§m, t DE KONINGIN REIKT PERSOONLIJK ONDERSCHEIDINGEN UIT. Mama wordt opgevoed! Een landelijke bruidsweek, met het doel, de oude huwelijkstradities weer m eere te herstellen, wordt door de Ned. Ban ketbakkers Ver. te Amsterdam geor ganiseerd De vereeniging .De Reddingsmedaille" organiseerde Donder dag te Scheveningen een feestavond, waar H. M. de Ko ningin aanwezig was, om persoonlijk de onderscheidingen uit te reiken aan de bemanning van de .Zeemanshoop die de opvarenden van den gestranden logger .Sch 102 heeft gered Négrin, de vroegere Spaansche premier, neemt te Parijs afscheid voor zijn vertrek met de .Normandie" naar Amerika D ■KV&f 'V i Voor de tramverbindingen naar het nieuwe Amstelsfation te Amsterdam, dat in October in gebruik genomen zal worden, worden de rails reeds gelegd De eerste dag van het jaarlijksch bloemenfestijn te Noordwijk kenmerkte zich door zeer groote belangstelling - De drukte op den Koningin Astrid Boulevard H. M. de Koningin heeft Donderdagavond te Scheveningen persoonlijk de onderscheidingen uitgereikt aan de bemanning van de .Zeemanshoop", die in October van het vorig jaar de opvarenden van den gestranden logger .Sch. 102" heeft gered. De vorstin speldt kapitein De Bruin van de reddings boot de medaille op de borst FEUILLETON Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen ROMAN VAN LO WILSDORï. 25) „Ik zal freule Bella vragen, of ik by haar kan blijven en als zij mij niet wil hebben, ga ik naar mijn geboorteplaats terug. Ik ben er wel in geen dertig jaar geweest maar dat komt er niet op aan Daarme de verliet zij de kamer en volgde er een harde slag van de deur. Oliva bleef alleen. Merkwaardig, hoe eenzaam en verlaten zij zich plotseling ge veelde. Iedereen wendde zich van haar af. Ook Virgilius PretoriusÜ Hulpeloos keek zy om zich heen, tot haar blik toevallig op een boekenplank boven de schrijftafel naast het raam bleef rusten. Werktuigelijk greep zij een bandje, om door lezen haar gedachten een andere rich ting te geven. Het was een boek van Heine. Zij hield van Heine, ofschoon hij haar buitengewoon gedurfd toescheen. Zij liet zich in een leu ningstoel glijden, sloeg het boek ergens open en begon te lezen. Langzaam over dekte een rose gloed haar wangen. „Vier kantjes netjes volgeschreven, Een afscheidsbrief van rose kleur: Zoo'n toon wordt toch niet aangeheven, Wanneer men iemand wijst de deur." Zoo schryft men niet en zoo uitvoerig spreekt men ook niet, wanneer men iemand z'n afscheid geeft. Er klonk iets als een bijna onhoorbaar lachje. Zooals een sla pend vogeltje sjilpt. En plotseling kwamen de tranen. Zij stroomden onbelemmerd en onophoudelijk, als smeltende sneeuw, wanneer de zon plotseling doorbreekt. Het was weer morgen gevfrorden; moe der en dochter zaten aan de ontbijttafel. „Heb je al eenige maatregelen genomen, dat ik eindelijk op reis kan gaan?" vroeg Oliva; „als 't dan toch gebeuren moet, dan maar zoo spoedig mogelijk." Bella haalde onrustig haar schouders op. „Ja, ik weet niet wat ik- daaraan kan doen, mama. Indien Virgilius hier was, zou alles spoedig genoeg geregeld zijn, maar ik weet werkelijk niet wat ik eraan kan doen. Ik denk, dat uw legitimatiebewijzen daarvoor noodig zijn en dan moet u ook een pasfoto hebben. Ik heb er geen verstand van, want ik ben nog nooit in 't buitenland geweest. De laatste jaren zijn voor mij letterlijk om gevlogen." Van den laatsten zin nam Oliva geen no titie. „Wat is dat allemaal gecompliceerd ik geloof, dat 't maar 't beste is, de heele reis op te geven en naar huis te gaan," pruilde zy. De beoogde uitwerking bleef echter uit. Bella antwoordde niet. Kon zij zeggen: „U bent gekomen om over de heele linie twee dracht te zaaien?" Vanmorgen nog die scène met Resi, die in allen ernst bij haar ontslagname bleef, omdat zy 't niet kon aanzien, dat mevrouw altijd haar zin trachtte door te drijven. Bella kon het niet van zich verkrijgen, partij te kiezen. Plot seling rinkelde de telefoon. Bella zette haar theekopje neer en greep de microfoon die onder 't bereik van haar arm hing. On middellijk volgde een blij gilletje: „O, Vir gilius, gelukkig, dat je weer in de stad bent want wij weten geen weg om de maatregelen voor mama's reis te nemen; zonder jou weten mama en ik geen raad. Oliva maakte een afwerend gebaar, dat Eella echter niet zag, of niet wilde zien. Zij luisterde naar hetgeen Virgilius zei en haar gezicht klaarde met ieder oogenolik meer op. Met halfgesloten oogen sloeg Oli va haar gade. Anstig en zwaar klopte haar hart en zij voelde zich plotseling een een zame uitgestootene, alsof zy buiten in de sneeuw in de koude stond en door een venster in een helder verlicht vertrek keek. Af en toe sprak Bella een bevestigend woord en dan volgde een samenhangende zin: „Wat ben je toch goed en zorgzaam mama zal dol in haar schik zyn. Dus tot vanmiddag de groeten van mama Hé? Zei je iets? Neen? Ik dacht h^et dus tot straks je neemt me een pak van mijn hart!" Oliva wilde onmiddellijk iets zeggen doch zij onderdrukte zichbaar dien aan drang. Bella bemerkte het en glimlachte bij zichzelf. Die twee hadden samen ruzie gehad. Oliva vond 't onhebbelijk van Bel la, dat zy Virgilius haar groeten over bracht. Dat klonk natuurlijk als toegeven. „Virgilius komt vanmiddag thee drin ken. Hy heeft een heele lading, van alles en nog wat, meegebracht, beweert hy. Als of wy hier in Weenen geen ham en boter en geen poulardes kunnen krijgen. Hy is zoo attent. Als ik ooit trouw, moet het een man zijn zooals Virgilius." Het klonk kin derlijk argeloos en bewees, dat Bella in derdaad een buitengewoon talentvolle too- neelspeelster was. Oliva zat er stokstijf by en reageerde absoluut niet op 't geen Bella zei. Slechts na eenige oogenblikken, terwijl zy een koekje in kruimels had verbrokkeld, zei ze kalm: Zoo'n theeuurtje als gisteren moet je weer eens gauw organiseeren het was heel gezellig. Die die directeur hoe heet hij ook weer?" „Robert Eilegarde," kwam het er hape rend uit en Bella bloosde, zonder zichtbare reden, hetgeen haar moeder echter niet be merkte. „O, ja, Eilegarde nu die directeur Ei legarde beviel mij wel. Hy heeft iets van ons soort menschen over zich. Goede ma nieren. Ik heb er niet tegen, dat je hem weer uitnoodigt. Ook de oude dokter is een zeer sympathiek mensch en z'n vrouw ook; die zenuwspecialist daarentegen Zy haalde haar schouders op en zweeg veelbeteekenend. Bella had wel kunnen schaterlachen. Zy wist maar al te goed, waarom dokter Schleinz geen goed meer bij mama kon doen. Maar dat was nu bijzaak. Directeur Eilegarde inviteeren op voorstel van ma ma, dat was een goede mop. En alsof zij vreesde, dat haar moeder weer op haar be slui» zou terugkomen, greep zij de micro foon van den haak en noemde een num mer, dat zij bijzonder goed van buiten sen een te kennen. Kan ik mijnheer den directeur spre ken? Ja goede morgen, mijnheer. Wat belieft u? Neen, ik ben niet alleen. Myn mama, zit by mij aan de ontbijttafel Dank u ik maak het best u ook? Ma ma noodigt u uit, vanmiddag weer thee te komen drinken, indien u niet bezet is neen, niet bezet? Nu, dan tot vanmid dag." en zij brak vlug af. Oliva keek haar verbaasd aan. „Ja maar, het was mijn bedoeling niet, hem vanmid dag reeds te vragen," zei ze verwonderd. „Wat zal hij wel denken, als men hem zoo (am:iiaar behandelt?" „U wilt toch zoo spoedig mogelijk op reis nietwaar, mama?" gaf Bella haar met schijnheilig neergeslagen oogen ten ant woord. Toen Oliva 's middags in de Biedermeier- kamer kwam, was directeur Eilegarde reeds aanwezig. Het kwam haar voor, al*- of hij zich haastig van Bella had verwij derd. Aangezien hij echter op hetzelfde oogenblik een diepe buiging maakte, was die indruk reeds verdwenen, toen mevrouw Oliva von Belamy hem genadiglijk de hand reikte. Zij groepeerden zich om den haard en Eilegarde sloeg met oprechte belang stelling de mooie vrouw gade, die daar in den diepe clubfauteuil had plaats genomen. Er zijn vrouwen die in zittende houding het best tot hun recht komen. Ongedwon gen, niet gemaakt en toch strak van hou ding, bood Oliva een nobel beeld van vrouwelijke gratie en schoonheid, waar, zooals Eilegarde vaststelde, ras in zat. Maar Bella was natuurlijk toch de mooiste van beiden. Eenige minuten later klonk de huisbel; een onmerkbaar schokje doorvoer Oliva, zonder dat zy haar houding in eenig op zicht veranderde. Zy sprak op haar lang zame, onpersoonlijke manier over onver schillige onderwerpen, maar met zoo'n le vendige uitdrukking op haar glimlachend gelaat, dat de man, die nu op den drempel verscheen, getroffen bleef staan. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9