RECHTZAKEN
Katholieken,
boycot
LUCHTVAART
Militair vliegtuig
verongelukt
BINNENLAND
ZATERDAG 8 JULI 1939
De schepping van
Teh Wang.
In Azië is een nieuwe staat, de
„Vereenigde regeeringen van
Meng-Tsjiang" ontstaan, welke de
schepping van Teh Wang is. Men
hecht er groote politieke beteeke-
nis aan.
Sinds vier jaar werkt Japan onophoude
lijk aan de „geestelijke mobilisatie" van de
landen, die aan Noord-China grenzen. Doi-
hara, de geniale leider van de Japansche
Geheime Dienst, is overleden, zonder dit be
langrijke probleem tot een oplossing te
kunnen brengen. Zijn opvolger Itagaki
heeft zijn werkzaamheden voortgezet. Suc
cessen werden door nederlagen afgewis
seld. De poging, in Sinkiang een Japansche
vazal-staat in het leven te roepen, werd een
succes.... voor de Sovjet. De „autonomie"
yan Oostelijk Hopei en Tsjahar moest ech
ter weer opgegeven worden. Mandsjoekwo
vertoont een streven naar zelfstandigheid,
dat Tokio ten zeerste verontrust. De Ghi-
neesche schijnregeeringen in Peking, Nan
king en Kanton bestaan nog slechts op de
spitsen van de Japansche bajonetten.
Daarentegen heeft Japan in Binnen-Mon-
golië zonder twijfel groot succes gehad Een
Jaar geleden ontstond daar de „autonome"
staat „Meng-Tsjiang", waaraan eenige
maanden later de zuiver Chineesche grens
gebieden Noord-Shansi en Zuid-Tsjahar toe
gevoegd werden Thans is vorst Teh Wang,
de leider van de vereenigde Mongoolsche
vorsten, benoemd tot president van de „ver
eenigde regeeringen van Meng-Tsjiang",
terwijl hij bijna tegelijkertijd een crediet
van 20 millioen yen gekregen heeft om een
Japansch-Mongoolsche maatschappij op te
richten, die ten doel heeft de mijnen van
Lungyen, die midde nin den nieuwen staat
liggen, te exploiteeren
Vorst Teh Wang
Men moet echter niet denken, dat de
nieuwe staat een kunstmatige schepping van
Japan is. De Japanners hebben hier niet,
zooals elders, een schijnstaat in het leven
geroepen, doch zij hebben een zeer geslaag
de poging ondernomen, een reeds bestaande
beweging in nieuwe, dw.z. Japansche ba
nen te leiden. De schepper en leider van
deze aanvankelijk noch door China noch
door Japan geinspireerde nationalistische
beweging is de tegenwoordig 38 jaar oude
vorst Teh Wang, die thans op het Aziatische
schaakbord een figuur van internationale
beteekenis geworden is. Oorspronkelijk was
hij de vorst van de Etsin-Gol, een van de 21
rondtrekkende Mongoolsche stammen, die
tezamen de in Europa als „Binnen-Mongo-
lië" bekende, reeds jaren geleden de half-
autonome provincie „van de vereenigde
Mongoolsche baniers" vormen. Zijn car
rière is die van een uitgesproken selfmade
man. De Chineesche gouverneur, die de
provincie in den Mandsjoe-tijd bestuurde,
verdween in de troebelen der revolutie en
de vorsten (krans) waren aanvankelijk wei
nig geneigd, hem tegen een heerscher uit
hun eigen gelederen te verwisselen. Na een
chaos van twaalf jaar werden de vorsten
door den burgeroorlog echter wel gedwongen
zich meer te vereenigen, om hun zelfstan
digheid te kunnen handhaven. Dit was in
het jaar 1925. De keuze viel toen op den
destijds eerst 24 jaar ouden Teh Wang. Hij
was noch de voornaamste, noch de mach
tigste, maar hij bezat het voorrecht,, in To
kio een zorgvuldige militaire opleiding ge
noten te hebben en de ruwe ruiters van de
steppen van Mongolië ,die meestal noch le
zen noch schrijven konden, hadden voor
zijn kundigheden wel de noodige eerbied.
De erfgenaam van den Djengïs
Khan.
Teh Wang was verstandig, taai volhou
dend en eerzuchtig. Het losse verbond van
de 21 vorsten voldeed hem niet. Maar hij
kende ook de moeilijkheden, die hij zou
ontmoeten bij de oprichting van een na
tionaal Mongoolsch rijk. De Mongolen ver
achtten de Chineezen, wier opperheerschap
pij zij steeds slechts tegen hun zin dragen
het scheppen van een eigen staat steeds
hadden. Zij hadder. de van generatie op ge
neratie overleverde herinneringen aan den
Dsjengis-Khan en aan het Mongoolsche we
reldrijk niet vergeten. Zij waren volkomen
rijp voor een Mongoolsch nationalisme,
maar hun uitgesproken individualistische
en anarchistische grondstellingen maakten
het scheppen van een eigen staat steeds
weer onmogelijk.
In Noord-Mongolië hebben militaire
krachten en communistische propaganda
deze tegenstand overwonnen. De Mongool
sche volksrepubliek, die aan Rusland
grensde, was een belangrijke machtsfactor
geworden. De jonge leenheer Teh Wang
verafschuwde haar, maar bewonderde haar
ook. Het liefst wilde hij van niemand hudp
hebben, noch van Tokio noch van Moskou.
Hij sloot nu verschillende pacten met
Tsjiang-Tso-ling, den Japanschen generaal
Doihara, de Chineesche centrale regeering
en werkte tegelijkertijd aan de onafhanke
lijkheid van Mongolië. In het begin van
1936 was hij zoover; Binnen-Mongolië pro
clameerde zijn zelfstandigheid en de 21
khans kozen Teh Wang tot regent van den
nieuwen staat. Maar het tijdstip was ver
vroegd; Tokio vreesde de al te sterke zelf-
standigheidsdrang van den nieuwen staats-
chef en weigerde het Mongoolsche rijk te
erkennen.
Het compromis.
Sindsdien hebben beide landen geleerd.
De Japanners hebben een half of geheel
zelfstandig Binnen-Mongolië noodig als
bufferstaat tegenover de structuur van
Noord-Mongolië. Misschien houden ze ook
rekening met een „pénétration pacifique"
van de Mongoolsche volksrepubliek, welke
thans, die uit hun bezit ontzet zijn, niet af-
■keerig zouden zijn van een terugkeer van
de Wit-Russische periode. Hierin komen ze
KANTONGERECHT
ALPHEN AAN DEN RIJN.
DE BIOSCOOP OP GOEDE VRIJDAG
Voor het Kantongerecht alhier werd gis
teren gehandeld de bekende bioscoop
kwestie. Zooals men zich zal herinneren
was door den heer F. Zaal, concierge van
het Nutsgebouw aan den heer W. den Her
tog, exploitant van de Luxorbioscoop alhier,
tevens bestuurslid van het Nut, gelegen
heid gegeven op Goede Vrijdag j.l. een
bioscoopvoorstelling te geven, terwijl de
heer Zaal in het bezit van een vergunning
van de gemeente, afgegeven door den loco
burgemeester, was, waarbij echter de res
trictie was gemaakt dat hij op Goede Vrij
dag geen voorstelling mocht geven. De heel
den Hertog had zich op het standpunt ge-
plaats geen virgunning noodig te hebben,
daar hij in het bezit was van een vergun-
ilng als voorgeschreven volgens de bioscoop
wet Blijkens de dagvaarding was de heer
Zaal, concierge, ten laste gelegd, het toela
ten tot het geven van een voorstelling, ter
wijl de heer den Hertog was ten laste ge
legd het uitlokken van een bioscoopvoor
stelling, daarbij misbruik makende van zijn
kwaliteit als bestuurslid van het Nut. Ver
dachten, hoewel zelf op de publieke tribune
in de rechtszaal aanwezig, lieten zich ver
tegenwoordigen door den directeur van den
Ned. Bioscoopbond, den heer A. de Hoop.
Wat verdachte Zaal betrof, merkte de ge
machtigde allereerst op, dat deze niets had
toe te laten, daar hij concierge was en door
een afzonderlijke exploitatiecommissie
dus niet het bestuur van het Nut de
zaal reeds in 1932 aan den heer den Hertog
was verhuurd. Er bestond dus geenerlei
verhouding tusschen het bestuurslidschap
van den heer den Hertog of het concierge-
schap van den heer Z. Ten zeerste ontken
de gemachtigde bovendien, dat de heer den
Hertog misbruik van zijn bestuurslidschap
zou hebben gemaakt. Integendeel, hij had
recht als huurder en zelfs meer recht dan
de concierge.
De ambtenaar overwoog in zijn requisi
toir, dat hier twee dingen door elkaar loo-
pen; eenrzijds de bioscoopwet en ander
zijds de plaatselijke politieverordening dei-
gemeente Alphen a. d. Rijn. Doch z.i. had
de burgemeester het recht een en ander bij
politieverordening te regelen en hoewel hij
de moeilijke positie voor den concierge be
greep, vorderde hij een geldboete van 6
subs. 3 dagen.
Ook de aan den heer den Hertog tenlaste
gelegde uitlokking achtte hij aanwezig en
daar het belang medebracht, dat deze aan
gelegenheid ook in hooger beroep wordt uit
gemaakt, vorerde hij ook tegen den heer den
H. een zelfde boete van 6 subs. 3 dagen.
De gemachtigde van verdachten hield
daarop een uitvoerig verweer. Breedvoerig
ging hij eerst de feiten na om hierop direct
te laten volgen, dat hier niets'nieuws of
principieels aan de orde is, daar reeds 10
jaar terug kort na het inwerking treden
van de Bioscoopwet is uitgemaakt, dat der
gelijke bepalingen als hier in art. 9 der pl.
politieverordening haar rechtskracht mis
sen.
In den breede behandelde hij het arrest
en verschillende vonnissen door het kan
tongerecht, Rechtbank en Hoogen Raad te
's Gravenhage gewezen, alsmede daarnaast
de verschillende artikelen der drankwet en
gemeentewet, waardoor hij duidelijk tracht
te aan te toonen, dat B. en W. of den bur
gemeester eener gemeente de bevoegdheid
missen dergelijke bepalingen de bioscoop
voorstellingen betreffende bij politiever
ordening te regelen. Het ontging hem dan
ook geheel, dat, daar de heer den Hertog
reeds lang in het bezit is van een vergun
ning krachtens de Bioscoopwet, daarnaast
door den burgemeester nog eens aan den
concierge een vergunning was verleend en
evenzeer waarom de concierge een derge
lijke vergunning had gevraagd. Na ook
nog hebben gewezen op het feit, dat zulks
niet strafbaar was op grond van de Zon
dagswet, concludeerde hij dan ook ten
slotte tot ontslag van rechtsvervolging. Na
dat de kantonrechter en ambtenaar nog
enkele vragen had gesteld omtrent de voor
waarden van verhuring van de zaal aan den
heer den Hertog, welke overeenkomst niet
schriftelijk bleek te zijn aangegaan, wees
de ambtenaar in zijn repliek erop met ge
noegen naar het sterk betoog van gemach-
dus overeen met de geheime wenschen van
Teh Wang. Deze van zijn kant heeft reeds
lang ingezien, dat hij zonder of zelfs tegen
Japan niets bereiken kan. Maar ook heeft
hij begrepen, dat de inlijving van het rijke
Sinkiang (Oost-Turkestan) in zijn machts
sfeer althans op dit oogenblik niet
uitvoerbaar is en dat Binnen-Mongolië met
zijn ternauwernood 300.000 bewoners zon
der de rijke, dichtbevolkte Chineesche na
burige provincies Noord-Shansi en Zuid-
Tsjahar niet leven kan. Bovendien ziet hij
in de zeker zeer moeilijke, maar niet onmo
gelijke samensmelting van deze Chineezen
met zijn Mongolen misschien een voldoende
sterk tegenwicht tegen het gevaar, door de
expansie-drang van Japan eenvoudig opge
zogen te worden.
Het resultaat van dit wederzijdsche in
zicht is het thans tot stand gekomen com
promis. In den grond van de zaak bevre
digt het echter noch Tokio, noch den eer-
zuchtigen Mongoolschen Khan. Maar Teh
Wang weet, dat hij voorloopig niet meer
bereiken kan en beschouwt de „vereenigde
regeeringen van Meng-Tsjiang" in zekeren
zin als een voorlooper voor een tweede
Mandsjoekwo-ontwikkeling. De Japanners
daarentegen zijn misschien toch niet zoo
sterk, als ze wel graag zouden willen zijn.
En het is daarom in het geheel niet uitge
sloten, dat het bestaan van den nieuwen
staat Meng-Tsjiang tenslotte meer in het
belang van China dan in dat van Japan zal
zijn. M. V.
t)E LEIDSCHE COURANT
tigde te hebben geluisterd, doch daar het
niet onmogelijk is, dat B. en W. der ge
meente Alphen toch langs een omweg heb
ben bereikt wat ze niet hadden mogen be
reiken, verzocht hij den kantonrechter
schriftelijk vonnis te wijzen.
De kantonrechter, die verdachten zelf
eerst nog wil hooren, hield daarop de zaak
aan tot 1 September a.s. en zal daarna
schriftelijk vonnis wijzen.
Vervoer van besmet vee
N. v. L. uit B o d e g r a v e n moest terecht
staan wegens het vervoer van varkens, die
besmet waren door varkenspest. Verdachte
ontkende en beweerde dat zulk niet vast
was komen te staan. Wel waren de varkens
ziek, doch hem was onbekend, dat de var
kens besmet waren door deze ziekte, ter
wijl dit ook niet is komen vast te staan. Oe
behandeling der zaak werd daarop uitge
steld tot het hooren van verbalisanten.
Venten met vischkraam zonder
vergunning.
P. K., vischhandelaar, moest zich ver
antwoorden wegens het met zijn visch-
kraamcarrier standplaats innemen op het
Kerkplein te Alphen en daar visch ver-
koopen zonder vergunning. Verdachte deel
de mede, zulks eerst aan den inspecteur
van politie te hebben gevraagd, die hem
aanried vergunning te vragen aan de kerk-
voogdijk. Deze vergunning had hij bekomen
en vertoonde hij. Bovendien had hij ver
gunning aan B. en W. gevraagd. Volgens
verdachte was zijn verzoek nimmer door B.
en W. behandeld, doch had hij wel een
schrijven van den burgemeester ontvangen.
Voorts was hij ter secretarie geweest om
een verordening en had toen bericht ont
vangen, dat gunstig op zijn verzoek was
beschikt. Dit betrof de mededeeling, dat hij
een uittreksel van de verordening kon af
halen tegen betaling van 1.20. Verdachte
had hieruit echter begrepen, dat hij vergun
ning had bekomen. De kantonrechter maak
te daarop de opmerking, dat hij zulk eerst
beter had moeten onderzoeken. Verdachte
voerde echter aan, dat hier met dubbele
maten word gemeten. Personen, die naast
hun betrekking des avonds venten en dus
reeds hun brood hebben, wordt wel ver
gunning verleend, terwijl deze hem werd
onthouden, daar de inspecteur van politie
nader heeft gezegd, dat: al had je een ver
gunning, mag je daar toch nooit staan. De
kantonrechter raadde verdachte aan maar
eens met den burgemeester te gaan praten.
Overeenkomstig den eiseh werd hij veroor
deeld tot 2 subs. 1 dag
Stoplichtmisère.
De vrachtrijder J. v. d. B. was met zijn
vrachtauto vanuit de van Boetselaerstraat
de van Mandersloostraat ingereden ondanks
dat het stoplicht brandde in het begin der
eerstgenoemde straat. Verdachte beriep zich
erop, dat iedereen, die niet de Bruggestraat
in moest, naar de van Mandersloostraat
doorreed. Bovendien was onlangs een vrij
sprekend vonnis gewezen. De kantonrechter
mei-kte op, dat dit blijkbaar een verkeerde
meening heeft postgevat, doch dit alleen
gold voor vreemdelingen Hij informeerde,
of de toestand nog niet veranderd was; z.i.
was deze ongewenscht en had hij reeds
over een en ander met den burgemeester
gesproken om hierin te voorzien. Eisch en
uitspraak 1 subs. 1 dag.
Eieren rapen van wild gevogelte
Zoon en vader I. uit Nieuwkoop
moesten achtereenvolgens terecht htaan we
gens het zonder vergunning zoeken van
eieren van wild gevogelte op een perceel
land van v. d. W. aldaar. Vader en zoon
werden over en weer als getuigen a déchar
ge gehoord. De kantonrechter waarschuwde
hen ernstig voor meineed. Beiden bleven
volharden in hun beweringen op het land
te hebben gewerkt om z.g. „Ruigt" weg te
halen, doch geen eieren te hebben gezocht
of te hebben opgeraapt. Als getuigen werden
gehoord de jachtopziener W. en en zijn
zoon, die verklaarden verdachten te heb
ben zien werken, doch daarnaast bewegin
gen hebben te zien maken waardoor door
hen wild o.a. een roerdomp werd opge
jaagd en hen tevens een rapende beweging
te hebben zien maken. Dat zij eieren had
den geraapt konden zij niet verklaren.
Eerst hadden zij verdachten met het bloote
oog en daarna door middel van verrekij
kers gezien; de verrekijkers waren door
hen ter zitting medegebracht. Ondanks de
ontkenningen van verdachten werden zij
overeenkomstig de neisch ieder veroor
deeld tot 4 subs. 2 dagen. Beiden ver
klaarden in beroep te zullen gaan.
CORRESPONDENTIE.
T. t e W. De door U bedoelde badklee-
ding is inderdaad afkeurenswaardig
't Is niet waar, dat wij zouden hebben me
degedeeld, dat zij niet afkeurenswaardig
is; integendeel, wij keuren die geraffineer
de uitvinding zeer stellig af!
Katholiek Comité van Actie
„Voor God"
alle zaken waar onbe
schaamde badkleeding
verkocht wordt.
Vijf dooden.
Een militair watervliegtuig van het cen
trum in Cagliari in Italië is dpor onbeken-
o'e oorzaak tijdens een nachtvlucht in zee
gestort. De vijf leden van de bemanning,
drie onderofficieren en twee soldaten kwa
men om het leven.
Drie dooden.
Op het vliegveld Tassignano in Italië is
een militair vliegtuig neergestort. De drie
leden der bemanning kwamen om het le
ven.
Drie dooden.
Een militair vliegtuig van de Fransche
basis Mourlemon is nabij Jonchery tegen
een boom gevlogen en verongelukt. Drie in
zittenden zijn omgekomen, een vierde werd
gewond.
BRATISLAVA BIJ EUROPEESCH
LUCHTNET AANGESLOTEN.
In opdracht van het Slowaaksch mini
sterie van verkeer en openbare werken,
cpetn de Deutsche Lufthansa Maandag een
dienst WeenenBratislavaPistyan, waar
door Bratislava zal worden aangesloten bij
het Europeesche luchtverkeersnet.
VROUW LEGT BIJNA 730 K.M. AF
IN ZWEEFVLIEGTUIG
De Russin Klepikova heeft met een
zweefvliegtuig een afstand van bijna 730
K.M. afgelegd en daarmede het in 1937
door den Rus Rastorgoejev gevestigdi in
ternationale record aanzienlijk overschre
den. De door haar afgelegde afstand is
meer dan twee maal zoo groot als die welke
in 1937 is afgelegd door de tegenwoordige
houdster van het record voor vrouwen, de
Duitsche zweefvliegster Reitsch.
DE VROUWEN VAN NAZARETH
Verkiezing van de Algemeen Overste
In het Moederhus van de Vrouwen van
Nazareth, de Teltenberg Vogelenzang
heeft Woensdag j.l. de verkiezing plaats
gehad van de Algemeen Overste.
Z.H. Exc, Mgr. J. P. Huibers zat deze
verkiezing voor.
Moeder Marguerite van Gilse werd als
Algemeen Overste herkozen.
WILLIBORD-TENTOONSTELLING.
Weder belangrijke aanwisten.
De Willibrord-tentoonstelling heeft we
der de beschikking gekregen over eenige
belangrijke voorwerpen.
Dank zij de medewerking van den Pré-
fet de la Seine-Inférieure zijn nog ten
toongesteld twee Frankische sieraden; één
ervan is een zeer fraai exemplaar van een
mantelspeld, verguld-zilver met versiering
van roode steentjes. Verder zijn er twee
ivoren uit de 11e en 12e eeuw.
Een uiterste belangrijke aanwinst voor
de tentoonstelling zijn drie gouden siera
den uit de Oudheidkamer te Rhenen: n.l.
twee halsketenen en een met steenen in
gelegde versiering van een tuniek, Byzan-
tijnsche sieraden uit de 5e eeuw, bij Rhe
nen gevonden.
Deze vondst toont aan, dat ten tijde van
de Franken, wier inheemsche kunst voor
het eerste blijkt uit het zwaard van Ko
ning Childeric, ook Byzantijnsche sieraden
in deze streken voorkwamen.
DR. COLIJN BEZOEKT DE
LEGERTENTOONSTELLING.
De minister-president, dr. H. Cplijn,
heeft gistermiddag een vrij langdurig be
zoek gebracht aan de tentoonstelling „Het
Leger" te 's-Gravenhage.
De minister, die vergezeld was van zijn
echtgenoote en drs. Reyseger, secretaris
van het departement van Algcmeene Za
ken, werd om vier uur aan den ingang van
de Houtrusthallen ontvangen door luite
nant-kolonel W. J. M. Linden, secretaris
van de Kon. Ned. Ver. „Ons Leger", die
het gezelschap rondleidde.
Vrijwel iedere stand had de belangstel
ling van dr. Colijn. Bij enkele stukken ge
schut en ander krijgsmateriaal liet hij zich
uitvoerig voorlichten, terwijl zijn deskun
digheid herhaaldelijk bleek. Met het hor
loge in de hand controleerde de minister
den tijd, noodig voor het gevechtsklaar op
stellen van een stuk anti-tankgeschut.
Ook de intendance had de bijzondere be
langstelling van den minister, evenals de
militaire instructiefilm en de op het ter
rein opgestelde mitrailleurs en zoeklichten
en het pneumatische pioniersmaterieel.
Om kwart voor zes was het bezoek ge
ëindigd.
VIERDE BLAD - PAG. 15
MINISTER FUNK TE AMSTERDAM
Kort na het middaguur gistermiddag
arriveerde cle Duitsche minister van Eco
nomische Zaken en president van de
Duitsche Rijksbank. Walther Funk per auto
in de hoofdstad, voor het brengen van een
bezoek aan den president der Nederlandsche
Bank, mr. L. J. A. Trip. Dit bezoek duurde
ongeveer een half uur. Vervolgens begaf
minister Funk zich naar het Amstel hotel,
waar he mdoor de directie der Nederland
sche Bank een dejeuner werd aangeboden.
Hierbij waren o.a. aanwezig mr. M. P. L.
Steenberghe, minister van Economische
Zaken, de Duitsche gezant, graaf Julius
von Zech Burkersroda, de burgemeester
van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, de direc-
teur-generall van handel en nijverheid, dr.
H. M. Hirschfeld, de voltallige directie der
Nederlandsche Bank de commissarissen
dezer Bank, dr. E. Eeldring en dr. H. E.
van Eeghen, prof. mr. dr. G. W. J. Bruins,
Koninklijk commissaris, de heer F. J. M.
van Ogtrop, voorzitter van de vereeniging
voor den effectenhandel, de heer Paul May,
voorzittrc van de Amsterdamsche bankiers-
vereeniging, en de heer Ph. Mees, voor
zitter van de Rotterdamsche bankiers-
vereeniging, Gottfr. H. Crone, voorzitter
van de Amsterdamsche Kamer van Koop
handel en mr. K. P. van der Mandele,
voorzitter van de Rotterdamsche Kamer
van Koophandel. In de namiddag heeft
de Duitsche consul-generaal, de heer F.
Benzier, Minister Funk en den Duitschen
gezant een thee aangeboden.
De Duitsche rijksminister is gisteravond
van het Centraal Station te Amsterdam
met den Bazeler trein van 1847 uur uit ons
land vertrokken. De minister had gister
middag al afscheid genomen van de Neder
landsche regeeringspersonen. Hei. werd op
het perron uitgeleide gedaan door den
Duitschen gezant Graf Julius von Zech
Burkersroda, den Duitschen consul-generaal
F. Benzier, den president van de Neder
landsche Bank, mr. L. J. A. Trip en den se
cretaris mr. J. Westerman Holstyn. De
minister maakte ook nu weer de reis in
een speciaal rijtuig der Duitsche regeering.
LANGE WACHTTERMIJNEN OVER DE
CLEARING.
Groenten-exporteurs op Duitschland
hebben groote behoefte aan liquide
middelen.
Men schryft aan de „Tijd":
De export van groenten op Duitschland,
welke in het volle seizoen verkeert, on
dervindt thans ernstige moeilijkheden door
de lange wachttermijnen over de clearing
Dagelijks worden voor zeer groote bedra
gen omgezet, zoodat groote behoefte bestaat
aan liquide middelen, vooral omdat in de
zen tak van bedrijf contante betaling op
de veilingen regel is.
Daar sinds de vorige week de toestand
wederom zeer moeilijk is geworden, heeft
de algemeene Nederlandsche bond van
fruit- en groenten en aardappelenexpor
teurs zich wederom tot de ministers van
Economische Zaken en Financiën gewend
met het verzoek op korten termijn een re
geling in te voeren ter overbrugging van
den wachttermijn. Deze bond meent, dat
daartegen geen bezwaar kan bestaan, waar
niet meer gevraagd wordt dan vervroeg
de uitbetaling, althans credietverlecning
hangende de uitbetaling (en desalniette
min zou deze vorm van steun aan onzen
export zeer effectief zijn) en bovendien de
regeering reeds vroeger een regeling heeft
getroffen, als thans door dezen bond be
pleit.
OOK DIT JAAR TOMATENSOEP IN
BLIK.
Er worden nu echter méér fabrieken
ingeschakeld.
Wij vernemen, dat kort geleden is be
sloten, om ook dit jaar van overheidswege
tomatensoep in blik te doen maken, zelfs
nog op grootere schaal dan in het hfge-
loopen jaar. Het aantal conservenfabrikan
ten, dat daarmee zal worden belast, zal
echter aanzienlijk worden uitgebreid.
Er zij aan herinnerd, dat de productie
vorig jaar 4.5 millioen kilo heeft bedra
gen, waarvan 3.5 via den middenstand op
normale wijze aan den consument is ver
kocht, terwijl één millioen kilo via het De
partement van Sociale Zaken aan werk-
loozen en behoeftigen werd vei-strekt.
De productie van vorig jaar is thans
vrijwel geheel geruimd.
„Handelsblad".
HET OUD TWEEDE-KAMER LID
B. NIERSTRASZ OVERLEDEN
Na een korststondige ziekte is gisteravond
te Heemstede op 77 jarigen leeftijd over
leden de heer B. Nierstrasz.
De heer Boudewijn Nierstrasz werd op
10 September 1861 te 's-Gravenhagc ge
boren. Hij werd bij de marine opgeleid en
bezocht van 18761879 het Koninklijk
instituut voor de marine. In 1879 werd hij
adelborst eerste klasse,- in 1881 luitcnant-
ter-zee tweede klasse.
In 1883 werd hij gepensionneerd en kwam
hij als adjunct-inspecteur bij de H. IJ. S.
M. te Haarlem en Amsterdam. Van 1888 tot
1921 was hij directeur van de Hollandsche
stoomboot maatschappij te Amsterdam. In
1913 werd hij gekozen tot lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, waar
in hij tot 1919 zitting had. Daarna heeft hij
van Juli tot October 1919 nog eens zitting
in de Tweede Kamer gehad.
Van 1905 tot 1921 was hij lid van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Amsterdam.
De overledene was commissaris van ver
schillende stoomvaart maatschappijen en
vice-president van de Nederlandsch-Indi-
sche handelsbank.