DE ZUID-TIROLERS VAN HUIS EN ERF VERJAAGD Theorie en praktijk „hloed en bodem" Letteren en Kunst DINSDAG 11 JULI 1939 30ste Jaargang No. 9384 3>e Geid&cli£0oii/Ya/nt Bureaux Papengracht 32. m r r* r* T r T H F \T ¥7 H.T HM C T D T1/ T \1 Adv' en Abonn.-tarieven rfe pag H Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. D A Go L A O V CJ O K J_i Mj I. U Ij W Ij W II JVl J. K lli la. lli W Giro 103003. Postbns H, Een Jood onderscheiden! Dit nummer bestaat uit vier bladen. Dr. Colijn en de N. S. B. 't Kan nu duidelijk zijn voor een ieder, dat de kabinetscrisis is uitgebroken over de wetsontwerpen 367 (werken-Westhoff) en 411 (bestrijding jeugdwerkloosheid.) Het eerste ontwerp hadden de ministers Colijn en De Wilde op6 April mede geteekend; het tweede ontwerp had eveneens de mi nisterraad goedgekeeurd en dateert van 10 Mei. Daarna zijn blijkbaar de inzichten van de niet-katholieke ministers in den minis terraad gewijzigd. Dit is de eenvoudige, klare werkelijk heid, waarin de oorzaak van de kabinets crisis voor ons open ligt. En 't is zeker gewenscht, daarop zij 't dan ook bij herhaling de aandacht te vestigen. Natuurlijk staat het „Nationale Dag blad" wéér vooraan onder degenen, die uit de kabinetscrisis een anti-katholiek vuurtje wilden stoken. Had het blad voordien geen enkel goed woord over voor dr. Colijn, bejegende het tot nu toe dr. Colijn op de meest smake- looze en de meest smadelijke wijze, tot diepe ergernis van alle weidenkenden nu is plotseling dr. Colijn de man gewor den, met wie de katholieken geen mee- ningsverschil mogen hebben! In het mee- •ningsverschil tusschen dr. Colijn en de vier katholieke ministers stelt zich het blad on voorwaardelijk en hartstochtelijk aan de zijde van dr. Colijn! Niemand zal aan de N. S. B. mogen ver wijten, dat zij haar anti-katholiek karak ter en anti-katholiek streven verbergt! De Kabinets-crisis Mr. dr. D. A. P. N. Kooien heeft vanmorgen bezoek ontvangen van prof- mr. C. P. M. Romme, minister van So ciale Zaken. Vanmiddag heeft de voorzitter van de Anti-Revoiutionnaire Kamerclub, de heer J. Schouten, een bezoek afgelegd bij dr. D. A. P„ N. Kooien. Bovenstaande mededeeling kan er o.i. op wijzen, dat de kabinetsformateur bezig is de „partijen" in het meeningsverschil, dat in het kabinet is gerezen, bij elkaar te brengen. Als dit waar is en de heer Kooien hierin zou slagen, zou naar onze overtuiging de beste oplossing van de crisis zijn bereikt. DE WERELD IN VOGELVLUCHT LONDEN: Chamberlain heeft zijn ver klaring in het Lagerhuis afgelegd. En hij heeft niet alleen, zooals trouwens alge meen verwacht werd, verklaard, dat En- lanid Polen bij een ingrijpen in Dantzig on middellijk te hulp zou komen, maar hij heeft ook de argumenten van Hitier rustig (maar grondig weerlegd. Natuurlijk wijzen de Duitsche bladen Chamberlain's houding af. En waar deze eerlijke tegemoetkomendheid betoonde, buit de Duitsche pers dit op Duitsche wijze uit. Zooals de Berliner Boersenzeitung doet, diie schrijft: Voor ons beteekenen Cham berlains verklaringen slechts een bevesti ging van ons recht op het Duitsche Dant zig en van het recht der Dantzigers op terugkeer naar het Rijk. Dit recht kan niet worden uitgewischt. Het is als eisch gesteld, en zal, met of zonder Engelands vriendelijke medewerking in vervulling gaan. Merkwaardiger is een artikel, dat de „Pe tit Parisien" publiceert. Het is een artikel van dr. Hermann Rauschnigg, den vroege- ren nationaal-socialistischen president val den senaat van Dantzig en uit dien hoofde leider van de regeering der vrije stad. Dr. Raschnigg, die eertijds medewerker van Hitler was, heeft zijn ambt in November 1934 vrijwillig neergelegd. Hij schrijft o.a.: Er schijnt uit de huidige crisis geen uitweg te zijn, aangezien Hitier de grondige wij ziging, die sedert den vorig en zomer in de politieke situatie is ingetreden, nog niet begrepen heeft. Men moet zich afvragen, hoe het mogelijk is, dat de nationaal-socia- listische Fuehrer, die toch tot dusver in de meeste zijner politieke daden is gebleken een koel en realistisch rekenaar te zijn, die Het besluit van MussoUni en Hitler om de Zuid-Tyro- lers naar Duitschland te deporteeren, heeft allerwege een ver pletterenden In druk gemaakt van (Van een bijzonderen correspondent). WEENEN, 8 Juli 1939. „Geen plek op aarde is zoo schoon Als wat mij Gode gaf ten woon, Mijn land, door de natuur zoo rijk getooid, Tyrol, u zal ik nooit verlaten, nooit!" Tallooze malen hebben wij dat gezon gen, vroeger in onze onbezorgde jeugd, toen het nog een van de vele tientallen liederen uit ons mooie zangboekje was, welke we zongen zonder erbij te denken. Later aan het front, toen onze dagen dik wijls zwaar waren van het heimwee naar onze schoone bergen. Daarna is het een lied van belijdenis geworden, toen het on zalige Versailles-verdrag ons oer-Duitsche Zuid-Tyrol tQewees aan Italië. Hoe hebben we het niet met honderdduizenden gezon gen dien merkwaardigen avond op den Weener Ring, toen het besluit van Ver sailles was gevallen. Was het niet als een eed van trouw welken wij aan onze broe ders van Zuid-Tyrol zworen. Hoe don derde niet onze kreet tegen de palëiz'èn aan den Ring omhoog: „Nie vergessen". Nooit vergeten, dat hier een stuk van ons eigen land, dat hier een stuk van een oer- Duitsch volk in vreemde handen was ver kwanseld. Machteloos stonden we toen, smaad op smaad moest de overwonnen Oostenrijker over zich heen laten gaan, maar één overtuiging behielden we: Vroeg of laat, maar ééns zou Zuid-Tyrol in de groote Duitsche familie wederkeeren. We togen aan den arbeid. In onze Deut sche Schulverein hielden we vast aan Zuid-Tyrol. We zongen ervan, we spraken ervan. Tezamen met de vereeniging voor het „Duitschdom in den Vreemde" heb ben we meer dan vijftien jaar geofferd voor het geheime maar breedvertakte werk om de Zuid-Tyroler jeugd in Duit sche inrichtingen en Duitsche families on der te brengen en ze zoo voor het Deutsch- tum te behouden. Wij kweekten den prach- tigen geest van verzet tegen de veritaliaan- sching, wij vestigden overtuigingen, die niet gebroken konden worden door ker ker of verbanning. En dat Zuid-Tyrol na twintig jaren van Italiaansche propagan da nog in merg en been Duitsch is, is te danken aan het ijveren der Duitsche cul- tureele groepen in Oostenrijk en Zuid- Duitschland. „Dat is natuurlijk een plompe leugen", merkte mij een der weinige verkoopers van buitenlandsche dagbladen aan den Ring op, wijzende op de berichten over het plan van Hitler en Mussolini om de Duitsche bevolking van Zuid-Tyrol naar gebieden in Duitschland te deporteeren. Natuurlijk was dat een plompe leugen. Zooiets kwam ja niet in de verste verte in aanmerking. Hoe verpletterend werkte dan ook niet de mededeeling van Duitsche zijde, dat in derdaad tusschen beide machthebbers een overeenkomst is gesloten, waarbij die de portatie een feit zou worden. De indruk welke dit besluit allerwege maakt, is ge weldig. Men vraagt zich af of men droomt, of hier niet een schandelijke mystifica tie in het spel is. Maar neen,.... het be sluit is genomen. Het wordt reeds uitge voerd. In Weenen zijn groote aantallen Duitschers uit Tyrol reeds gearriveerd Dit is het grootste verraad, dat ooit aan het Duitsche volk gepleegd is. Wat is nu de theorie van bloed en bodem? het voor en tegen afweegt, thans nog niet de fundamenteele beteekenis inziet van de geweldige nationale inspanning van Frank rijk en Engeland. De gevolgen van dit niet- begrijpen dreigen alleszins tragisch te zijn. De vredelievende mogendheden trachten steeds blijk te geven van hun goeden wil tot samenwerking met het pacifistische Duischland. Zij doen aanbiedingen. Doch de ontvangér van deze voorstellen be schouwt ze als teekenen van zwakheid. En dat is juist, waarvan Chamberlain Hitler heeft trachten te overtuigen, in de hoop, dat deze zich bezinnen zou. In het belang van den vrede. Waar zijn de mooie woorden uit „Mein Kampf" nu? Waar is het woord van Hitier dat hij nooit den Duitschen mensch, waar ter wereld ook, in den steek zal la ten? Is dat het loon voor al de ellende, al de vernedering, al de kwelling, welke Tyrol om Duitschlands wille geleden heeft? Is dat het loon voor de Kaisertreue Tyrolerjager, die Italië onder den grooten wereldoorlog hebben staande gehouden aan den Isonzo? Is dat het loon van de jeugdleiders van onderwijzers en onderwijze ressen, van vaders en moeders, die de Italiaansche gevangeniskelders hebben getrotseerd en hardnekkig Duitsch bleven spreken en in het Duitsch bleven onderwijzen? In de Duitsche pers heet het, dat Mus solini aan Duitschland de Zuid-Tyroler te rugschenkt. Zoo durft men dit bedrog nog noemen. Het is niet te begrijpen, dat het mogelijk kan zijn, dat het waarheid gaat worden, dat men den Tyrolers van huis en erf verjagen zal. Zij zijn niet te scheiden van het land waar ze geboren zijn, ze aar den niet in den vreemde Toen bij de tot standkoming van het as- verbond het bevel uit Berlijn kwam, dat in Zuid-Duitschland de actie van de Deut sche Schulverein en van de „Verein für das Deutschtum im Auslande" moest wor den stopgezet, hebben we begrepen, dat wij van Hitier voor Zuid-Tyrol niet veel meer te verwachten hadden. Maar niemand, zelfs de ijverigste nationaal-socialist heeft kunnen denken, dat zulk een vreeselijk be sluit genomen zou worden. Vergeefs heeft Italië geprobeerd dit kern land van het Deutschtum te ver-Italiaan- schen. Bozen werd Bolzano, Sankt Ull rich werd Ortisei, Klausen werd Chiusi, Toblach werd Dobbiaco, Bi'ixen werd Bres- sanon, Tertzig werd Vipitena en het Pustertal werd Valle di Pustrie. Maar elke Tiroler hield het bij het oude vertrouwde Duitsch. Met honderden werden ze ver bannen naar Calabrië. Mannen en jongens werden naar de kazernes in Calabrië ge bracht en mochten de spitsroe loopen in den Abessijnschen oorlog, in de hoop, dat zij daar zouden sneuvelen. De prefect van den Opper-Adigo de Siciliaan Mastromattei dacht den eenen dag na den andere de ver nuftigste denationaliseeeringsmethoden uit. Niets baatte. De Tyroler bleef als honds trouw aan den Duitschen aard. Toen heeft Mastromattei zijn meester Mussolini het vernuftige .plan ingefluisterd: Mussolini •bood bij voorbaat zijn as-genoot de kwitan tie aan „Geef mij Zuid-Tyrol voor goed, ■dan schenk ik u de Zuid-Tyrolers Nu zijn zij voor de keuze geplaatst: naar Duitschland of naar Calabrië. Met bijna 250.000 zullen ze het land der vaderen, het land van Andreas Hofer, van Walter von der Vogelweide hebben te verlaten. Voor 500 millioen zal Italië al den Duitschen eigendom van Duitschland overnemen.... En de Duitsche autoriteiten durven het voor te stellen alsof de uittocht reeds vrij willig zou begonnen zijn, omdat tiendui zend Rijksduitschers reeds aan het bevel zouden gevolg gegeven hebben. Maar zoo zal het niet gaan. Wij laten ons niet levend van onzen bodem sleuren, zoo verklaren de Tyrolers op de bergen en in dalen. Nog liever steek ik mijn boerderij in brand en vlucht met vrouw en kinde ren naar de bosschen. Een ander belooft, dat hij zijn aanranders zal neerkogelen, zoolang hij nog kogels zal hebben De geest der Tyroler-vrijschutters leeft nog. Zetten de as-regeeringen him plan nen door, dan zal hier een bloedig drama zich afspelen. En 't is zeker met het oog daarop, dat, zooals hier heden Zaterdag verluidt, alle buitenlanders thans op stel en sprong het land verlaten moeten. Bij dit verraad zijn geen getuigen noodig! DE UITWIJZING VAN VREEMDELINGEN UIT ZUID-TIROL. De E. N. I. T., het Italiaansche bureau voor toerisme te Amsterdam, verzocht ons mede te deelen, dat de uitwijzing binnen 24 uur van alle vreemdelingen uit Zuid- Tirol (Zie pag. 5) geen betrekking heeft op toeristen. Alleen de vreemdelingen, die in Zuid-Tirol wonen, moeten allen binnen 24 uur dit gebied verlaten. BRITSCH-JAPANSCHE BESPREKINGEN BEGINNEN NIET VOOR MAANDAG. TOKIO, 11 Juli. (A. N. P.). Het ministe rie van buitenlandsche zaken en dat van oorlog zijn het, naar Domei meldt, eens ge worden over de politiek, welke bij de a.s. Britsch-Japansche besprekingen zal worden gevolgd. Echter is niet te verwachten, dat de besprekingen vóór Maandag zullen aan vangen, daar de Japanneezen in interde partementale besprekingen nog technische kwesties moeten regelen. Over de onderscheiding door minister Funk die uiterlijk geen hyper-ar isdhen indruk maakt uitgereikt aan dr. Hirsch- feld, schrijft de „Volkskrant": De Duitsche minister van Economische^ Zaken, de heer Funk, die hier op bezoek is" heeft aan een noenmaal bij den Duitsdhen gezant, dr. Hirschfeld, directeur van Han del en Nijverheid aan het departement van Economische Zaken, namens den Duitschen rijkskanselier het kruis van verdienste der orde van den Duitschen Adelaar met de ster uitgereikt. Op zioh zelf is deze onderscheiding niet van buitengewone beteekenis. Ze behoort tot de internationale hoffelijkheden, die staatshoofden uitwisselen. Maar nu is het merkwaardig, dat het Nationale Dagblad keer op keer heeft ver zekerd, dat de oorzaak der moeilijkheden in het handelsverkeer met Duitschland ge legen is in het feit, dat de Nederlandsohe regeering volhardt in het afvaardigen van den „Jood" Hirschfeld naar Duitschland voor het voeren van handelsbesprekingen. In Duitschland kan men dien „Jood" niet luchten of zien. En een verstandige Neder landsche regeering zou zioh dus beijveren hem te vervangen door een man, die te Berlijn meer persona grata was. Wat zal het N.S.B.-dagblad nu in verband met de aan dr. HirsChfeld toegekende on derscheiding te zeggen hebben? Zal zij minister Funk en den Duitschen rijkskan selier (Hitier) afvallen? Of wat zal ze ver zinnen om den „Jood" een nieuwe opstop per te bezorgen? Misschien dat het „poli tieke katholicisme" minister Funk misleid heeft? Laten we afwachten. EEN BRABANTSCHE SCHILDER. Men schrijft ons uit Den Haag: We hebben hier in 't hartje van de oude stad Westeinde 1, vlak bij den Haag- schen toren een K. R. O.-bureau, dat tevens dienstbaar wordt gemaakt voor an dere goede dingen. Zoo heeft de „Bond Zonder Naam" er wekenlang beslag op gelegd om den vol- ke te toonen, hoe vele en velerlei blijken van sympathie hij uit allerlei oorden ont ving een expositie, welke gestadig veel kijkers trok. Ook heef tde etalage jonge dames ver toond in beeltenis dan die hier niet met K. R. O.-speldjes mochten colportee- ren en deze daarom achter 't raam te koop aanboden. Thans is er een tentoonstelling van wer ken van den Helmondschen schilder Vic tor Jacobs. Was deze tot dusverre een on bekende in de breedere kringen der kunst wereld, hij zal stellig niet onbekend blij ven. Jacobs toch is een rasechte schilder, die dieper zoekt dan de oppervlakte van menschen en dingen. Dit blijkt wel het dui delijkst uit zijn portretten. Achter 't ven ster staat b.v. een geteekend meisjeskopje, „kinderleed" getiteld, dat in ons oog wel een der mooiste stuken van de expositie is. Het huilen staat de kleine nader dan 't lachen en er hoeft ware het een levend kindje nog maar een kleinigheidje bij te komen, of het zal tranen met tuiten stroomen. Een dergelijk moment van kin derverdriet zóó gevoelig te kunnen vast leggen, dit verraadt stellig een ongewoon talent. Er vallen meer van zulke welgeslaagde portretstudies te bewonderen, zoowel in crayon als in olieverf, waarbij telkens des schilders zoeken naar vertolking van ge moedsgesteltenis te erkennen valt. Ditzelfde valt te zeggen van zijn schilde rijen naar de natuur. Ook hierbij is niet het onderwerp de hoofdzaak, maar de stem ming, welke de artist er in waarneemt. Hij schildert een oude huizinge.e maar noemt zijn stuk „De Poort", ongetwijfeld wijl de ze 't meest tot hem sprak van al wat de eeuwen door langs die poort uit en in ging. Hij durft het aan een sobere venster omlijsting te schilderen, in een hoek waar van een groen bloempotje staat, en noemt dat dan „kloosterraam". En waarlijk: deze naam is welsprekend. Wie wel eens een klooster bezocht herinnert zich onmiddel lijk zulke uitkijkjes. Victor Jacobs, dat „kloosterraam" is al verkocht, maar er zal nog wel meer dan al leen de herinnering aan een veelbelovend schilder van u hier achterblijven. NIEUWE CREDIETEN VOOR HET BRITSCHE LEGER. LONDEN, 11 Juli. (A. N. P.). Men ver wacht, dat het ministerie van buitenland sche zaken vandaag een suppletoire begroo ting voor een aanzienlijk bedrag zal pu- bliceeren, om in de loopende behoeften van de legeruitbreiding te voorzien. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Chamberlain's verklaring inzake Dant zig (2e blad). De emigratie der Zuid-Tirolers naar Duitschland (2e blad). De vredesactie van Z. H. den Paus (2e blad). Ciano in Spanje (2e blad). 150 Dooden bij de kruitontploffing in Spanje (2e blad). Nieuwe eischen van Molotov (2e blad). Binnenland De kabinetscrisis. (1ste blad). Steun goedgekeurde pootaardappelcn oogst 19,39. (2de blad). Onderzoek naar de oorzaak van de „IJs- vogel"-ramp. (2de blad). De stand van groenten- en fruitgewas sen. (2de blad). Lelden Resten van den ouden Stadhuisgevel „Oud Leiden" verzoekt om behoud De Vereeniging „Oud-Leiden" heeft on der dagteekening van 26 Juni j.l. een ibrief gericht aan het College van B. en W. van Leidien luidende als volgt: Naar het bestuur van de Vereeniging „Oud-Leiden" van den Voorzitter van Uw College heeft vernomen, is er nog geen be stemming gegeven aan de zandsteanen bouwfragimenten van dien ouden stadhuis gevel, voor zoover deze niet in den her stelden stadhuisgevel konden word'en op genomen. Ondier deze bouwfragmenten bevinden zich fraaie stukken, die uit kunsthistorisch oogpunt van belang zijn om bewaard te blij ven. Ook in het belang van de kennis van het oude Leidsche stadhuis dienen o.i. ver schillende oorspronkelijke beeldhouwwer ken niet verloren te gaan. Wel is waar zijn ten behoeve van den stad huisgevel op loffelijke wijze van verschil lende stukken copieën vervaardigd, doch de origineel© stukken, waarvan er verschil lende behooren tot den gevel van Lieven de Key (1597) hebben daardoor 'geenszins aan waarde ingeboet. De bijgevoegde foto's van enkele bouw fragmenten mogen, naar het 'bestuur ver trouwt, Uw College toonen, dat onder de overgebleven stukken waardevolle beeld houwwerken zioh 'bevinden. Op grond van het boven vermelde ver oorlooft het bestuur zich tot Uw College te wenden met het verzoek de van het oude stadhuis afkomstige bouiwf ragmen ten, die niet in den herstelden gevel zijn opgeno men, voor zooveel van 'belang, voor Leiden te willen behouden door deze fragmenten op de een of andere wijze te bewaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1