Poolsche minister antwoordt Hitier STOFFEN- WEEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Polen zal zich niet van de Oostzee laten terugdringen Beek weigert Polens souvereiniteit in Pommeren te beperken. VRIJDAG 5 MEI 1939 30ste Jaargang No. 9329 2)e Ccid^ch^Soii^ant Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 15, Administratie 935. Adv. en Abonn.-tarieven zie pag. 2 Giro 103003. Postbus 1L Vrijheid van drukpers Ook uit kringen, die een theoretische opvatting hebben van de v r ij h e i d, welke wij niet kunnen aanvaarden, komen sympathie-betuigingen met het wets ontwerp van minister Goseling, waarbij het verschijnen van een dagblad kan worden verboden. Er wordt een bezwaar vernomen zegt de liberale „Avondpost": „er kan van zulk een ingrijpende bevoegdheid misbruik worden gemaakt". En het liberale orgaan antwoordt hierop zeer terecht: „Dit bezwaar kan tegen elke straf- en tegen elke wetsbepaling worden inge bracht. Bovendien zou dit misbruik dan gemaakt moeten worden door elke in stantie, tot den Hoogen Raad toe. Dit achten wij onaannemelijk. Het bezwaar weegt bij ons volstrekt niet". „In onze dagen heeft de Overheid nu eenmaal buitengewone bevoegheden noo- dig, en, waar juist de pers in alle toon aarden op krasser ingrijpen en scherper strafbepalingen tegen de excessen heeft aangedrongen, moet zij bereid zijn over enkele bezwaren heen te stappen ook als het haar zelf betreft." „Persvrijheid is een groot en waardevol goed, en, zooals Buys heeft betoogd, feite lijk de bron voor onze andere vrijheden. Maar men onderscheide dan ook goed, of werkelijk die vrijheid in geding is; zij is te groot en te schoon, om gebruikt te wor den als dekmantel voor allerlei minder waardigheden en excessen. En wij, journa listen, mogen de pers niet tot zoo iets als een onaantastbare grootheid maken." Met deze citaten uit het liberale blad kunnen wij ons vereenigen. Oók met de bewering, dat persvrijheid is een groot en waardevol goed. Indien de vrijheid wordt begrepen en beleefd in den waren zin. Vryheid beteekent niet bandeloosheid. Vrijheid geeft niet een vrijbrief voor allerlei „minderwaardigheden en excessen". De voorgestelde Belasting-maatregelen. Om het groote belang geven wij hier ong 'ns een tegelijkertijd ook aanvullen de samenvatting van de gisteren vermel de belangrijke wetsontwerpen op belas tinggebied. De huurbelasting zal 1.6 procent van de opbrengst van onroerende goederen be dragen. De rentebelasting bedraagt 2 procent van de daaronder vallende opbrengsten. De belasting wordt berekend over de volle opbrengst. Ook de loonbelasting bedraagt 2 pro cent van het volle loon, zonder aftrek van de belasting, die bij de uitbetaling moet worden ingehouden. Tenslotte bedraagt ook die winstbelasting 2 procent van de volle winst, zonder af trek van de belastingen, die krachtens deze wet worden geheven. De vennootschapsbelasting zal 8 procent bedragen, eveneens over de volle winst. Personeele belasting. De grondslagen, waarnaar deze belasting wordt geheven, zullen uitsluitend bestaan in huurwaarde, mobilair en dienstboden. Van de thans be staande grondslagen vervallen derhalve: paarden, motorrijtuigen, pleziervaartuigen en biljarts. Voorts zal bij den grondslag dienstbo den geen belasting worden geheven voor de eerste dienstbode. Mede wordt voorgesteld om de heffing naar den grondslag huurwaarde en mobi lair af te schaffen voor hotels, café's, res taurants, winkels en showrooms. Motorrijtuigenbelasting. Heffing van 12^ opcenten op deze belasting ten be hoeve van de algemeene middelen op mo torrijtuigen, die zijn ingericht voor perso nenvervoer. Accijns op vleesch. Wordt afgeschaft. Het invoerrecht op sommige soorten vleesch wordt verlaagd. De omzetbelasting op vleesch blijft op 4 pet. en wordt niet verhoogd tot 6 pet. Thee. De omzetbelasting wordt vermin derd met 3 per 100 K.G. Benzine. Het bijzonder invoerrecjit wordt verlaagd met f 0.34 per 100 K.G. Ander accijnzen enz. De accijnzen op bier en gedistilleerd worden verlaagd resp. tot 60 c. per hectol. ^rgraad en tot 150 per H.L. ad 50 pet. Voorts worden verla gingsmaatregelen ten aanzien van de om zetbelasting op wild, houtsoorten, makreel voorgesteld. Tegemoetkoming groote gezinnen. De te gemoetkoming in de indirecte lasten voor groote gezinnen bedraagt f 10 per minder jarig kind boven het derde. „DE EER KENT GEEN PRIJS" In de plenaire zitting der Poolsche Ka mer van Afgevaardigden heeft de minis ter van buitenlandsche zaken, kolonel Beek, hedenmorgen de volgende verkla ring afgelegd: „Ik maak van de bijeenkomst van het parlement gebruik, om zekere lacunes aan te vullen, welke de laatste maanden in mijn beleid tot uiting gekomen zijn. De loop der internationale gebeurtenissen zou ongetwijfeld, van den kant van den minis ter van buitenlandsche zaken een veelvul- diger optreden wettigen, dan mijn 'nkele uiteenzetting voor de senaatscommissie voor buitenlandsche zaken. Maar aan den anderen kant had de zoo snelle loop der gebeurtenissen terecht het gebillijkt een openbare verklaring uit te stellen tot het oogenblik, waarop de essentieele vraag stukken van onze politiek een meer rijpen vorm zouden aannemen. De gevolgen voort vloeiende uit de verzwalfking der collec tieve internationale instellingen en uit de diepgaande herziening der methoden van samenwerking tusschij de landen, welke ik overigens meer dan eens aan de Kamers heb kenbaar gemaakt, hebben in de ver schillende declen der wereld een reeks nieuwe kwesties doen ontstaan. Wat ons betreft, moet geconstateerd wor den, dat zich zeer ernstige gebeurtenissen hebben voorgedaan. Ons contact met som mige landen is dieper geworden en heeft zich op gemakkelijker wijze ontplooid, in andere gevallen daarentegen zijn ernstige moeilijkheden ontstaan. DE OVEREENKOMST MET ENGELAND. De zaken behandelend in chronologische volgorde, zal ik in de eerste plaats onze overeenkomst met Groot-Brittannië ver melden. Na een voelingname langs diplo- matieken weg, welke ten doel had het ter rein te verkennen om het doel van onze toe komstige betrekkingen vast te stellen, heb ben wij ter gelegenheid van mijn bezoek aan Londen, een rechtstreeksch accoord gesloten, gebaseerd op het beginsel van wederkeerigen bijstand in geval eener rechtstreeksche of niet-rechtstreeksche be dreiging der onafhankelijkheid van een onzer beide landen. Het staat vast, dat noch Engeland, noch Polen eenige agressieve bedoe ling hebben jegens wie ook, doch aan den anderen kant blijven zij zich ste vig bewegen op het gebied van eer biediging van bepaalde fundamenteele beginselen in het internationale leven. De evenwijdige loopende verklaringen der leiders van de Fransche politiek too- nen aan, dat Parijs en Warschau het er over eens zijn, dat de doeltreffendheid van ons defensief accoord niet Verzwakt kan worden door wijzigingen in de internatio nale conjunctuur, en dat dit accoord in tegendeel een der essentieele elementen moet vormen voor den structuur van de Europeesche politiek. DE BETREKKINGEN MET DUITSCHLAND. De minister besprak vervolgens de be trekkingen met het Duitsche Rijk en gaf een historisch overzicht van de totstand koming van het accoord van 1934. Het verdrag van 1934 was een poging om aan de geschiedenis der betrekkingen tusschen twee groote volken een gunstiger wending te geven. Uit dit oogpunt bezien, is de ver breking van dit accoord iets van niet ge ringe beteekenis. Het Poolsch-Duitsche accoord van 1934 was een overeenkomst van we- derzijdsche eerbiediging en van goede nabuurschap, doch het verloor zijn werkelijk karakter van het oogenblik af, waarop de neiging zich openbaarde om het zoodanig te interpreteeren, dat de vrijheid van onze politiek beperkt werd, of als motief te gebruiken om van ons eenzijdige concessies te eischen, welke onvereenigbaar zijn met onze vitale belangen. Zooals blijkt uit den tekst van het Duit sche memorandum, heeft de Duitsche re geering bij het nemen van haar besluit zich gebaseerd op persberichten, zonder de meening na te gaan van de Britsche ~egee- ring of van de Poolsche regeering wat het MINISTER BECK karakter van de gesloten overeenkomst betreft. Evenwel bracht dit geen moeilijk heden omdat ik mij terstond na mijn te rugkeer uit Londen bereid had verklaard, den Duitschen ambassadeur te ontvangen, die tot op heden gemeend heeft hiervan geen gebruik te moeten maken. Waarom is dit feit van belang? Het is duidelijk, voor iemand, die logisch redeneert, dat het geenszins het karakter het doel of de om raming van het Pool^h-Britsche accoord waren, welke tot dit >esluit geleid heb ben, doch wel het If... zelf, dat de over eenkomst geslot< En dat is op zijn beurt van beteekenis om de bedoelingen van de Duitsche politiek te beoordeelen. Als namelijk de Duitsche regeering de non-agressieverklaring, welke tusschen Po len en Duitschland in 1934 gesloten is, in tegenstelling tot haar vorige verklaring, zoodanig interpreteert als te zijn geinspi- reerd door de wensch Polen te isoleeren en aan onzen staat een normale en vriend schappelijke samenwerking met de Wes telijke mogendheden onmogelijk te ma ken, dan zouden wij altijd zelf die inter pretatie van de hand hebben gewezen. DE KWESTIE DANTZIG. Wat Dantzig betreft, zal ik met eeni ge algemeene opmerkingen beginnen. De vrije Stad Dantzig is geen uitvin ding van het Verdrag van Versailles. Zij is een verschijnsel, dat sinds eeuwen bestaat. Zij is een voortvloeisel van een positieve mengeling van Poolsche en Duitsche belangen. De Duitsche kooplieden in Dantzig hebben de ont wikkeling en de bloei van dit stad ver zekerd, dank zij den overzeeschen han del van Polen. Niet slechts de ontwik keling maar de bestaansgrond van die stad vloeiden voort uit het feit, dat zij gelegen is aan de monding van de eenige groote Poolsche rivier en aan den voornaamsten spoorweg welke op het oogenblik onze verbinding vormt met de Oostzee. De overwegende meer derheid der bevolking van Dantzig is thans Duitsch, maar haar bestaan en welzijn hangen af van het economisch potentieel van Polen. Nu ons voorstel van 26 Maart om ge meenschappelijk her bestaan en de rechten van de Vrije Stad te waarborgen zonder ar;twoord is gebleven en ik integendeel verneem, dat men in dit voorstel een wei gering ziet om te onderhandelen, ben ik wel verplicht mij af te vragen, waarom hei in werkelijkheid gaat. Gaat het om de vrijheden van de Duitsche bevolking van Dantzig, die niet bedreigd worden, om een prestige-kwestie of gaat het om een voor nemen, Polen van de Oostzee terug te o ringen? Welnu, Polen zal zich niet van dc Oostzee laten terugdringen. Dezelfde overwegingen zijn van toepassing op de verbindingen door onze provincie Pommeren. Ik leg den nadruk op die woorden „provincie Pommeren". Want de uitdrukking „Corridor" is een kunstmatige uitvinding, omdat het hier immers een provincie betreft, welke van alle tijden Poolsch is geweest en slechts een uiterst klein percentage aan Duitsche kolonisten bezit. Wij hebben aan het Duitsche Rijk alle faciliteiten in de spoorwegverbin dingen verleend, wij hebben aan de burgers van dien staat toegestaan, om uit het Duitsche Rijk naar Oost-Prui sen te reizen zonder zich te behoeven onderwerpen aan douane- of pasfor maliteiten. Wij hebben voorgesteld Wlcufye** begint de bij Zl.l on" O' analoge faciliteiten te onderzoeken voor het automoblelverkeer en hier ziet men opnieuw de vraag verschijnen: waarom gaat het in werkelijkheid? Wij hebben er geen enkel belang bij de Duitsche burgers te hinderen in hun verbindingen met hun Oostelijke provincies. Wij hebben echter geen enkele beweegreden, onze souvereini teit op ons eigen grondgebied te beper ken. Wat de eerste en de tweede kwes tie betreft, t. w. die der toekomst van Dantzig en der verbinding door Pom meren, gaat het steeds om eenzijdige concessies welke de Duitsche regeering van ons schijnt op te eischen. Een staat die zichzelf respecteert, doet geen eenzijdige concessies. Waar blijft dus die wederkeerigheid? In dat opzicht ontbreekt den Duitschen voor stellen elke duidelijkheid. In zijn jong ste redevoering sprak de Duitsche Rijkskanselier van een drievoudig con dominium in Slowakije. Ik ben ver plicht te verklaren, dat ik dat voorstel voor het eerst vernomen heb uit de rede van den Rijkskanselier van 28 April. Tijdens zekero voorafgaande besprekin gen had men zich beperkt tot zinspelingen over de mogelijkheid om de kwestie van S'owaklje te bespreken in geval een alge meen accoord tot stand zou komen. Wij heb ben niet getracht dieper in te gaan op dit soort besprekingen, daar het niet onze ge woonte is om van de belangen van ande- itn een voorwerp van onderhandelingen te maken. Eveneens is ons het voorstel om het nonagressiepact met 25 jaar te verlengen in geen enkelen concreten vorm tijdens de jongste besprekingen voorgelegd. In dit opzicht werden eveneens niet-officieelo zinspelingen gedaar zij het ook, dat deze afkomstig waren van vooraanstaande ver tegenwoordigers der Duitsche regeering. Maar in die besprekingen kwamen ook an dere zincpelingen te voorschijn, welke veel verder gingen dan de behandelde on derwerpen. Ih houd mij het recht voor om zconoodig op deze kwestie terug te komen. In zijn rede stelt de Duitsche Rijks kanselier als een concessie zijnerzijds voor de tusschen Polen en Duitschland bestaan de grens te erkennen en definitief te aan vaarden. Ik moet vaststellen, dat het cr hier om zou gaan ons onbetwistbaar ci een- dom de jure en de facto te erkennen. Hier uit volgt dus, dat dit voorstel evenmin mijn standpunt kan wijzigen, dat de Duitsche eischen in de kwestie Dantzig en de auto strada eenzijdig blijven. In het licht van die overwegingen ver wacht gij van mij en terecht een antwoord Oil nummer beslaat all fier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Het Fransche Nationaal Eucharistisch Congres te Algiers, (iste blad). De rede van Beek als antwoord aan Hit ler. (1ste blad). Het wetsontwerp op de militaire dienst plicht in het Engeische Lagerhuis. (2de blad). Duitschland sluit niet aanvalsverdrag met Letland. (2de blad). Een verklaring van Daladicr. (2de blad). Nog geen opheldering omtrent het aftre den van Litwinof. (2de blad). Binnenland Nederlandsch-Duitsch handelsbesprekin gen. Nederiandsch-Duitsche /-elsovereen- komst. (2de blad). Overleden is de zeercerw. pater Cleophas Franktfn. (2de blad). op de laatste passage van het Duitsche memorandum: Indien dc Poolsche regee ring er belang aan hecht, dat de Poolsch- Duitsche b« trekkingen opnieuw bij ver drag geregeld worden, is dc Duitsche re geering daartoe bereid". Het komt mü voor, dat ik in beginsel onze houding heb uiteengezet. Thans duidelijkheidshalve nog een sa menvatting van mijn uiteenzetting. De be weegreden voor het sluiten van zulk een accoord zou zijn „de vrede". Een woord, dat de Duitsche Rijkskanselier in zijn rede met nadruk heeft genoemd. Dc vrede is ongetwijfeld het doel der Poolsche diplo matie. Twee voorwaarden moeten vervuld worden wil dit woord zijn werkelijke waarde hebben: ten eerste: vreedzame be doelingen, ten tweede: vreedzame metho den van optreden. Indien de Duitsche regeering zich in haar betrekkingen met ons land door deze twee beginselen laat leiden, is iedere be spreking mogelijk mits hierbij natuurlijk de beginselen welke ik zoojuist heb uit eengezet, in acht worden genomen. Dc vrede is een kostbaar en begeerens- waardig iets. Onze generatie welke den oorlog heeft gekend, verdient stellig een tijdperk van vrede. Doch de vrede, zooals vrijwel alle dingen op deze wereld, heeft een hoogen prijs we'kc evenwel begrensd is. Voor ons, Polen, bestaat het begrip van een vrede tot eiken prijs niet. Er is in het leven der mcnschen, der vol keren en der staten slechts één ding dat geen prijs kent: dat ding is dc eer". VRUCHTBOOMENBLOEI. Na de mislukking van de vorige Zonda gen, toen het weer zoo weinig meewerkte, is er nu voor de liefhebbers nog een goe de kans om den vruchtboomonbloei te zien gedurende het aanstaande wcek-eind en dus eenige vergoeding te krijgen voor de ondervonden teleurstelling. Blijkens de door den A.N.W.B. uit ver schillende bloeistreken ontvangen berich ten is cr nog veel moois tc zien. De opgaven van heden luiden: Do Betuwe: dc vruchtboomen staan alle in vollen bloei. De kersen, peren, ap pels bieden een prachtig gezicht; een be zoek verdient alle aanbeveling. O v e r-B c t u w e (omgeving Eist)' De voornaamste bloei is voorbij; de kersen z(jn bijna uitgebloeid, maar de appelboo- men moeten nog bloeien en de peren staan in vollen bloei. Voor dit week-eind is een bezoek nog wel de moeite waard. Zuid-Limburg: De kersen zijn uit gebloeid; de peren cn vroege appels bloeien volop cn zyn zeer mooi. Z u i d-B e v c 1 a n d: De appelboomcn staan hier prachtig in bloei; ook de kersen bloeien nog. De peren zullen vermoedelijk a.s. week wel uitgebloeid zijn. De speciale, goedkoope spoorwegretours zullen ook Zondag 7 Mei verkrijgbaar zijfi. Beemstcr cn Purmer: Dc peren bloeien hier volop. Voor de appelbloesems is het in deze streek nog iets tc vroeg. Bij goed weer zullen deze echter ook in het aanstaand week-eind in bloei staan. De Bangert (bij Hoorn): Dc prui men zijn uitgebloeid; dc peren staan in vollen bloei; de appelbloesem staat op openspringen en behoeft nog maar een paar dagen goed weer om zich tc ont plooien. De Langeraknche Polder (bij Gouda): Dc appclboomen staan in vollen bloei; de kersen zijn uitgebloeid; ook dc peren bloeien nog D w i n g e I o: De „krentenbosschen" bij Dwingelo (Drenthe) staan nog in vollen bloei en bieden een mooi schouwspel; een bezoek verdient

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1