RECHTZAKEN Katholieken, boycot LUCHTVAART Militair vliegtuig verongelukt BINNENLAND ZATERDAG 8 JULI 1939 De schepping van Teh Wang. In Azië is een nieuwe staat, de „Vereenigde regeeringen van Meng-Tsjiang" ontstaan, welke de schepping van Teh Wang is. Men hecht er groote politieke beteeke- nis aan. Sinds vier jaar werkt Japan onophoude lijk aan de „geestelijke mobilisatie" van de landen, die aan Noord-China grenzen. Doi- hara, de geniale leider van de Japansche Geheime Dienst, is overleden, zonder dit be langrijke probleem tot een oplossing te kunnen brengen. Zijn opvolger Itagaki heeft zijn werkzaamheden voortgezet. Suc cessen werden door nederlagen afgewis seld. De poging, in Sinkiang een Japansche vazal-staat in het leven te roepen, werd een succes.... voor de Sovjet. De „autonomie" yan Oostelijk Hopei en Tsjahar moest ech ter weer opgegeven worden. Mandsjoekwo vertoont een streven naar zelfstandigheid, dat Tokio ten zeerste verontrust. De Ghi- neesche schijnregeeringen in Peking, Nan king en Kanton bestaan nog slechts op de spitsen van de Japansche bajonetten. Daarentegen heeft Japan in Binnen-Mon- golië zonder twijfel groot succes gehad Een Jaar geleden ontstond daar de „autonome" staat „Meng-Tsjiang", waaraan eenige maanden later de zuiver Chineesche grens gebieden Noord-Shansi en Zuid-Tsjahar toe gevoegd werden Thans is vorst Teh Wang, de leider van de vereenigde Mongoolsche vorsten, benoemd tot president van de „ver eenigde regeeringen van Meng-Tsjiang", terwijl hij bijna tegelijkertijd een crediet van 20 millioen yen gekregen heeft om een Japansch-Mongoolsche maatschappij op te richten, die ten doel heeft de mijnen van Lungyen, die midde nin den nieuwen staat liggen, te exploiteeren Vorst Teh Wang Men moet echter niet denken, dat de nieuwe staat een kunstmatige schepping van Japan is. De Japanners hebben hier niet, zooals elders, een schijnstaat in het leven geroepen, doch zij hebben een zeer geslaag de poging ondernomen, een reeds bestaande beweging in nieuwe, dw.z. Japansche ba nen te leiden. De schepper en leider van deze aanvankelijk noch door China noch door Japan geinspireerde nationalistische beweging is de tegenwoordig 38 jaar oude vorst Teh Wang, die thans op het Aziatische schaakbord een figuur van internationale beteekenis geworden is. Oorspronkelijk was hij de vorst van de Etsin-Gol, een van de 21 rondtrekkende Mongoolsche stammen, die tezamen de in Europa als „Binnen-Mongo- lië" bekende, reeds jaren geleden de half- autonome provincie „van de vereenigde Mongoolsche baniers" vormen. Zijn car rière is die van een uitgesproken selfmade man. De Chineesche gouverneur, die de provincie in den Mandsjoe-tijd bestuurde, verdween in de troebelen der revolutie en de vorsten (krans) waren aanvankelijk wei nig geneigd, hem tegen een heerscher uit hun eigen gelederen te verwisselen. Na een chaos van twaalf jaar werden de vorsten door den burgeroorlog echter wel gedwongen zich meer te vereenigen, om hun zelfstan digheid te kunnen handhaven. Dit was in het jaar 1925. De keuze viel toen op den destijds eerst 24 jaar ouden Teh Wang. Hij was noch de voornaamste, noch de mach tigste, maar hij bezat het voorrecht,, in To kio een zorgvuldige militaire opleiding ge noten te hebben en de ruwe ruiters van de steppen van Mongolië ,die meestal noch le zen noch schrijven konden, hadden voor zijn kundigheden wel de noodige eerbied. De erfgenaam van den Djengïs Khan. Teh Wang was verstandig, taai volhou dend en eerzuchtig. Het losse verbond van de 21 vorsten voldeed hem niet. Maar hij kende ook de moeilijkheden, die hij zou ontmoeten bij de oprichting van een na tionaal Mongoolsch rijk. De Mongolen ver achtten de Chineezen, wier opperheerschap pij zij steeds slechts tegen hun zin dragen het scheppen van een eigen staat steeds hadden. Zij hadder. de van generatie op ge neratie overleverde herinneringen aan den Dsjengis-Khan en aan het Mongoolsche we reldrijk niet vergeten. Zij waren volkomen rijp voor een Mongoolsch nationalisme, maar hun uitgesproken individualistische en anarchistische grondstellingen maakten het scheppen van een eigen staat steeds weer onmogelijk. In Noord-Mongolië hebben militaire krachten en communistische propaganda deze tegenstand overwonnen. De Mongool sche volksrepubliek, die aan Rusland grensde, was een belangrijke machtsfactor geworden. De jonge leenheer Teh Wang verafschuwde haar, maar bewonderde haar ook. Het liefst wilde hij van niemand hudp hebben, noch van Tokio noch van Moskou. Hij sloot nu verschillende pacten met Tsjiang-Tso-ling, den Japanschen generaal Doihara, de Chineesche centrale regeering en werkte tegelijkertijd aan de onafhanke lijkheid van Mongolië. In het begin van 1936 was hij zoover; Binnen-Mongolië pro clameerde zijn zelfstandigheid en de 21 khans kozen Teh Wang tot regent van den nieuwen staat. Maar het tijdstip was ver vroegd; Tokio vreesde de al te sterke zelf- standigheidsdrang van den nieuwen staats- chef en weigerde het Mongoolsche rijk te erkennen. Het compromis. Sindsdien hebben beide landen geleerd. De Japanners hebben een half of geheel zelfstandig Binnen-Mongolië noodig als bufferstaat tegenover de structuur van Noord-Mongolië. Misschien houden ze ook rekening met een „pénétration pacifique" van de Mongoolsche volksrepubliek, welke thans, die uit hun bezit ontzet zijn, niet af- ■keerig zouden zijn van een terugkeer van de Wit-Russische periode. Hierin komen ze KANTONGERECHT ALPHEN AAN DEN RIJN. DE BIOSCOOP OP GOEDE VRIJDAG Voor het Kantongerecht alhier werd gis teren gehandeld de bekende bioscoop kwestie. Zooals men zich zal herinneren was door den heer F. Zaal, concierge van het Nutsgebouw aan den heer W. den Her tog, exploitant van de Luxorbioscoop alhier, tevens bestuurslid van het Nut, gelegen heid gegeven op Goede Vrijdag j.l. een bioscoopvoorstelling te geven, terwijl de heer Zaal in het bezit van een vergunning van de gemeente, afgegeven door den loco burgemeester, was, waarbij echter de res trictie was gemaakt dat hij op Goede Vrij dag geen voorstelling mocht geven. De heel den Hertog had zich op het standpunt ge- plaats geen virgunning noodig te hebben, daar hij in het bezit was van een vergun- ilng als voorgeschreven volgens de bioscoop wet Blijkens de dagvaarding was de heer Zaal, concierge, ten laste gelegd, het toela ten tot het geven van een voorstelling, ter wijl de heer den Hertog was ten laste ge legd het uitlokken van een bioscoopvoor stelling, daarbij misbruik makende van zijn kwaliteit als bestuurslid van het Nut. Ver dachten, hoewel zelf op de publieke tribune in de rechtszaal aanwezig, lieten zich ver tegenwoordigen door den directeur van den Ned. Bioscoopbond, den heer A. de Hoop. Wat verdachte Zaal betrof, merkte de ge machtigde allereerst op, dat deze niets had toe te laten, daar hij concierge was en door een afzonderlijke exploitatiecommissie dus niet het bestuur van het Nut de zaal reeds in 1932 aan den heer den Hertog was verhuurd. Er bestond dus geenerlei verhouding tusschen het bestuurslidschap van den heer den Hertog of het concierge- schap van den heer Z. Ten zeerste ontken de gemachtigde bovendien, dat de heer den Hertog misbruik van zijn bestuurslidschap zou hebben gemaakt. Integendeel, hij had recht als huurder en zelfs meer recht dan de concierge. De ambtenaar overwoog in zijn requisi toir, dat hier twee dingen door elkaar loo- pen; eenrzijds de bioscoopwet en ander zijds de plaatselijke politieverordening dei- gemeente Alphen a. d. Rijn. Doch z.i. had de burgemeester het recht een en ander bij politieverordening te regelen en hoewel hij de moeilijke positie voor den concierge be greep, vorderde hij een geldboete van 6 subs. 3 dagen. Ook de aan den heer den Hertog tenlaste gelegde uitlokking achtte hij aanwezig en daar het belang medebracht, dat deze aan gelegenheid ook in hooger beroep wordt uit gemaakt, vorerde hij ook tegen den heer den H. een zelfde boete van 6 subs. 3 dagen. De gemachtigde van verdachten hield daarop een uitvoerig verweer. Breedvoerig ging hij eerst de feiten na om hierop direct te laten volgen, dat hier niets'nieuws of principieels aan de orde is, daar reeds 10 jaar terug kort na het inwerking treden van de Bioscoopwet is uitgemaakt, dat der gelijke bepalingen als hier in art. 9 der pl. politieverordening haar rechtskracht mis sen. In den breede behandelde hij het arrest en verschillende vonnissen door het kan tongerecht, Rechtbank en Hoogen Raad te 's Gravenhage gewezen, alsmede daarnaast de verschillende artikelen der drankwet en gemeentewet, waardoor hij duidelijk tracht te aan te toonen, dat B. en W. of den bur gemeester eener gemeente de bevoegdheid missen dergelijke bepalingen de bioscoop voorstellingen betreffende bij politiever ordening te regelen. Het ontging hem dan ook geheel, dat, daar de heer den Hertog reeds lang in het bezit is van een vergun ning krachtens de Bioscoopwet, daarnaast door den burgemeester nog eens aan den concierge een vergunning was verleend en evenzeer waarom de concierge een derge lijke vergunning had gevraagd. Na ook nog hebben gewezen op het feit, dat zulks niet strafbaar was op grond van de Zon dagswet, concludeerde hij dan ook ten slotte tot ontslag van rechtsvervolging. Na dat de kantonrechter en ambtenaar nog enkele vragen had gesteld omtrent de voor waarden van verhuring van de zaal aan den heer den Hertog, welke overeenkomst niet schriftelijk bleek te zijn aangegaan, wees de ambtenaar in zijn repliek erop met ge noegen naar het sterk betoog van gemach- dus overeen met de geheime wenschen van Teh Wang. Deze van zijn kant heeft reeds lang ingezien, dat hij zonder of zelfs tegen Japan niets bereiken kan. Maar ook heeft hij begrepen, dat de inlijving van het rijke Sinkiang (Oost-Turkestan) in zijn machts sfeer althans op dit oogenblik niet uitvoerbaar is en dat Binnen-Mongolië met zijn ternauwernood 300.000 bewoners zon der de rijke, dichtbevolkte Chineesche na burige provincies Noord-Shansi en Zuid- Tsjahar niet leven kan. Bovendien ziet hij in de zeker zeer moeilijke, maar niet onmo gelijke samensmelting van deze Chineezen met zijn Mongolen misschien een voldoende sterk tegenwicht tegen het gevaar, door de expansie-drang van Japan eenvoudig opge zogen te worden. Het resultaat van dit wederzijdsche in zicht is het thans tot stand gekomen com promis. In den grond van de zaak bevre digt het echter noch Tokio, noch den eer- zuchtigen Mongoolschen Khan. Maar Teh Wang weet, dat hij voorloopig niet meer bereiken kan en beschouwt de „vereenigde regeeringen van Meng-Tsjiang" in zekeren zin als een voorlooper voor een tweede Mandsjoekwo-ontwikkeling. De Japanners daarentegen zijn misschien toch niet zoo sterk, als ze wel graag zouden willen zijn. En het is daarom in het geheel niet uitge sloten, dat het bestaan van den nieuwen staat Meng-Tsjiang tenslotte meer in het belang van China dan in dat van Japan zal zijn. M. V. t)E LEIDSCHE COURANT tigde te hebben geluisterd, doch daar het niet onmogelijk is, dat B. en W. der ge meente Alphen toch langs een omweg heb ben bereikt wat ze niet hadden mogen be reiken, verzocht hij den kantonrechter schriftelijk vonnis te wijzen. De kantonrechter, die verdachten zelf eerst nog wil hooren, hield daarop de zaak aan tot 1 September a.s. en zal daarna schriftelijk vonnis wijzen. Vervoer van besmet vee N. v. L. uit B o d e g r a v e n moest terecht staan wegens het vervoer van varkens, die besmet waren door varkenspest. Verdachte ontkende en beweerde dat zulk niet vast was komen te staan. Wel waren de varkens ziek, doch hem was onbekend, dat de var kens besmet waren door deze ziekte, ter wijl dit ook niet is komen vast te staan. Oe behandeling der zaak werd daarop uitge steld tot het hooren van verbalisanten. Venten met vischkraam zonder vergunning. P. K., vischhandelaar, moest zich ver antwoorden wegens het met zijn visch- kraamcarrier standplaats innemen op het Kerkplein te Alphen en daar visch ver- koopen zonder vergunning. Verdachte deel de mede, zulks eerst aan den inspecteur van politie te hebben gevraagd, die hem aanried vergunning te vragen aan de kerk- voogdijk. Deze vergunning had hij bekomen en vertoonde hij. Bovendien had hij ver gunning aan B. en W. gevraagd. Volgens verdachte was zijn verzoek nimmer door B. en W. behandeld, doch had hij wel een schrijven van den burgemeester ontvangen. Voorts was hij ter secretarie geweest om een verordening en had toen bericht ont vangen, dat gunstig op zijn verzoek was beschikt. Dit betrof de mededeeling, dat hij een uittreksel van de verordening kon af halen tegen betaling van 1.20. Verdachte had hieruit echter begrepen, dat hij vergun ning had bekomen. De kantonrechter maak te daarop de opmerking, dat hij zulk eerst beter had moeten onderzoeken. Verdachte voerde echter aan, dat hier met dubbele maten word gemeten. Personen, die naast hun betrekking des avonds venten en dus reeds hun brood hebben, wordt wel ver gunning verleend, terwijl deze hem werd onthouden, daar de inspecteur van politie nader heeft gezegd, dat: al had je een ver gunning, mag je daar toch nooit staan. De kantonrechter raadde verdachte aan maar eens met den burgemeester te gaan praten. Overeenkomstig den eiseh werd hij veroor deeld tot 2 subs. 1 dag Stoplichtmisère. De vrachtrijder J. v. d. B. was met zijn vrachtauto vanuit de van Boetselaerstraat de van Mandersloostraat ingereden ondanks dat het stoplicht brandde in het begin der eerstgenoemde straat. Verdachte beriep zich erop, dat iedereen, die niet de Bruggestraat in moest, naar de van Mandersloostraat doorreed. Bovendien was onlangs een vrij sprekend vonnis gewezen. De kantonrechter mei-kte op, dat dit blijkbaar een verkeerde meening heeft postgevat, doch dit alleen gold voor vreemdelingen Hij informeerde, of de toestand nog niet veranderd was; z.i. was deze ongewenscht en had hij reeds over een en ander met den burgemeester gesproken om hierin te voorzien. Eisch en uitspraak 1 subs. 1 dag. Eieren rapen van wild gevogelte Zoon en vader I. uit Nieuwkoop moesten achtereenvolgens terecht htaan we gens het zonder vergunning zoeken van eieren van wild gevogelte op een perceel land van v. d. W. aldaar. Vader en zoon werden over en weer als getuigen a déchar ge gehoord. De kantonrechter waarschuwde hen ernstig voor meineed. Beiden bleven volharden in hun beweringen op het land te hebben gewerkt om z.g. „Ruigt" weg te halen, doch geen eieren te hebben gezocht of te hebben opgeraapt. Als getuigen werden gehoord de jachtopziener W. en en zijn zoon, die verklaarden verdachten te heb ben zien werken, doch daarnaast bewegin gen hebben te zien maken waardoor door hen wild o.a. een roerdomp werd opge jaagd en hen tevens een rapende beweging te hebben zien maken. Dat zij eieren had den geraapt konden zij niet verklaren. Eerst hadden zij verdachten met het bloote oog en daarna door middel van verrekij kers gezien; de verrekijkers waren door hen ter zitting medegebracht. Ondanks de ontkenningen van verdachten werden zij overeenkomstig de neisch ieder veroor deeld tot 4 subs. 2 dagen. Beiden ver klaarden in beroep te zullen gaan. CORRESPONDENTIE. T. t e W. De door U bedoelde badklee- ding is inderdaad afkeurenswaardig 't Is niet waar, dat wij zouden hebben me degedeeld, dat zij niet afkeurenswaardig is; integendeel, wij keuren die geraffineer de uitvinding zeer stellig af! Katholiek Comité van Actie „Voor God" alle zaken waar onbe schaamde badkleeding verkocht wordt. Vijf dooden. Een militair watervliegtuig van het cen trum in Cagliari in Italië is dpor onbeken- o'e oorzaak tijdens een nachtvlucht in zee gestort. De vijf leden van de bemanning, drie onderofficieren en twee soldaten kwa men om het leven. Drie dooden. Op het vliegveld Tassignano in Italië is een militair vliegtuig neergestort. De drie leden der bemanning kwamen om het le ven. Drie dooden. Een militair vliegtuig van de Fransche basis Mourlemon is nabij Jonchery tegen een boom gevlogen en verongelukt. Drie in zittenden zijn omgekomen, een vierde werd gewond. BRATISLAVA BIJ EUROPEESCH LUCHTNET AANGESLOTEN. In opdracht van het Slowaaksch mini sterie van verkeer en openbare werken, cpetn de Deutsche Lufthansa Maandag een dienst WeenenBratislavaPistyan, waar door Bratislava zal worden aangesloten bij het Europeesche luchtverkeersnet. VROUW LEGT BIJNA 730 K.M. AF IN ZWEEFVLIEGTUIG De Russin Klepikova heeft met een zweefvliegtuig een afstand van bijna 730 K.M. afgelegd en daarmede het in 1937 door den Rus Rastorgoejev gevestigdi in ternationale record aanzienlijk overschre den. De door haar afgelegde afstand is meer dan twee maal zoo groot als die welke in 1937 is afgelegd door de tegenwoordige houdster van het record voor vrouwen, de Duitsche zweefvliegster Reitsch. DE VROUWEN VAN NAZARETH Verkiezing van de Algemeen Overste In het Moederhus van de Vrouwen van Nazareth, de Teltenberg Vogelenzang heeft Woensdag j.l. de verkiezing plaats gehad van de Algemeen Overste. Z.H. Exc, Mgr. J. P. Huibers zat deze verkiezing voor. Moeder Marguerite van Gilse werd als Algemeen Overste herkozen. WILLIBORD-TENTOONSTELLING. Weder belangrijke aanwisten. De Willibrord-tentoonstelling heeft we der de beschikking gekregen over eenige belangrijke voorwerpen. Dank zij de medewerking van den Pré- fet de la Seine-Inférieure zijn nog ten toongesteld twee Frankische sieraden; één ervan is een zeer fraai exemplaar van een mantelspeld, verguld-zilver met versiering van roode steentjes. Verder zijn er twee ivoren uit de 11e en 12e eeuw. Een uiterste belangrijke aanwinst voor de tentoonstelling zijn drie gouden siera den uit de Oudheidkamer te Rhenen: n.l. twee halsketenen en een met steenen in gelegde versiering van een tuniek, Byzan- tijnsche sieraden uit de 5e eeuw, bij Rhe nen gevonden. Deze vondst toont aan, dat ten tijde van de Franken, wier inheemsche kunst voor het eerste blijkt uit het zwaard van Ko ning Childeric, ook Byzantijnsche sieraden in deze streken voorkwamen. DR. COLIJN BEZOEKT DE LEGERTENTOONSTELLING. De minister-president, dr. H. Cplijn, heeft gistermiddag een vrij langdurig be zoek gebracht aan de tentoonstelling „Het Leger" te 's-Gravenhage. De minister, die vergezeld was van zijn echtgenoote en drs. Reyseger, secretaris van het departement van Algcmeene Za ken, werd om vier uur aan den ingang van de Houtrusthallen ontvangen door luite nant-kolonel W. J. M. Linden, secretaris van de Kon. Ned. Ver. „Ons Leger", die het gezelschap rondleidde. Vrijwel iedere stand had de belangstel ling van dr. Colijn. Bij enkele stukken ge schut en ander krijgsmateriaal liet hij zich uitvoerig voorlichten, terwijl zijn deskun digheid herhaaldelijk bleek. Met het hor loge in de hand controleerde de minister den tijd, noodig voor het gevechtsklaar op stellen van een stuk anti-tankgeschut. Ook de intendance had de bijzondere be langstelling van den minister, evenals de militaire instructiefilm en de op het ter rein opgestelde mitrailleurs en zoeklichten en het pneumatische pioniersmaterieel. Om kwart voor zes was het bezoek ge ëindigd. VIERDE BLAD - PAG. 15 MINISTER FUNK TE AMSTERDAM Kort na het middaguur gistermiddag arriveerde cle Duitsche minister van Eco nomische Zaken en president van de Duitsche Rijksbank. Walther Funk per auto in de hoofdstad, voor het brengen van een bezoek aan den president der Nederlandsche Bank, mr. L. J. A. Trip. Dit bezoek duurde ongeveer een half uur. Vervolgens begaf minister Funk zich naar het Amstel hotel, waar he mdoor de directie der Nederland sche Bank een dejeuner werd aangeboden. Hierbij waren o.a. aanwezig mr. M. P. L. Steenberghe, minister van Economische Zaken, de Duitsche gezant, graaf Julius von Zech Burkersroda, de burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, de direc- teur-generall van handel en nijverheid, dr. H. M. Hirschfeld, de voltallige directie der Nederlandsche Bank de commissarissen dezer Bank, dr. E. Eeldring en dr. H. E. van Eeghen, prof. mr. dr. G. W. J. Bruins, Koninklijk commissaris, de heer F. J. M. van Ogtrop, voorzitter van de vereeniging voor den effectenhandel, de heer Paul May, voorzittrc van de Amsterdamsche bankiers- vereeniging, en de heer Ph. Mees, voor zitter van de Rotterdamsche bankiers- vereeniging, Gottfr. H. Crone, voorzitter van de Amsterdamsche Kamer van Koop handel en mr. K. P. van der Mandele, voorzitter van de Rotterdamsche Kamer van Koophandel. In de namiddag heeft de Duitsche consul-generaal, de heer F. Benzier, Minister Funk en den Duitschen gezant een thee aangeboden. De Duitsche rijksminister is gisteravond van het Centraal Station te Amsterdam met den Bazeler trein van 1847 uur uit ons land vertrokken. De minister had gister middag al afscheid genomen van de Neder landsche regeeringspersonen. Hei. werd op het perron uitgeleide gedaan door den Duitschen gezant Graf Julius von Zech Burkersroda, den Duitschen consul-generaal F. Benzier, den president van de Neder landsche Bank, mr. L. J. A. Trip en den se cretaris mr. J. Westerman Holstyn. De minister maakte ook nu weer de reis in een speciaal rijtuig der Duitsche regeering. LANGE WACHTTERMIJNEN OVER DE CLEARING. Groenten-exporteurs op Duitschland hebben groote behoefte aan liquide middelen. Men schryft aan de „Tijd": De export van groenten op Duitschland, welke in het volle seizoen verkeert, on dervindt thans ernstige moeilijkheden door de lange wachttermijnen over de clearing Dagelijks worden voor zeer groote bedra gen omgezet, zoodat groote behoefte bestaat aan liquide middelen, vooral omdat in de zen tak van bedrijf contante betaling op de veilingen regel is. Daar sinds de vorige week de toestand wederom zeer moeilijk is geworden, heeft de algemeene Nederlandsche bond van fruit- en groenten en aardappelenexpor teurs zich wederom tot de ministers van Economische Zaken en Financiën gewend met het verzoek op korten termijn een re geling in te voeren ter overbrugging van den wachttermijn. Deze bond meent, dat daartegen geen bezwaar kan bestaan, waar niet meer gevraagd wordt dan vervroeg de uitbetaling, althans credietverlecning hangende de uitbetaling (en desalniette min zou deze vorm van steun aan onzen export zeer effectief zijn) en bovendien de regeering reeds vroeger een regeling heeft getroffen, als thans door dezen bond be pleit. OOK DIT JAAR TOMATENSOEP IN BLIK. Er worden nu echter méér fabrieken ingeschakeld. Wij vernemen, dat kort geleden is be sloten, om ook dit jaar van overheidswege tomatensoep in blik te doen maken, zelfs nog op grootere schaal dan in het hfge- loopen jaar. Het aantal conservenfabrikan ten, dat daarmee zal worden belast, zal echter aanzienlijk worden uitgebreid. Er zij aan herinnerd, dat de productie vorig jaar 4.5 millioen kilo heeft bedra gen, waarvan 3.5 via den middenstand op normale wijze aan den consument is ver kocht, terwijl één millioen kilo via het De partement van Sociale Zaken aan werk- loozen en behoeftigen werd vei-strekt. De productie van vorig jaar is thans vrijwel geheel geruimd. „Handelsblad". HET OUD TWEEDE-KAMER LID B. NIERSTRASZ OVERLEDEN Na een korststondige ziekte is gisteravond te Heemstede op 77 jarigen leeftijd over leden de heer B. Nierstrasz. De heer Boudewijn Nierstrasz werd op 10 September 1861 te 's-Gravenhagc ge boren. Hij werd bij de marine opgeleid en bezocht van 18761879 het Koninklijk instituut voor de marine. In 1879 werd hij adelborst eerste klasse,- in 1881 luitcnant- ter-zee tweede klasse. In 1883 werd hij gepensionneerd en kwam hij als adjunct-inspecteur bij de H. IJ. S. M. te Haarlem en Amsterdam. Van 1888 tot 1921 was hij directeur van de Hollandsche stoomboot maatschappij te Amsterdam. In 1913 werd hij gekozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waar in hij tot 1919 zitting had. Daarna heeft hij van Juli tot October 1919 nog eens zitting in de Tweede Kamer gehad. Van 1905 tot 1921 was hij lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam. De overledene was commissaris van ver schillende stoomvaart maatschappijen en vice-president van de Nederlandsch-Indi- sche handelsbank.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 15