A
De Zesde
fc/TT
C ORRESPONDENTIE
Bennie v. d. Heer, R veen. Als
ik jouw verrje laat plaatsen, wed ik, dat ik
je een groot pleizier gedaan heb en dus.
doe ik het. Dat moge dan een aansporing
zijn voor de andere Neefjes, om jouw
goede voorbeeld te volgen. Het spreekt van
zelf, dat op B 77 den Ï6en de vlag zal wap
peren, en als ik dien dag vry was, kwam ik
ook op jouw feest. Nu druk ik je in den
geest de hand en feliciteer dan alle huis-
genooten met jouw verjaardag. Daar is
Bennie!
Beste Oom Wim,
Zie hier een briefje uit de Veen,
Voorheen schreef ik U er nog geen.
Maar thans kan ik het toch niet laten,
Om eens even met U te komen praten.
Mijn naam, U zult het haast wel weten,
Dat ik van der Meer moet heeten.
Want in de Veen 't is alom bekend,
Komt aan de van der Meertjes geen end
Voor van der Meer moet Bennie komen
En dit is dan mijn naam, beste Oome,
Op 16 April word ik 11 jaar oud.
Ik hoop, dat U de datum goed onthoudt.
En ik wil U dan ook beleefd iets vragen:
Om voortaan op al mijn verjaardagen
In de kinderkrant mijn naam te zetten.
En zal daar dan ook steeds op letten
Mijn welgemeenden dank schrijf ik
hier neer
En ontvang tevens de hartelijke groeten
van Bennie v. d. Meer.
Lenie Verhoog, Leiden. Ik
\ind het n.t. prettig te hooren, dat jullie
lüijn verhaal zoo mooi vond. „De Zesde"
zal ook wel bevallen. Geregeld blijven vol
gen: geen vervolg overslaan, anders is de
aardigheid er gauw af. De verjaardagen
zijn ingeboekt. Dag Lenie! Groeten thuis!
Anonym e, Leiden. Mijn dank
voor uitgebreid relaas. Ik zal de versjes
nazien en wat behoorlijk is, wordt ge
plaatst. Met hand en groet en dank.
Bep van Wieringen, H'woude.
De verjaardagen zijn ingeboekt en zooals
je schreef, heb ik Marie van de lijst afge
voerd. En nu tot den volgenden wed-trijd,
dan hoop ik allen, die schoolgaan en ook
de grooteren weer te ontmoeten. Dag Bep!
Groet Pa en Moe en ALLE broertjes en
zusjes, Dat briefje volgt nu wel erg gauw,
hoop ik!
Rica Egberts, Ter Aar. Dat is
een uitstekend middel om weer op te kik
keren. Mij een brief schrijven is het beste
middel om elke verveling te verdrijven.
„Schoonmaken" is een prachtwerk. Ik wou
jou eens aan dat werk zien! Dat rijmpje
over de lente moet je me toch eens sturen.
De volgende week vind je er een van mij
over „Mei", Doe het me na enik. laat
het plaatsen. Ik wacht af! Dag Rica! Groet
je ouders van me en de broertjes en zusjes
vooral Rietje en Hennie en nu volgt
het oprtel! Rica vertelt u wat over „Een
blijde Paaehen". Daar is ze!
EEN BLIJDE PASCHEN.
Paaschzaterdag! Moeder Manders is be
droefd. Bedroefd? En dan op zoo?n verbid-
dende morgen! Waarom dan toch? Zij kon
haar kinderen dit jaar geen paaacheieren
teven. Dit U de reden, dat haar moeder
hart zoo bedroefde. Steeds had zij het nog
vo'gehouden, ondanks het haar zoo moei-
Hik viel, de kost voor haar kinderen te
verdienen. Ja. Rie, de oudste had het wel
in de gaten. En ze had meteen een pracht
plan. Ze hadden nog een soaarpotje! Toen
het nog kon, kreedn ze iedere week één
cent, en dat hadden ze fijn opgespaard.
Maar daar had moed»r niet aan Bedecht.
Du meisjes hadden alles zorgvuldig afge
sproken. 's Avonds uit het Lof zouden ze
do oitjes bestel!en bij den boer en op
Paasohmargen uit de vroegmis ze gaan ha
len. Paaschmor«en! Vreugde in het huls
\an Manders! Daar zitten ze allen aan ta
fel. Daarop staat een grooto schaal met
e eren. Moeder is stom van verbazing. De
Vinderen iJr^en van vreuede. Wat hebben
ze geseten! Nooit smaakten die eieren zoo
heerlijk! En nooit was moeder 200 ver
vuld van vreugde. Zoo eindigde die heer
lijke dag, die eerst zoo somber moeder toe-
scheena.
Jaap van Zwieten! Zoo lees je
/cio graag de kinderkrant! Dat vind ik fijn!
Maar dat jij nu voor het eerst aan den
wedstrijd meedeed, kan ik nog niet verge
ten. Waarom niet eerder meegedaan! Mis
schien had je dan al vier hoofdprijzen in
de vacht gesleept. Wie weet! En ben je
met je nieuwe fiets naar Bergen geweest?
Dag Jaap! Hoor ik nog eens wat van je?
Martha v. Bemmelen, Z'woude.
Ja Martha de raadsels waren ook erg
gemakkelijk. Leo had ook z'n best gedaan.
HU moet blUven meedoen. En nu Martha,
krijg Ik zeker eens een langen brief met
veel nieuws van je vriendinnetjes; je uit
stapjes, kleine avontuurtjes enz. enz. Zoo'n
brief zie je die 5 cent waard Is. Dag
Martha! Groet vader en moeder, ook de
broertjes en zusjes, waarvan ik de verjaar
dagen ingeboekt hett. Voor jou de hand!
Hierbij gullen we het laten.
De volgende week gaan we door.
Wie een brief schrijft, krijgt een ant-
woord terug. Oom Wim.
Wie zijn jarig?
Van 21 tot en mot 27 April.
Op 21 April,,
Jan Uljee, v. Hoogend^tr. 13.
Arie en Treesje Borst, Javastr. 22.
Abram Vrijburg, Oud-Ade E73.
Adri Menken, Assend.str. 8, Oegstgeest.
Ria Droogh, Oudewetering 84.
Truus v. Haastregt, Oud-Ade.
Loukie de Koning. Vrouv/enw. 77E, Zoe-
terwoude.
Op 22 April.
Adriaan v. Leeuwen, Oud-Ade.
Janny Salman. Oude Rijn 117.
Henk v. d. Steen, Haven 36.
Corrie Hoogeveen, Da Costastr. 31.
Hendr. Koolloos, Hooge Morsch 78, Oegst-
geest.
Jan Luk, Gouda, Tiendeeg 42.
Marie Hartman, Lombokstr. 79.
Koos Borsje, Hooge Rijndijk 164a.
Corrie van Es, Clarast. 20a.
Mien Kluyvers, 4e Binnenvestgr. 17.
Op 23 April.
Peter Ovost, Hugo de Vr'esstraat 45.
Joop van Egmond, Willemstr. 17, Alphen.
Coba v. d. Akker. Valkenb.weg 63. Val
kenburg.
Hein Engberts, Nieuwveen 185.
Tinie Compeer, H. Morschweg 108, Oegstg.
S. v. d. Poel, Meening El 11 Z.'woude.
Op 24 April.
Beppie Knijnenburg, No. 04 Stompwijl^
Jopie van Leeuwen, Weip. B64, Z.'woude.
Apolonlu Veldhoven, Rijndijkstr. 78.
Beppie Schrader, Dr v. Noortstr. 48, Stomp-
wijk.
Tootje v. Nieuwkerk, Steekterw. 89, Al
phen.
Adrle v. Hout. Smidsstr. 50.
Martien StTaathof, O-Wetering 43.
Wimpie Wayer, Dr. v. Noortstr. 159. Stomp-
wijk.
Mientje Hoogevorst, Nieuwveen Jaagp. G55
Op 25 April.
Joosje Horikx, Witte Rozenstr. 18.
Piet der Hollander, Veeenw. 120a, Nootd.
Fvinus Pieters, Hoefstr 20.
Nelly v. d. Berk, Veldli.str. 44, Lisse.
Ploontje Schrame, B511 R'veen (Langew.)
Bert Verberg, Levendaal 81.
Eeppie Hakkaart, Kapteinstr. 44.
Theo Angevaere. Zevenhoven 104.
Kees Vlaardingerbroek, P. de la Courtstr.
No. 10.
Bernard Kortmann, Kortst.weg 46. Alphen.
Kees Hosman, Breestraat 115.
Op 26 April.
Marietje Koppers. Balistr. 8, Oegstgeest.
Piet van der Bosch, Stompwijk.
Rie van Staveren, Heerenw. A114, War
mond.
Llna Droogh, Pulmot A3, Langeraar.
Wim Egberts, Nieuwveen 185.
Gretha Ooyendijk, Anna v. Sakscnstr. 9.
Willy v. Well. Leeuwerikstr. 36.
Ciasina v. d.'Vlugt, Ter Aar, Stationsweg.
Tootje Bierman v. d. Berg Hecmststr 3,
Voorhout.
Op 27 April,
Kees v. d. Berg, woonschip, Voorhout.
Piet v. d. Klauw, B266. Hcogmade.
Cily Gecne, YpndQlw. 20.
Sjaan v. d. Meer. B177a, Woubrugge.
Joop Vendrig, Groenuordstr. 27.
Piet v. Hout, Smidsstraat 50.
Truusje Hoogeveen, Langegr. 111.
Ik feliciteer da jarigen.
Wie *Un of haar naam in deze lijst wil
opgenomen zien, of bij het verlaten der
school van doze lijst wil afgevoerd wor
den, schrijve me minstens 14 dagen vóór
den verjaardag. Zoo ook bij verandering
van woonplaats, straat of huisnummer.
OOM WIM.
Attentie.
Van het volgende nummer af, geven we
weer iederen keer een tiental ïaadaels.
Deze raadsels zijn bij den vorigen wed
strijd ingestuurd door onze groote en klei
ne n«ven en nichten. Deze raadsels kan
iedereen voor zich zelf oplossen en moeten
niet worden ingestuurd.
Ik zal wel iedere week de goede opl. la
ten afdrukken.
Let op: de volgende weck beginnen we.
OOM WIM.
Verkouden
door Anonyme.
Verkouden, verkouden, verkouden,
Het ia haast niet om uit te houden!
Hatsjl, hatsja, hatajoe.
Ze hooren me. zeven mijlen ver toe.
Uche, uche, uche,
Wat is me dat toch kuchen.
Mijn hoofd, dat lijkt een watervat.
Ik wou, dat daar een kraan op zat.
Die zou ik dan. dadelijk sluiten.
En bijgevolg, niet langer snuiten.
Want door al dat gedruip uit mijn reus,
Zijn al mün zakdoeken op, heusch!
Hatsji, hatsja, hatsjoe,
'k Ga gauw, naar mijn bedje toe.
De jaargetijden
door Anton Roels.
LENTE.
Hot is, of door de blauwe lucht
Heel teere klanken komen
En of die lieve melodii
Zich vastzet in de boomen.
Het is, of in den groenen tuin
Een toovenaar komt werken
En in den lichten voorjaarsnacht
Zijn hand strijkt langs de perken.
Het is, of op de dorre hel
Onzichtb're wezens komen.
En zeggen tot het schriele kruid:
„Waakt op en staakt het droomen!"
ZOMER.
De zomer heerscht in 't groene land
En doet de vrucht gedijen:
De nijv're bij komt in den tuin
Zich op de bloemen vlijen.
De wereld is een paradijs,
Vol bonte, felle kleuren;
En bóven hangt het diepe blauw
Vol wonderlijke geuren.
De stad lijkt op een glaspaleis,
Zóó gloeit het in de straten
De mensch heeft dan ook dra zijn huis
Voor bosch en zee verlaten.
HERST.
Maar dan is 't met de pracht gedaan:
Er komen and're heeren,
Die niet met zachtgeheven hand,
Maar met den knoet regeeren.
De blaren worden afgerukt
En dwarr'lon in den regen:
Ze draaien zich eens in hun vlucht
En zijn dan neergezegen.
De storm loeit wild en onvervaard
En werpt zich op de dijken,
Die »oms na een verwoea gevecht
V001* de vernieling wijken.
WINTER.
Maar ook dc bruto wildeman
Moet na een poos verdwijnen:
We tien een grijsaard, oud, gebukt.
In de natuur verschijnen.
Ook hij is streng en slecht-gezind.
Ook hij weet huis te houden.
Doch meer dan hevig stormgeweld.
Brengt hij een felle koude.
Wél geeft hij vreugde aan de jeugd,
Maar d' oud'ren geven rente....
En ieder is oprecht verheugd
Bij 't nad'ren van de lente!
U vraagt
1. Waaruit bestaat een kop van een lu
cifer?
2. Wgnneer regeerde Nero?
3. Vader vraagt, wanneer de eerste krant
in ons land uitgegeven werd?
4. Hoeveel menschen wonen nu wel op
de heek- wereld? Vader denkt meer dan
2000 millioen.
5. Hoeveel bisschoppen zijn in Indië?
Wi| antwoorden
1. Eon kop van een lucifer bestaat uit
zwavel of parafine en een ontvlambare
nassa door één of ander bindmiddel bij
c. kaar gehouden. Hiervoor bestaan ver
schillende procédé's.
2. HU regeerde van 5468 na Christus.
Dat was een on-mensch. HIJ liet zijn moe-
oer, zijn nalfbroeder en zijn vrouw ver
giftigen; liet Rome in brand steken en liet
vele Christenen vermoorden en vele aan
zienlijke Romeinen zelfs zijn leermeester
Seneca. Hij werd door veldheer Galba ten
val gebracht.
3. De eerste krant kwam in ons land in
1619 en wel de „Amsterdamsche Courant"
te Amsterdam.
4. Vader heeft gelijk. Men schat nu het
getal op ruim 2.139.000.000, dus meer dan
2'00 millioen. In Azië wonen er meer dan
de helft van dit getal. In Europa ongeveer
1/4 van dat getal. Europa is geweldig in
inwoners toegenomen. Sinds 1800 is het
aantal inwoners van Europa gestegen van
188 tot 470 millioen. d 1. 2'ï maal zooveel
nu dan toen.
5. Bij ons 5; in Indië 7. Ze heeten: 1.
Buschop WilJekena ie Batavia; 2. Bisschop
v. Nieuw Guinea te Anboina; 3. Bisschop
var. Valenberg te Pontinak; 4. Bisschop
Leven te Floras; 5. Bisschop Brans te Pa-
dbng: 6. Bisschop Pan is te Manado; 7. Bis
schop Pessers te Atamboea op Timor.
(Voor dc kleinen).
Eigenwijze Liesje
door Antje Keizer.
Ja, dat was ze, de kleine Lies, maar ze
was vreeselijk verwerd. Toch was 't wel
een aardig meisje. Ze had leuke blonde
krullen en ae zou acht jaar worden.
Nou zei moesje, enLiesje, wat wil
je toch wel hebben, als je jarig wordt?
Ik moet een ringetje hebben, moeder,
klonk t dan snibbig en moeder vermaande
nou Lies. dat mag je niet zeggen, ik wil,
dat is heel leelijk en Onze Lieve Heer vindt,
dat ook niet goed. Dat was al weer te veel
gezegd en Liesje mokte alweer.
Ook bij school moest ze altijd de baas
spelen met touwtje springen en mocht zc
't niet, dan was 't dametje al weer kwaad.
Zookwam ae weer met een vrindinnetje
uit school, waar ze altUd de baas over
speelde, en zei: „Zeg Annie, ik krijg morgen
toch een ring van jou met m'n verjaar
dag?"
„Dat denk ik wel, zoi Annie, vanavond
mag ik er een halen, fijn hè?"
Eindelijk was de groote dag aangebroken
en kreeg Liesje een mooi klein pakje van
moeder.
Gauw kijken, zei Liesje. en ja, daar kwam
een echt gouden ringetje met een steentje
er uit. Wat was Liesje blij.
'Ting, ting, ting, ging dé bel. Dat L nat
Annie, zei Liesje, gauw gaan kijken! Ja.
gij jij maar kijken, zei moeder, dan zal ik
vast een boterham voor je klaar maken,
want de tijd staat niet stil.
Ja, het was het vrindinnetje van Lies!
Hartelijk geluk gewenscht met je verjaar
dag, Lies, en hier is een cadeautje voor je.
Zenuwachtig maakte zo het pakje open
en.,.er kwam een schat van een zilveren
ringetje uit.
Zalig is dat. Annie, zei Lies, mooi! Wat
fljnl Kijk eens moes, nu heb ik twoe rin
gen, hoe vind je dat, wat staat dat mooi.
hè?
„Ja, zei moes, maar ik denk. dat je nog
meer krijgt, kind!
's Avonds kwam oma op visite en kreeg
Lies weer een pakje, weer een ring; hè, nu
was te al niet zoo blij meer, ris ze eerst
geweest was.
Ting, ting, ting, daar kwam Tanto in.
Dag menschen, veel plezier gehad? Maar.,
ik kom ook hoor! O. beate Tante, schuif
maar bij hoor, straks komen er ook rog
twee nichtjes dus hoe meer zielen, hoe meer
vreugd!
Kijk eens Lies, dit Is voor jou; 'k hoop
dat 't past!
Hè, Lies moest zich goed houden, anders
was ze beginnen te huilen ook; weer een
ring!
En daar kwamen met veel lawaai twee
nichtjes van Liesje binnen. „Allo Liesemies!
hier is een pakje van^ons, hopend dat het
naar jouw zin zal zijn?"
Nee, nu kon Lies zich niet meer inhouden.
Huilend liep ze haar kamertje in, en daar
lag eon flink groot pak op tafel.
Hè, de tranen waren ineens weg en
gauw scheurde m. het papier er af. Hal ook
'n brief! Fijn, straks lezen, eerst kijken,
wat er in zit'en daar kwam uit.... een
pracht van een Mariabeeldje en een klein
pakje er bij, nee dat maak ik niet los dacht
z«, eerst de brief lezen.
Het was van vader, die utlkum straks
alleen de stad was ingegaan en die had
het hier neergelegd. De brief luidde:
„Lievo Liesje, dit is voor jouw naamdag,
en ik weet geen beter cadeau voor jou dan
dit beeld ran Maria, ep ik hoop dat Maria
jou zal helpen niet meer zoo eigenwijs 011
brutaal te zijn, vooral tegen moeder, die
eigenlijk te lief is voor zoo'n eigenwijs
kind, als jij en dat kleine pakje !s een doos-
Je, om al je ringen in te bewaren, die kun
je later wel weer aan jarige vrlndlnnen
geven!"
Wat schaamde Lies zich en viel op de
knieën voor het beeld neer en bad; „Ach,
H. Maria, als U 't vraagt aan 't Kindje
Jezus of die mij helpt om nooit meer Zv>o
eigenwijs te zijn, en ik zal ook mijn bcsl
doen".
Moeder kwam eens kijken, waar haar
dochtertje bleef en zag alles uan.
Lies vloog moeder om de hals en zei,
moeke nooit wil ik U meer verdriet doen,
want nu pas heb ik kunnen merken, hoe
slecht ik was, vooral als me iemand vroeg
wat of ik graag had mot m'n verjaardag.
Dan zei ik niets anders dan een ring. maar
nu heb ik een' les gekregen 011 ik zal het
goed onthouden, dat beloof ik U!
En ze hield woord! Voortaan was zc heel
niet eigenwijs meer, maar was een meisje,
waar alle vriendinnetje# van hield: n en dat
en zonnestraaltje was in huis bij vader
en moeder!
En zoo wensch ik ook, dat alle kleine
lezer esjes zullen zijn.
door Anton Roels.
III.
Eindelijk was het Zondag! Jan en Piel
Verhoeven hadden de afgcloopen week goed
opgelet, omdat ze bang waren, dat Me
neer Fransen zich aan de aLpraak zou
houden, niets van een voetbalclub te wil
len weten, als zijn jongens in de klas niet
hun uiterste best deden. Bovendien vrees
den ze, dat Meester het heele gesprek ver
beten was, want hij had met geen enkel
woord meer van hun plannetje gerept
In leder geval trokken ze Zondagmid
dag met goeden moed naar het woonhuis
van Meneer Fransen. Dit lag een heel eind
huiten de bebouwde kom van het dorp.
Meneer hield, zoo zeide hij altijd, van de
vrije natuur zonder het geraas van auto's
cn allerlei andere mooie en tóch lcelljke
menachenvindingen. Het dorp. waar de
groote rijksweg doorheen kruiste, was
hem veel te druk. Hij woonde liever wat
achteraf, waar hij rurtig zijn boeken kon
lozen en kon werken in zUn prach'igen
tuin vol weelderige bloemen cn dichte
struiken. Onderweg kwamen ze Jan Stam
tegen, ook een jongen uit de zesde klas,
dio een stukje mee opliep.
„We gaan naar Meneer Fransen om met
hem over de voetbalclub te praten!"
„Weet Meester er wat van?"
„Ja, h'J heeft telf gezegd, dat we moesten
komen. Ik geloof, dat hij het leuk vindt
en ons best zal helpen!"
„Dat zou fijn zijn, zegl Maar ik weet het
nog zoo net niet! Meester moet vroeger
zelf wel gevoetbald hebben, cn goed ook.
Maar tegenwoordig praat hij daar niet
meer over. En op het voetbalveld zie je
hem noult meer. Hij komt zelfs niet een#
naar belangrijke wedstrijden kiikyn, zelfs
n'et als Spartaan hier komt spelen. En
dan krijg ie toch wat te zien!"
„Nou ja. maar dat wil nog niks aeggtn.
We zullen netjes afwachten en Je zal zien:
vanavond kunnen wc jou vertellen, dat
Meester van de partij H"
„Nou, Ik ben benieuwd! Weet je wat, ik
kom vanavond even bij jullie vragen, hoe
het afgtlropen is".
„Best, doe dat!"
En Jan en Piet belden bij meneer Fron-
ren aan, die zelf kwam opendoen en de
Jongens In zijn studeerkamer liet. Dat was
nn prachtig vertrek, waarin het tweetal
p'et uitgekeken kwam. Heelemaal In het
rond en tot aan de zoldering nieta dan
boeken. Alleen boven de deur hing een
groot schilderij, een landschap met een
steenen brug en vreemdsoortige boomen,
e-der donkere, onheilspellende wolken.
Dat was gemaakt naar een schilderij van
Rembrandt, zei Meeater. En op het groote
bureau bij het raam stonden al evenveel
fiaaie en bijzondere dingen: een groote
wereldbol, een prachtlg-opgozette vogel
een paar vreemde aarden kruikjes. Meneer
vertelde, dut dezo waren opgegraven bij
de Groote Kerk en heel oud rooeaten zijn.
eytachien* wel uit het jaar 400.
„En vertel jü me nu eons, Piet", /ci Me
neer Fransen, „wat Jullie bekokstoofd heb
ben I"
Dat kunt U beter aan Jan vragen, me
neer. dat ia de beste verteller van ons
tweeën!"
„Nieta van aar. Moester. Piet kan dat
zeker zoo goed als ik! HU ia alleen maar
een boetjo bescheidener.
„Nou vooruit dan maar," zei Piet, „we
hebben U al verteld nietwaar, waarom wc
Op het idee gekomen zijn, een voetbalclub
op te richten, We hebben er eens met dc
jongens over gesproken met het gevolg,
dat er zich twintig opgaven voor het geval
dat hot iet# werd met die vereeniging. De
nomen ruller, wc U a'raks wel zeggen;
d'e hebben we natuurlijk allemaal opge
schreven. Op het oogenbllk doet dat or
minder toe! We rpraken af. dat leder lid
en dubbeltje per week moet betalen.
Voorlooplg kan er natuurlijk nog niet
ere gold gespee'd worden. We moeten
«•erst zien, dat we ballen kunnen koopen
fji een heele boel andere dingen, die we
noodlg hebben. En een veld hebben we
natuurlijk ook niet.
..Ik moet zeggen, dat ziet er niet ge-
makkelijk uit." zei Moester, „hel kun zoo
doende wel maanden duren, vóór er iedere
week gevootbald wordt. Voor jul'ie-zelf
is dat niet ere, maar er zullen ook ver
schillende jongens zijn, die er al heel gauw
genoeg van hebben en voor de ter bedan
ken. Als je een dubeltjt per weck voor een
vereeniging betaalt (en dat is voorloopig
neer dan genoeg voor jullie) dan wil j<-
«•r toch ook genoegen van beleven, niet
waar? Daar moet dus iets anders op ge
vonden worden!.M'<ar wacht, laten we
eerst eens zien, of er thee ls en een paar
lekkere apoels; danr hebben Jullie toch
zeker wel trek in, hé?"
(Wordt vervolgd).