A
iS ÉfËp
SMj
Mama wordt
opgevoed!
Smm
Op de vlucht voor den storm Tijdens een ongekend hevig noodweer, dat dezer
dagen nabij Batavia losbrak, zochten de inheemsche visschers met hun primitieve
scheepjes in allerijl een gded heenkomen in de baai van Priok
Aan Z. Exc minister Slotemaker de Bruïne werd Maandagavond te Den Haag een diner aangeboden ter
heid van zijn zeventigsten verjaardag, na afloop waarvan onze fotograaf bovenstaande opname maakte. I
president dr. H Colijn en de ministers Goseling en Van Boeyen behoorden tot de aanwezigen
De oud-marketentster Johanna Hulsbergen werd Maandag op haar 85sten verjaardag gehuldigd namens het regiment Jagers, bij welk
regiment zij van 1888 tot 1897 heeft gediend
Op weg naar Canada. De .Empress of Australia" met aan boord het Engelsche
Koningspaar op den Oceaan, gefotografeerd uit een der begeleidende vliegtuigen
Het gereedmaken van een der inzendingen voor de tentoonstelling .Waar wonen wij?" die
ten doel heeft, de Heemschut-gedachte te propageeren en die binnenkort in het Gemeente-
i te Den Haag geopend zal worden
Een laatst vaarwel bij het vertrek van
het Engelsche Koningspaar met de
.Empress of Australia" uit Portmouth
naar Canada
FEUILLETON
Geautoriseerde vertaling door F. v. Veisen
KOMAN VAN LO WILSDORJb.
34)
Oliva mompelde iets als: „Prettig, u weer
te zien", en vroeg naar de gezononeid van
broer en zuster.
„En is u hier al goed gewend, mevrouw
tje?" vroeg de oude dame en zonder ant
woord af te wachten wendde zij zich tot
haar broeder met de vraag: „Nu wat zeg je
heb ik geen smaak? Is zij niet betoove-
rend?" En zij knipoogde hem toe.
„Daaraan heb ik nooit een oogenblik ge
twijfeld, als je je dat even wilt herinne
ren, lieve Lize", antwoordde de oude heer
lachend.
„Wij waren juist van plan een kopje kof
fie te gaan drinken", verklaarde Lize,, wat
gaat u doen?"
Op deze indirecte uitnoodiging kon Oli
va slechts antwoorden, dat zij geen direct
plan had.
„Goed, dan gaat u met ons mee. Het is
nog geen koffietijd, doch wij zullen maar
doen, alsof.Wij zijn vroeg van huis ge
gaan. Straks haalt u uw stofjas en komt
met ons mee naar Cannes om te lunchen",
besliste zy zoo categorisch, dat tegenspraak
niet mogelijk was, zonder onbeleefd te
schijnen.
„Ik breng u vanavond met de auto weer
terug", zei de oude heer gedienstig. „Ik heb
persoonlijk voor die gelegenheid mane
schijn besteld. Heeft u de zee al bij maan
licht gezien?"
Oliva zei van niet.
Zij zaten nu aan een tafeltje, met het
koffieblaadje voor zich. Op dit uur was het
terras nog tamelijk leeg en het was voor
Oliva een genoegen, broer en zuster critiek
te hooren oefenen op de passeerende da
mes, want hun opmerkingen waren verma
kelijk en raak.
Nu en dan nam zij ook deel aan hun con
versatie en telkens bemerkte zij dan, dat
zijne hoogheid scherp toeluisterde.
Na eenigen tijd wendde hij zich naar
zijn zuster en zei halfluid: „Zeg Lize, onze
gast is een bijzonder aantrekkelijke per
soonlijkheid maar wat jij me heb' be
loofd, is zij nog steeds schuldig geble
ven."
Lize Froheim kreeg een kleur als vuur
en wierp haar broeder een verwijtenden
blik toe. Oliva fronste even haar voor
hoofd. doch onmiddellijk daarop bezon zij
zich. Zij vond, dat zij reeds veel had nage
laten wat haar levenslangs een tweede na
tuur was geweest. En zij had er in geen
enkel opzicht spijt van.
Het loonde reeds de moeite, zich er re
kenschap van te geven, wat de dag van gis
teren had geboden en wat er heden te ge
nieten viel. Zoo dacht Oliva en luisterde
daarbij oogenschijnlijk belangstellend toe,
wat broer en zuster met elkaar bespra
ken.
De oude dame verklaarde op een gege
ven oogenblik, dat zij voldoende kofie en
koekjes had genoten, doch verzocht het
kellnerinnetje, dat hen bediende, een flin
ke doos van die heerlijke biscuitjes te wil
len inpakken. Zij was niet voornemen on
derweg te verhongeren.
„Op dat korte'ritje, Lize!' lachte haar
broeder.
..Wees jij maar stiL Ik wed, dat jij er het
leeuwenaandel van consumeert."
Zij schenen goede klanten van deze in
richting te zijn en de chef kwam zelf met
onderdanige buigingen het keurig verpak
te trommeltje aan de oude dame ter hand
stellen.
Haar broeder sprak eenige vriendelijke
woorden, waarna zij met hun drieën door
een haag van menschen, die zich inmid
dels had gevormd, naar den uitgang bega
ven. De twee personen, wie deze onder
scheiding gold, knikten en groetten vrien
delijk naar rechts en links.
Dit beviel Oliva buitengewoon. En zij
vond, dat dit tooneeltje haar aan haar
eigen geboorteplaats herinnerde, waar zij
ook steeds de hulde van de dorpelingen in
ontvangst had te nemen.
Buiten gekomen, hadden zij nog een
klein oponthoud Eon keurige jon^e man
verzocht met 'n eerbiedige buiging het ge
zelschap, een oogenblik te willen poseeren,
teneinde hun portret ran een bekend En-
gelsch tijdschrift te zenden. Met vriende
lijke bereidwilligheid gaven broer en zus
ter toestemming en Oliva werd niets ge
vraagd, want Lize Frobeim stak haar arm
door den hare, terwijl zijne hoogheid zich
met z'n hoed in de hand naast Oliva plaat
ste en deed alsof hij haar iets vroeg. Het
geen bewees, dat dergelijke opnamen voor
hen iets alledaagsch waren.
Dit was nu reeds de tweede maal bin
nen enkc-le da"?n. 1 Oliva werd gefoto
grafeerd en zij vond het verbazend leuk.
Toen zij bij het hotel kwamen, stond de
prachtige auto van zijne hoogheid reeds te
wachten en Oliva liet de piccolo haar witte
stofjas halen.
„Ik kryg hoe langer hoe meer schik in u,
mevrouwtje. Niemand, die zoo kloek en on
gedwongen zou besluiten, een autoritje te
majten, zoneter eerst eens in den spiegei te
Kijken!"
Oliva lacht, de oude heer nam de jas
van aen piccolo over en hielp haar, die aan
trekken.
Dan schoot de auto over den pachtigen
weg en vaak sloot Oliva verblind haar
oogen, alsof zy vreesde te droomen. Als
door een toovertuin ging de rit en veel te
spoedig waren zy by het doel. Het kleine
huis, te midden van een palmentuin gele
gen, waarvan Lize Froheim destijds op de
lcu naar iiu.za nau gcapiuMrn, zag er uil
als een kasteeltje van suikergoed. Ontel
bare erkertjes, torentjes en terrassen van
verschillende grootte sierden den gevel. In
den voortuin prijkte een prachtige marme
ren copie van de Venus van Miio tusschen
een groep laurieren.
Er kwamen onmiddellijk twee livrei
knechten aangeloopen om de bevelen van
Lize Froheim in ontvangst te nemen. Zij
scheen het bewind in handen te hebben.
Oliva kreeg een allerliefste logeerkamer
lot naar otacnikKuig, cue geheei in licht
blauw met goud was gehouden en waaraan
een kleifte, modern ingericht badkamer
grensde. Lize Froheim leidde Oliva per
soonlijk naar boven en steld haar voor,
zich een weinig op te frisschen hetgeen zij
zelf inmiddels ook zou doen, waarna z(j
haar zou laten halen.
„Verdwalen kunt u in dit kleine nestje
niet", zei ze lachend bij het afscheid nemen.
De dag vloog om. Het was hier stiller dan
in Nizza, en exclusiever. Oliva leerde aan
de thee een massa dames en heeren ken
nen, wier ware namen Lize, wanneer zij
met Oliva abten was, naar dan onthulde.
Alles was daar zoo tamelyk incognito.
Deze baron was een grootvorst, die com-
tesse, een prinses enzoovoort.
„Dat is altijd zoo geweest, begrijpt u",
zei de oude dame; „men heeft altijd be
proefd, zich iets vrijer te bewegen doch
met weinig succes. Uiterlijk is daarin niet
veel verandering gekomen alleen zijn
wy zelf intusschen zelfstandiger geworden
jammer, dat wy inmiddels ook oud ge
worden zyn!" zuchtte zij.
„Nu wat mij betreft, beste Lize, heb ik
niet te klagen. Ik neb in mijn tijd myne
jeugd genoten, dat mag ik gerust bewe
ren", mompelde de oude heer, met een
glans van herinnering op zijn vervallen ge
laat. „En waneer je 't mij vraagt, zou ik nu
nog geneigd zijn, bij een zoo mooie vrouw
als bijvoorbeeld onze gast, een knieval te
wagen". En hij keek met ondubbelzinnige
verliefde blikken in de richting van Dliva.
„Toe, ga naar je kamer!" laente zijn zus
ter. „Wat zou jij doen, als ze eens „ja"
zei?"
Wederom waren eenige dagen verloo-
pen, de eene nog sprookjesachtiger dan de
andere. Onmogelijk kon Oliva zich voor
stellen, dat nu thuis de noordwesten wind
hoogtij vierde en de gele bladeren voor
zich uitjoeg. Haar kamer leek wel een
bloementuin. Zijne hoogheid liet dagelijks
ladingen viooltjes, violieren en narcissen
brengen, omdat Oliva in 't gesprek had ge
zegd, dat deze haar lievelingsbloemen wa
ren. Tweemaal waren Lize en haar broe
der naar Nizza gekomen en hadden be
proefd. Oliva over te halen, naar Cannes
te verhuizen. Doch had zich verontschul
digd met het voorwendsel, dat zij in den
korten tijd, dat zy hier vertoefde bezoek
uit het buitenland verwachtte. Dit was na
tuurlijk fantasie, zeker. Maar Oliva vond
plotseling, dat de oude heer de vaderlijke
genegenheid een weinig overdreef.
(Wordt vervolgd).