EEN ROUWDIENST VOOR DE „THETIS". Een avontuur op den Balkan Zomerweer-ijscoweer. - De verkooper der populaire ver- frissching heeft bij zulk een warmte nooit gebrek aan klan dizie De nieuwe Engelsche kruiser „Euryalus", welke te Chatham gebouwd wordt, is deze week door Lady Camden tewatergelaten. De .Euryalus" heeft een waterverplaatsing van 5450 ton Een felle brand heeft het nieuwe centraal station te Warschau ernstig ge teisterd. Een kijkje tijdens het blusschingswerk FEUILLETON door ERNST KLEIN. 13) Door de stilte van den nacht weerklonk het getrappel van vele paardenhoeven. Het geruisch kwam langs den straatweg naar beneden. Snel naderde het, zoo snel, dat ook het gekletter van zwaarden reeds hoor baar was. Dat zijn geen antartes, zei Ismael, dat is cavalerie. Misschien heeft Hamid Bey ons een deel van zijn manschappen tege moet gestuurd. Een paar minuten later verscheen de voorhoede om de bocht van den weg. Bij het heldere maanlicht was een vergissing onmogelijk. Turkscr.e cavalerie aan de spits de commandant, een jong luitenant, die zich d delijk J.an Vitus voorstelde. Hamid Bey had geen rust, meldde hij. Boven den pas moet het niet erg pluis zijn. Ik heb er echter geen dooden, laat staan dus een levenren komitadsAi gevonden. Wij hebben ook geen spoor van hen gezien, antwoordde Vitus. Ondanks alle praatjes zijn zij als van den aardbodem verdwenen. Dat is het juist, wat mij niet be valt bromde de oude Ismael. Een komi- tadschi, die zich niet vertoont, is altijd ge vaarlijker dan een, dien men voor de punt van 4jn bajonet heeft. Intusschen was de troep van den luite nant naderbij gekomen. Men hield even halt, rookte een, twee sigaretten en reed toen verder. Ondanks de aanzienlijk ver sterkte macht ging het met onverminder de voorzichtigheid Het eerste bleeke morgenrood teekende zich af aan den hemel, de morgenwind be gon koel te waaien er was niets ge beurd In het volle daglicht passeerden zij de beruchte bergengte, vanwaar de weg afdaalt naar Ellassona. Geen komitadschi, geen mensch. De geheele omgeving was als uitgestorven. Om zes uur des morgens reden.zij Ellas sona binnen. Eenige minuten later zat Vi tus naast Hamid Bey in diens kamer en liet zich de warme koffie en het geurige wittebrood goed smaken. VEERTIENDE HOOFDSTUK Krijgsraad Hamid raasde zonder ophouden. Ik zou wel eens willen weten, waar om jullie ons dien professor op het dak ge stuurd hebben. Wij hebben hier in het land onze handen zeker nog niet vol genoeg. Nu. ik kan het toch met helpen, lachte Vitus. Ik ben juist hier gekomen, om jul lie van een deel van die zorgen te onthef fen. Maar voor wij verder vergaderen, moet mijn telegram in zee. Wat baten mij mijn schoonste daden, waneer de wereld ze niet verneemt? Een uitvoerig telegram was opgesteld, spannend van het eerste tot het laatste woord. Salomon werd er mee naar het post kantoor gestuurd en Vitus begon met zich voor eenige uren op éé.i uur te leggen. Van de afgeloopen vier en twintig uur had hij er zestien in het zadel gezeten. Het was midag, toen hy ontwaakte. Op de kleine, met boomen beplante binnen plaats van het huis, waarin Hamid Bey zijn kwartier had opgeslagen, werd een lage tafel neergezet, waarop het uit pillaf en yoghurt bestaande maal werd opgediend. Servet Bey, een majoor met een grimmig gezicht, die de ter vervolging van de roo- vers samengestelde troepen aanvoerde, en ritmeester Reschid Galib van de cavallerie namen er aan deel. Men at vergenoegd, dronk er helder bergwater bij, waschte dc handen, stak een sigaret aan en hield krijgsraad. Vertel me nu eens, zeide Vitus, hoe veel van de bandieten hebben jullie al ge vangen? Hamid scheen nog precies te weten, waar hij dien morgen was gebleven, want hij ging voort met razen, alsof hij nooit was opgehouden. Zoo'n stommiteit kan toch alleen maar een zoogenaamd-West-Europeeër uit halen, bromt hij. Dat komt naar Saloniki, neemt met veel omhaal zijn intrek in het grootste hotel, staat alle mogelijke journa listen interviews toe en stelt de hceren ban dieten er zoodoende van op de hoogte, wan neer zy hem kunnen ontvoeren. Toen ik het eerste interview van dien professor on der de oogen kreeg, wist ik, welk lot hem en mij beschoren was. Ik verocrlof mij de vrijheid, mijn vraag te herhalen: hoeveel van de bandie ten hebben jullie al gevangen7 Ik verzoek u geen onbescheiden vra gen te stellen. Wij hebben er nog niet een gevangen en zullen er vermoedelijk ook wel geen te pakken krijgen ook. De ke rels zyn als van den aardbodem verdwe nen. Vitus vertelde van zijn vergeefsche po gingen, om den pope en den burgemeester van Ajos Dimitrios uit te hooren. En hij voegde er aan toe: Er is mij nog iets opgevallen, mijne heeren. U hebt u zeer bezorgd over mijn welzijn betoond. Het praatje ging, dat de bergstraat wemelde van bandieten. U hebt mij een afdeeling cavallerie tegemoet ge stuurd: werkelijk zeer vriendelijk en zorg zaam, maar totaal onnoodig. Ik had even goed alleen kunnen rijden. Geen komitad schi heeft zich laten zien. Juist, dat is het verdachte van de zaak, stemde Hamid Bey toe. Twee, drie dagen geleden wemelde het nog van Katherini tot aan de grens van die bandieten. Bij Leftohori hebben zy eergisteren nog twee gendarmen en den nacht waarop bij Petra wederom een patrouille neergeschoten. En sedert gistermorgen zijn zij als wegge vaagd. Servet Bey nam het woord. Wij hebben het geheele gebied reeds doorzocht sprak hij met een hooge piep stem, die in merkwaardige tegenstelling was met zijn breéde, zware gestalte. Ik geloof, dat er geen stal is. waar mijn mannen niet ingekropen zijn. F.r is echter niets te vinden. De grens is geblokkeerd. Aan alle overwegen staan versterkte posten: er kan geen kip in of uil. Ik geloof echter, dat ze allemaal reeds ever de grens zyn. Hamid sprong woedend op en liep, le vendig als hij was, als een getergde leeuw op en neer. Wy hebben nauwkeurig den weg kunnen nagaan, dien de bende gevolgd heeft. Van Kokinoplos zijn zij dwars door de bergen naar Zaricani getrokken. Daar hebben zij overnacht en den volgenden morgen schijnen ze zich in rook opgelost te hebben. Geen spoor meer, niets Het is om dol te worden. Vitus haalde de courant te voorschijn, die het artikel over hem vermeldde, en gaf haar aan Hamid Bey. Toen deze het had gelezen, kende zyn woede geen grenzen meer. U bent nog een grootere didioot dan die professor, schreeuwde hij. Weet u, wat ik thans met u doen ga, mijn waarde vriend? Ik breng u en uw galgenaas van een dragoman naar Saloniki terug en laat u vandaar de grens overzetten. Of denkt u, dat ik lust heb, om u naderhand ook nog te moeten naloopen? Servet Bey en Reschild Galib Bey lazen het artikel ook en waren er even weinig over gesticht als Hamid Bey. De journalist ontwikkelde in alle ge moedskalmte zijn plannen. Wat willen de bandieten? Een los geld. Daartoe hebben zy den goeden Mar- tius ontvoerd en met om hem de ooren af te snijden. Nu arrivee- ik en kondig mijn komst zoo officieel mogelijk aan. Wat zullen de heeren dan gelooven? Dat ik hierheen gezonden ben, om over het los geld te onderhandelen. Zij hebben zich tot dusverre muisstil gehouden, een teeken, dat zij afwachten. Ik stel dus voor, dat ik mijn tenten in Zaricani opsla en wacht tot ze met mij komen onderhandelen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5