Dijkdoorbraak van het Albertkanaal Japans actie breidt zich uit Het land overstroomd, vee verdronken Een ingenieur het slachtotter Tot Toetsjau cn Wentsjau Verscherping der toestand te Tientsin BUITENLAND DINSDAG 27 JUNI 1939 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Sluiting der sluizen voor kwam erger Nabij Hasselt (België) zijn gisteravond de dijken van het Albertkanaal gebroken. Omtrent de doorbraak van de dijken van het Albert-kanaal wordt nader gemeld, dat deze zijn gebroken boven Hasselt in de richting van Gent, op 150 Meter afstand van de brug van Godscheid. Aan beide zij den van het kanaal zijn de dijken bezwe ken, en aangezien het land hier onder den waterspiegel ligt, zijn de weiden over stroomd. De doorbraken hebben een breed te'van 25 tot 40 meter. Tot aan de sluis van Hasselt, over een lengte van drie kilome ter, zijn diepe voren van 10 tot 15 meter breedte ontstaan. Aan de linkerzijde, in de richting van Luik, is een bres van vijf meter breedte ontstaan. De palen van het electrische net en de meerpalen voor de schepen zijn weg geslagen. Aan de rechterzijde, in de rich ting van Hasselt, is de dijk over een lengte van ongeveer 100 meter weggeslagen en de watermassa, welke zich over het land uit stortte, heeft een van de beide sluiswach tershuisjes, welke pas voltooid zijn, ver nield. Een modderige watermassa stroomt in de richting van Hasselt. Ook de Demer is hier door buiten de oevers getreden en de we gen worden bedreigd. De gendarmerie en de bevolking stellen alles in het'werk om het vee, dat in het water rondzwemt, te redden. EEN DOODE. De dijkdoorbraak van het Albertkanaal heeft één doode geëischt, den chefinge nieur der werken, die zich niet tijdig in veiligheid kon stellen. Andere slachtoffers zijn niet gevallen, het Kanaalgedeelte tus- schen de sluizen van Hasselt en die van Diepenbeek, een stuk van 3 K.M., blijft leegloopen in de vlakte van de Demer. Honderden H.A. grond zijn overstroomd. De geheele bevolking van Hasselt is uit- geloopen om den overstroomingsramp gade te slaan. EEN WILDE KOLKING VAN AARDE EN WATER. De Brusselsche correspondent van de „Telegraaf" deelt het volgende mede: Drie ingenieurs stonden omstreeks half- vijf den dijk bij de sluis van Godsheide te bestudeeren. Op eenige plaatsen sijpelde het water n.l. door den dijk. Des voormid dags hadden de ingenieurs dit reeds gecon stateerd, maar daar het doorsijpelende wa ter niet overvloedig en zeer helder was hadden zij er geen buitengewone vrees voor gekoesterd. Alleen werd besloten de'n dijk, die hier aan den voet zestig meter breed is en bovenaan veertig meter, nog wat te versterken. Een der ingenieurs voelde plotseling den grond onder zijn voeten als een dier le vend worden. Hij riep: „Sauve qui peut!" Zijn twee collega's sloegen op de vlucht, de een naar rechts, de ander naar links. Maar hij zelf was reeds in een wilde kol king van aarde en water geraakt. Hij wor stelde machteloos. Het water sprong met een plots gedruisch in het gat, dat in den zanddijk was gebeukt. Het drong hoe lan ger hoe geweldiger in de bres. In een wa ren springvloed werd de ongelukkige in genieur meegesleurd. Zijn lijk zou later, vastgeraakt in een haag, worden terugge vonden. Inmiddels was het, alsof het razende wa ter geheel den kanaaldijk zou afknabbe len om de beide vluchtende ingenieurs na te zetten. Met groote stukken werd in één geraas van driftig water de dijk weggezo gen. Toen deze achtervolging, die zich in enkele seconden had voltrokken, nutteloos bleek, zocht het water zijn slachtoffers in de lager gelegen weiden voor de sluis van Godsheide. Hier strekt zich een kom van weiden van circa 3 H.A. uit. Kinderen speelden in de velden of hielpen bij het hooien. Runderen en paarden graasden er rustig. De stortvloed van water kwam wild aanzetten en het werd een woeste overrom peling. Op dit oogenblik weet men nog niet of ook nog kinderen zijn omgekomen. In elk geval zag men het rundvee en de paarden op de uitgestrekte watervlakte zwemmen. Slechts met groote omzichtig heid waagde de bevolking uit de omgeving het, toen de springvloed wat was bedaard, de dieren te redden. Toch bleek, dat twee koeien en vier paarden in den onverwach- ten vloed waren omgekomen. Van verre konden ooggetuigen ook zien, dat een van twee nieuwgebouwde villa's nabij de sluis in een kolking van water werd verzwolgen. Deze villa's, drie frs. 360.000 hebben ge kost, zouden gelukkig pas tegen 1 Juli worden betrokken. Een reeds bewoond huis in de buurt bleek bedreigd te zijn, maar kon toch nog standhouden. Geheel het gehucht De Kwak kel, waar de rivier de Demer omheen stroomt, stond blank. De watervlakte, waarop allerlei voorwerpen en gereed schap dreven, bood een troosteloozen aan blik aan de bevolking, die uit Hasselt naar de plaats van de ramp kwam toege stroomd. De marechaussee en het elfde li nieregiment werden in alerijl naar de plaats des onheils gezonden om den orde dienst te organiseeren. De sluis gesloten. De twee ingenieurs, die aan den dood ontkomen waren, hadden inmiddels de te genwoordigheid van geest, maatregelen te treffen om te voorkomen, dat de ramp zich nog verder zou uitbreiden. Zij telefoneer den naar de sluis van Diepenbeek en gaven den wachters opdracht om de sluisdeuren te sluiten. Bij de sluis van Godsheide was dit eveneens geschied en op deze manier was het geheele vak van vier kilometer lengte, waarin zich de scheuren en de dijkbreuk voorgedaan hadden, afgesloten en was het afvloeien van het water be perkt, zij het dan ook, dat de watermassa reeds enorm was. Een oogenblik bestond ook ernstige vrees, dat de groote brug over het kanaal op anderhalven kilometer van de plaats, waar reeds vroeger de z.g. brug van prof. Vierendeel ingestort is, zou bezwijken. Het ingenieurscorps bleef op mogelijke gevaren bedacht, maar bleek na eenigen tijd te mo gen verademen. Geen verder onheil. Bij de ramp deed zich ook een eenigs- zins gunstige factor voor, doordat het wa ter, dat uit het Albertkanaal stroomde, langs de rivier de Demer (die wel is waar dreigde buiten haar oevers te treden) kon afvloeien. Na enkele uren echter zakte het waterpeil en kreeg men de zekerheid, dat geen verder onheil te duchten was. Uit de verklaringen van hofodingenieur Lambermont blijkt, dat er in het geheel geen hoop bestaat om voor 3 Juli met de herstellingswerkzaamheden aan het geteis terde vak klaar te komen. Vermoedelijk zullen daarmee vijf a zes maanden gemoeid zijn. Gisteravond laat was het geheele vak van het Albertkanaal van de sluis van Die penbeek tot de sluis van Godsheide leeg gestroomd. Daarmede is alle verder gevaar geweken. De gevolgen zijn thans echter nog beter te overzien. Behalve de 500 me ter verzonken oever van het bassin bevindt zich op twee kilometer van de sluis van' Diepenbeek een breede verzakte scheur in het kanaal. De troepen houden de duizenden belang stellenden die per fiets of auto zijn komen toesnellen op ruim één kilometer afstand van de groote bres in den dijk. Daarvoor strekt zich een wijde modderpoel uit waar in de graanvelden vernield liggen en som mige huizen nog moeilijk te bereiken zijn. Enkele bewoners hebben zich inderhaast in veiligheid moeten brengen op hun zol ders want in minder dan geen tijd stond het water een meter hoog in de woningen. Een visscher, die nabij de Demer zat te hengelen, klom in een boom toen het wa ter met groote vaart kwam aanzetten en kon zich aldus in veiligheid brengen. WAARSCHUWING AAN BUITEN - LANDSCHE SCHEPEN. De Japanneezen hebben den Britschen, Amerikaanschen en anderen buitenland- schen autoriteiten medegedeeld, dat Foetsjau en Wentsjau binnenkort zullen worden aangevallen en dat beide havens van Donderdagmiddag: af gesloten zullen zijn. Zij hebben er op aangedrongen, dat alle buitenlandsche schepen en burgers dan vertrokken zullen zijn uit beide steden. Uit Hongkong wordt gemeld, dat Japan- sche strijdkrachten bij Foetsjau geland zijn. Doch de Britsche vlootautoriteiten hebben daarvan nog geen bevestiging ge kregen van den Engelschen jager „Duchess", die in de nabijheid van Foetsjau ligt. Domei meldt uit Swatau, dat Japansche troepen vanochtend Tsjautsjau op 42 K.M. ten Noorden van Swatau hebben bezet. Volgens een bericht uit Sjanghai heeft de Japansche consul-generaal den deken van het consulaire corps een nota overhandigd, waarin wordt medegedeeld, dat de Japan sche vloot is overgegaan tot nieuwe krijgs verrichtingen bij Foetsjau en Wentsjau in de provincie Foekien. Koopvaardij- en oorlogsschepen van vreemde mogendheden bij Wentsjau wordt aangereden, zich ten Oosten van een zekere lijn terug te trek ken. Ook voor Foetsjau is een dergelijke lijn aangegeven. Op den middag van den 29sten Juni zouden de schepen zich daar moeten bevinden. Pogingen om daarna in de betreffende havens door te dringen kun nen, volgens de Japansche nota, met ge varen verbonden zijn. De Japansche marine kan de verantwoordelijkheid voor de ge volgen niet op zich nemen. WORDT DE BLOKKADE TE TIENTSIN VERSCHERPT? De Britsche marine-autoriteiten hebben vandaag verklaard, dat zij staan op bet onbeperkte recht vivn binnenvaren voor Britsche schepen te Swatau en zoo noodig de schepen zullen doen convoyeeren. Terwijl de Japanners Zaterdag er in heb ben toegestemd, dat Britsche schepen vrijelijk konden binnenloopen, hebben zij er vandaag de Britsche autoriteiten var kennis gesteld, dat zij slechts één schip per week zullen toelaten. Rondom de havens en opslagplaatsen zijn prikkeldraadver sperringen aangebracht die door Japansche mariniers bewaakt worden, zoodat Engel- sche schepen, die binnenkomen, niet kun nen laden of lossen. Zoo zijn heden twee Engelsche schepen weer vertrokken, zonder passagiers te heb ben afgezet en zonder te zijn gelost Met ingang van 30 Juni zullen Chineezen, die niet voorzien zyn van een bizonder paspooi t, niet meer tot de con' essie wor den toegelaten. Verder is een krachtige campagne tegen de concessie ontketend. Op het Chineesche gebied worden aanplak biljetten aangebracht, waarin de leden van den bond van Ricksja-Koelies worden aan gespoord de concessie te verlaten. Boven campagne gevoerd, auto's met opschriften dien wordt een krachtige anti-Britsche en voorzien van luidsprekers trekken door de straten, rijden door de Chineesch stad en door de Japansche nederzetting om pro paganda te maken tegen de Engelschen. Vele Chineesche winkeliers zijn gewaar schuwd niet voort te gaan met het leveren van voedingsmiddelen aan buitenlanders. Zij werden daarbij bedreigd met drastische consequenties voor hun vrienden en ver wanten buiten de concessie. Levensmiddelen voor de Britsche troepen Gisterenmiddag is wederom een Britsche legerauto, die de concessie wilde verlaten om levensmiddelen voor de troepen tt halen, door de Japanneezen aan de controle post aangehouden. De wagen werd bege leid door acht ongewapende Britsche sol daten onder commando van een luitenant. Na besprekingen tusschen den Britschen officier en de Japansche schildwachten mocht de auto na drie kwartier passeeren, doch de Japanneezen brachten tien ossen, die zij opgeëischt hadden, terug. Deze bemoeiingen met Britsche troepen, die levensmiddelen gaan halen, wekt de Britsche militaire autoriteiten te Tientsin bezorgdheid, naar verluidt hebben zij den Japanneezen bij de afkondiging van de blokkade duidelijk gemaakt, dat stopzetting van den aanvoer van levensmiddelen voor de troepen beschouwd zou worden als ge lijkstaande met oorlog. CHAMBERLAIN HOOPT NOG ALTIJD Ten aanzien van den toestand te Tientsin zeide minister-president Chamberlain, dat de algemeene toestand ongewijzigd is, De minister van buitenlandsche zaken, lord Halifax, heeft in krachtige bewoor dingen gesproken tot den Japanschen am bassadeur en ook de Britsche ambassadeur te Tokio heeft krachtige stappen onderno men. „Ik heb reden om aan te nemen, dat deze besprekingen zullen leiden tot een regeling van het incident van Tientsin en daarom wil ik niets zegen, dat een be vredigende regeling met de Japansche re geering zou kunnen schaden. Ik sta evenwel op, dat de Japansche soldaten de Britsche onderdanen behoorlijk behande len'.' De conservatieve afgevaardigde Ward Lewmilne, vroeg, of niet het ernstige ge vaar bestaat, dat de geduldige, verzoenende politiek van Cnamberlaui ook ir» het Verre Oosten niet begrepen zal worden, zooals ook in Duitscliland het geval is, en of het geen aanbeveling verdiende te dreigen met economische represailles. De minister president antwoordde hierop, dat hy dit alles overweegt en hij spoorde den vrager aan zijn geduld te bewaren. ZAL DE AMERIKAANSCHE VLOOT KOMEN? De mógelijkheid, dat de Amerikaansche vloot naar de wateren in het Verre Oos ten gezonden zal worden, „teneinde de agressieve neigingen aldaar in te toornen" wordt te Washington besproken volgens William Wile, den deskundigen in buiten landsche politieke aangelegenheden van de „Washington Star". Wile gelooft, dat aan de mogelijkheid gedacht wordt om een herhaling te geven van de bekende uitzending der Amerikaan sche vloot rond de wereld door Theodore Roosevelt in 1907. in het bijzonder met het oog op Japan. Wile schrijft voorts, dat de provocatie, die Japan ten aanzien van de Vereenigde Staten uitvoert in Tientsin, Amoy en Swatau veel ernstiger is dan het eenvoudige sabel gekletter, dat het snelle besluit van Theodore Roosevelt tengevol ge had. Uit officieele kringen komt geen com mentaar ten aanzien van Wile's denkbeel den. Tijdens vroegere perioden van span ing in het Verre Oosten echter is de mo gelijkheid van een verplaatsing van de Amerikaansche vloot naar Hawaii of zelfs naar Manilla in vlootkringen besproken. DE LUCHTOORLOG AAN DE MON- GOOLSCH-MANDSJOERIJSCHE GRENS. Wederom een treffen. Volgens berichten, ontvangen van het hoofdkwartier der Mongoolsch-Russische troepen in de Mongoolsche volksrepubliek, hebben op 26 Juni Japansche vliegtuigen, omstreeks 60 vechtttoestellen, wederom de grens geschonden in het gebied van het Boeir Nor. Boven Mongoolsch gebied werd een luchtgevecht geleverd in de streek van Mongol Ryba, waarbij 50 Russisch- Mongoolsche vliegtuigen betroken werden. De luchtslag duurde ongeveer twee uur en was van hardnekkigen aard. Hij eindig de er mede, dat de Japansche luchtmacht de wijk nam, achtervolgd door de Russisch- Mongoolsche vechttoestellen tot het gebied van Kantsjoer. Er werden 25 Japansche vechttoestellen bij den slag vernietigd. Na het gevecht keerden 3 Russisch-Mongool- sche vliegtuigen niet terug. Men blijft nog naar hen zoeken. De Japansche lezing. Volgens Tokio zouden van zestig Rus sische en Buiten-Mongoolsche vliegtuigen, die Maandagmiddag om 17 ur boven zyn gebied kwamen van West-Mandsjpekwo, neergeschoten zijn door 3 Japansche vliegtuigen in een verwoed luchtgevecht, dat dertig minuten duurde, nabij het Boeir Nor. Dit wordt gemeld in een telegram van de strijdkrachten te velde, dat hier aan toevoegt, dat alle drie Japansche vliegtuigen veilig terugkeerden naar hun basis, na de overige Russische en Buiten- Mongoolsche toestellen van MandBjoe- rijsch gebied te hebben verdreven. TWEE CANADEESCHE ZENDELINGEN GEDOOD. Naar vandaag vernomen werd, zyn j.l. Vrijdag bij een Japanschen luchtaanval op Tsjangteh twee Canadeesche zendelin gen, het echtpaar Caswell, gedood. De aanval werd uitgevoerd door 39 toestellen, die ongeveer 50 bommen lieten vallen. MATSOEI KIEST EEN MEER VREDELIEVENDE LOOPBAAN. De vroegere bevelhebber van het Ja pansche expeditieleger in Centraal China, generaal Matsoei, is voornemens een tem pel te bouwen voor de godin Kwannon, ter nagedachtenis van de Japansche solda ten, welke onder zijn commando zijn ge sneuveld. Bij deze tempel wil hij een klein huisje bouwen, waar hij zijn dagen wil slijten in gebed en overweging. Matsoei wil thans aarde van alle slag velden, waar zijn mannen hebben gestre den, verzamelen, om hiervan een beeld van Kwannon te laten maken voor de tem pel. iF- 6.» of f. 14.- per pers. resp. ZONDER of NIET verzorging. Inlichtingen bij: N.V. ELTAX 666 VAN HET VATICAAN DE H.VADER ONTVANGT MGR. CORTESI. De reis van den nuntius „geen politieke sensatie". Z. H. de Paus heeft gisteren Mgr. Cortesi, apostolisch nuntius te Warschau, ontvan gen. Het Katholieke agentschap te Warschau publiceert naar aanleiding van de reis van Mgr. Cortesi naar Rome een communiqué, waarin gezegd wordt, dat de nuntius de gelegenheid zal hebben den H. Vader per soonlijk op de hoogte te stellen varn de vraagstukken, die betrekking hebben op het leven der Poolsche katholieken, van den grooten indruk dien de oproep van Z. H. den Paus ten gunste van den vrede op het Poolsche volk heeft gemaakt. Ook zal Mgr. Cortesi getuigen van het oprechte verlan gen van het volk om met alle buren vrede te leven, in vrede, gebaseerd op recht vaardigheid en eer, zooals Beek dien ge defimieerd heeft. Het communiqué zegt ver der dat de missie van Mgr. Cortesi in het geheel geen politieke sensatie beteekent. DCJ1TS CHLAND DE KERKBELASTING IN OOSTENRIJK. Kardinaal Innitzer heeft Donderdag en Vrijdag j.l. een conferentie der Oostenrijk rijksche bisschoppen gepresideerd, 'beraadslaagd is over de laatste verordening va/i Buerckel, welke een Kerkbelasting Oostenrijk invoert. De conferentie! heeft geen definitief be- besluit genomen. De bisschoppen denken echter, dat deze belasting, die tot dusverre niet in Oostenrijk bestond, zoo gematigd mogelijk moet zijn en in geen geval moet uitgaan boven het tarief der Kerkbelasting in het oude Duitsche Rijk. STANDBEELD VAN LESSING TE WEENEN VERWIJDERD. Het op den Judenplatz te Weenen staande standbeeld van Lessing is gisteravond op last van de autoriteiten „om ideologische redenen" verwijderd. Men zal zich herinneren, dat de Arische afkomst van den dichter dikwijls in twyfel is getrokken. Ook verwyt men Lessing, de schrijver te zijn geweest van 'het werk „Nathan de Wyze". MOORD TE NACHOD STRENG BESTRAFT. De Duitsche politie-beambten Bulla en Stehr, die te Nachod den Tsjechischen poli- tie-beambte Müller vermoord hebben, zyn gisteren door het Duitsche gerechtshof te Praag veroordeeld tot 15 jaar gevangenis straf. ITALIË GRAAF CIANO'S VADER OVERLEDEN. Graaf Costanza Ciano, voorzitter der Kamer en vader van den Italiaansche mi nister van buitenlandsche zaken, is te Bor- go a Moriano overleden. PALESTINA VERZWAKT DE REBELLIE? De Engelschen zien den toestand hoopvol in. De Engelsche legatie in den Haag deelt mede, dat de laatste berichten uit Palesti na bemoedigend zijn ten opzichte van het uit den weg ruimen van den hinderpaal, dien de houding der Arabische extremis ten in den weg leggen aan het herstel van de orde. Klaarblijkelijk vormen de aanslagen, die hier en daar nog gepleegd worden de laat- desperate pogingen van de rebellen om de mislukking van hun beweging te verhelen. De ex-moefti van Jeruzalem is wanhoop gebracht door het recente verbod van zijn terugkeer naar Palestina. Van zijn standpunt gezien Is' de ernstigste aanwijzing voor het falen der beweging gelegen in de' omstandigheid, dat de ge wapende benden terroristen de sympathie der dorpelingen hebben verloren. De re bellenleiders maken zich geen illusies, hetgeen duidelijk blijkt uit corresponden tie, die in handen van de Engelschen is gevallen en die wijst op het gedeprimeerde moreel der bandietenleiders. Wel spant men zich nog in om de wereldopinie er van te overtuigen, dat alles goed gaat met de zaak der rebellen. Opzichzelf staande, niet-politieke aanslagen, zooals moorden in verband met bloedveeten, worden voorge steld als daden, vallende onder de „cam pagne voor de Arabische vrijheid", waar mede zij in feite niets uit te staan heb ben. Voorts zijn in verband met de toenemen de vijandigheid der dorpelingen jegens de terroristen talrijke verhalen in omloop ge bracht over wreedheid van Britsche troe pen en politie, welke ten doel hebben het publiek de overtuiging te geven, dat de regeering den dorpelingen nog vreesely- ker leed berokkent dan de rebellen met hun afpersingen en geweldadigheden. Deze verhalen worden overgenomen door de Duitsche radiouitzendingen in het Ara bisch en in andere talen tot vermaak van de menschen in Palestina, De werkelijke feiten echter spreken dui delijker taal en de dorpelingen, die te lij den hebben gehad onder de plunderingen van de bandieten, toonen reeds den wensch, dat de orde hersteld zal worden en dat zij door de Britsche troepen zullen worden beschermd. Een symptoon van de zen nieuwen geest is de vorming in Nabloes van een „Palestijnsch hulpgenoot schap", opgericht dcor aan de regeering trouwe Arabieren, die trachten degenen, die wapens in hun bezit hebben, door vreedzame overtuiging er toe te brengen deze wapens aan de autoriteiten uit te le veren. De toestand ziet er dus hoopvol uit, doch er zal tijd noodig zijn om alles tot rust te laten komen. Op het oogenblik zijn zoowel Arabieren als Joden teleurgesteld over ze kere aspecten van de kortelings bekend gemaakte Britsche politiek, hetgeen on vermijdelijk is, aangezien de bedoeling is om beiden recht te doen wedervaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5