Britsch memorandum aan Duitschland BUITENLAND Bespreking mogelijk, mils goede wil aanwezig Wil Hitler geweld in Dantzig? De onderhandelingen om Tientsin. Churchill ziet donkere wolken. DONDERDAG 29 JUNI 1939 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 ENGELAND Oorlogsvoorbereidingen gesignaleerd. ENGELSCHE EN FRANSCHE PERS WAARSCHUWT. De Japanneezen en de kuststrook. Antwoord op opzegging van Vlootverdrag. Het Britsche Foreign Office heeft gis teravond den tekst gepubliceerd van een memorandum inzake de opzegging van het BritschDuitsche vlootverdrag, dat de Britsche ambassadeur te Berlijn aan von Ribbentrop heeft overhandigd. Hierin wordt o.m. verklaard, dat men niet kan zeggen, dat in welk deel van Europa Duitschland ook in een oorlog zou worden betrokken, Engeland altijd een Duitsch-vijandige houding zou moeten aannemen. Engeland zou slechts dan een vijandige houding kunnen aannemen, als Duitschland een daad van agressie tegen over een ander land zou begaan. Verklaard wordt, dat de in het memo randum der Duitsche regeering gegeven beschrijving van de Britsche politiek Jls een politiek van omsingeling volkomen ongemotiveerd is. Engeland heeft niet den wensch, de ontwikkeling van den Duit- schen handel te belemmeren. Het memorandum wijst erop, dat reeds een aanzienlijk bedrag aan vrije valuta ter beschikking van Duitschland is gesteld voor de aanschaffing van grondstoffen. De Britsche regeering ziet uit naar een bespreking over een verdere verbe tering van Duitschlands economische po sitie, zoo slechts wederzijdsch vertrou wen en goede wil geschapen kunnen worden. De vaste wensch der Britsche regeering is, wel verre van bevordering van een oorlog met Duitschland, het scheppen van Britsch-Duitsche betrek kingen op den grondslag van wederkee- rige erkenning van de behoeften van de beide landen, natuurlijk met behoorlijke inachtneming van de rechten van andere landen. Het voornaamste doel van het vlootver drag was het uitvoeren van een element van stabiliteit ter vermijding van een on- noodigen bewapeningswedloop. Vandaar, dat de accoorden geen bepaling inzake eenzijdige opzegging bevatten, doch duide lijk alleen maar rekening hielden met be ëindiging of wijziging door gemeenschap pelijk overleg. Het accoord van 1935 was, naar uitdruk kelijk was verklaard, van permanenten aard. De eenige bepaling, afgezien van de bijzondere bepalingen ten aanzien der duikbooten, welke de mogelijkheid eener wijziging insloot, had betrekking op het geval van een krachtige verstoring van het algemeen evenwicht in de bewapening ter zee en zelfs dan diende een wijziging alleen nog maar te geschieden in overleg met de Britsche regeering. De Duitsche regeering voert niet 'aan, dat zulk een toestand in feite bestaat. Nog minder heeft zij de Britsche regeering uit- genoodigd den toestand te bestudeeren, alvorens haar stappen te doen. In het memorandum wordt verder ver klaard, dat de vroegere voorafgaande aan kondiging van de vlootsterkte, die de Brit sche regeering aan Duitschland heeft ver strekt, uitsluitend gegeven werd met het doel, de bepalingen van het accoord van 1935 na te komen. Geen verdere voorafgaande aankondi gingen zullen noodig zijn, aangezien zij slechts beoogden. Duitschland in staat te stellen, ten volle gebruik te maken van de quota van 1935, doch als Duitschland niet langer gebonden is aan de in het ca- coord vastgelegde limiet van 35 pet., kan de Britsche regeering zich niet langer ge bonden achten aan haar vroegere aankon digingen, welke derhalve als vervallen moeten worden beschouwd. Zoo Duitschland bereid mocht zijn, over een ander accoord te onderhandelen, zal de Britsche regeering gaarne aanwijzingen ontvangen omtrent omvang en cloel, welke de Duitsche regeering voor zulk een ac coord geschikt zou achten. De Britsche re geering zou in het bijzonder willen we ten: 1. Wanneer naar de meening van Duitschland de besprekingen zouden moe ten plaatsvinden, en 2. Hoe de Duitsche regeering zich voor stelt te garandeeren, dat iedere handeling in den vorm van een opzegging of wijzi ging van het nieuwe accoord gedurende den geldigheidsduur de goedkeuring van beide partijen wegdraagt. SLECHTE ONTVANGST IN DUITSCHLAND. Gemis aan begrip en arrogant". Het Britsche memorandum aan de Duit sche regeering heeft in Duitschland een zeer slecht onthaal gevonden. Het geeft de pers aanleiding voor een nieuwe anti- Britsche campagne. De Duitsche bladen vertoonen koppen als Totaal gemis aan begrip voor de opzegging van het vloot verdrag"", „Arrogante Britsche nota aan Berlijn". Het „Hamburger Fremdenblatt" schrijft; „Het Britsche antwoord is niet be moedigend. Het sluit de deur niet, maar biedt geen uitgangspunt voor onderhande lingen, die werkelijke beloften voor de toekomst inhouden". Volgens de „Lokal Anzeiger" is de Brit sche nota niet geschikt voor verbetering van de sfeer en geeft zij den indruk van gebrek aan goeden wil. De „Voelkischer Beobachter" schrijft: „De Britsche nota, overhandigd op den verjaardag van Versailles, beteekent geen bijdrage tot den vrede. Het omsingelings- spel van 1914 herhaalt zich en de nota rechtvaardigt het met precies dezelfde holle phrasen als vroeger. De nota is op gesteld in uitdagenden vorm en de laatste zin beteekent een onbeschaamdheid. Men zal in het document tevergeefs een ant woord op Hitlers rede van 28 April zoe ken. De nota beperkt zich er toe, op droge wijze het bestaan der omsingelingspolitiek te ontkennen en bevat slechts een magere passage over onderhandelingen, waartoe Engeland bereid is. Maar de groote fout is, dat het document het Britsch-Duitsche Vlootverdrag tracht te verlagen tot een zuiver technisch instrument ter beper king van de vlootbewapening, zoodat het geen enkele beteekenis zou hebben gehad voor de DuitschEngelsche betrekkingen. Indien dit werkelijk overeenkomt met de oorspronkelijke Engelsche opvatting, kan men slechts constateeren, dat Engeland reeds in 1935 Duitschland bedrogen heeft. Voor ons was het document een werktuig voor een duurzamen vrede tusschen Duit- schers en Engelschen. De nieuwe nota toont aan, hoe zeer het noodig was een einde te maken aan het vlootverdrag van 1935". Bnltenlandsche Berichten BRANDEN TE LONDEN Thans weer een pakhuis Voor de derde maal in een week tijds is gisteren in het centrum van Londen een groote brand uitgebroken. Het opmerke lijk is, dat deze branden alle drie zijn uit gebroken in een gebied met 6en straal van nog geen mijl. De brand van gisteren heeft gewoed in een pakhuis in de binnenstad, het vuur werd door den krachtigen wind aangewak kerd en binnen korten tijd stonden de der de en vierde verdieping in lichtelaaie. Aan de blussching werd deelgenomen door meer dan 150 brandweerlieden, wier taak be moeilijkt werd, doordat de drijvende brand spuiten op de rivier tengevolge van lage water niet gebruikt konden worden. Een dozijn menschen heeft zich uit het brandende pakhuis kunnen redden door op de modderbanken van de rivier te sprin gen. De brandweer, die gebruik maakte van zuurstof apparaten, is er na twee uur in ge slaagd, het vuur meester te worden en uit breiding tot debelendende pakhuizen te voorkomen. Vier brandweerlieden hebben zich in het ziekenhuis moeten laten behandelen. Alle bedienden konden uit het pakhuis ontsnap pen. De eigenaar heeft verklaard, dat hij geen reedn had om te vermoeden, dat hier van brandstichting sprake is. BRAND IN EEN CHOCOLADEFABRIEK Gisterochtend is brand uitgebroken in een chocoladefabriek te Islington, ten Noorden van Londen. De brand heeft belangrijke schade aangericht. EEN TANKSCHIP IN NOOD Is het van de Britsche marine? In een S.O.S.-bericht, dat te Rangoon is opgevangen, wordt medegedeeld, dat giste ren een tankschip van de Britsche marine nabij Andaman in brand is geraakt. Men vreest, dat het schip verloren is. Vier schepen zijn op weg om hulp te bie den. De Britsche admiraliteit deelt echter naar aanleiding van bovenstaand bericht mede, dat zich in het opgegeven gebied geen en kel tankschip der Britsche marine bevindt. GROOTE BOSCHBRAND IN PALESTINA Ongeveer 25.000 pijnboomen zijn gister middag vernield door een grooten brand in het bosch, dat aangeplant is ter nagedach tenis van koning George V op het land van het Joodsche nationale fonds, op de heuvels van Nazareth. Het bosch werd geplant met behulp van gelden, bijeengebracht door de Joden in het Britsche rijk. Himmler inspecteert de nazi-formaties. Uit Dantzig wordt gemeld, dat Himmler gistermorgen daar zou zijn aangekomen. Hij zou de nat. soc. formaties der Vrije Stad inspecteeren. Poolsehe kringen in Dantzig verklaren, dat het minder gaat om een inspectie dan wel om een zuivering, die het verwijderen van twijfelachtige elementen ten doel heeft. De „Czas", het conservatieve Poolsehe or gaan, voegt hieraan toe, dat gouwleider Forster inderdaad een begin heeft gemaakt met de reorganisatie van de S.A.-een'heden van het gebied, onder toezicht van talrijke S.S.-lieden, die uit Duitschland zijn ge komen. Geregeld komen te Dantzig convooien auto's aan uit Oost-Pruisen met verschei dene honderden jonge touristen, die be stemd zijn voor het vrij willigerskorps. Deze jongelieden worden verdeeld over barak ken in Matzkau, Wieben en Lagfuhr. Voorts zouden de nat. soc. autoriteiten een groot aantal paarden hebben gerequi- reerd, die bestemd zouden zijn voor de een heid van het vrijcorps. Het Poolsehe recht- sche orgaan „Goniec Warszawski" verklaart te dien aanzien, dat oorlogsmateriaal hei melijk uit Oost-Pruisen de Vrije Stad wordt binnengebracht. Tevens meldt het blad, dat de aanwezgiheid der vrijwilligers in Dantzig tezamen met den invoer van oorlogtuig een schakel meer vormt in den keten van provocaties, die deel uitmaken van den door Duitschland verklaarden zenuwoorlog. De provocaties kunnen echter noch de Polen in Dantzig noch elders enerveeren. Iedere formatie van militaire organisaties in Dantzig zal stuiten op ca tegorisch verzet van de Poolsehe regeering. De „Kurjer Polski" bevestigt, dat ploe gen arbeiders begonnen zijn met den bouw van een brug over den Nogat, aan de grens tusschen Dantzig en Oost-Pruisen. Het blad wijst op het strategische belang daarvan. De Engelsche bladen wijden ook aandacht aan den ernstigen toestand te Dantzig, waar, naar gemeld wordt, in de aïgeloopen 24 uur vierduizend officieren en manschap pen zijn binnengekomen. Men gelooft, dat deze soldaten hulp zullen verleenen bij de vorming van het vrijwilligerscorps. Verder wordt gemeld, dat speciale regelingen zijn getroffen voor de levering van gasmaskers aan de politie te Dantzig en de Duitschers, die uit Oost-Pruisen zijn aangekomen. De „News Chronicle" zegt, dat de natio- naal-socialisten zich ernstig bedriegen, als zij denken, dat hun poging om Dantzig met geweld te nemen, Polen en daardoor En geland niet tot militaire maatregelen zou brengen; De „Daily Telegraph" constateert: „Een oorlog is nog niet onvermijdelijk, maar de toekomst is afhankelijk van een ombereken- baren factor: de gril of de obsessie van één man. Niemand kan voorspellen, wat zijn geest zal ontwerpen. En daarom dienen an deren zich op het ergste voor te bereiden". De „Daily Herald" zegt: „Het is duidelijk, dat Hitier een nieuw onheil te Dantzig in den zin heeft. Wellicht zal het den vorm van een militairen putsch hebben, die een crisis van het ernstigste karakter wel zou moeten verhaasten. Het is Hitier niet te doe?n om een regeling voor Dantzig maar om een nieuwe overwinning. Als het tot een daad van geweld te Dantzig komt, zal dat een uitdaging aan Europa zijn, die niet ten tweede male op*de wijze van Muen- chen kan worden vermeden". Zelfs de „Daily Express" die gewoonlijk optimistisch is, zegt, dat de berichten uit Dantzig ernstige ongerustheid moeten ver oorzaken. Als een oorlog niet kan worden vermeden, aldus het blad, moeten wij hem doorstaan. Het Fransche blad de „Petit Parisian" schrijft: „Wij hooren, dat men te Berlijn speculeert op verschillen in appreciatie, die zich bij een zeker gedeelte van de Britsche en Fransche openbare meening zouden ma nifesteeren voor het geval het tot een con flict mocht komen naar aanleiding van het vraagstuk--Dan tzig. Dergelijke berekenin gen kunnen slechts tot een verkeerde con clusie leiden. Londen en Parijs hebben, gesteund door de eenstemmige openbare meening, besloten zich te verzetten tegen iedere nieuwe daad van geweld en daar aan zullen zij zich houden, onverschillig of die daad te Dantzig of elders wordt ge pleegd. Engeland en Frankrijk zijn thans machtig genoeg om dergelijke mogelijk heden met de grootste koelbloedigheid on der oogen te zien". EEN DUITSCH VLIEGTUIG DOOR POLEN NEERGEHAALD? In de buitenlandsche pers zijn berichten gepubliceerd, volgens welke een Duitsch vliegtuig aan de Oostzeekust door Poolsch luchtafweergeschut zou zijn neergehaald. In bevoegde Duitsche kringen toont men zich ten aanzien hiervan uiterst terughou dend. Te Berlijn wordt het bericht niet formeel tegengesproken, doch wel verklaart men, dat het vliegtuig, waarvan hier sprake zou zijn, normaal op Duitsch grondgebied is gedaald, zonder dat er eenig spoor van kogelgaten op te ontdekken was. Uit War schau wordt gemeld, dat geen enkel Poolsch blad het desbetreffende bericht gepublii- In kringen, die in nauw contact met de Japansche regeering staan, neemt men als vaststaand aan, dat bij de komende onder handelingen te Tokio belangrijk meer zal worden besproken dan de uitlevering van de vier Chineezen dcor de autoriteiten van de Britsche concessie te Tientsin. Men gelooft, dat de Japansche regeering zal aandringen op de regeling van de mili taire, politieke en economisch vraagstuk ken, die van belang worden geacht voor de veiligheid der Japansche strijdkrachten in China en van de Japansche positie daar. De Britsche consul te Tientsin, majoor Herbert en de Japansche consul Tanaka, gaan vandaag per vliegtuig naar Tokio, om daar deel te nemen aan de besprekingen over Tientsin. DE TOESTAND TE SWATAU Uit Kanton meldt Domei, dat de Japan sche vice-consul en de consul-generaal een bespreking hebben gehad over de vraag stukken door de bezetting van Swtau ge rezen ten aanzien van de betrekking met de drie mogendheden, die in Swatau be langen hebben. Volgens zekere kringen zou den de Japansche autoriteiten de controle op de scheepvaart te Swatau kunnen ver scherpen met het oog op het gebrek aan samenwerking van Engelsche zijde. Toen gisteren het Britsche schip „Sie- stan" voor Swatau aankwam, werden pas sagiers en mail door den Britschen torpedo jager „Thanet" aan boord genomen, die ze de haven binnenbracht. De Britsche sche pen „Haiching" en „Sinkiang", die te Foetsjau liggen, hebben geen gevolg ge geven aan de Japansche waarschuwing om de haven te verlaten; ook liggen hier nog twee Britsche oorlogsschepen. De Noorsche en Italiaansche schepen te Wentsjau hebben gevolg gegeven aan het Japansch verzoek. De Chineesche autoriteiten van Foetsjau hebben den staat van beleg afgekondigd en zij maken zich gereed een Japanschen aan val het hoofd te bieden; met ingang van daag mogen geen schepen de haven meer in of uit. Tusschen Japansche landingstroepen en Chineesche vei'dedigers op het eiland Joe Wang bij den ingang van de haven van Wentsjau wordt op het oogenblik heftig gestreden. Naar gemeld wordt komen ten Zuiden van Tsjaotsjau voortdurend Chineesche versterkingen aan. Zijn nemen stellingen in, in de heuvels ten Westen van het ge bied rond Tsjaotsjau en Swatau met de be doeling, den Japanneezen te beletten, ver der landwaarts op te rukken. DE LUCHTGEVECHTEN AAN DE MONGOOLSCHE GRENS Op 28 Juni heeft de Japansch-Mandsjoe- rijsche luchtmacht met vijftien bommen werpers, welke beschermd werden door vechttoestellen, opnieuw de grens geschon den van de Mongoolsche volksrepubliek in het gebied van Boeir Nor. De toestellen werden ontvangen met het vuur van lucht afweergeschut en door Mongoolsch- Russische vechttoestellen. De Japansch- Mandsjoerijsche machines lieten verschei dene bommen vallen, zonder op eenig doel te richten, en trokken daarna terug naar Mandsjoerijsch gebied zonder den strijd aan te binden, Het luchtafweer haalde twee Mandsjoerijsch-Japansche vliegtuigen neer die op het gebied van de Mongoolsch volks republiek neerkwamen. Men geeft te Moskou geen enkele ver klaring voor de herhaalde luchtgevechten aan de grens van Buiten-Mongolië en Mandsjoekwo, ook al, doordat het tooneel van den strijd vrijwel onbewoond is. Tot dusverre heeft Moskou noch Tokio een diplomatieken stap gedaan, doch de Rus sen herinneren aan de woorden van Molo- tof, die onlangs heeft gezegd, dat de Sovjet Unie gereed is om een einde aan de Ja pansche uitdagingen in Mongolië te maken. Men vermoedt, dat de Russische strijd macht in Buiten-Mongolië ongeveer 25.000 men telt, De Mongoolsche republiek zou een honderdduizendtal soldaten kunnen leveren. ceerd heeft. Het bericht is van Poolsehe zijde ook niet officeel bevestigd, terwijl het te Dantzig is tegengesproken. Welingelichte kringen te Warschau ver klaren niet te weten, dat zich een dezer diagen aan de Poolsehe kust zulk een inci dent heeft voorgedaan, doch voegen hier aan toe, dat in het grensgebied talrijke ge vallen van schending der Poolsehe grens door Duitsche vliegtuigen zijn geconsta teerd. HOE DE POOLSCIIE MINDERHEID IN DUITSCHLAND BEHANDELD WORDT. Op bevel van de politie in Frankfort a. d. Oder zijn de organisaties van de Pool sehe minderheid in de districten Bohst en Meseritz bij de Poolsehe grens ontbonden. De bezittingen der organisaties werden ge confisqueerd en haar vaandels in beslag genomen. DRIE MAANDEN VAN SPANNING „Wacht u voor een sprong in het onbekende" In de City Carlton Club heeft Churchill gistermiddag een rede gehouden, waarin hij o.a. zeide, dat Juli, Augustus en Septem ber moeten worden beschouwd als de maan den, waarin de spanning in Europa zeer ernstig zal worden. „Ik acht den toestand waarin wij ons be vinden zeer ernstig, zeide hij. Deze toe stand lijkt veel op die van het afgeloopen jaar, doch er is een groot verschil, er zijn dit jaar geen wegen open om terug te trekken. Jegens Tsjecho-Slowakije hadden we geen verplichtingen, bij verdrag vast gelegd, doch thans hebben we Polen een ab solute garantie gegeven, dat indien het het voorwerp is van een niet uitgelokte aanval van het nationaal-socialistische Duitsch land, wij tezamen met onze Fransche bond- genooten genoodzaakt zijn den oorlog te verklaren. Dit is het feit, dat voor ons staat. Wat zal dan met Duitschland geschieden? De nationaal-socialisten maken oogenschijn- lijk alle voorbereidingen om Polen te dwin gen aan hun verlangens toe te geven en in dien Polen niet toe zal geven, wordt dag en nacht en ieder uur gewerkt aan de voor bereiding Polen aan te vallen met een groote macht uit het Westen en het Zuiden. Doelende op de woorden van den Franschen minister-president zeide Churchill: „Ik ben het geheel eens met den Franschen minis ter-president, dat wij verkeeren in een pe riode van gevaar, welke meer acuut is meer geladen met allerlei gevaar, dan wij ooit gekend hebben in onzen bewogen levens tijd. Indien men alleen de Duitsche voor bereidingen zou zien en de ontzaglijke opeenhooping van menschen, wapens en munitie alsmede de toon van de door de regeering gecontroleerde pers, en de re devoeringen van de partijleiders, dan is slechts één conciusie mogelijk en wel het ergste wat kan gebeuren en dat dit spoedig zal gebeuren". Churchill zeide verder, dat evenwel alle voorbereidende maatregelen genomen kun nen worden, en dat toch het laatste signaal niet behoeft te worden gegeven. Of het ge geven zal worden, hangt af van de stem ming, het temperament en het besluit van één enkel man, die zichzelf heeft opgewerkt uit een nederig bestaan tot een hoogte, van waar hij misschien ik zeg misschien over het grootste deel van de menschheid een onmetelijke catastrophe kan uitstorten. „Indien mijn woorden hem konden be reiken, zooals wel het geval zal zijn, zou ik zeggen tot Hitier: „Wacht en overweeg voor ge een duik neemt in het verschrikkelijke onbekende, indien ge uw levenswerk om Duitschland op te heffen uit de vernedering en verslagenheid tot een punt, waar de ge- heele wereld met spanning wacht op haar daden, niet onherstelbaar vernietigd wilt zien". Ik zou wenschen, dat ik Hitier ervan kon overtuigen van het feit, dat het Brit sche rijk de grens van zijn geduld heeft be reikt. Steeds weer hebben wij ons terug getrokken na het breken van plechtige be loften en verdragen. Hitier zou een ernstige fout maken, indien hij zou meenen, dat al dit terugtrekken alleen het gevolg zou zijn van lafheid en ontaarding. We weten, dat ons lijden hard zal zijn, doch wij zijn besloten niet schuldig te zijn aan een schok, welker gevolgen niemand kan voorzien. Indien de nationaal-socialisten een nieu we daad van geweld zullen plegen, welke zal leiden tot een oorlog, dan zullen we niet in dit land een schuilplaats zoeken. Churchill voegde hieraan toe, dat men in zekere kringen bij de berekeningen de Brit sche macht in de lucht niet moet onder schatten. Betreffende het incident van Tientsin zeide Churchill, dat het Japansche optreden zeer wel een val kan zijn, om Engeland weg te lokken van de zeeën, waar de be slissende slag in geval van een conflict zal worden geleverd. Engeland mag zijn vloot niet naar het Verre Oosten zenden, alvo rens het zeker is van zijn positie in de Middellandsche Zee en vermoedelijk zou het dan niet noodig zijn dat de Britsche vloot werd gezonden". Sprekende over de onderhandelingen te Moskou zeide spreker: „Het schijnt mij, dat het verlangen van de Russen, dat wij allen tezamen ons zullen verzetten in een aanval op de Oostzeestaten, juist en ge rechtvaardigd is en ik vertrouw, dat we volledig hieraan tegemoet zullen komen. Ik kan niet begrijpen, zoo voegde Churchill hieraan toe, waarom we al deze weken ge treuzeld hebben". SPANJE DE BEURS VAN MADRID GEOPEND Binnenkort zal de beurs van Madrid we derom worden geopend. Het gebouw is ge restaureerd. Om te beginnen zal de markt een particulier karaktei dragen en zullen alleen de beurs- en wisselmakelaars worden toegelaten. De junta van makelaars te Madrid is in contact getreden met de beide andere of- ficieele Spaansche beurzen te Barcelona en Bilbao om de betrekkingen tusschen de drie beurzen vast te stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 6