ZATERDAG 1 JULI 1939
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BUD - PAG. 15
Christoffel Plantijn de
drukker
Een kunstzinnig drukker in fel
bewogen tijden
De leermeester der Elseviers
Drie-hondierd-vijftig jaar geleden, op
1 Juli 1589, stierf te Antwerpen
Christoffel Plantijn, een der beroemd
ste drukkers uit die geschiedenis. Daar
hij ook gedurende twee jaren in Leiden
heeft vertoefd, waar hij de drukker
■van onze Universiteit was en waar hij
ook een boekhandel heeft gedreven,
Is er alle aanleiding om hem bij deze
gelegenheid te herdenken.
Een genie op het gebied der drukkunst
dat was, in den vollen zin des woords,
Christoffel Plantin vervlaamscht Plan
tijn), die omstreeks 1500 zich te Antwer
pen vestigde en er later een drukkerij
stichtte, welke hij den naam gaf van „De
Gulden Passer". Hij was toen ongeveer der
tig jaar oud en had reeds «en en ander van
de wereld gezien. Hoewel van .zeer een
voudige afkomst zijn vader was heere
knecht legde Plantin reeds vroegtijdig
lust voor de studie aan den dag. Dit vond
vermoedelijk zijn oorzaak hierin, dat vader
Plantin zijn heer op diens reizen vergezel
de en daarbij zijin zoontje medenam, daar
de moeder van den jongen tijdens een pest
epidemie was gestorven. Zoo bezocht de
jonge Christoffel Lyon, Orleans en Parijs.
Leergierig als hij was, schijnt hij oorspron
kelijk het plan te hebben opgevat, school
meester of letterkundige te worden; doch
dit plan moest hij laten varen, bij gebrek
aan middelen. Daarop rijpte het plan, om
Eióh toe te leggen op het drukkersvak. Zoo
leerde hij het boekdrukken en boekdrukken
te Caen, bij Jean Macé. De stad Caen stond
in dien tijd in hoog aanzien op het gebied
van de boekdrukkunst; de Caensche druk
kers brachten uitstekend verzorgde boeken
aan de markt, zoodat Plantin hier een voor
treffelijke school doorliep. Gedurende zijn
verblijf bü Macé trad hij in het huwelijk
met Jeanne Rivière, die er een onderge
schikte betrekking bekleedde in het huis
houden.
Arm aan geld rijk aan vakkennis.
Na hun huwelijk vestigde Plantin zich
met zijn vrouw in Parijs, waar hij zich uit
sluitend toelegde op het boekbinden, ter
wijl zijn vrouw een kleinen handel in lin-
mien dreef. De zaken gingen echter niet ge
heel naar wensdh, zoodat Plantin besloot,
zijn geluk elders te beproeven. Zijn keuze
viel op Antwerpen, de rijke, koopkrachtige
en kunstlievende stad aan de Schelde,
waar de vreemdelingen evenveel vrijheid
genoten als de eigen poorters. Immers, Zuid-
Nederland was toen inderdaad, zooals de
Prins van Oranje getuigde, „een land dat
gemeenschappelijk aan alle natiën toebe
hoorde". Wat Plantin vermoedelijk bewogen
heeft, naar Antwerpen te trekken, was het
feit, dat er legio drukkerijen bestonden. Hij
was arm aan geld, doch rijk aan vakken
nis; en op deze laatste vertrouwde hij om
vooruit te komen.
Voorloopig bepaalde hij zich weder tot
het boekbinden. Een ongeluk, dat later een
geluk bleek te zijn, maakte het hem moei
lijk, zoo niet onmogelijk, dit vak langer te
beoefenen. Op zekeren dag begaf "hij zich
naar de Cayas, secretaris van Filips II, om
werk af te leveren, toen hij onderweg werd
aangevallen door eenige dronken kerels,
en hunner bracht hem een levensgevaar
lijke wonde toe, die wel is waar genas, dank
zij den goeden zcfrgen van den geneesheer
Becanus die later een zijner beste vrien
den werd doch hem sterk hinderde bij
het boekbinden. Dit was wel de voornaam
ste reden, waarom hij het besluit nam, een
drukkerij op te richten. Hiertoe werd hij in
staat gesteld door Grapheus, stadssecretaris
van Antwerpen, die 'hem aan de noodige
fondsen hielp.
De drukkerij „Den Gulden Passer".
Spoedig zou blijken, dat Grapheus zijn
financieele hulp niet aan een onwaardige
had verspild. Plantin beaat niet alleen de
noodige typografische kennis, doch hij be
schikte ook over de onmisbare „flair" voor
een uitgever om boeken te kiezen, waar
voor het lezende publiek belangstelling
toonde. Naast een zuiveren, helderen druk
muntten zijn werken uit door kunstzinnige
opvatting en uitvoering, o.a. door de vig
netten en illustraties, waarmede zij ver
lucht waren. Het eerste boek, dat bij hem
van de pers kwam, was „Institution d'une
fille noble", door Jehan Michel Bruto; op
de laatste bladzijde staat vermeld: „De
rimprimerie de Chr. Plantin 1555". Zijn
eerste uitgaven vertoonen als drukkers
merk een landsman, die een zich om een
olm slingerende wijngaardrank verzorgt;
in 1566: ©en wijngaard met trossen, waar
door zich een band slingert. Beide werken
dragen een Latijnsche spreuk. In 1557 ein
delijk verschijnt het beroemde Plantijnsche
drukkersmerk, de Gulden Passer, met de
zinspreuk, die den meester zoo juist ken
merkt: „Labore et Consta-ntia" arbeid
en bestendigheid.
De zaken gingen goed, hetgeen zeer zeker
als bewijs van zijn degelijke vakkennis kan
gelden. Vele van zijn uitgaven waren voor
Frankrijk bestemd; doch hij deed ook flinke
zaken met Duitschland, later met Enge
land. Een van de fraaiste en meikwaardig-
ste werken, welke 'bij hem uitkwamen, was
wel het rijk geïllustreerde iboek met de be-
GEMEENTERAAD VAN NOORDW1JK
schrijving van de teraardebestelling van
Karei V, verschenen in 1559.
De eerste groote tegenslag.
In 1562 trof hem een gevoelige slag. Ter
wijl hij in Parijs vertoefde, werd een klacht
tegen hem ingediend wegens het drukken
en in voorraad hebben van een hervormd
geschrift. Dit was in die dagen van onver
biddelijke geloofsvervolging een feit, vol
doende om den drukker aan de galg te
brengen. Gelukkigerwijze bleek spoedig,
die het boekje buiten Plantin's voorkennis
gedrukt was door drie van zijn werklieden;
ook bleek uit het ingestelde onderzoek, dat
op de rechtgeloovigheid van Plantin en
zijn gezin niets viel aan te menken hij
is dan ook tot het einde van zijn leven
Katholiek gebleven. Dit nam echter niet
weg, dat al zijn bezittingen in beslag ge
nomen en publiek verkocht werden dit
laatste op aandringen van enkelen zijner
schuldeischers. Wel'k een omvang zijn druk
kerij en uitgeverij reeds toen hadden blijkt
wel hieruit, dat na betaling van alle schul
den een bedrag restte van 20.000 gulden,
een zeer aanzienlijke som voor dien tijd.
Dit geld werd hem gerestitueerd; en hij
haastte zich om opnieuw een drukkerij op te
richten, waartoe hij met enkele rijke vrien
den een vennootschap oprichtte, die even
wel niet van langen duur was, hoofdzake
lijk omdat Plantin's medevennooten min
of meer naar het Calvinisme overhelden.
Dit neemt echter niet weg, dat er in de
enkele jaren, gedurende welke de vennoot
schap stand hield, veel en uitstekend werk
werd uitgevoerd. Plantin werkte toen reeds
weder met zeven persen.
Een „lock out" in de 16de eeuw.
Het is ondoenlijk om in dit korte bestek
ook maar een kort overzicht te geven van
de talrijke prachtwerken, welke Plantin's
drukkerij verlieten, en die tot de subliem-
ste voortbrengselen der boekdrukkunst be-
hooren. Naast zijn groote kunde als druk
ker dienen wij ook in het licht te stellen de
scherpzinnigheid, waarmede hij zijn mede
werkers wist te kiezen: correctors, verta
lers, teekenaars, graveurs, enz., waarvan
verschillenden naderhand door huwelijken
met zijn dochters aan hem vermaagschapt
werden. Deze medewerkers, vooral Arias
Montainus, stelden hem in staat, den „Ant-
werpsche Veeltalige Bijbel of Polyglotta",
ook „Biblia Regia" geheeten, tot stand te
brengen. Hiervoor zou hij een toelage van
Koning Filips n ontvangen van 12000, later
verhoogd tot 21200 guldens. Het drukken
begon in 1568; in Juni 1572 waren de 8
folianten voltooid. Het werk bevat de ge
wijde teksten in het Hebreeuwsch, Chal-
deesch, Grieksoh en Latijn, met den Syri-
schen tekst van het Nieuwe Testament.
Deze uitgave bracht Plantin in groot finan
cieele moeilijkheden. De Koning verkeerde
eveneens in zoo grooten geldnood, dat hij
zijn verplichtingen tegenover den drukker
niet kon nakomen, ondanks diens herhaalde
requesten. Daarnaast had Plantin nog heel
wat te stellen met zijn drukkersgezellen, zoo
zelfs, dat hij er op zekeren dag toe moest
overgaan, om hen allen te ontslaan waar
na zij met hangende pootjes terugkeerden.
Hoe groot al deze verschillende moeilijk
heden waren, kan men eenigszins beoor-
deelen wanneer men weet dat hij op een
gegeven oogenblik 22 persen en 160 werk
lieden aan het werk hield, terwijl andere
drukkerijen het niet verder brachten dan
tot 2 of 3 persen en een paar man perso
neel. Ook de beroemde Elzeviers deden hun
intrede in het drukkerva'k bij Plantin. Hans
van Leuven, Elsevier, ontving uit Plan
tin's handen in 1571 een certificaat van
vakkennis en vestigde zich in 1580 in Lei
den.
Plantin te Leiden als drukker van de
Hoogeschool.
De Antwerpsche furie in 1576 bracht
Plantin aan den rand van den ondergang,
door de brandschattingen welke hem wer
den opgelegd en aan zijn drukkerij toege
brachte schade. Opnieuw werkt hij zich op;
in 1577 werd hij drukker van de Staten en
in 1579 zien wij hem als officieel drukker
van de stad Antwerpen. Zijn roem was reeds
lang tot het buitenland doorgedrongen; hij
ontving aanbiedingen om zich in Frankrijk,
in Italië te vestigen, doch hij wilde Ant
werpen niet verlaten. Toch had hij er nog
steeds met groote moeilijkheden te kam
pen; en herhaaldelijk gaf een zijner trouw
ste vrienden (hoewel Calvinist), Justus
Lipsius, die een leerstoel bekleedde aan de
Leidsche Universiteit, hem den raad met
een paar persen daarheen te komen. Ten
slotte zwichtte Plantin en trok in 1583 naar
Leiden, waar Lipsius hem tot drukker der
Hoogeschool wist te doen benoemen.
Op 1 Mei 1583 trad hij als zoodanig in
functie. In een paar brieven aan zijn oude
vrienden en begunstigers, De Cayas en
Arias Montan-us, deelt hij mede, dat curato
ren van de Hoogeschool hem plechtig heb
ben verzekerd, dat hij nooit iets zou behoe
ven te drukken, dat gericht was tegen den
Katholieken godsdienst. Zijn uitgaven zou-
Onder presidium van burgemeester van
de Mortel kwam de raad gisterenmiddag
te 4 uur in openbare vergadering bijeen.
Afwezig was de heer J. G. van Eeden.
Onder de ingekomen stukken bevond
zich een schrjjven van den heer M. J. B.
Jungmann, alhier, inzake een hem op den
morgen der gemeenteraadsverkiezing door
de politie ontnomen reclamebord, welk
adres voor kennisgeving werd aangeno
men. Een adres van de plaatselijke schoen
winkeliers, om de plaatselijke midden
stand in te schakelen bij het beschikbaar
stellen van schoenen aan werkloozen en
deze niet te betrekken bij het rijksinkoop-
bureau werd na eenige discussie in han
den gesteld van de commissie „Crisis B"
ter afdoening, echter niet dan nadat door
verschillende heeren geconstateerd was,
dat bij gelijke prijzen zooveel mogelijk
moet worden tegemoetgekomen aan den
plaatselijken middenstand.
In de vacature van gemeentegeneesheer,
ontstaan door het bedanken van den heer
J. P. Niekerk (aan wien tegelijk eervol
ontslag werd verleend), werd voorzien
door de benoeming van den arts H. J. de
Graaf. Gelijk bekend heeft de heer Nie
kerk in verband met zijn benoeming tot
lid van den raad, zijn met deze functie on-
vereenigbare betrekking van gemeentege
neesheer neergelegd.
Een reclamebureau 1
vuurtorenplan.
het
Een kleine wijziging van technischen
aard werd gebracht in het raadsbesluit tot
verkoop van grond in het z.g. vurutoren-
plan. Op een vraag van den heer Lieffe-
rink vernamen wij hierbij, dat zeer bin
nenkort een reclamebureau zal worden
opgericht, die den verkoop dezer gronden
zal stimuleeren en daarbij alle terzake ge-
wenschte inlichtingen zal verstrekken.
Naar aanleiding van een ingekomen ver
zoek tot verkoop van grond voor het bou
wen van huizen aan de van Panhuijsstraat,
werd de verkoopsprijs van dezen grond
vastgesteld op 5.25 per M2., waarnaast
bij bebouwing de gewone omslag nog be
taald zal moeten worden.
Een ingekomen adres van M. Gooi, waar
over wij reeds schreven, werd op aandrin
gen van diverse leden naar de besloten
zitting verwezen.
Vervolgens werd een crediet beschikbaar
gesteld van 2000.voor bijdragen ter
verbetering van arbeiderswoningen. De
wijze waarop zulks geschiedt, vermeldden
wij reeds eerder. Volstaan wij daarom met
er op te wijzen, dat de vraag, voor welke
woningen bijdragen zullen worden ver
leend (tot een max. van 165.normali
ter) voor ieder geval afzonderlijk door B.
en W. met de commissie voor openbare
werken zal worden bekeken.
Ook over de omzetting van de rioolbe
lasting in straatbelasting schreven wij
reeds. Bij de vaststelling der begrooting in
de Decembervergadering besloot de raad
daartoe reeds in principe. Dat van de be
lastbare opbrengst der eigendommen nu
1 pet. meer, dus 4 pet. in totaal zal worden
geheven ontmoette daarom geen bezwaar.
De bepaling, dat voor panden met een hoo-
gere opbrengst dan 1600.van het meer
dere een kleiner percentage zal worden
geheven, hadden B. en W. nader zoodanig
geamendeerd, dat alleen de hotels en pen
sions, welke gedurende een korten tijd van
het jaar in exploitatie zijn, hiervan zouden
profiteeren. Hierover struikelden verschil
lende leden. Waarom voor deze categorie
een uitzondering, vroeg de heer Vogelaar;
en waarom andere categoriën, die ook zoo
zwaar zijn belast, b.v. de bloemisterijen,
ook niet een uitzondering, vroeg de heer
de Vreede. Gelijke monniken, gelijke kap
pen! De voorz. antwoordde, dat het hotel-
en pensionbedrijf slechts een korten tijd
van het jaar kan werken en anderzijds
uitermate zwaar belast zijn. Voorts acht
ten de heer Alkemade en anderen het niet
juist, dat eigenaars van huizen, op eenigen
afstand van de bebouwde kom gelegen,
b.v. Gooweg of Heerenweg e.d., ook in de
verhooging dier belasting deelden, niette
genstaande zij niet kunnen aansluiten aan
het gemeenteriool, hetgeen voor hen een
dubbele belasting beteekent.
Er werden verschillende oplossingen aan
de hand gedaan om de bezwaren te onder
den beperkt blijven tot klassieke werken;
godgeleerdheid viel buiten zijn domein.
Een man, die zich niet liet dwingen.
Hij werkte te Leiden met drie van zijn
Antwerpsche persen; en dat deze niet stil
stonden blijkt wel uit het feit dat hij be
gin 1585, nog geen twee jaar later, aan de
Leidsche overheid een exemplaar aanbood
van al de boeken, die hij toen reeds in Lei
den had gedrukt; het waren er een dertig
tal. Voor de verdraagzaamheid van zijn
Calvinistische omgeving heeft hij niets dan
lof. Dat hij in Augustus 1585 Leiden weer
verliet, vond zijin oorzaak in het feit, dat
de Hollandsche Staten tegen zijn wil in
zijn drukkerij een boekje wilde laten ge
reed maken tegen Filips n echter niet
van godsdienstige, doch van politieke strek
king. Hij keerde langs een grooten omweg
terug naar Antwerpen en liet de zaken te
Leiden over aan zijn schoonzoon Van Ra-
velingen, die tot de hervormde leer was
overgegaan.
In Antwerpen beleefde hij niet veel ge
noegen meer. Hij vond er nog slechts één
pers in werking bij zijn terugkeer. Wel is
waar wist hij spoedig weder een aantal wer
ken uit te geven, doch geldzorgen drukten
hem terneer. Nog altijd maande hij Koning
Filips H, doch met weinig resultaat. Hij
wepd gekweld door graveel, dat hem bijna
geen rust liet; en zoo kwam het einde, op
ongeveer 70-jarigen leeftijd. Den lsten Juli
1589 legde Christoffel Plantin, een druk-
kensgenie zoo als de wereld er slechts wei
nig heeft gekend, voorgoed het hoofd neder.
vangen. Wij zullen ze niet opsommen, aan
gezien dat zulks toch geen zin heeft, nu B.
en W. het voorstel terugnamen, om een en
ander nog eens nader, met het oog op
eventueele konsekwenties, te bezien. Zoo
dat deze verordening in de volgende ver
gadering weer ter tafel komt.
Het was zeer noodzakelijk gebleken de
woningen van een tweetal agenten van po
litie van een telefoonaansluiting te voor
zien, weshalve de raad hiertoe besloot.
Vervolgens werden op denzelfden voet
als de laatste jaren is geschied, wederom
extra bijdragen verleend aan de twee
plaatselijke bouwvereenigingen, zulks tot
dekking van de tekorten, ontstaan door de
verlaging der huren. 3/4 dezer tekorten
komt ten laste van het Rijk, 1/4 ten laste
der gemeente. Maximum zal de gemeente
1350.-»- bijdragen.
Hierna werd aan het bestuur der Her
vormde schoolvereeniging te Noordwijk
aan Zee de gevraagde medewerking ver
leend voor de uitbreiding der speelplaats
dier school, bedragende ongeveer 4300.
De bouw der R. K. kerk te Noordwijk
aan Zee met afwijking der rooilijnen,
een feit!
Over dit nieuwe voorstel van B. en W.
(het oude was in de vorige vergadering
verworpen), gedaan naar aanleiding van
een schrijven van het R. K. Kerkbestuur,
schreven wij reeds uitvoerig. Niet minder
uitvoerig waren echter de discussiën, die
zich hierover nogmaals ontsponnen. De
heeren Liefferink en Vogelaar waren zeer
verbaasd, dat B. en W. na het geleden echec
in de vorige vergadering, toch hun zin wil
len doorzetten, door opnieuw met een vrij
wel gelijkluidend voorstel te komen. Waar
blijft dan het prestige van den raad, riep
de heer Liefferink uit! Dit bezwaar kon de
heer van der Wiel geenszins deelen, doch
betreurde het, dat het kerkbestuur de toe
gezegde financieele medewerking tot een
bedrag van 500.eerst voornemens wa
ren te geven na den geheelen afbouw der
kerk. Dit kon wel een menschenleeftijd
duren. Toen bleek de heer de Vreede de
reddende engel. In een vurig betoog, weer
leggend het bezwaar van den heer van der
Wiel, zeide spr., dat die 500.er wel ui
len komen, of contant, of toch zeker L t-
nen 10 jaren. Weliswaar sprak spr. niet
namens het Kerkbestuur, maar deze toe
zegging meende hij op goede gronden ge
rust te kunnen doen. Als „man het vak"
rafelde hij nog eens de aesthetische voor-
deelen van de plaatsing van het kerkge
bouw met afwijking van de rooilijnen aan
den Nieuwen Zeeweg en van Hardenbroek-
weg uit, daarbij waardeerende woorden
voegend aan het adres van den architect
der kerk, ir. Jan van der Laan, de „geeste
lijke vader" van het voorstel van B. en W.
tot afwijking der rooilijnen ter plaatse. De
beste professoren zijn het echter niet met
elkaar eens, en de andere „vakman" de
heer Vogelaar, was desondanks niet te
overtuigen. Uitsluitend uit zakelijk oog
punt redeeneerend, handhaafde de heer V.
zijn in de vorige vergadering geuite be
zwaren, daaraan o.m. nog toevoegend, dat
de door het kerkbestuur bij te dragen
500.slechts een klein gedeelte zijn
van de totale door de gemeente hierdoor
te maken kosten, waarvan spr. een bedrag
noemde van 1200.Ook de voorz. en de
weth. van openbare werken wierpen zich
nog in den strijd en verdedigden met klem
hgt voorstel van B. en W. Van de zijde der
tegenstandei's (en wij nemen gaarne acte
van de herhaaldelijk gemaakte opmerking,
dat het alleen om zakelijke motieven ging)
werd nog opgemerkt, dat er wel wat al te
veel geschermd werd met de belangrijke
„aesthetische" voordeelen, die de plaat
sing van het kerkgebouw op de rooilijnen
biedt en dat er vermoedt werd, dat de
„aesthetische zijde" de kapstok was, waar
aan alles werd opgehangen. Voor de hee
ren van der Wiel en de Monije gaf het be
toog van den heer de Vreede wel de door
slag.
Toen kwam het voorstel van B. en W.,
aldus geamendeerd, dat de door het kerk
bestuur bij te dragen 500.(voor den bij
den afbouw der kerk aan het kerkbestuur
te verkoopen grond) in ieder geval binnen
vijf jaren zal worden betaald, in stemming.
Het werd ditmaal aangenomen met 9 te
gen 5 stemmen. Vóór stemden de beide
wethouders en de heeren van der Wiel, do
Monije, Alkemade, de Vreede, Caspers,
Vink en Bulk. Tegen: de heeren Vogelaar,
van der Meer, Wassenaar, van der Niet en
Liefferink.
Uitbreiding technisch personeel dienst
openbare werken.
Met dit voorstel, ook reeds eerder in ons
blad besproken, waren B. en W. minder
gelukkig. Eenige leden van de commissie
voor openbare werken hadden een ander
„voorstel", hetgeen bij monde van den heer
Vogelaar werd voorgelezen. Dit nu was in
het geheel niet naar den zin van de com
missie personeelsaangelegenheden, wier
betoog in zuiver Nederlandsch eigenlijk
hierop neerkwam: „Wat hebben jullie
daarmede te maken; wie is er nu eigenlijk
commissie voor personeelsaangelegenheden:
jullie of wij?" Waarop de commissie voor
openbare werken weer antwoordde: „dat
het zoo niet bedoeld was!" Intusschen vond
het „voorstel" van bedoelde leden (dat be
helsde in plaats van een uitbreiding met
een technisch opzichter bij den dienst van
openbare werken, een adjunct-opzichter
tegen een ietwat lager salaris) toch wel
weer overweging waard. Weshalve B. en
W. hun voorstel maar terugnamen, zoodat
deze zaak „verdaagd" is.
Nog wat klein goed passeerde de hamer,
waaronder een aanvaarding van schenkin-
ken van enkele hotelbedrijven en N.V.
„Zeebad", ten bedrage van ruim 4000.
Bij de rondvraag informeerde de heer
Vink nog naar het resultaat der door B. en
W. gevoerde besprekingen met de Ned.
Heide Mij. inzake de loonen van de te-
werkgestelden bij de werkverschaffing (rij
wielpad). De voorz. antwoordde, dat de
heer Vink bij hem of den weth. van sociale
zaken volledig inzage kan krijgen van een
en ander.
De heer Alkemade was slachtoffer ge
worden van zijn plicht als edelachtbare!
Bij het bekende „prikkeldraadpraatje" be
treffende de Q. van Uffordstraat bleek hij,
als voorstander van gladdraad, Juist over
het gladdraad te zijn gestruikeld, waardoor
hij kennis maakte met moeder aarde. De
voorstanders van gladdraad zien intusschen
hun aanhang vergrooten. Leden, die er de
vorige keer nog half tegen waren, zijn er
nu „glad" voor, zulks tengevolge van
meerdere ongelukjes, die zich nog steeds
voordoen.
Toen werd de openbare vergadering ge
schorst en ging men in comité-generaal.
Op den laatsten dag der maand, werd
een vergadering van den Gemeenteraad
gehouden, waarin alle leden tegenwoordig
Woningen bij het Station.
Een druk besproken kwestie kwam al
naar voren, toen een ingezonden schrijven
van den heter Verbeek in behandeling
kwam. Deze wil woningen bouwen aan de
overzijde van het spoor, maar als hij den
grond koopt, wil hij ook aansluiting heb
ben aan gas-, electriciteit- en waterleiding.
Dit is schijnbaar logisch. Als de gemeen
te grond wil verkoopen moet zij ook zor
gen, dat zij bouwrijp is. Toóh wilden B.
en W. die 1200 niet toestaan, want zij
meenen, dat daarvoor die menschen zelf
moeten zorgen. Wel willen zij dan 50 pet.
in de kosten tegemoet komen.
Verschillende raadsleden waren het met
deze opvatting van B. en W. niet eens.
Met op één na algemeene stemmen werd
het voorstel van B. en W. aangenomen met
de bepaling eraan toegevoegd, dat Ver
beek de kosten pondspondsgewijze terug
betaald zal krijgen, als het tusschenliggen-
de terrein rendabel wordt.
Het R.K. Comité voor uitzending van
zwakke kinderen kreeg, als antwoord op
haar adres, een subsidie toegekend van
25, terwijl de R.K. ULO-sohool voor aan
schaffing van banken het aangevraagde
bedrag werd toegezegd, als B. en W. deze
zaak hebben nagegaan.
De verkoop van grond aan het Oude
land werd zonder stemming goedgekeurd,
evenals den bouw van een leslokaal met
hekwerk en betegeling ten behoeve van
de Wilhelminaschool.
Geen goede samenwerking?
Punt 5 behelsde de verbouwing van het
magazijn der bedrijven en die van de
woning waterleiding. Hierover waren ver
schillende leden eenigszirts gepiqueerd,
daar de teekening en plannen reeds wa
ren gemaakt, terwijl de gemeente-archi
tect deze eerst op de vergadering der be
drijven inder de oogen kwam. De heer
Cnosse hoopte, dat zoo iets niet meer voor
zou komen. Volgens anderen leek het, als
of de architect ter zijde was gesteld. De
heer Weltevrede uitte als zijn meening, dat
uit deze zaak weer bleek, dat er geen
GEMEENTERAAD VAN WOERDEN
gaede samenwerking is tusschen den di
recteur der bedrijven en den gemeente
architect. Ook dc heer Snel vond hier een
groote fout gemaakt.
De gemaakte begrooting voor de uit
voering loopt over bedragen van 3200
en 1100.
De heer Lunenburg vond de heele dis
cussie een beetje kinderachtig en als nu
raadsleden tegen deze credieten gaan
stemmen is dat, volgens spr., toch heele-
maal niet in het belang van de gemeen
te en beoogde samenwerking.
Bij gehouden stemming werd het eerste
crediet van 3200 met 9 tegen 4 stemmen
verleend (tegen de heeren Cnosse, de
Vries, v. d. Heyden, Snel). Bij de stem
ming over het crediet van 1100 voor de
verbouwing der woning bleek slechts de
heer Snel tegen.
Tenslotte werd nog gestemd over de
huur van deze woning ƒ1 per week ver
hooging). Aangenomen met 11 tegen 2 st.
(tegen de heeren Snel en Smits). De ver
pachting v. d. Sluis aan het Woerdensche
Verlaat werd zonder stemming 'goedge
keurd (k 450).
De punten 7 en 8 gingen onder de ha
mer door.
De commissie onderzocht vervolgens
de geloofsbrieven van de nieuwe raads
leden, die werden goedgekeurd.
In een wijziging der loonsverordening
werd voorgesteld de rang van chef-mon-
teur-bedrijtsmeester in te voeren op een
loon van 30 tot 37.50. Dit voorstel had
zeer veel bespreking. Besloten werd tot
aanhouding.
Hierna sluiting.
Wat moet ik doen bij^
Luchtaanvallen
Wanneer U lid was van de afdeeling
Leiden der Ned. Ver. voor Luchtbe
scherming secretaris is de heer
D. C. KOK, Rapenburg 9, Tel. 807
zou U het antwoord op die vraag
weten!
Ieder betaalt contributie naar draagkracht
I (minimum 25 cents 's jaars).