coupons
Hitier houdt zijn Rijksdagrede
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Hitier spreekt
vredelievend.
Hij verklaart zich tot garanties bereid
op basis van wederkeerigheid.
Het Britsch-Duitsche vlootverdrag
opgezegd, doch nieuwe
onderhandelingen mogelijk.
VRIJDAG 28 APRIL 1939
30ste Jaargang No. 9323
S)e GeicbeheSou^a/nt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 15. Administratie 935.
Adv. en Abonn.-tarleven de paf. 2
Giro 103003. Postbus 11.
Doch bindt zich tot niets.
De spanning is van de wereld weggeno
men. De Duitsche Rijkskanselier heeft zijn
antwoord op het telegram van Roosevelt
„welk eigenaardige inhoud u bekend
is" gegeven.
En laten wij direct constateeren, dat de
stemmen, die een veel gematigder toon
voorspelden dan de Duitsche perscommen
taren zouden doen vermoeden, gelijk ge
kregen hebben. Hitlers rede was voor zijn
doen uiterst gematigd en verschillende
passages zouden zelfs door Chamberlain ge
zegd kunnen zijn, gesteld dat deze Duitsch
Rijkskanselier ware geweest.
Een andere kwestie is echter of Hitier
duidelijk, klaar en afdoende heeft geant
woord op de door Roosevelt gestelde zeer
duidelijke vragen.
Hitier verklaarde zich weliswaar bereid
ieder land, dat door Roosevelt is genoemd,
een garantie te geven, doch hij verbond
daaraan de voorwaarde van volstrekte we-
derkeerigheid en bovendien de voorwaarde,
dat de staat zelf het wenscht en zelf zich
tct Duitschland richt met het verzoek om
zulk een verzekering met geschikte voor
atellen.
Op de vrees van Roosevelt, dat nog meer
staten zullen worden aangevallen, Ant
woordde Hitier ontwijkend, n.L dat hij
ontkennende antwoorden had ontvangen
van alle staten, op zijn vraag of zij zich
bedreigd gevoelden.
De door Roosevelt voorgestelde groote
conferentie wimpelde Hitier af door te be
twij fele, of alle internationale vraag
stukken wel geschikt zijn aan een ronde
tafel te worden opgelost. Doelend op den
Volkenbond als de grootste conferentie
van alle tijden wees Hitier erop, dat de
eerste staat, die voor deze poging terug
schrok, de Vereenigde Staten waren en
dat de Volkenbond geen enkel beslissend
internationaal probleem had opgelost.
Dat Hitier derhalve een bevredigend en
afdoend antwoord heeft gegeven aan Roo
sevelt, kan niet worden beweerd, maar de
rede droeg in elk geval geen oorlogsstem-
pel; er is niets onherstelbaars gebeurd, er
zijn feeen deuren dicht gesmeten. Integen
deel; ofschoon het Engelsch-Duitsche vloot
verdrag is opgezegd, wordt de deur wagen
wijd opengezet voor nieuwe onderhande
lingen, terwijl Hitler in één adem er aan
toevoegt, dat de kwestie van de terug
gave der voormalige Duitsche koloniën
nooit een aanleiding tot een gewapend con
flict behoeft te zijn.
Een en ander is gepaard gegaan met
vriendelijkheden aan het adres van Enge
land, wat het vermoeden wekt, dat het
Hitier erom te doen is, om de dreigende al
te nauwe aaneensluiting van Amerika en
Engeland te verhinderen, door Engeland
te lokken en Amerika af te stooten.
Dreigender lijkt de opzegging van het
Duitsch-Poolsche verdrag, waarbij Duitsch
land indertijd voor den tijd van tien jaren
de Duitsch-Poolsche grenzen garandeerde.
Dat wijst erop, dat Hitler van plan is, op
de een of andere manier een wijziging in
den status van Danzig en van de Corridor
te forceeren. Ook hier wordt echter de mo
gelijkheid van nieuwe onderhandelingen
uitdrukkelijk open gehouden. De ongerust
heid is derhalve geenszins weggenomen, al
zeide de Duitsche Rijkskanselier ook in
antwoord op de woorden van Roosevelt,
dat de wereld op weg is naar een cata
strophe: „Ik*wensch te zeggen, dat ik geen
enkelen oorlog heb gevoerd. Ik heb mijn
afschuw van den oorlog te kennen gege
ven en ik weet niet voor welk doel ik oor
log zou moeten voeren".
Wij komen ten slotte, nog versch onder
den indruk van de zoo juist gehoorde rede
en zonder gelegenheid te hebben gehad tot
nauwgezette bestudeering, tot deze voor-
loopige conclusie:
Hitlers rede was boven verwachting ge
matigd, doch hij heeft zich tot niets ge
bonden. Integendeel heeft hij zich weten
te bevrijden, onder het mom van vrede
lievendheid, van een paar verdragen,
welke zijn vrijheid nog eenigszins belem
merden. Door onder deze omstandigheden
en in gematigde termen de deur tot nieu
we onderhandelingen open te stellen, ver
schaft hij zich een aanzienlijk sterkere po
sitie.
Het gemanoeuvreer, om zonder oorlog te
krijgen wat hij wil, wordt op geniale wijze
ortgezet
Ook het Duitsch-Poolsche verdrag opgezegd.
In zijn heden uitgesproken Rijksdag-
redevoering heeft Rijkskanselier Hitier
o.a. het volgende verklaard:
De president der Noord-Amerikaan-
sche Unie heeft tot mij een telegram
gericht, welks eigenaardige inhoud u
bekend is. Aangezien, voordat ik als
ontvanger dit stuk in handen kreeg,
de overige wereld reeds per radio en
in de pers er kennis van genomen had,
en wij bovendien uit tallooze commen
taren van de democratische wereldor
ganen de vriendelijke opheldering ver
kregen hadden, dat het bij dit tele
gram gaat om een zeer handig, tactisch
document, dat bestemd is den „door
het volk geregeerde staten" de verant
woording van de oorlogszuchtige maat
regelen der plutocratieën in de schoe
nen te schuiven, heb ik besloten den
Duitschen Rijksdag te laten bijeenko
men, teneinde u, als de gekozen verte
genwoordigers van het Duitsche volk,
de mogelijkheid te geven, mijn ant
woord het allereerst te vernemen, en
dit ofwel te bevestigen of wel van de
hand te wijzen.
HET DICTAAT VAN VERSAILLES.
Na een historische teruggreep zeide Hit-
Ier vervolgens:
Wat ik thans duidelijk wil uiteenzetten,
is in de eerste plaats het doel van mijn
politieke plannen naar buiten en hun ver
wezenlijking. Nooit heb ik er twijfel over
laten bestaan, dat het in Europa op zich
zelf nauwelijks mogelijk is ooit een voor
alle partijen bevredigende overeenstem
ming van de staats- en volksgrenzen te
vinden.
In het dictaat van Versailles werd noch
rekening gehouden met het zelfbeschik
kingsrecht der volken, noch met de staat
kundige of zelfs economische behoeften.
Niettemin heb ik nooit twijfel er over laten
bestaan dat, zooals reeds gezegd, ook een
herziening van het Verdrag van Versailles
ergens haar grens zou vinden. Ik heb dit
op vrijmoedige wijze ook altijd openlijk
gezegd, en wel niet om tactische redenen,
doch uit mijn innigste overtuiging.
Als nationale Fuehrer van het Duit
sche volk heb ik er geen twijfel over
gelaten, dat overal daar, waar de hoo-
gere belangen van de Europeesche sa
menleving het vereischen, nationale
belangen zoo noodig moeten worden
achtergesteld. Geen twijfel heb ik er
over gelaten, dat het mij met deze
opvatting heilige ernst is.
Om deze reden heb ik voor een groot
aantal van wellicht omstreden gebieden
definitieve beslissingen getroffen en deze
niet slechts naar buiten doch ook naar
binnen bekend gemaakt, en de eerbiediging
ervan doorgezet. In deze opvatting van
rny, is geen wijziging gebracht en zal ook
geen wijziging komen.
De terugkeer van het Saargebied had
alle territoriale vraagstukken tusschen
Frankrijk en Duitschland in Europa uit den
wereld geholpen. Ik heb het echter steeds
betreurd, dat de Fransche staatslieden deze
houding opvatten als iets dat vanzelf
spreekt.
Hitier wees er voorts op, dat hij binden
de verklaringen aan 'n reeks van staten had
gegeven en het verheugde hem. dat eenige
Europeesche landen deze verklaringen der
Duitsche rijksregeering als aanleiding na
men om ook hunnerzijds den wil tot een
onvoorwaardelijke neutraliteit uit te spre
ken en te verdiepen. Dit geldt voor N e-
derland, België, Zwitserland, Dene
marken enz. Frankrijk heb ik reeds ver
meld. Italië behoef ik niet te noemen
hiermede zijn wij in nauwste vriendschap
verbonden evenmin Hongarije en Joe
goslavië, met wie wij als buren het geluk
hebben hartelijke betrekkingen van vriend
schap te onderhouden.
Vervolgens verdedigde Hitier uitvoerig
den terugkeer van de Ostmark en van Bo-
r.emen en Moravië De cultuur van het Tsje
chische volk, zoo sprak hij, is in een dui
zendjarige gemeenschap essentieel door den
Duitschen invloed gevormd. De hoofdstad
van dit land, eens de Duitsche keizerstad,
bezit de oudste Duitsche universiteit.
Het nationaal-socialistische Duitsch
land denkt er niet aan. de rasbeginse
len waarop wij trotsch gaan, ooit te ver
loochenen.
Zij zullen niett slecht op het Duit
sche, doch ook aan het Tsjechische volk
ten goede komen. Wat wij verlangen,
is de eerbiediging eener geschiedkun
dige noodzakelijkheid en eener eco
nomische dwangpositie, waarin wij ons
allen bevinden.
Hitier zette ve:-voIgens uiteen, waarom
het overgebleven deel van de Tsjecho-Slo-
waaksche republiek ten doode was opge
schreven, en vervolgde: Een feit was, dat
by den ouden toestand wellicht slechts een
enkel land belang had, n.l. Roemenië, dat
mij door zijn meest bevoegden stem per
soonlijk tot uitdrukking bracht, hoe ge-
wenscht het zou zijn over de Oekraine en
Slowakije wellicht ^en rechtstreekschen
weg naar Duitsel<!8l^nte kunnen krijgen.
Ik vermeld dit als een illustratie voor het
gevoel der bedreiging door Duitschland,
waaronder de Roemeensche regeering naar
de opvattingen van Amerikaansche hel
derzienden zou lijden.
Tsjecho-Slowakije werd ontbonden niet
omdat Duitschland het wilde, maar omdat
men aan de conferentietafel op den duur
geen kunstmatige staten kan opbouwen en
in stand houden.
Ik geloof, aldus Hitier, dat het een geluk
Ls voor millioenen en millioenen menschen,
dat een oplossing gevonden werd, welke
naar mijn overtuiging, dit vraagstuk, dat
een haard van gevaren beteekende voor
Midden-Europa, uit den weg heeft ge
ruimd. Nogmaals bestreed hij de bewe
ring, dat deze oplossing strijdig was met
de overeenkomst van Munchen.
Zeker is, dat de oplossing geen Engel-
sche controle of critiek verdraagt. Hoe men
echter de in Munchen tusschen den heer
Chamberlain en mij persoonlijk getroffen
overeenkomst op dit geval kan betrekken,
is mij volkomen onbegrijpelijk. Deze over
eenkomst betrof uitsluitend kwesties in
zake de verhouding tusschen Engeland en
Duitschland. Wanneer dit accoord betrek
king gehad zou hebben op elke toekomsti
ge Duitsche handeling dan zou ook Enge
land geen stap meer kunnen ondernemen,
b.v. in Palestina of elders, zonder eerst met
Duitschland overleg te plegen. Het spreekt
vanzelf, dat wij dit niet verwachten, even
zeer echter wijzen wij elke verwachting
van dezen aard, welke aan ons gesteld
wordt, van de hand. Wanneer nu de heer
Chamberlain daaruit de gevolgtrekking
maakt, dat deze overeenkomst van Mun
chen vervallen is, omdat wij haar verbro
ken zouden hebben, dan neem ik thans van
deze opvatting nota en trek ik daaruit de
consequenties.
DE VERHOUDING TOT ENGELAND.
Ik heb, zoo vervolgde Hitier, tijdens
mijn geheele politieke loopbaan steeds in
gedachten gehad, het tot stand brengen
eener nauwe Duitsch-Engelsche vriend
schap en samenwerking.
Deze wensch wordt niet slechts gedekt
met mijn gevoel, dat voortkomt uit de af
stamming van onze beide volken, doch ook
met mijn inzicht in het feit. dat het be
staan van het Britsche wereldrijk, naar
mijn meening in het belang is van de ge-
heheele menschheid.
Een werkelijke blijvende vriendschap
tusschen deze beide naties is slechts denk
baar op de voorwaarde der wederzijd-
sche eerbiediging. In het kader van mijn
vriendschapspolitiek tegenover Engeland
heb ik uit mijzelf een vrijwillige beper
king der Duitsche bewapening ter zee
voorgesteld, evenwel op voorwaarde, dat
de wil en de.overtuiging zal bestaan, dat
tusschen Engeland en Duitschland nooit
meer een oorlog meer mogelijk zal zijn.
Dezen wil en deze overtuiging be
zit ik ook thans nog. Ik moet echter op
het oogenblik vaststellen, dat de poli
tiek van Engeland, inofficieel en offi
cieel, er geen twijfel over laat bestaan,
dat men in Londen deze overtuiging
niet meer deelt, doch in tegendeel van
meening is, dat, onverschillig in welk
conflict Duitschland eens gewikkeld
zou worden, Groot-Brittannië steeds te
gen Duitschland stelling zou moeten
nemen. Men ziet daar dus den oorlog
tegen Duitschland als iets dat vanzelf
spreekt. Dit betreur ik diep, want de
eenige eisch die ik Engeland stelde en
altijd zal stellen, is de teruggave van
onze koloniën. Ik heb echter niet ver
heeld, dat dit nooit de aanleiding tot
een gewapend conflict zou zijn.
VLOOTVERDAG MET ENGELAND
OPGEZEGD.
Wanneer Engeland in de pers en offi
cieel het standpunt huldigt, dat men tegen
Duitschland onder alle omstandigheden zou
moeten optreden, en het dit bevestigt door
de ons bekende politiek der omsingeling,
dan is daarmede de voorwaarde voor het
vlootverdrag weggenomen. IK HEB
DAAROM BESLOTEN, DIT NOG VAN
DAAG AAN DE BRITSCHE REGEERING
MEDE TE DEELEN.
Het gaat hierbij voor ons niet om een
materieele aangelegenheid, want ik hoop
nog altijd, dat wij een bewapeningswed
loop met Engeland kunnen vermijden,
doch om een daad van zelfrespect. Mocht
de Britsche regeering het echter op prijs
stellen met Duitschland over dit vraagstuk
nog eens in onderhandeling te treden, dan
zou niemand zich gelukkiger achten dan ik,
om wellicht toch nog tot een duidelijke en
onmiskenbare overeenstemming te kunnen
komen.
Wij willen niets wat ons niet eens heeft
toebehoord. Geen staat zal ooit door ons
in zijn bezit beroofd worden. Alleen de
gene, die Duitschland meent te kunnen
aanvallen, zal op een macht en een tegen
stand stuiten, waar tegenover die van het
jaar 1914 onbeteekenend was.
Na herinnerd te hebben aan de oplossing
van het Memel-vraagstuk, zeide Hitier:
Ook hier heb ik geen vierkante mijl
meer verlangd dan wij tevoren bezaten, en
dan ons was afgenomen.
Sprekende over de beteekenis der door
Duitschland gesloten economische over
eenkomsten, zeide Hitier o.a., dat Duitsch
land deze economische markten niet
slechts wil verkrijgen, doch ook vooral wil
ontwikkelen.
De bewering, dat Duitschland door met
een land nauwe economische betrekkingen
te onderhouden, dit land van zich afhan-
kelijk maakt, noemde hij onzin.
DE BETREKKINGEN MET POLEN.
Sprekende over Polen, zeide Hitier, dat
over de verhouding tot dit land weinig ie
zeggen valt. Het Verdrag van Versailles
heeft hier, en natuurlijk opzettelijk, door
de eigenaardige instelling van den Pool-
schen Corridor naar zee, voor altijd een
accoord tusschen Polen en Duitschland
willen verhinderen en daarbij Duitschland
wellicht de smartelijkste wonden toege
bracht Niettemin heb ik mij voortdurend
op het standpunt gesteld, dat de noodzake
lijkheid van een vrijen uitgang naar zee
voor den Poolschen staat niet over het
hoofd kan worden gezien en dat volkeren
die elkanders buren zijn, zich niet kunst
matig het leven moeten vergallen.
Dantzig is een Duitsche stad, die naar
Duitschland terug wil. Omgekeerd heeft
deze stad in verdragen vastgelegde over
eenkomsten met Polen, die haar door de
vredesdictators van Versailles waren op
gedrongen.
Hitier deelde vervolgens mede, dat hij,
nadat het Dantziger vraagstuk reeds eenige
maanden geleden enkele malen besproken
was, aan de PooLsche regeering het volgen
de concrete voorstel gedaan had:
le. Dantzig keert als vrije stad binnen
de Rijksgrenzen terug.
2e. Duitschland krijgt door den Corridor
een weg en een spoorlijn, waarover het
vrij kan beschikken en waar Duitschland
dezelfde exterritoriale rechteif geniet als
Polen in den Corridor.
Als tegenprestatie is Duitschland bereid:
1. Alle economische rechten van Polen
in Dantzig te erkennen.
2. Polen het recht van vrijhaven te ver-
leenen in een door Polen te bepalen mate
alsmede volledigen vrijen toegang.
3. Het erkennen en aanvaar''-r van de
morgen
maandag
dinsdag
en woensdag
Bil
PROF. DR. H. B. G. CASIMIR heeft van
middag zijn inaugureele rede gehouden als
hoogleeraar aan de Universiteit te Leiden,
vastgestelde grenzen tusschen Polen en
Duitschland als definitief.
4. Het sluiten van een non-agressiepact
met Polen voor den tijd van vijf en twintig
jaar, een verdrag derhalve dat, naar Hitier
het uitdrukte, „langer duurt dan mijn eigen
leven".
5. Polen en Hongarije te doen deelnemen
aan de garantie der onafhankelijkheid van
Slowakije, d.w.z. afzien van iedere Duitsche
overheersching in dit gebied.
De Poolsche regecring, aldus Hitier, heeft
mijn aanbod van de hand gewezen en zich
slechts bereid verklaard om over de ver
vanging van den Volkenbondscommissaris
te onderhandelen en faciliteiten te verlee-
nen voor het transito-verkeer door den
Corridor. Ik heb deze mij onbegrijpelijke
houding der PooLsche regeering oprecht be
treurd. Het ergste is, dut thans evenals in
het geval Tsjechoslowakije van een jaar
geleden, thans ook Polen meent, onder den
druk eener leugenpropaganda troepen te
moeten oproepen, hoewel Duitschland geen
enkelen man heeft opgeroepen en er niet
aan dacht op de een of andere wijze tegen
Polen op te treden.
Vervolgens betoogde Hitier, dat het door
Polen met Rusland gesloten pact van we-
derzijdschcn bijstand, in strijd was met het
accoord, dat hij destijds met Pilsoedski had
gesloten.
„Ik beschouw derhalve het door mij
en maarschalk Pilsoedski destijds ge
sloten accoord als door Polen eenzijdig
geschonden en derhalve als niet meer
bestaande. Ik heb dit aan de Poolsche
regeering medegedeeld. Ik herhaal
echter dat dit geen wijziging beteekent
ln mijn principicele houding tegenover
de aan de orde zijnde vraagstukken.
Mocht de Poolsche rtgeering er prijs op
stellen tot een nieuwe verdragsregeling
der betrekkingen tot Duitschland te
komen, dan zal ik dat slechts toejui
chen, op voorwaarde evenwel, dat een
dergelijke regeling op een volkomen
duidelijke en beide partijen gelijkelijk
bindende verplichting berust.
Nogmaals verklaarde Hitler, dat de band,
welke Duitschland en Italië omsluit, on
verbrekelijk is. Elke poging aan dit feit te
tornen, achten wy belachelijk. Zoo heeft de
Duitsche regeering ook het recht van den
ltaliaanschen vriend in Albanië begrepen
en daarom toegejuicht.
In de handhaving der vrtf.ieid en onaf
hankelijkheid van Duitschland, Italië en
Japan, zag Hitier het krachtigste element
voor de naleving eener werkelijk mcn.schc-
lijke beschaving, eener practische civilisatie
en eener meer gerechte ordening der we-
réld voor de toekomst.
(Zi* voor vervolg 3e pagina).