Kerk en Wereld Nederland en het initiatief van Roosevelt ZATERDAG 22 APRIL 1939 30ste Jaargang No. 9318 3e Geid^ch^Soii/fca/nt Bureaux Papengracht 32. Adv. en Abonn.-tarieven de pag. S Telefoon: Redactie 15, Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11. door Prof. Dr. FRIEDRICH MUC KERM ANN S. J, Steunt de technisch bediende propaganda op de leugen, dan zal de natuur zich wel behelpen en de waarheid van mond tot mond voort dragen. Niet enkel de eerste christenen, maar ook de heilige Benedictus, Franciscus, Dominicus Ignatius, verder Clemens Maria Hofbauer en Don Bosco hebben allen tegenover hopelooze toe standen gestaan en toch zijn zij de meesters gebleven. Vele menschen komen thans weer naar de Kerk, wijl ze eenvoudig gehoor geven aan een onbewust gevoel. Ze gaan door straten, die in een dichten nevel liggen gehuld. Ze kennen slechts de algemeene richting. Ze willen weg uit die streken, waar de stijgende afkeer voor het christen dom met een toenemende barbaarschheid samengaat. Ze zoeken een beter land, een land dat de vrijheid, de persoonlijkheid en de menschelijke waardigheid eerbiedigt. En dan gebeurt het wel, dat de nevel plots aan flarden wordt gereten. De stralen van de zegepralend doorbrekende zon vallen recht op het portaal van een kerk. Ze zijn niet beicend in deze streek. Door dit por taal zijn ze sinds lang niet meer binnenge treden. Ook hangt er tenslotte nog wat wierook in de lucht. Daar hebben ze zeker" niet van terug. Dat is immers clericalisme. Nochtans blijven ze maar liefst ter plaatse, want iedere terugkeer leidt toch weer naar de oorden, waaruit men zich zooeven ge lukkig achtte weg te zijn. Over metaphysi- sche problemen redtneeren kunnen ze niet meer. Daarom stelden ze zich tevreden met een langademige tweespraak tusschen het scepticisme en het relativisme, waarbij de deelnemers 't er reeds by voorbaat over eens zyn, dat er geen volstrekte waarheid bestaat en dat men er althans niet over spreken moet. Steeds werden al deze men schen opnieuw weerbarstig, wanneer ze plots voor een kerkportaal stonden. Thans houden ze op met uitgesproken anti- clericaal te zijn. Ze luisteren al met één oor, wanneer men vanaf den kansel voor de onvergankelijke goederen van den geest uitkomt. Ze zijn niet om Christus ge komen en vergenoegen zich met den La zarus, dien ze gevonden hebben. Wanneer men nu bedenkt, dat een bekeerling als Friedrich Leopold Graaf zu Stolberg van af het oogenblik, waarop hij reeds over tuigd was van de waarheid, tot het oogen blik dat hij door het voorportaal der Kerk binnentrad, tien jaar noodig had, zal men den eersten schoonen oogopslag van on- geloovigen niet :net al te veel hoop over schatten. Van meer belang is reeds het feit, dat er toch ook blijkbaar in alle landen hier en daar lieden zijn, die werkelijk den weg r.aar de Kerk, dien ze langen tijd niet meer gingen, weer opgaan en dapper het kerk portaal openen. We denken aan voorbeel den, gelijk dat van den vroegeren Neder- landschen Minister van Kunsten en Wetenschappen, Minister Marchant, die trouwens zijn bevindingen in een boek heeft vastgelegd. Naast dezen ontwikke lingsgang bij een kleine keur van hoog staande personen, meen en we echter een tweede ontwikkelingsgang te zien plaats vinden bij de massa. Per slot van rekening blijven de massa's in den greep van een propag-iida, die voor het christendom te winnen zijn, indien men werkelijk naar hen toe kwam. Goed beschouwd berust de afkeer van deze millioenen tegenover de Kerk niet eens op godsdienstige gevoelens. In dezen afkeer spelen steeds de „panem et circenses" nog de hoofdrol; maar zij, die voor de theaterregie zorgen, schijnen heel goed te weten, wat ze willen. Hier staan we voor een groot gtheim. We moeten bij voorbeeld verklaren, hoe het in groote bolsjewistische landen mogelijk is, dat er overtuigde bolsjewisten tegen den muur worden gezet, dat het maatschappelijke, economische en staatkundige programma verandert, en dat er nimmer een wijziging komt in het atheisme. Deze goddeloosneid zit nu eenmaal als een Satan in de diepste cellen van de wereldpropaganda. Het atheisme heeft zyn tactiek. Het kan zeifs een vriendelijk gezicht voor de Kerk op zetten. Het zal zells beweren, dat het den godsdienst beschermt, ook wanneer het priesters door de vensters op het trottoir smijt. Vooralsnog is er geen uitzicht op een kentering in dezen toestand. We zien geen kans om de geheime oor zaken te doorgronden, die de propaganda- machten al zijn ze ideologisch, zooals men zegt, eikaars scherpste tegenstelling ge meenschappelijk front doet maken tegen het christendom. Maar er gebeurt nog wat anders. Wan neer de geest ergens verdrukt wordt, dan zet dit procces zich met een schier physi- sche logica ook in de landen voort, waar men principieel voor de gezonde vrijheid uitkomt. Het herleiden van het geestes leven tot een heel beperkt aantal pro gramma-punten, waarover niet meer wordt geredetwist, zoodat ze eenvoudig en na tuurlijk tot dogma's worden verheven, heeft in een bepaalde tijdsruimte tot ge volg, dat er physisch gesproken een machtsaangroei ontstaat, tegelijk met een verhooging der geweldmiddelen, die enkel en alleen geleid wordt door stoffelijke belangen of ook wat ermee samengaat, door de heerschzucht van enkelingen. In zulke tijden worden ook andersdenkende volkeren genoodzaakt om tegenover die sterkere methode aanverwante methode te stellen. Ook zij moeten alle soort gerede twist stopzetten, ook zij moeten organi- seeren, bewapenen, macht ontwikkelen tegenover het dreigende geweld; ook zij gaan een noodlot tegemoet, dat ze uit alle macht zoeken af te wenden. De methode van hun afweer is juist verwant met dat gene; wat zij willen afweren. Het is een tragisch gebeuren. Maar deze verder- schrijdende uitschakeling, van den geest kan onmogelijk een ontwikkeling bevor deren naar de Kerk van den H. Geest. Laten we nog even dit overwegen: het aanvaisdynamisme is thans overwegend sterk bij diegenen, die de omwenteling voeren tegen den geest. Zij echter, die de onvergankelijke geestesgoederen verdedi gen, worden meer en meer in een louter defensieve positie teruggedrongen. Er zijn er heel veel in de KerK, die meenen, dat het 't beste is, zich eenvoudigweg koest te houden, totdat bepaalde donderouien zijn uitgeraasd. We willen dit enkel vermelden zonder er verder critiek op te maken. We komen niet vooruit, wanneer we de realiteiten van dien aard niet kalm onder het oog zien. Vooreerst merken we juist in onzen tijd ook den Geest, die waait, waar hij wil. De Schepper van alle dingen heeft veie wegen naar de menschenharten, wegen die niet door een radio loopen. Zijn alomtegenwoordigheid is steeds sterker, dan het lawaaierig gepraat van sprekers voor de microfoon, die athans in die uren, die ze voipréten voor een muiiotnen- genoor, een alomtegenwoordigheid bij al de volkeren der aarde nastreven. Vergeleken bij de krachten, die thans m de lente door alle levende wezens zullen trillen, d*e bloesemzeeën verwekken in onze tuinen, die het lied der kleine zangers in bosch en beemd doen schallen, die het menschen- hart met nieuwe vreugde vervullen, daar bij vergeleken vallen de krachten van het monsterachtige technische apparaat, dat onze hedendaagsche wereld is geworden, onherroeppelijk in het niet. Daaruit durven wij besluiten, dat het in het godsdiensLge leven niet anders is, want gedurig weer wordt de Kerk door den Heer bij den wijnstok vergeleken, by het zaad, dat in de aarde wordt gestrooid, bij alles dat bloeit en groeit. Maar ook wat ons menschelijk werk betreft is de toe stand niet zoo hopeloos. De massa's bren gen de beslissing niet, het zijn de keur eenden die beslissen. Deze menschen wer ken niet door hun woord en daad alleen, doch ook door hun wezen zelf. En ieder, die vastberaden is, zal dadelijk niet slechts ztven, maar zeven-en-zeventig maal zeven rechtschapen menschen rondom zich zien opstaan. Steunt de technisch bediende pro paganda op de leugen, dan zal de natuur zich wel behelpen en de waarheid van mond tot mond voortdragen, Niet enkel de eerste christenen, maar ook de heilige Benedictus, Franciscus, Dominicus, Ignatius verder Clemens Maria Hofbauer en Don Bosco hebben allen tegenover hopelooze toestanden gestaan en toch zijn zij de meesters gebleven. Hoe minder illusies men koestert, des te meer krijgt men ook voor de werkelijke krachten, voor de krachten van God, de krachten der Genade in de wereld. Nooit is het goede zoo nabij, dan wan neer het slechte zegepraalt. En daarom ge- looven wij aan een nieuwe, gelukkiger ontmoeting tusschen wereld en Kerk. Het Katholiek Comité van Actie „V(o- God" schrijft ons: De ware vrede is alteen uit God. Zal de moderne menschheid ver standigzr worden Slechts Een i er, Die hierop antwoord kan ge ven. En voor den troon van dien Eenen vinden alle Godgeloovigei elkaar, als zij bidden„Geel Vrede, HeerVerlicht het in zicht van hen, die leiding moeten geven Voor allen, die in God gelooven is dit de eerste en voornaamste vredesactieeen actie, welke ver uitgaat boven al ons gepraat. Al onze vredesplannen worden steeds weer verzwakt door de domheden, waaraan wij allen ons schuldig weten. De ware vrede is alleen uit God. Regeering antwoordt op Duitsche vragen Naar wij vernemen, zijn, evenals aan verschillende andere regeerin gen, ook aan de Nederlandsche re geering van de zijde der Duitsche regeering enkele vragen voorgelegd in verband met de bekende bood schap van president Roosevelt, welke hierop neerkomen: le. of de -regeering de boodschap had uitgelokt, 2e. of zij er van te voren kennis van droeg, en 3e. of zij zich bedreigd gevoelt. In afwijking van hetgeen door en kele buitenlandsche persagentschap pen omtrent de beantwoording door de Nederlandsche regeering is ge meld, kunnen wij mededeelen, dat de drie vragen door onze regeering ontkennend zijn beantwoord; de derde vraag onder bijvoeging, dat Nederland ingeval van een Euro- peeschen oorlog op iedere mogelijk heid voorbereid moet zijn. V ZWITSERLAND ANTWOORD OP DE VRAGEN VAN DUITSCHLAND. BERN, 22 April. (Zw. Tel. Ag.) Op twee vragen, welke de Duitsche regeering in verband met de boodschap van Roose velt aan de Zwitse»the regeering heeft gesteld, heeft de ÖUifasraad het volgende geantwoord: 1. De Bondsraad wist niet van het voor nemen van president Roosevelt een vre desoproep te richten tot de regeeringen van Duitschland en Italië. 2. De Bondsraad vertrouwt op de eer biediging van de door de eigen weermacht van het eedgenootschap verdedigde neutra liteit, welke door Duitschlaqd en de ove rige nabuurstaten nadrukkelijk is erkend. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN „WAAR DE N.S.B. GROEIDE". Uit de Volks kr.an t: „Waar is de leuze „Mussert wint" en de verzekering dat ons land zonder dien man geen toekomst heeft, -gebleven? Wat het dagblad der N.S.B. geeft, is hol le rhetoriek en bombastische waanzin. De rhetoriek bijvoorbeeld dat de arbei ders en boeren in gesloten gelederen ach ter Mussert staan. Men kan er alleen uit besluiten dat ons land dan slechts een handvol boeren en arbeiders telt. Onnoozel byna is het staatje van ge meenten waar de N.S.B. vooruitgang boek te (in een der gemeenten 6, in een andere zelfs 2 stemmen!) en een kaartje van ons land met vette zwarte stippen om de kies kringen aan te geven, „waar de N.S.B. groeide." Waarom heeft het blad daarnaast niet een kaartje afgedrukt „waar de N.S.B. achteruitging," dat ware toch vollediger en meer in overstemming met zijn leus „Waarheid" geweest? Als de leiders van de N.S.B. na de le6 van 1937 en die van 1939 nog niet begre pen hebben dat hun beweging geen toe komst heeft, dan zyn ze toch wel van alle inzicht verstoken." CHINEESCH OFFENSIEF DOODGELOOPEN. TOKIO, 22 April. (A.N.P.) Het Chi- neesche offensief, dat 10 April aan alle fronten is begon- overal doodgeloo- pen tegen de Japansche stellingen. De Chineezen leden zware verliezen. Het aan tal gesneuvelden wordt op 10.000 geraamd. Actie van „Oud Leiden" HERLEVEND STADSSCHOON. DU nummer bestaal uil vl|f bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. Men schrijft ons: Reeds eenige malen heeft men in dit blad kunnen lezen over het streven van de Ver- eeniging „Oud-Leiden" tot het doen her leven van oude schoonheid in onze stad. De Vereeniging tracht dit o.a. te bereiken door in overleg te treden met de eigenaren van de daarvoor in aanmerking komende panden en er daarbij op te wijzen hoe het bouwkunstig schoone onderhouden of her steld dient te worden. Hare actie is reeds merkbaar. Wy wijzen b.v. op het herstel van het aardige uit 1644 dateerende poortje tusschen de perceelen Stille Rijn 12 en 14, waarbij de vuile ce- mentlaag is verwijderd, op het schoonma ken en weder beschilderen van den merk- waardigen gevelsteen „Int land van belof ten" in den zijgevel van het pand Beesten markt 50 en op het herstel van den fijnen gevelsteen „Dit is de oude Maren poort", anno 1615, in den zijgevel van het pand Mare hoek Oude Vest. Voorts vond de Ver eeniging den dienst van Gemeentewerken bereid de regenten wapens op de binnen plaats van het v.m. Caecilia Gasthuis in het z.g. Klooster en die op de binnenplaats van het Elisabeth Gasthuis aai. de Oude Vest in juiste kleuren te doen schilderen. Het belangstellend oog zal wel gezien hebben, dat het vorig jaar de regenten van het Heilige Geest- of Arme Wees en Kin derhuis het beeldbouwwerk boven den in gang van het Weeshuis aan de Hoogland- sche Kerkgracht lieten herstellen en dat de oude gevelsteen „Wol" uit 1638 in den gevel van het huis Oude Singel 86 op keurige wijze onder handen is genomen. Ook de gevelsteen met gekroonden hoed uit 1652 in het pand Breestraat 79 eenigszins ver scholen achter een „moderne" lichtreclame! kreeg weer zijn vroegere kleur terug dank zij zijn vaderlandlievenden eigenaar (oranjehoed). Naar we meenen te weten kreeg de Ver eeniging „Oud-Leiden onlangs de toezeg ging, dat binnenkort de ontbrekende vaas op het dak van het pand Rapenburg 45 zal worden herplaatst. Ten slotte vestigen wy nog de aandacht op een in uitvoering zijnde restauratie aan het Rapenburg, n.l. aan den gevel van de R. K. Jongensschool (nr 48). Boven het bordes van dit trotsche huis met natuur- steenen gevel bevindt zich het familiewapen van den stichter van het woonhuis, een lid van het oude Leidsche geslacht van Leyden en wel naar alle waarschijnlijkheid van Dirck van Leyden van Leeuwen, een be kwaam burger. Weesmeester, Veertigraad, Schepen, Burgemeester, Hoogheemraad van Rijnland, Gecommiteerde van den Raad van Holland en verschillende malen Buiten gewoon Gezant der Nederlanden in Enge land, o.a. om over den vrede te onderhande len (1678). Zijn familiewapen miste door de in dey loop der jaren daarop gebrachte verflagen alle sierlijkheid en voornaam heid. Dank zij de samenwerking tusschen het Schoolbestuur en „Oud-Leiden" wordt thans het wapen grondig schoongemaakt, waarna de juiste kleuren er op aangebracht worden. Hiermede zal tevens op een betere wijze in het openbaar ce herinnering wak ker worden gehouden aan het bekende ge slacht van Leyden, dat gedurende vele eeuwen een voorname en eervolle rol in de Leidsche geschiedenis heeft gespeeld. De van Leydens leverden van de 13en tot de 19e eeuw een lange reeks van magistraats personen op en zij staan voorts bekend als schenkers van belangrijke goederen aan Kerk en Gasthuizen. De heer Ir. G. L. Dries- sen heeft met onlangs in druk te doen ver schijnen van zijn studie over dit geslacht daaraan meer algemeene bekendheid ge geven. Het herstel van het wapen aan den gevel van het pand Rapenburg 48 sluit zich daarby goed aan. De landbouw na de vorst DEPLORABELE STAND DER WINTERGEWASSEN. Men zal in de geschiedenis der bericht geving omtrent den stand der gewassen bezwaarlijk een mededeeling aantreffen, die zoo ongunstig luidt als de onderstaan de. Zco vangt het officieele bericht aan betreffende den stand der wintergewassen op 17 April 1939, onder medewerking dor Rijkslandbouwconsulenten, samengesteld naar gegevens, verstrekt door de corres pondenten der Directie van den Land bouw en door het K.N.M.I. Hoewel de najaarswerkzaamheden door het natte weder in October en November eenigermate stagnatie ondervonden, werd toch de zaaitijd niet abnormaal gerekt, zoodat het wintergraan in den aanvang der tweede helft van December een nor male ontwikkeling vertoonde. Een plotse ling daarop intredende periode van or-ge- mren felle vnrSt het gr was als het VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Nieuwe decreten en nieuwe lasten voor het Fransche volk (2e blad). Van Cauwelaert tot voorzitter van de Belgische Kamer gekozen (2de blad). Binnenland Radio-rede van minister mr. M. P. L. Steenbcrghe over de landbouw-crisispoli- tiek der regeering. (3de blad). Gevormd is een studiefonds voor werk verruiming. (1ste blad). De stand van de wintergewassen. (1ste biad). Te Uithuizen is een vrouw vermoord ge vonden. Een broer van haar wordt ervan verdacht den moord gepleegd te hebben. (4de blad). WIJ GEVEN ARTIKELEN OVER: De historie der laatste zeven dagen. '4de blad). De vroegere katholieke kerken. (2de blad). ware overrompeld en de gevolgen daar van zyn uitermate funest geweest. Meer dan 90 pet. van de wintertarwe is volko men uitgewinterd; van de wintergerst is bijna geen perceel overgebleven, terwyl koolzaad, karwijzaad, klavers en grasland onk ten zeerste van de vorst hebben to lijden gehad. Het weer gedurende het eerste kwartaal van 1939 was niet van dien aard, dat do deplorabele stand der nog overgebleven wintergewassen er merkbaar door verbe terde. Evenwel hebben eenige zonnige da gen op het laatst van Maart en in het be gin van April althans cp het grasland een gunstigen invloed gehad. Van het gedeelte wintertarwe, hetwelk de vorst heeft overleefd, is de stand zoor hol Zooals reeds is gemeld, wordt dit ge deelte op 5 pet. van den geheelen inzaai geschat en het blijken dan uitsluitend de wintervastc soorten Carsten en Mcndcl te zijn, die niet geheel zijn uitgewinterd. Men heeft plaatselijk nog wintertarwe in Fe bruari uitgezaaid, terwijl het overgroote deel der omgeploegde perceelen met zo- mertarwe wordt beteeld. Naast de schade der dubbele werkzaamheden, verbonden aan het zaaien, treft den landbouwer ook nog het nadeel van de waarschijnlijk la gere opbrengsten der zomertarwe. Van de wintergerst is vrijwel niets over gebleven. Van de paar perceelen, waarop dit gewas nog voorkomt, is de stand matig tot slecht. De rogge vertoont een vry goeden tot goeden stand. Het is het gewas, dat het minst van de vorstschade heeft geleden. Men schat, dat het koolzaad voor 80 pet. is uitgewinterd. Van het restant moet de stand slecht worden genoemd. Niet veel beter is het met het karwij zaad gesteld, alhoewel hier de uitwintc- ring kleiner was dan van het koolzaad. De meeste perceelen zijn omgeploegd en de stand van het overblijvend gewas moet als vrij slecht worden beschouwd. Ook het grasland leed van de vorst. De stand is achterlijk en het schrale weer in de maanden Februari en Maart heeft wei nig tot verbetering bijgedragen. Geduren de de laatste dagen is eenige vooruitgang te bespeuren. De roode klaver is practisch geheel mis lukt en het standcijfcr heeft derhalve zeer weinig waarde. De lucerne heeft in mindere mate van de vorst geleden dan de roode klaver, dcch de stand kan hoogstens met den term „matig" worden beoordeeld. Leidt men uit de voor de verschillen de streken opgegeven cijfers, onder in achtneming der beteelde oppervlakte, het cijfer af voor het geheele land, dan ver krijgt men het volgende resultaat, waarbij de tusschen haakjes geplaatste standcij- fers In April van de laatste 10 jaren. Tarwe 50 (71) Rogge 06 (00) Gerst 39 (68) Koolzaad 35 (64) Karwij 41 (70) Grasland 54 (66) Roode en witte klaver 40 (64) Lucerne 54 Door de correspondenten wordt de stond opgegeven in cijfers, waarbij 100 uit muntend, 90 zeer gced, 70 goed, 00 vrij goed, 50 matisr. 40 vrij slecht, ?9 r'—-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1