Mama wordt
opgevoed!
3)e ScictocHe (Bou^omt
Als inzet van het jaarlijksch bloemen-
feest te Noordwijk aan Zee werden
Dinsdag door kinderen namens de
Noordwijksche scholen bloemen geplukt
en op Paleis Noordeinde aan H. M. de
Koningin aangeboden
De Amsterdamsche politie is reeds met de training voor de
vierdaagsche afstandsmarschen begonnen De groep onderweg
onder leiding van hoofdinspecteur C Blanken
Met de distributie van zand voor even-
tueele blussching van brand door lucht
aanvallen is te Parijs een aanvang
gemaakt
Griekenland neemt geen enkel risico. Grieksche artillerie-afdeelingen trekken door
Athene op weg naar het grensgebied, dat versterkt wordt
Door een aantal scholieren uit Noordwijk zijn Dinsdag als inzet van
het jaarlijksch bloemenfeest op paleis Soestdijk aan het Prinselijk Gezin
bloemen aangeboden
De in Frankrijk wonende vreemdelingen tusschen 18 en 40 jaar melden
zich thans in grooten getale aan voor eventueele dienstneming in een
der Fransche legercorpsen
FEUILLETON
Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen.
ROMAN VAN LO WELSDOR*.
17)
Bella kwam de huiskamer weer binnen.
Het kamermeisje had inmiddels dc tafel
gedekt en een koud souper opgediend. Zij
moest zeker het por'.ret van haar meeste
res in de krant gezien hebben, want, ar-
ge;oos als zij was, had zij, om haar een ge
noegen te doen, de krant naast haar cou
vert gelegd.
Als een zwak zonnestraaltje verhelderde
een glimlachje even het gelaat van Bella,
'n Goed kind toch, die Anny en zij was
toch maar een vreemde. Terwijl ach,
niet piekeren! Zij was zoo uitgeput. En er
stond zooveel op het spel. Morgen gene
rale repetitie. Er hing zooveel van af, dat
alles goed ging. Zij schonk zich een kop
thee in, want zij versmachtte van dorst.
Bella was nog zeer jong en zij miste alle
beroepsroutine. Zij gaf /icr geheel en mat
te zich tot 't uiterste af, wanneer zij op 't
tooneel stond. Het beheerschen van haar
krachten en zenuwen zou eerst later ko
men. Juist daarom voelde zij zich als ge
broken. Zij had geen /ast plan gemaakt,
hoe en wanneer zij naar moeder met haar
beroep, met haar levensdoel in kennis zou
steller. doch in ieder geval eerst na de
première.
Inmiddels was het negen uur gewor
den. Jammer, zij had zoo graag Virgilius
nog gesproken. Wat zou hij zeggen? Hoe
zou hij alles opnemen, hij, die toch altijd
haar beschermer en helper was geweest,
zoolang zij hier had gewoond. Wie begreep
haar beter dan hij?
In dit uur van geestelijke verlatenheid
overviel haar een hevig verlangen, haar
raadgever te zien.
Plotseling, als een antwoord op haar ge
dachten, rinkelde de telefoon op de schrijf
tafel in haar studeervertrek en sloot zorg
vuldig de binnendeur, opdat er geen ge
luid zou doordringen.
„Ja, ik ben het, Virgilius. Ben je al
lang thuis? „Jammer, als ik het had ge
weten, zou ik gekomen zijnMama is
ziek geworden" en in 't kort vertelde Bella
hem het gebeurde.
„Dat mankeerde er nog maar aan", zei
Pretorius op knorrigen toon. „Ik ben van
middag gewoonweg mijn geduld kwijtge
raakt met haar. Indien ik was gebleven,
zou zij die ongelukskrant niet in handen
gekregen hebben. Vanmorgen dreigt het
gevaar reeds, maar ik ben juist op tijd ge
komen om het te verhinderen." En hy
vertelde haar, hoe het koopen van de bont
mantels tegen verwachting goed was afge-
loopen, hoe Oliva evenals iedere .normale"
vrouw smaak getoond had voor alles wat
mooi was en hoe hij dat als een gunstig
teeken had besdhouwd.
Opgelucht en gerustgesteld keerde Bella
naar haar mail terug. Gaarne had zij Re-
si afgelost, doch zij durfde niet in ma
ma's slaapkamer komen. Zoo was het be
ter. Zij, Bela, had ook beslist rust noodig
Trouwens, mama was-aan Resi gewend.
Thuis kon niemand haar beter helpen,
wanneer zij eens ongesteld was, dan haar
oude baker, Resi
Met dezen troost en door nog een kop
Wiee gesterkt, begaf Bella zich spoedig ter
ruste.
Toen Bella den volgenden morgen be
trekkelijk vroeg het huis uitging, was, vol
gens bericht van Resi, mama nog in diepe
rust.
Fluisterend bespraken die twee zoo ver
schillende vrouwen de gebeurtenissen van
gisteren.
,,'t Zal wel weer met haar ir. orde ko
men, is 't vandaag niet, dan is 't morgen",
troostte de oude vrouw. „Alles moest
steeds voor haar buigen, dat komt omdat
zij nooit een man heeft gehad. Een vrouw
zonder man is maar een half ding...."
„Jy hebt toch ook geen man gehad",
merkte Bella glimlachend op. Zij kende de
korte episode van den ontrouwen koetsier
er- waagde het daarop te zinspelem.
„Dat is wat anders was het verras
sende antwoord. „Ik heb tenminste een
maal in mijn leven van iemand gehouden.
Zonder dat bestaat er geen vrouw. Zon
der liefde is het niets gedaan. Een bloem
tiert toch ook niet zonder zon!"
Wat eenvoudig zei het oudje dat, en
toch. wat maakten die woorden een indruk
op Bella. Zij begreep het. Ondanks leed en
ontgoocheling maakt liefde een vrouw ge
lukkig.
Haar moeder was zonder liefde door het
leven gegaan. Zou eenzelfde lot haar be
schoren zijn? Neen. klonk het in haar bin
nenste. Beminnen en bemind worden.
sch-"ï haar het kostbaarste op aarde. En
haar kunst....
En nu was die gevreesde generale re
petitie ook voorbij en het was best ge
gaan. De directeur had geapplaudiseerd en
haar onomwonden geprezen. Het was een
rijzige, knappe man, die uit een oude adel
lijke familie stamde en zich, ondanks te
genwerking van alle kanten aan de kunst
wijdde. Men noemde hem een geniaal re
gisseur, iemand die, als 't er op aan kwam,
onbarmhartige eischen stelde. Bella was
min of meer bang voor hem. Zij, die an
ders nooit verlegen was, werd altijd
eenigsrins bedeesd, wanneer zij met hem
sprak. Zijn gebiedende manier van doen
en zijn vlugge, scherpe oogopslag impo
neerden haar geweldig.
Virgilius Pretorius was een knappe
groote man, met een tamelijk heersch-
zuchtig karakter en gebiedende blik. doch
voor hem was zij niet bang. Natuurlijk, zij
had hem ook haar heele leven gekend.
Maar het kwam Bella voor, dat ze voor
directeur Ellegarde altijd een beetje
schuchter zou blijven, ook al kende ze hem
goed.
Virgilius Pretorius had haar met zijn
auto van den schouwburg afgehaald. Toen
hij haar groette en haar bij het instappen
behulpzaam was, stond de directeur in de
vestibule. Het was Bella opgevallen, dat
hij, in tegensteling met de vriendelijke
woorden, die hij adhter de schermen tot
haar had gesproken, haar nu spottend na
keek. Van het kwaadsprekende gefluister
over haar en Pretorius had zij niet het min
ste vermoeden. Was dat wel het geval ge
weest, dan zou zij er slechts hartelijk om
gelachen hebben. Daarom kwam haar de
eigenaardige houding van den directeur
onverklaarbaar voor. Er lag verachting
in zijn blik. Verachtelijk en hoonend had
hij geglimlacht
Waarom? Slechts met moeite kon Bella
die vraag uit haar gedachten bannen. „Al
tweemaal heb ik je gevraagd, hoe het is
gegaan!" laohte Pretorius, die haar ver
strooidheid aan vermoeienis toeschreef. „Ik
kon niet weg, anders was ik op een of an
dere manier naar binnen geslopen; ik voor
mij zie veel liever een generale repetitie
dan de première zelf!"
Hij was een hartstochtelijk liefhebber
van het tooneel, zooals trouwens van al
le tokken van kunst.
Virgilius Pretorius zag in Bella een uit
gelezen kunstwerk aan welks volmaking
hij had medegeholpen. Hij was trotsch op
haar en had er geen oogenblik spijt van,
dat hij daarmede Oliva, de vriendin van
zijn jeugd, had helpen misleiden. Hij wil
de Bella's strijd, zoo goed hij kon, met haar
en voor haar, ten einde strijden. Geen se
conde was het hem ooit in de gedachte ge
komen, dat zijn bemoeiingen voor haar ook
anders kon uitleggen.
De oude dokter Buchner had een colle
ga medegebracht, die zenuwspecialist
was.
Oliva lag gekleed op een rustbed, doch
scheen nog steeds onder de nawerking van
de gebeurtenissen, die zich den vorigen
dag hadden afgespeeld, te lijden.
Na zijn collega aan haar te hebben voor
gesteld, liet dokter Buchner den specialist
met de patiënte alleen en keerde naar de
huiskamer terug, waar Bella en Pretorius
zich bevonden.
(Wordt vervolgd)