. N.P. en wilde er gaarne persoonlijk nu eens mede kennis maken. En zoo zat hij voor ons.... niet een flinke, stralend gezonde boerenzoon uit den Langewegschen pol der, maar een door zorgen en arbeid getee- kende grijsaard, wien een hartkwaal het ademen en loopen bemoeilijkt, iemand, die wetenschappelijk al acht jaar dood zou moeten zijn, want toen reeds verklaarde de dokter zijn dood aanstaande. Deson danks zit hij daar voor ons en al moge dan het lichaam tekort schieten, de geest kracht, de levenswil en dadendrang stra len u nog tegen uit een paar levendige oogen, die, gewend als ze zijn snel situa ties te verkennen, al spoedig ook dit ter rein, dat der katholieke pers, hebben over- schouwd. Want door ons wil Mgr. Snoeys gaarne voor eenmaal nog op zijn ouden dag de Katholieke pers van 't vaderland betrekken in zijn aangelegenheden. Hij houdt de handen open om een aalmoes te ontvangen en de katholieke pers moge aan Nederlandsch katholieken vertellen, dat die aalmoes niet gevraagd wordt om hem den arbeid aangenaam te maken, maar om hem te steunen bij zijn missie- arbeid in een land, waar het modern hei dendom schrikbarend heerscht en waar opnieuw de geloofsijver en de overredende kracht van een modernen Willibrordus noo dig is, om tot nieuwe kerstening te komen. Mgr. Snoeys vertrok in 1901, in een tijd, dat de Katholieke Kerk probeerde haar invloed geleidelijk aan in Noorwegen uit te breiden. Zijn eerste verblijf was Chris- tiaansand om er ten spoedigste de Noor sche taal te leeren. Vandaar vertrok hij naar Hamerfest, de noordelijkste stad van Europa met zijn maandenlangen pool nacht. In 1904 volgde een overplaatsing terug naar Christiaansand waar hij tot 1910 werkte, om in dat jaar zijn parochie te verwisslen voor die van Tromsö, waar hij tot 1923 is gebleven. Wanneer men nagaat, dat in heel Noor wegen slechts 2000 Katholieken zijn, die bovendien nog zeer verspreid leven, dan grof en talrijk. Tusschen Maria Monk en Oss is niet veel verschil en het vuil van nazi-bladen is alleen minder listig dan de gehandschoende taal van sommige groote bladen. De ondergrond is bij allen de zelfde: geen kennis van het katholiek geloof, vol waan over eigen kennis, opge voed met veroordeelen enslachtoffers van den handigen duivel. Christus heeft toch gezegd: „zij zullen u vervolgen, om dat zij noch den Vader, noch Mij kennen". Verwonderen wij ons dus niet over het geen hier mogelijk is. Roomsche overheersching, de gedachte eraan heeft velen kopschuw gemaakt. En waarom? De socialist, de liberaal, de pro testant, wie ook, elkeen kan te weten ko men wat de Katholieke Kerk is en leert. Zijn alle menschen niet hunkerend naar geluk? Zegt het dan niets, dat duizenden tobbers en zoekers juist het geluk vonden in de Kerk? Ja, zeggen de deftige liberale bladen, jullie systeem klopt als een bus, jullie geloof is af, het moet wel een vondst zijn van b.v. de Jesuieten! Och arme, kun nen zij het niet beseffen? De leer der Kerk klopt tot in de finesses, omdat die leer van God is en de volle waarheid inhoudt! Er zullen nog vele vooroordeelen weg te werken zijn. De verhouding tusschen di verse godsdiensten in ons land, de laatste jaren waren jaren van toenadering, zal toch altijd zóó blijven, dat de Moeder-Kerk niet kan afdalen tot van Haar afgeweken en afgekeerde kerken. De anderen zullen moeten komen tot Haar, de anderen zullen hun „mea culpa" moeten stamelen, of zij zullen als droeve consequentie van alle af scheiding ten onder gaan in steeds grootere verdeeldheid. Als men in dit laatste verband wil spreken van „roomsche overheersching" men ga zijn gang. Want op dit punt wijkt de Kerk nooit af van haar Stichter, nooit. Maar als het gaat over sociaal-economisch goed, dan zal met anderen samenwerken mogelijk zijn en is er geen sprake van roomsche baantjesjagerij of heerscherij. S. M. ST. FREDERICUS, BISSCHOP VAN UTRECHT Als niet anders wordt aangegeven da gelijks Gloria, geen Credo. Gewone Pre fatie. ZONDAG 16 Juli. Zevende Zondag na Pinksteren. Mis: Omnes gentes. 2e gebed en laatste Evangelie van O. L. Vrouw v. a. berg Carmel. Credo. Prefatie v. d. Al lerheiligste Drieëenheid. Kleur: Groen. De H. Kerk leert vandaag haar kinderen de vreeze des Heeren. (Graduale). Deze toch moet ons bezielen en ons afkeerig doen zijn van iedere dwaling, welke de valsche profeten van onze hedendaagsche verheidenschte wereld onder allerlei voor wendsels ons voorhouden. Aan hun vruch ten: ontevredenheid, opstand tegen het wettig gezag, haat, onzedelijkheid, kunnen wij hen kennen. (Evangelie). Bidden wij God, dat Hij die profeten verre van ons houde, opdat hun verderfelijke leeringen ons niet schaden en.dat Hij ons verleene tot onze heiliging: het beoefenen van de ware gerechtigheid en het onderhouden van Zijn heilige geboden (Gebed en Epis tel). Wonen wij, bezield met het ernstig voornemen de Wil te doen van den he- melsohen Vader, het H .Misoffer bij, of- feernd met het brood en de wijn verstand en wil. Dan is ons offer Gode welgevallig (Offertorium). Hij zal het aannemen en heiligen, gelijk het offer van den recht vaardigen en offergezinden Abel (Stilge- bed). Het zal voor ons en geneesmiddel zijn (voor onze gebreken (Postcommunio) en ons brengen in de vereischte gestelte nis om met jubelende stem toe te juichen God, groot over de geheele aarde. (In- troitus). MAANDAG 17 Juli. Mis v. d. H. Alexis, Belijder: Os Justi. 2e gebed A Cunctis (om de voorbede van de Heiligen); 3e naar keuze van den priester. Kleur: Wit. DINSDAG 18 Juli. Mis v. d. H. Camillus de Leilis, Belijder: Majorem. 2e gebed v. d H. H. Symphorosa en haar zeven zo nen, Martelaren, Kleur: Wit. Na zijn leven als militair heeft de hei lige Camillus de Leilis zich bijzonder on derscheiden door zijn liefdevol helpen van de zieken, bijzonder van de sterven- kan men zich eenigermate voorstellen, wat het beteekent daar een pastoraat te ver vullen en een vergeten Kerk terug onder het volk te brengen. In Tromsö b.v. begon hij met een schooltje van 7 leerlingen en het kostte enorm veel toewijding om dit te kunnen blijven doorzetten. Toen hij in 1923 deze stad verliet, telde zijn school 45 leerlingen en had hij er een modelschool van gemaakt. Naast de zielzorger was hij hier ook de leeraar. Per week gaf hij bijna 40 lesuren in Fransch, Duitsch, en Engelsch, nog on geacht het onderwijs dat hij aan zijn eigen school verzorgde. Daarenboven moest hij een voortdurenden strijd leveren tegen het moderne heidendom, dat met een dries te vanzelfsprekendheid als de gangbare zede was, want het ziellooze Lutheranisme had zich door de eeuwen heen nog slechts naar het uiterlijk weten te handhaven. Persoonlijke levenshouding en werkzaam heid verwierven er Mgr. Snoeys een ieders achting De Luthersche geestelijkheid respecteer de hem ten zeerste en zelfs de Luthersche bisschoppen achtten het zioh een voor recht met hem te mogen samenwerken. Toen in 1923 de mare van zijn vertrek de ronde deed, was de verbouwereerdhed al gemeen en het gemeentebestuur wendde zich onmiddellijk telegrafisch tot den toen- maligen Apostolischen Vicaris van het Noorsche missiegebied, Mgr. Dr. Jan Olav Smit, om de verplaatsing naar Bergen on gedaan gemaakt te krijgen. Dit mocht ech ter niet baten. Bergen had dezen werker dringend noodig. Men bereidde hem toen van gemeentewegen een afscheid, alsof een koning de stad verliet. Opnieuw begon het pionierswerk in de stad Bergen. Ook hier weer werd het mo dern heidendom benaderd via het terrein van de sociaal-charitatieve actie: hier stichtte hij o.a. een ziekenhuis dat meteen met echt Nederlandsche degelijkheid en reinlheid werd opgezet. Veertig zusters waren er aanstonds werkzaam en bezorg den de inrichting zulk een faam, dat in vijftien jaar later dit ziekenhuis het best ingerichte ziekenhuis van Noorwegen wordt genoemd, waar thans niet minder dan 140 zusters werkzaam zyn. Met dat al was mgr. Snoeys 61 jaar oud geworden; de 38 jaren van ononderbroken den. Tot dat doel heeft hij een Congre gatie gesticht van priesters, de Camil- lianen. WOENSDAG 19 Juli. Mis v. d. H. Vin- centius a Paulo, Belijder: Justus. Kleur: Wit. Vandaag voert de H. Kerk het feest van den grooten en bekenden beoefenaar van de naastenliefde, de H. Vincentius a Paulo. Zijn naastenliefde strekte zich uit over al len, maar uitte zich vooral in de opvoe- din gvan de arme en verlaten jeugd. DONDERDAG 20 Juli. Mis v. d. H. Hie- ronymus Aemilianus, Belijder: Effusum est. 2e gebed v. d. H. Margarita, Maagd en Martelares. Kleur: Wit. Evenals de H. Vincentius is ook de H. Hieronymus Aemilianus een apostel van naastenliefde. Hij trok zich bijzonder aan het lot van de wezen, die hij in door hem gestichte huizen onderbracht en waar hij voor hen zorgde naar lichaam en ziel. VRIJDAG 21 Juli. Mis v. d. H. Frideri- cus, Bisschop en Martelaar: Statuit: 2e ge bed v. d. H. Praxedis, Maagd; 3e A Cunc tis. Kleur: Rood. Fridericus, achtste bisschop van Utrecht, predikte het H. Evangelie onder de Frie zen. Vooral trad hij op tegen de dwaling omtrent het Geheim van de Allerheiligste Drieëenheid. Na de heilige Mis doodelijk gewond, vergaf hij zijn moordenaars en spoorde hen aan te vluchten. Zelf ging hij zijn grafkelder binnen, en, na een her haalde aanbeveling van zijn ziel aan God, stierf hij den 18en Juli 838. ZATERDAG 22 Juli. Mis v. d. H. Maria Magdalena, Boetelinge: Me exspectave- runt. 2e gebed voor den Paus. Credo. Kleur: Wit. IN DE KERKEN VAN DE E.E. P.P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender v. h. Bisdom, behalve: VRIJDAG. Mis v. d. Z. Angelina van Marsciano, weduwe: Cognovi. 2e gebed v d. octaafdag v. d. H. Bonaventura; 3e v. d. H. Praxedis. Kleur: Wit. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. arbeid waren hem niet in de kleeren gaan zitten en het otium cum dignitate kwam in 't verschiet.... totdat het hoog bevel kwam, dat hem aanwees als opvolger van mgr. Irgens in Oslo, in de grootste paro chie van Noorwegen. En weer zal hij beginnen. Veel staat hem te doen, en had hij maar wat geld. het zou hem zeker grootelijks van pas ko men. Dat heeft hij ook met de bisschop pen van Nederland kunnen bespreken, die hem ook gaarne verlof gegeven hebben bij dezen en genen om steun aan te klop pen. Is die steun op haar plaats? Als er iets op de rechte plaats gege ven wordt, dan is dat wel hier. In Noor wegen mag de Katholieke Kerk inderdaad grootsche verwachtingen koesteren. Nim mer was de sfeer zoo gunstig, de achting voor de Katholieke Kerk zoo groot. Zulks is wel op ondubbelzinnige wijze tot uit drukking gekomen bij de Pauskeuze van Pius XII, toen de H.H. Diensten enormen toeloop hadden, en alle dagbladen de preek van mgr. Snoeys in extenso afdruk ten. Luthersche geestelijken propageeren openlijk terugkeer tot de katholieke ker kelijke gebruiken en liturgie. Zij hebben nog een Mis, maar zonder Offerande, Con secratie of nuttiging, ze dragen de katho lieke priesterlijke gewaden, ze kennen weer de liturgie der Overledenen. Bij de groote ramp in Oslo, waar 29 menschen levend verbranden, werden overal in het land in de Luthersche kerken rouwdiens ten gehouden, die de Katholieke doodenli- turgie volgden. Er is een machtig heim wee naar de oude Moederkerk. Luthersche dominé's dolen in een geestelijken doolhof, zoeken den goeden uitgang. Ze hebben reeds een kloosterorde gesticht, de orde van het H. Kruis. Een Luthersche dominé zei zelfs tegen mgr. Snoeys: Mocht een mijner zonen Katholiek priester worden, het ware de gelukkigste dag mijns levens. Of Noorwegen dan ook rijp is voor een breede-missie actie! Dit en meer nog heeft mgr. Snoeys ons verteld. Niet om te pralen, niet om zich te verheffen. Met Sint Paulus mag hij zeggen: Moet er geroemd worden, dan wil ik op mijn zwakheid roemen. Ik lieg niet, dat weet de God en Vader van den Heer Jezus, in eeuwigheid geprezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10