STADS HET TWEEDE EEUWFEEST R.K. ARMBESTUUR 1 VRIJDAG 28 APRIL 1939 DE LE CS 'HE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 van het Een feestgave van Leiden's Katholiekenf 1800 DRUKBEZOCHTE RECEPTIE EN GESLAAGDE FEESTAVOND DE RECEPTIE. De herdenking van het tweede eeuwfeest van het R. K. Armbestuur is gistermiddag voortgezet met een receptie, welke van half vier tot vijf een bijna onafgebroken stroom van belangstellenden in het schoone cha ritatieve werk van het R. K. Armbestuur aanvoerde. Het gemeentebestuur verscheen ter re ceptie, vertegenwoordigd door den burge meester, mr. A. van de Sande Bakhuijzen, v/ethouder mr. A. Tepe en de gemeente secretaris mr. dr. C. E. van Strijen. Toespraak burgemeester. Mr. v. d, Sande Bakhuyzen sprak het college van regenten toe en zeide, dat wanneer men in een regentenkamer komt, de gedachten onwillekeurig teruggaan naar historische tijden. Er zijn wel eens min der gunstige gedachten geuit over regen- ten-colleges van vroeger dagen, maar hoe dit alles ook zij, de loop der tijden heeft bewezen, dat zij hun plaats in de samen leving volkomen verdienen. Het is ook volkomen terecht, dat het gemeentebestuur hiervan zijn belangstel ling doet blijken. Wanneer men 200 jaar goed met elkaar heeft omgegaan, dan mag men op zulk een jubileum niet ontbreken. Spr. wees er vervolgens op, dat de ge schiedenis het bewijs levert van een goede wederzijdsche samenwerking, waarbij door tact en overleg veel tot heil van de ge- mensechap bereikt is kunnen worden. De burgemeester gaf voorts de verzeke ring, dat het hier verrichte werk door het gemeentebestuur hoogelijk gewaardeerd is en wordt. Tal van moeilijkheden innerlijk zoo wel als uiterlijk zijn in den loop der ja ren overwonnen moeten worden om te be reiken hetgeen thans bereikt is. Spr. her innerde hierbij b.v. aan de ramp van het springen van het kruitschip en aan de moeilijke oorlogsjaren, welke voldoende bewijzen, dat het pad van het Armbestuur riet enkel over rozen gaat, Spr. eindigde met den wensch, dat het gesticht en de armenzorg een goede toe komst tegemoet moge gaan. De heer Jac. Noordman dankte de bur gemeester ten zeerste voor zijn waardee- rende woorden en hij nam gaarne de gele genheid waar om het gemeentebestuur te danken voor de steeds verleende medewer king. Spr. dacht hierbij tevens terug aan het bezoek van den burgemeester, eenige jaren geleden en uitte de verwachting, dat de wederzijdsche samenwerking tot in lengte van dagen bestendigd moge blijven. Namens den Voogdijraad, voor wien mr. P. E. Briët en mej. v. d. Velde aanwezig waren, bracht mr. Briët de gelukwenschen over met dit bijzondere jubileum. De Voog dijraad met zijn 34-jarig bestaan noemde spr. nog slechts een kind vergeleken bij den ouderdom van het jubileerend Armbe stuur. Gaarne heeft de Voogdijraad deze instelling steeds volledige steun en mede werking verleend, omdat spr. weet, dat de voorstellen steeds goed gefundeerd waren. Spr. voelde zich bijzonder getroffen door een passage in het uitstekend geschreven Jubileumboek, waaruit hem bleek, dat onder de velen, die hun opleiding hier ont vingen een priester is, thans missionaris in Brazilië, dien* spr. uit vroegere jaren kende. Dat alleen reeds bewijst het heil zaam werk van dit huis ~n zoo zijn er vele anderen, die hier hun v~rming voor latere positie verwierven. Vervolgens sprak prof. J. Bakhuijzen v. d. Brink, die met mr. P. A. Toorenburg den Leidschen Armenraad vertegenwoordigde. Met belangstelling had spr. uit het Ju bileumboek de passage gevolgd, waarin de geschiedenis van strijd met een concurree- rende instelling gevolgd. Een strijd, dien spr. niet al te tragisch wilde opnemen, omdat er sindsdien zooveel veranderd is. Spr. hoopte intusschen, dat de armen van dezen strijd niet te veel hebben geleden, doch het verheugde hem tevens, dat na strijd verzoening kwam en dat deze ge volgd werd door een hechte samenwer- king. Beide instellingen werken thans met elkaar tegen de twee gemeenschappelijke vijanden: werkloosheid en crisis en spr. hoopt van ganscher harte, dat ook deze strijd tot een goed einde moge komen en er vele weldoeners mogen zijn, die in de zen strijd hun steun verleenen. Nadat de heer Noordman beide sprekers had bedankt kwam het Jubileum-Comité uit de Leidsche Katholieken ter receptie, namens wie de voorzitter, mr. H. F. A. T ^ders een kernachtige toespraak hield. Toespraak mr. H. F. A. Donders. Het comité, dat* zich gesierd heeft met den naam „jubileum-comité", en dat zich verstout heeft te dezer gelegenheid „de Katholieken van Leiden" te vertegenwoor digen, komt U de meest hartelijke geluk wenschen aanbieden. In dezen herdenkings-gragen tijd op-kor- ten-termijn, is de viering van een 200-jarig bestaan op zichzelf reeds een weldoende verademing. Toch kan in het loutere feit van er-na-twee-eeuwen-nog-zijn, niet de reden gelegen zijn voor het uiten van vreugde en gelukwenschen. Immers er zijn meer dingen, die het 20^ jaren hebben uit- en volgehouden; en instede van vreug de daarover, speurt men slechts het ver driet, dat ze niet reeds lang aan den tand des tijds zijn ten offer gevallen. Traditie is zonder twijfel een mooi ding, maar ze heeft toch alleen maar zin, indien iets waardevols en van beteekenis aan ons wordt overgeleverd. Eerst dan is er wezenlijke grond voor innige blijdschap, dat het werk van vroe gere geslachten gedurende eeuwen is blij ven voortbestaan; dat het ondanks alle wederwaardigheden gaaf tot ons is geko men en dat er ook nu nog wachters zijn, niet slechts om het te behouden, maar vooral om het levendig te houden. Leven dig in dien zin, dat het ook spreekt tot ons, hedentfaagsche menschen; dat het ook onze moderne behoeften en opvattingen bevre diging schenkt. Aan de hier gestelde eischen beantwoordt Uwe instelling wel op zeer bijzondere wijze. Wat waardevollers toch konden de voor geslachten aan ons nalaten, dat wat hun zin voor weldadigheid, him gevoel van liefde en meelij niet den misdeelden even- mensch, eenmaal, onder zoo moeilijke om standigheden, met grootmoedigheid tot stand bracht, en dat héél die twee eeuwen door is gebleven een monument van chris telijke charitas. Dat dit gedenkteeken, van zoo onschat bare waarde, trots zorg en strijd, onge schonden is bewaard gebleven, stemt tot groote vreugde. En het is een voorrecht U, de huidige wachters van deze kostelijke nalatenschap, hiermede te mogen geluk wenschen. Moge zij nog lang behouden, doch vooral worden levendig gehouden. Dit ligt slechts ten deele in Uw macht. Het is duidelijk, dat een richtige vervul ling van Uw taak, mede, ja goeddeels, af hankelijk is van den offerzin en de offer vaardigheid van anderen, en met name van het Katholieke volksdeel van Leiden. Dit hebben de Leidsche Katholieken opper best begrepen en zij hebben dit tweede eeuwfeest graag aangegrepen om daarvan ook tastbaar blijk te geven. De onder de huidige omstandigheden waarlijk niet geringe som van 1800.37 ongeacht eventueele z. g. n. .stille gaven", en ongeacht wat hopelijk nog zal „na- vloeien", deze som van rond 1800.die wij U hierbij grootendeels dadelijk kun nen aanbieden, siert eenerzijds in hooge mate de welbekende milddadigheid van Leiden's Katholieken, maar legt anderzijds ondubbelzinnig getuigenis af van het feit welk een bijzonder gevoelig en warm hart Uwe instelling wordt toegedragen. Deze beide factoren vormen zonder den minsten twijfel de voornaamste oorzaak, dat de taak van ons comité uiterst licht is geweest. Niet weinig is ons werk mede ver licht, en heeft het zulke gunstige resulta ten opgeleverd, door het rake en tot-ge- spannen-lezen-dwingende gedenkschrift, dat wij aan onzen oproep mochten toevoe gen. Beweegt een collega van den samen steller zich bij tijd en wijle op treffende wijze op het terrein van de kleinkunst, hij zelf zou op een afdeeling van litteraire publiciteit een rol van beteekenis kunnen spelen. (Ik geef dit slechts in overweging). De strijd die ons in het gedenkschrift zoo aanzienlijk heeft geboeid, is nu toch wel volkomen geslecht. Ons comité heeft niet behoeven te discussieeren over 1/3 of een héél kerkezakje. Spontaan is door de Geestelijkheid medewerking verleend tot het houden van een collecte met open schaal Een drietal uitgezochte predikanten ston den ons daarbij ter zijde. Ook deze harte lijke medewerking waarvoor wij uiterst dankbaar zijn heeft onze taak aanmer kelijk verlicht. En dan mogen wij zeker ook niet verge ten de jonge dames, die ons bij het opha len der circulaires behulpzaam zijn ge weest. U ziet: aan medewerking heeft het ons nergens ontbroken. En nu zoude het tuurlijk dwaasheid zijn te gelooven, dat deze medewerking is verleend omwille van de personen die haar inriepen, hoe charmant mogelijk wij uiteraard gepoogd hebben onze verzoeken in te kleeden. Het is de zaak, die aller sympathie wegdroeg en waarvoor gaarne is gewerkt. De zaak der katholieke liefdadigheid waarvan Uwe instelling zoo'n heerlijk deel uitmaakt. Moge dit in lengte van dagen zoo blijven. En mogen de geslachten die na ons komen nog eens terugblikken op de lange lijst van milde gevers, die in 1939, ter gelegenheid van het tweede eeuwfeest, zoo royaal en blijmoedig hun tol aan de R. K. armen en weezen van Leiden hebben betaald. Maar mogen zij daarbij niet vergeten, dat tal van anderen, wier namen niet geboekstaafd konden worden, evenzeer hun penning op de schaal der barmhartigheid hebben neer gelegd. Ik besluit met U de verzekering te ge ven, dat ons comité zich gelukkig prijst aan de viering van dit in alle opzichten grootsche en treffende jubilee te hebben mogen medev/erken. De goede harmonie, die steeds tusschen de comité-leden be staan heeft zal zeker niet verstoord wor den als ik zeg, dat slechts de penningmees ter, tevens samensteller van het boek der schenkers, het recht heeft zich bevrijd te voelen van een zware last. De heer Noordman zeide diep getroffen te zijn door de woorden van den voorzit ter van het jubileum-comité en eveneens door den velen arbeid, die de leden aan dit werk hebben willen besteden. Spreker hoopt, dat zij tot in lengte van dagen met voldoening op hun arbeid mogen terug zien. Behalve deze hard-op sprekende recep tiebezoekers waren er nog tal van anderen, die minder luid, maar daarom niet minder welgemeend hun gelukwenschen kwamen aanbieden. Daar waren vertegenwoordigers van de St. Vincentiusvereeniging en van de ver schillende parochieele conferenties, de Ver- etniging van Kinderbescherming, de St. Elisabeth Vereeniging, de Leidsche Mij. van Weldadigheid, de R. K. Kraamverzor- gmg, de Hulp in de Huishouding en de Baby, een afvaardiging van de Diaconie der Herv. Gemeente, regenten van het Te huis voor Ouden van Dagen en van het Ger. Minnehuis, Katholiek Leiden, het Ziekentriduum, de ARKA, de R. K. Onder- off. Ver. „St. Martinus" en de H. K. W., Rector R. Reijnen namens het R. K. School bestuur, de heer J. G. Rübenkamp Berg- meijer, praeses der R. K. Stud. Ver. „Sanc- tus Augustinus" en afgevaardigden van het Meisjes-Armenclubje der R. K. Stud. Ver., het Kerkbestuur der St. Petrusparo chie, regenten en eerw. zusters van de ..Voorzienigheid", de heer P. A. van Ag- gelen, namens de Leidsche Voorschotbank enz.; verder merkten we nog op prof. P. Juffermans, van het Seminarie Hageveld le Heemstede en verschillende kapelaans uit Leiden en Omgeving, den heer R. Pe- linck, directeur van het Sted. Museum „de Lakenhal", prof. Keesom, mr. Coebergh, o'r Simons en dr. Niemer, mr. Sormani, den heer P. Hilgersom namens de directie van de Twentsche Bank, enz. De regentenkamer was fraai opgesierd door een groot aantal bloemstukken, door verschillende vereenigingen en instellin gen geschonken. DE FEESTAVOND. Reeds te 7 uur waren de regenten en zusters met de bewoners en bewoonsters van het huis wederom vereenigd in de feestzaal, terwijl hier mede aanwezig waren de hoogeerw. heer deken A, Homulle, pas toor Beukers en pastoor Smeets, benevens de kapelaans Schrama en Lohman, mr. Dno- óers voorz. van het Jubileum-comité en de huisartsen dr. Niemer en dr. Simons. Spr. gaf hierna een korte uiteenzetting van hetgeen de aanwezigen dezen avond te zien zouden krijgen, waarover we hier onder verslag geven. Begonnen werd met het optreden van een aantal jongens en meisjes onder lei ding van kapelaan Lohman die op treffende v/ijze een aantal tableaux vivants ten too- reele brachten, gewijd aan het leven van Christus op aarde. Allereerst werden eenige hoofdmomen ten gegeven, t. w.: Adam en Eva, verdre ven uit het Paradijs,, dus de zondeval, ver volgens de Boodschap van den Engel Ga- briël aan Maria, de af v/ij zing van Joseph en Maria in de herbergen te Bethlehem, rond de kribbe in Bethlehem's stal, Chris tus' verborgen leven in Nazareth en ten slotte Christus' doodsangst in den Olijfhof. Daarna volgden nog verschillende episo- aen uit Jezus' openbaar leven en de een zoowel als de ander liet niet na indruk op de talrijke toeschouwers te maken. Elk tableau werd ingeleid door een kor te verklaring, gesproken door Rie Ouds hoorn, terwijl de fraai verzorgde taferee- len of door Piet v. Vianen met tekst werd begeleid dan wel door zang van het meis jeskoor. Aan de uitbeelding was bovendien veel zorg besteed. De fa. Hoppezak had hier voor heel veel en heel goed werk verricht. Er was verzocht na de verschillende ta bleaux niet te applaudisseeren om de stem ming niet weg te nemen, maar het was voor de toeschouwers dikwijls heel moei lijk om hun enthousiasme over het gebo- dene te bedwingen, doch toen na afloop kapelaan Loman in de zaal terugkeerde v/erd hem een uitbundige, welverdiende ovatie gebracht. Daarna kwamde film, de film, waar van allen het bestaan wisten, wijl zij er zelf aan hadden medegewerkt, doch waar naar z(j tevens door een ongekende en na genoeg onbedwingbare nieuwsgierigheid werden getrokken. De film! Zij werd door den heer v. Cal- car voor de Filca opgenomen en geeft een beeld van het dagelijksch le'ven in het huis. Alle dingen van den dag: het opstaan, bid den, eten, werken, de vermaken even goed, dat alles rolt in 'n prachtig halfuur tje aan de bewonderende oogen der toe schouwers voorbij en telkens klonken, v/anneer meisjes of jongens of zusters op het witte doek te voorschijn traden, juich kreten op. De film, die een documentaire film van historische waarde voor het huis geacht kan worden, heeft bovendien dit voordeel, dat zU actueel is tot op den feestdag zei ven, want de des ochtend genomen opna men van het bezoek van Haarlem's Bis schop, Mgr. J. P. Huibers tot en met zijn vertrek, waren in deze film verwerkt. De Filca heeft met deze opnamen uit stekend werk verricht, dat dankbaar door de huidige generatie maar eveneens door het nageslacht zal worden bewaard. Ten zeerste voldaan kwam men ten slotte aan het laatste deel van den feest avond: de serenade van de R. K. Harmonie- vereeniging „St. Gregorius". Allen waren nauwelijks eenige minu ten beneden, of de klanken der muziek wezen reeds op het naderen der harmonie welke het aardige initiatief had gehad om bij dit jubileum een verrassing te brengen ir. den vorm van een serenade. De harmo nie St. Gregorous naar wij meenen de jongste uiting van herboren katholiek or ganisatie-leven tegenover het 200-jarig armbestuur, de oudste organisatie op ka tholiek gebied hier ter stede. Mooiere te genstelling is moeilijk denkbaar. De mu ziek! Behoeven we nog te zeggen, dat toén de boot aan was. In een ommezien van tijd waren de jongens en meisjes, maar ook vele oudjes buiten en werd er op de maat of tegen de maat van de muziek in- gehost en gedanst en gesprongen, dat het een lieve lust was. En er volgde nog weer 'n marsch, totdat de muziek werd uitgenoodigd voor de binnenplaats. Dat was me een feest! Dank baar, hoogst dankbaar en opgetogen waren allen toen tenslotte maar veel te vroeg het einde van dit feestelijk slot daar wi&. Het bestuur werd door het college van Regenten binnengenoodigd, waar de heer Noordman hartelijk dank zegde voor deze aardige attentie Er werden nog eenige marschen ten beste gegeven en te ongeveer half elf keer de de rust in het huis weer. Bestuur en genoodigden vereenigden zich daarna tot besluit van den dag aan een souper. R. K. VROUWENBOND. Gisteravond werd in den foyer van Den Burcht de sluitingsvergadering gehouden van den R. K. Vrouwenbond en deze avond is wel een bijzonder feestelijke geworden. Deze avond heeft bewezen hoe groo te achting de Vrouwenbond haar pre sidente toedraagt door de blijde stem ming, het enthousiasme, dat er heersch- te bij de onderscheiding, welke de pre sidente Mevr. J. MandersVermeulen ten deel viel en waarin haar echtgenoot en haar kinderen, die aanwezig waren, blijde konden deelen. Nadat Mevr. Manders de bijeenkomst met den chr. groet had geopend, heette zij welkom den geest. adv. kap. F. Bernefeld en pastoor Looyaard, die gastvrijheid ge vraagd en gekregen had. Een toespeling makend op de aanwezigheid van „vreem den" haar echtgenoot en kinderen zeide spr., dat door dezer aanwezigheid de huishoudelijke vergadering niet zou kun nen doorgaan, zoodat zij verlof vroeg deze te mogen verdagen. Zij deed hierna eenige mededeelingen n.l. vooreerst dat de Dioc. Jaarvergadering zal worden gehouden op 8 Mei a.s. te Delft en dat deze wegens het 25-jarig bestaan een feestelijk karakter zal dragen. Vervol gens deelde de pres. mede, dat er heden avond loten zouden worden verkocht ten bate van het carillon voor het nieuwe stad huis. Tenslotte deelde de pres. iets mede over het comité der Nieuwe Gemeenschap, in het werkcomité waarvan zij als verte genwoordigster van den Vrouwenbond had zitting genomen en over een te houden uitstapje, waarvoor de leden zich bij het bestuur moeten opgeven. Hierna gaf de vice-presidente, mevr. SimonisKortekaas het woord aan pastoor Looyaard. Pastoor Looyaard herinnerde aan het zilveren jubileum van den Vrouwenbond, dien hij vanaf het begin had meegemaakt en waarvoor spr. altijd groote sympathie had gehad. In Duitschland, aldus spr., bestond de Vrouwenbond reeds lang, gesteund door den toenmaligen bisschop van Spies, Mgr. Faulhaber, die de vrouwen opriep tot mee werken aan de sociale actie. De vrouwen, zeide de bisschop, moeten het alleluja gaan zingen van de reddende liefde. De afdeeling Leiden heeft haar roeping verstaan en heeft 25 jaar meegeloopen in de processie der sociale actie, het alleluja gezongen der reddende liefde. Spr. wees daarvoor op de prachtige on- derafdeelingen, op de cursussen, waar de vrouwen worden opgekweekt voor haar liefdestaak. Want het heil der wereld hangt af van het huisgezin. Voor haar taak in het huisgezin heeft de Vrouwenbond de vrou wen opgewekt. Wat wij zijn, aldus spr., hebben wij aan onze moeders te danken. En de Vrouwen bond hèeft vele moeders gevormd, en zoo heeft hy gewerkt aan de nieuwe gemeen schap, door te bevorderen de reddende liefde. Spr. prijst de kracht van den Vrouwen bond en vooral de afd. Leiden heeft haar taak zoo goed verstaan. Jaren lang is dit geschied door mijn pa rochiaan daar ga ik trotsch op me vrouw Manders. Bij het 25-jarig bestaan heb ik, al dus spr., hierover den Paus bericht. En van den Bisschop ontving ik het be richt, dat hij namens Paus Pius XI nog van Kardinaal Pacelli een schrijven had ontvangen, waarin deze mede- Mevr. J. MandersVermeulen onder scheiden met het eerekruis „Pro Ecclesia et Pontifice". deelde, dat Z. H. de Paus haar begif tigde met het eerekruis Pro Ecclesia et Pontifice. Onder luid applaus hechtte hierna pastoor Looyaard mevr. Manders het eeremetaal op de borst. Hierna nam de vice-presidente mevr. Si monisKortekaas het woord om de presi dente als volgt toe te spreken: 't Is mij als vice-presidente een voor recht, de eerste te zijn, die u mag geluk wenschen namens de geheele vereeniging. Namens alle leden spreek ik er mijn vreug de over uit, dat u deze onderscheiding Is verleend. Wij allen zijn er daarom oprecht over verheugd, omdat wij weten, moet hoe veel belanglooze toewijding en tactische ijver u voor de vereeniging hebt gewerkt. Wat de Vrouwenbond is, wat zij presteert, ook in en door haar onderafdeelingcn, is voor een zéér groot deel aan u te danken. Iedereen is daarvan overtuigd. Moge u deze onderscheiding zeer vele jaren dragen als presidente van onzen Vrouwenbond. Aan deze wenschen, tot u persoonlijk gericht, moge ik voegen een gclukwcnsch aan den heer Manders, die in het belang onzer vereeniging zoo tallooze uren zijn echtgenoote in den aangenamcn kring van het huiselijk leven heeft willen missen. Wij danken daarvoor bij deze gelegenheid den heer Manders. Mevr. Manders, hierna het woord ne mend, herinnerde aan de bloemenhulde bij het 25-jarig bestaan en aan het cadeau, dat zou worden aangeboden. Nu is het cadeau gekomen. Spr. dankt daarvoor den pas toor, maar vooral ook alle leden van den Vrouwenbond. Ik dank dit, aldus spr., aan het werken van het heele bestuur en van alle onderafdeelingen. Aan hen komt de glorie toe. Spr. dankt Z. H. den Paus voor deze hooge eer, maar deze eer brengt ver plichtingen en deze verplichtingen hoop ik te zullen nakomen. Spr. dankte tenslotte haar echtgenoot hij heeft zich nu eenmaal in het hol van den leeuw gewaagd die haar altijd voor den vrouwenbond heeft willen afstaan en wien het nooit te veel was als hij m(j zelf* laat voor den Vrouwenbond moest af staan. Hierna kwamen de heer Manders en de zeven aanwezige kinderen naar voren om hun echtgenoote en moeder met deze on derscheiding geluk te wenschen, waarop alle aanwezigen dat aardige voorbeeld volgden. Nadat pastoor Looyaard afscheid van de vergadering had genomen, was het woord aan den heer K. Dorren, die een lezing met lichtbeelden hield over: Rome, stad der eeuwen. Spr. ving aan met een schets over de beteekenis dezer stad, die van heidensche machtswellust, zingenot, pracht en praal kwam tot christelijk geloof en naastenlief de en dat door een aantal ongeletterde menschen. Hun liefde was het die heiden sche keizers van den troon stootte en de christelijke liefde deden triomfeeren. Aan de hand van lichtbeelden wilde spr. laten zien, hoe het heidensche Rome door het christelijke Rome werd overwonnen. Daartoe had spr. zijn lezing in twee deelen verdeeld. In het eerste gedeelte liet hij in lichtbeelden zien het heidensche Rome, waarbij hij toelichtend, 't leven der oude Romeinen voor den geest der aanwe zigen opriep. Hij toonde de machtige bouw werken der heidensche oudheid het Colos seum, het Pantheon, de oude Fora enz. '»m in het tweede gedeelte het christelijke Rome te toonen in de heerlijke basilieken. Nadat mevr. Manders den spreker voor zijn interessante lezing dank had gebracht, werd de aangekondigde loterij gehouden ten bate van het carillon voor het Leidsche Stadhuis. Deze bracht 11.87^ op. Hierna nam de geestel. adviseur, kap. F. Bernefeld, het woord om mevr. Manders met de haar verleende Pauselijke onder scheiding geluk te wenschen. Hij deelde mede, dat de hoogeerw. Deken van Lei den, die zoo gaarne zelf aanwezig had wil len zijn, nu door het feest in het Weeshuis verhinderd was. De Deken had hem ver zocht zijn gelukwenschen over te brengen. Hieraan zijn eigen gelukwenschen toevoe gende zeide spr., dat mevrouw Manders, die zoo lange jaren den Vrouwenbond had ge leid en gestimuleerd, deze onderscheiding ten volle had verdiend. Spr. zeide te ho pen, dat zjj deze verdiende onderscheiding nog lang zou mogen dragen als presi dente van den Vrouwenbond afd. Leiden enOegstgeest. Nadat de presidente alle aanwezigen nog eens voor hun belangstelling en meeleven had dank gezegd, sloot zij de vergadering met den chr. groet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5