STADS
HET TWEEDE EEUWFEEST
R.K. ARMBESTUUR
1
VRIJDAG 28 APRIL 1939
DE LE CS 'HE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
van het
Een feestgave van Leiden's Katholiekenf 1800
DRUKBEZOCHTE RECEPTIE EN GESLAAGDE
FEESTAVOND
DE RECEPTIE.
De herdenking van het tweede eeuwfeest
van het R. K. Armbestuur is gistermiddag
voortgezet met een receptie, welke van half
vier tot vijf een bijna onafgebroken stroom
van belangstellenden in het schoone cha
ritatieve werk van het R. K. Armbestuur
aanvoerde.
Het gemeentebestuur verscheen ter re
ceptie, vertegenwoordigd door den burge
meester, mr. A. van de Sande Bakhuijzen,
v/ethouder mr. A. Tepe en de gemeente
secretaris mr. dr. C. E. van Strijen.
Toespraak burgemeester.
Mr. v. d, Sande Bakhuyzen sprak het
college van regenten toe en zeide, dat
wanneer men in een regentenkamer komt,
de gedachten onwillekeurig teruggaan naar
historische tijden. Er zijn wel eens min
der gunstige gedachten geuit over regen-
ten-colleges van vroeger dagen, maar hoe
dit alles ook zij, de loop der tijden heeft
bewezen, dat zij hun plaats in de samen
leving volkomen verdienen.
Het is ook volkomen terecht, dat het
gemeentebestuur hiervan zijn belangstel
ling doet blijken.
Wanneer men 200 jaar goed met elkaar
heeft omgegaan, dan mag men op zulk een
jubileum niet ontbreken.
Spr. wees er vervolgens op, dat de ge
schiedenis het bewijs levert van een goede
wederzijdsche samenwerking, waarbij door
tact en overleg veel tot heil van de ge-
mensechap bereikt is kunnen worden.
De burgemeester gaf voorts de verzeke
ring, dat het hier verrichte werk door het
gemeentebestuur hoogelijk gewaardeerd is
en wordt.
Tal van moeilijkheden innerlijk zoo
wel als uiterlijk zijn in den loop der ja
ren overwonnen moeten worden om te be
reiken hetgeen thans bereikt is. Spr. her
innerde hierbij b.v. aan de ramp van het
springen van het kruitschip en aan de
moeilijke oorlogsjaren, welke voldoende
bewijzen, dat het pad van het Armbestuur
riet enkel over rozen gaat,
Spr. eindigde met den wensch, dat het
gesticht en de armenzorg een goede toe
komst tegemoet moge gaan.
De heer Jac. Noordman dankte de bur
gemeester ten zeerste voor zijn waardee-
rende woorden en hij nam gaarne de gele
genheid waar om het gemeentebestuur te
danken voor de steeds verleende medewer
king. Spr. dacht hierbij tevens terug aan
het bezoek van den burgemeester, eenige
jaren geleden en uitte de verwachting, dat
de wederzijdsche samenwerking tot in
lengte van dagen bestendigd moge blijven.
Namens den Voogdijraad, voor wien mr.
P. E. Briët en mej. v. d. Velde aanwezig
waren, bracht mr. Briët de gelukwenschen
over met dit bijzondere jubileum. De Voog
dijraad met zijn 34-jarig bestaan noemde
spr. nog slechts een kind vergeleken bij
den ouderdom van het jubileerend Armbe
stuur. Gaarne heeft de Voogdijraad deze
instelling steeds volledige steun en mede
werking verleend, omdat spr. weet, dat de
voorstellen steeds goed gefundeerd waren.
Spr. voelde zich bijzonder getroffen door
een passage in het uitstekend geschreven
Jubileumboek, waaruit hem bleek, dat
onder de velen, die hun opleiding hier ont
vingen een priester is, thans missionaris
in Brazilië, dien* spr. uit vroegere jaren
kende. Dat alleen reeds bewijst het heil
zaam werk van dit huis ~n zoo zijn er
vele anderen, die hier hun v~rming voor
latere positie verwierven.
Vervolgens sprak prof. J. Bakhuijzen v.
d. Brink, die met mr. P. A. Toorenburg den
Leidschen Armenraad vertegenwoordigde.
Met belangstelling had spr. uit het Ju
bileumboek de passage gevolgd, waarin de
geschiedenis van strijd met een concurree-
rende instelling gevolgd. Een strijd, dien
spr. niet al te tragisch wilde opnemen,
omdat er sindsdien zooveel veranderd is.
Spr. hoopte intusschen, dat de armen van
dezen strijd niet te veel hebben geleden,
doch het verheugde hem tevens, dat na
strijd verzoening kwam en dat deze ge
volgd werd door een hechte samenwer-
king.
Beide instellingen werken thans met
elkaar tegen de twee gemeenschappelijke
vijanden: werkloosheid en crisis en spr.
hoopt van ganscher harte, dat ook deze
strijd tot een goed einde moge komen en
er vele weldoeners mogen zijn, die in de
zen strijd hun steun verleenen.
Nadat de heer Noordman beide sprekers
had bedankt kwam het Jubileum-Comité
uit de Leidsche Katholieken ter receptie,
namens wie de voorzitter, mr. H. F. A.
T ^ders een kernachtige toespraak hield.
Toespraak mr. H. F. A. Donders.
Het comité, dat* zich gesierd heeft met
den naam „jubileum-comité", en dat zich
verstout heeft te dezer gelegenheid „de
Katholieken van Leiden" te vertegenwoor
digen, komt U de meest hartelijke geluk
wenschen aanbieden.
In dezen herdenkings-gragen tijd op-kor-
ten-termijn, is de viering van een 200-jarig
bestaan op zichzelf reeds een weldoende
verademing. Toch kan in het loutere feit
van er-na-twee-eeuwen-nog-zijn, niet de
reden gelegen zijn voor het uiten van
vreugde en gelukwenschen. Immers er
zijn meer dingen, die het 20^ jaren hebben
uit- en volgehouden; en instede van vreug
de daarover, speurt men slechts het ver
driet, dat ze niet reeds lang aan den tand
des tijds zijn ten offer gevallen. Traditie
is zonder twijfel een mooi ding, maar ze
heeft toch alleen maar zin, indien iets
waardevols en van beteekenis aan ons
wordt overgeleverd.
Eerst dan is er wezenlijke grond voor
innige blijdschap, dat het werk van vroe
gere geslachten gedurende eeuwen is blij
ven voortbestaan; dat het ondanks alle
wederwaardigheden gaaf tot ons is geko
men en dat er ook nu nog wachters zijn,
niet slechts om het te behouden, maar
vooral om het levendig te houden. Leven
dig in dien zin, dat het ook spreekt tot ons,
hedentfaagsche menschen; dat het ook onze
moderne behoeften en opvattingen bevre
diging schenkt.
Aan de hier gestelde eischen beantwoordt
Uwe instelling wel op zeer bijzondere wijze.
Wat waardevollers toch konden de voor
geslachten aan ons nalaten, dat wat hun
zin voor weldadigheid, him gevoel van
liefde en meelij niet den misdeelden even-
mensch, eenmaal, onder zoo moeilijke om
standigheden, met grootmoedigheid tot
stand bracht, en dat héél die twee eeuwen
door is gebleven een monument van chris
telijke charitas.
Dat dit gedenkteeken, van zoo onschat
bare waarde, trots zorg en strijd, onge
schonden is bewaard gebleven, stemt tot
groote vreugde. En het is een voorrecht U,
de huidige wachters van deze kostelijke
nalatenschap, hiermede te mogen geluk
wenschen. Moge zij nog lang behouden,
doch vooral worden levendig gehouden.
Dit ligt slechts ten deele in Uw macht.
Het is duidelijk, dat een richtige vervul
ling van Uw taak, mede, ja goeddeels, af
hankelijk is van den offerzin en de offer
vaardigheid van anderen, en met name
van het Katholieke volksdeel van Leiden.
Dit hebben de Leidsche Katholieken opper
best begrepen en zij hebben dit tweede
eeuwfeest graag aangegrepen om daarvan
ook tastbaar blijk te geven.
De onder de huidige omstandigheden
waarlijk niet geringe som van 1800.37
ongeacht eventueele z. g. n. .stille gaven",
en ongeacht wat hopelijk nog zal „na-
vloeien", deze som van rond 1800.die
wij U hierbij grootendeels dadelijk kun
nen aanbieden, siert eenerzijds in hooge
mate de welbekende milddadigheid van
Leiden's Katholieken, maar legt anderzijds
ondubbelzinnig getuigenis af van het feit
welk een bijzonder gevoelig en warm hart
Uwe instelling wordt toegedragen.
Deze beide factoren vormen zonder den
minsten twijfel de voornaamste oorzaak,
dat de taak van ons comité uiterst licht is
geweest. Niet weinig is ons werk mede ver
licht, en heeft het zulke gunstige resulta
ten opgeleverd, door het rake en tot-ge-
spannen-lezen-dwingende gedenkschrift,
dat wij aan onzen oproep mochten toevoe
gen. Beweegt een collega van den samen
steller zich bij tijd en wijle op treffende
wijze op het terrein van de kleinkunst, hij
zelf zou op een afdeeling van litteraire
publiciteit een rol van beteekenis kunnen
spelen. (Ik geef dit slechts in overweging).
De strijd die ons in het gedenkschrift
zoo aanzienlijk heeft geboeid, is nu toch
wel volkomen geslecht. Ons comité heeft
niet behoeven te discussieeren over 1/3 of
een héél kerkezakje. Spontaan is door de
Geestelijkheid medewerking verleend tot
het houden van een collecte met open schaal
Een drietal uitgezochte predikanten ston
den ons daarbij ter zijde. Ook deze harte
lijke medewerking waarvoor wij uiterst
dankbaar zijn heeft onze taak aanmer
kelijk verlicht.
En dan mogen wij zeker ook niet verge
ten de jonge dames, die ons bij het opha
len der circulaires behulpzaam zijn ge
weest.
U ziet: aan medewerking heeft het ons
nergens ontbroken. En nu zoude het
tuurlijk dwaasheid zijn te gelooven, dat
deze medewerking is verleend omwille
van de personen die haar inriepen, hoe
charmant mogelijk wij uiteraard gepoogd
hebben onze verzoeken in te kleeden. Het
is de zaak, die aller sympathie wegdroeg
en waarvoor gaarne is gewerkt. De zaak
der katholieke liefdadigheid waarvan Uwe
instelling zoo'n heerlijk deel uitmaakt.
Moge dit in lengte van dagen zoo blijven.
En mogen de geslachten die na ons komen
nog eens terugblikken op de lange lijst van
milde gevers, die in 1939, ter gelegenheid
van het tweede eeuwfeest, zoo royaal en
blijmoedig hun tol aan de R. K. armen en
weezen van Leiden hebben betaald. Maar
mogen zij daarbij niet vergeten, dat tal van
anderen, wier namen niet geboekstaafd
konden worden, evenzeer hun penning op
de schaal der barmhartigheid hebben neer
gelegd.
Ik besluit met U de verzekering te ge
ven, dat ons comité zich gelukkig prijst
aan de viering van dit in alle opzichten
grootsche en treffende jubilee te hebben
mogen medev/erken. De goede harmonie,
die steeds tusschen de comité-leden be
staan heeft zal zeker niet verstoord wor
den als ik zeg, dat slechts de penningmees
ter, tevens samensteller van het boek der
schenkers, het recht heeft zich bevrijd te
voelen van een zware last.
De heer Noordman zeide diep getroffen
te zijn door de woorden van den voorzit
ter van het jubileum-comité en eveneens
door den velen arbeid, die de leden aan
dit werk hebben willen besteden. Spreker
hoopt, dat zij tot in lengte van dagen met
voldoening op hun arbeid mogen terug
zien.
Behalve deze hard-op sprekende recep
tiebezoekers waren er nog tal van anderen,
die minder luid, maar daarom niet minder
welgemeend hun gelukwenschen kwamen
aanbieden.
Daar waren vertegenwoordigers van de
St. Vincentiusvereeniging en van de ver
schillende parochieele conferenties, de Ver-
etniging van Kinderbescherming, de St.
Elisabeth Vereeniging, de Leidsche Mij.
van Weldadigheid, de R. K. Kraamverzor-
gmg, de Hulp in de Huishouding en de
Baby, een afvaardiging van de Diaconie
der Herv. Gemeente, regenten van het Te
huis voor Ouden van Dagen en van het
Ger. Minnehuis, Katholiek Leiden, het
Ziekentriduum, de ARKA, de R. K. Onder-
off. Ver. „St. Martinus" en de H. K. W.,
Rector R. Reijnen namens het R. K. School
bestuur, de heer J. G. Rübenkamp Berg-
meijer, praeses der R. K. Stud. Ver. „Sanc-
tus Augustinus" en afgevaardigden van
het Meisjes-Armenclubje der R. K. Stud.
Ver., het Kerkbestuur der St. Petrusparo
chie, regenten en eerw. zusters van de
..Voorzienigheid", de heer P. A. van Ag-
gelen, namens de Leidsche Voorschotbank
enz.; verder merkten we nog op prof. P.
Juffermans, van het Seminarie Hageveld
le Heemstede en verschillende kapelaans
uit Leiden en Omgeving, den heer R. Pe-
linck, directeur van het Sted. Museum „de
Lakenhal", prof. Keesom, mr. Coebergh,
o'r Simons en dr. Niemer, mr. Sormani, den
heer P. Hilgersom namens de directie van
de Twentsche Bank, enz.
De regentenkamer was fraai opgesierd
door een groot aantal bloemstukken, door
verschillende vereenigingen en instellin
gen geschonken.
DE FEESTAVOND.
Reeds te 7 uur waren de regenten en
zusters met de bewoners en bewoonsters
van het huis wederom vereenigd in de
feestzaal, terwijl hier mede aanwezig waren
de hoogeerw. heer deken A, Homulle, pas
toor Beukers en pastoor Smeets, benevens
de kapelaans Schrama en Lohman, mr. Dno-
óers voorz. van het Jubileum-comité en de
huisartsen dr. Niemer en dr. Simons.
Spr. gaf hierna een korte uiteenzetting
van hetgeen de aanwezigen dezen avond
te zien zouden krijgen, waarover we hier
onder verslag geven.
Begonnen werd met het optreden van
een aantal jongens en meisjes onder lei
ding van kapelaan Lohman die op treffende
v/ijze een aantal tableaux vivants ten too-
reele brachten, gewijd aan het leven van
Christus op aarde.
Allereerst werden eenige hoofdmomen
ten gegeven, t. w.: Adam en Eva, verdre
ven uit het Paradijs,, dus de zondeval, ver
volgens de Boodschap van den Engel Ga-
briël aan Maria, de af v/ij zing van Joseph
en Maria in de herbergen te Bethlehem,
rond de kribbe in Bethlehem's stal, Chris
tus' verborgen leven in Nazareth en ten
slotte Christus' doodsangst in den Olijfhof.
Daarna volgden nog verschillende episo-
aen uit Jezus' openbaar leven en de een
zoowel als de ander liet niet na indruk
op de talrijke toeschouwers te maken.
Elk tableau werd ingeleid door een kor
te verklaring, gesproken door Rie Ouds
hoorn, terwijl de fraai verzorgde taferee-
len of door Piet v. Vianen met tekst werd
begeleid dan wel door zang van het meis
jeskoor.
Aan de uitbeelding was bovendien veel
zorg besteed. De fa. Hoppezak had hier
voor heel veel en heel goed werk verricht.
Er was verzocht na de verschillende ta
bleaux niet te applaudisseeren om de stem
ming niet weg te nemen, maar het was
voor de toeschouwers dikwijls heel moei
lijk om hun enthousiasme over het gebo-
dene te bedwingen, doch toen na afloop
kapelaan Loman in de zaal terugkeerde
v/erd hem een uitbundige, welverdiende
ovatie gebracht.
Daarna kwamde film, de film, waar
van allen het bestaan wisten, wijl zij er
zelf aan hadden medegewerkt, doch waar
naar z(j tevens door een ongekende en na
genoeg onbedwingbare nieuwsgierigheid
werden getrokken.
De film! Zij werd door den heer v. Cal-
car voor de Filca opgenomen en geeft een
beeld van het dagelijksch le'ven in het huis.
Alle dingen van den dag: het opstaan, bid
den, eten, werken, de vermaken even
goed, dat alles rolt in 'n prachtig halfuur
tje aan de bewonderende oogen der toe
schouwers voorbij en telkens klonken,
v/anneer meisjes of jongens of zusters op
het witte doek te voorschijn traden, juich
kreten op.
De film, die een documentaire film van
historische waarde voor het huis geacht
kan worden, heeft bovendien dit voordeel,
dat zU actueel is tot op den feestdag zei
ven, want de des ochtend genomen opna
men van het bezoek van Haarlem's Bis
schop, Mgr. J. P. Huibers tot en met zijn
vertrek, waren in deze film verwerkt.
De Filca heeft met deze opnamen uit
stekend werk verricht, dat dankbaar door
de huidige generatie maar eveneens door
het nageslacht zal worden bewaard.
Ten zeerste voldaan kwam men ten
slotte aan het laatste deel van den feest
avond: de serenade van de R. K. Harmonie-
vereeniging „St. Gregorius".
Allen waren nauwelijks eenige minu
ten beneden, of de klanken der muziek
wezen reeds op het naderen der harmonie
welke het aardige initiatief had gehad om
bij dit jubileum een verrassing te brengen
ir. den vorm van een serenade. De harmo
nie St. Gregorous naar wij meenen de
jongste uiting van herboren katholiek or
ganisatie-leven tegenover het 200-jarig
armbestuur, de oudste organisatie op ka
tholiek gebied hier ter stede. Mooiere te
genstelling is moeilijk denkbaar. De mu
ziek! Behoeven we nog te zeggen, dat
toén de boot aan was. In een ommezien
van tijd waren de jongens en meisjes, maar
ook vele oudjes buiten en werd er op de
maat of tegen de maat van de muziek in-
gehost en gedanst en gesprongen, dat het
een lieve lust was.
En er volgde nog weer 'n marsch, totdat
de muziek werd uitgenoodigd voor de
binnenplaats. Dat was me een feest! Dank
baar, hoogst dankbaar en opgetogen waren
allen toen tenslotte maar veel te vroeg
het einde van dit feestelijk slot daar wi&.
Het bestuur werd door het college van
Regenten binnengenoodigd, waar de heer
Noordman hartelijk dank zegde voor deze
aardige attentie
Er werden nog eenige marschen ten
beste gegeven en te ongeveer half elf keer
de de rust in het huis weer.
Bestuur en genoodigden vereenigden
zich daarna tot besluit van den dag aan
een souper.
R. K. VROUWENBOND.
Gisteravond werd in den foyer van
Den Burcht de sluitingsvergadering
gehouden van den R. K. Vrouwenbond
en deze avond is wel een bijzonder
feestelijke geworden.
Deze avond heeft bewezen hoe groo
te achting de Vrouwenbond haar pre
sidente toedraagt door de blijde stem
ming, het enthousiasme, dat er heersch-
te bij de onderscheiding, welke de pre
sidente Mevr. J. MandersVermeulen
ten deel viel en waarin haar echtgenoot
en haar kinderen, die aanwezig waren,
blijde konden deelen.
Nadat Mevr. Manders de bijeenkomst
met den chr. groet had geopend, heette zij
welkom den geest. adv. kap. F. Bernefeld
en pastoor Looyaard, die gastvrijheid ge
vraagd en gekregen had. Een toespeling
makend op de aanwezigheid van „vreem
den" haar echtgenoot en kinderen
zeide spr., dat door dezer aanwezigheid de
huishoudelijke vergadering niet zou kun
nen doorgaan, zoodat zij verlof vroeg deze
te mogen verdagen.
Zij deed hierna eenige mededeelingen
n.l. vooreerst dat de Dioc. Jaarvergadering
zal worden gehouden op 8 Mei a.s. te Delft
en dat deze wegens het 25-jarig bestaan
een feestelijk karakter zal dragen. Vervol
gens deelde de pres. mede, dat er heden
avond loten zouden worden verkocht ten
bate van het carillon voor het nieuwe stad
huis. Tenslotte deelde de pres. iets mede
over het comité der Nieuwe Gemeenschap,
in het werkcomité waarvan zij als verte
genwoordigster van den Vrouwenbond had
zitting genomen en over een te houden
uitstapje, waarvoor de leden zich bij het
bestuur moeten opgeven.
Hierna gaf de vice-presidente, mevr.
SimonisKortekaas het woord aan pastoor
Looyaard.
Pastoor Looyaard herinnerde aan het
zilveren jubileum van den Vrouwenbond,
dien hij vanaf het begin had meegemaakt
en waarvoor spr. altijd groote sympathie
had gehad.
In Duitschland, aldus spr., bestond de
Vrouwenbond reeds lang, gesteund door
den toenmaligen bisschop van Spies, Mgr.
Faulhaber, die de vrouwen opriep tot mee
werken aan de sociale actie. De vrouwen,
zeide de bisschop, moeten het alleluja gaan
zingen van de reddende liefde.
De afdeeling Leiden heeft haar roeping
verstaan en heeft 25 jaar meegeloopen in
de processie der sociale actie, het alleluja
gezongen der reddende liefde.
Spr. wees daarvoor op de prachtige on-
derafdeelingen, op de cursussen, waar de
vrouwen worden opgekweekt voor haar
liefdestaak. Want het heil der wereld hangt
af van het huisgezin. Voor haar taak in het
huisgezin heeft de Vrouwenbond de vrou
wen opgewekt.
Wat wij zijn, aldus spr., hebben wij aan
onze moeders te danken. En de Vrouwen
bond hèeft vele moeders gevormd, en zoo
heeft hy gewerkt aan de nieuwe gemeen
schap, door te bevorderen de reddende
liefde.
Spr. prijst de kracht van den Vrouwen
bond en vooral de afd. Leiden heeft haar
taak zoo goed verstaan.
Jaren lang is dit geschied door mijn pa
rochiaan daar ga ik trotsch op me
vrouw Manders.
Bij het 25-jarig bestaan heb ik, al
dus spr., hierover den Paus bericht. En
van den Bisschop ontving ik het be
richt, dat hij namens Paus Pius XI nog
van Kardinaal Pacelli een schrijven
had ontvangen, waarin deze mede-
Mevr. J. MandersVermeulen onder
scheiden met het eerekruis „Pro Ecclesia
et Pontifice".
deelde, dat Z. H. de Paus haar begif
tigde met het eerekruis Pro Ecclesia
et Pontifice.
Onder luid applaus hechtte hierna
pastoor Looyaard mevr. Manders het
eeremetaal op de borst.
Hierna nam de vice-presidente mevr. Si
monisKortekaas het woord om de presi
dente als volgt toe te spreken:
't Is mij als vice-presidente een voor
recht, de eerste te zijn, die u mag geluk
wenschen namens de geheele vereeniging.
Namens alle leden spreek ik er mijn vreug
de over uit, dat u deze onderscheiding Is
verleend. Wij allen zijn er daarom oprecht
over verheugd, omdat wij weten, moet hoe
veel belanglooze toewijding en tactische
ijver u voor de vereeniging hebt gewerkt.
Wat de Vrouwenbond is, wat zij presteert,
ook in en door haar onderafdeelingcn, is
voor een zéér groot deel aan u te danken.
Iedereen is daarvan overtuigd. Moge u deze
onderscheiding zeer vele jaren dragen als
presidente van onzen Vrouwenbond.
Aan deze wenschen, tot u persoonlijk
gericht, moge ik voegen een gclukwcnsch
aan den heer Manders, die in het belang
onzer vereeniging zoo tallooze uren zijn
echtgenoote in den aangenamcn kring van
het huiselijk leven heeft willen missen.
Wij danken daarvoor bij deze gelegenheid
den heer Manders.
Mevr. Manders, hierna het woord ne
mend, herinnerde aan de bloemenhulde bij
het 25-jarig bestaan en aan het cadeau, dat
zou worden aangeboden. Nu is het cadeau
gekomen. Spr. dankt daarvoor den pas
toor, maar vooral ook alle leden van den
Vrouwenbond. Ik dank dit, aldus spr., aan
het werken van het heele bestuur en van
alle onderafdeelingen. Aan hen komt de
glorie toe. Spr. dankt Z. H. den Paus voor
deze hooge eer, maar deze eer brengt ver
plichtingen en deze verplichtingen hoop ik
te zullen nakomen.
Spr. dankte tenslotte haar echtgenoot
hij heeft zich nu eenmaal in het hol van
den leeuw gewaagd die haar altijd voor
den vrouwenbond heeft willen afstaan en
wien het nooit te veel was als hij m(j zelf*
laat voor den Vrouwenbond moest af
staan.
Hierna kwamen de heer Manders en de
zeven aanwezige kinderen naar voren om
hun echtgenoote en moeder met deze on
derscheiding geluk te wenschen, waarop
alle aanwezigen dat aardige voorbeeld
volgden.
Nadat pastoor Looyaard afscheid van de
vergadering had genomen, was het woord
aan den heer K. Dorren, die een lezing
met lichtbeelden hield over: Rome, stad
der eeuwen.
Spr. ving aan met een schets over de
beteekenis dezer stad, die van heidensche
machtswellust, zingenot, pracht en praal
kwam tot christelijk geloof en naastenlief
de en dat door een aantal ongeletterde
menschen. Hun liefde was het die heiden
sche keizers van den troon stootte en de
christelijke liefde deden triomfeeren. Aan
de hand van lichtbeelden wilde spr. laten
zien, hoe het heidensche Rome door het
christelijke Rome werd overwonnen.
Daartoe had spr. zijn lezing in twee
deelen verdeeld. In het eerste gedeelte liet
hij in lichtbeelden zien het heidensche
Rome, waarbij hij toelichtend, 't leven der
oude Romeinen voor den geest der aanwe
zigen opriep. Hij toonde de machtige bouw
werken der heidensche oudheid het Colos
seum, het Pantheon, de oude Fora enz. '»m
in het tweede gedeelte het christelijke
Rome te toonen in de heerlijke basilieken.
Nadat mevr. Manders den spreker voor
zijn interessante lezing dank had gebracht,
werd de aangekondigde loterij gehouden
ten bate van het carillon voor het Leidsche
Stadhuis. Deze bracht 11.87^ op.
Hierna nam de geestel. adviseur, kap. F.
Bernefeld, het woord om mevr. Manders
met de haar verleende Pauselijke onder
scheiding geluk te wenschen. Hij deelde
mede, dat de hoogeerw. Deken van Lei
den, die zoo gaarne zelf aanwezig had wil
len zijn, nu door het feest in het Weeshuis
verhinderd was. De Deken had hem ver
zocht zijn gelukwenschen over te brengen.
Hieraan zijn eigen gelukwenschen toevoe
gende zeide spr., dat mevrouw Manders, die
zoo lange jaren den Vrouwenbond had ge
leid en gestimuleerd, deze onderscheiding
ten volle had verdiend. Spr. zeide te ho
pen, dat zjj deze verdiende onderscheiding
nog lang zou mogen dragen als presi
dente van den Vrouwenbond afd. Leiden
enOegstgeest.
Nadat de presidente alle aanwezigen nog
eens voor hun belangstelling en meeleven
had dank gezegd, sloot zij de vergadering
met den chr. groet.