DE BEZETTING VAN TIRANA Mama wordt opgevoed! £cictoofoe Gou/fccmt Om het voetbalkampioenschap van Nederland. N.E.C. behaalde een 3—2 overwinning in den tegen Eindhoven in de -lichtstad" gespeelden wedstrijd. Moment uit deze match De Italianen bezetten Tirana. Een afdeeling italiaansche tanks trekt door een der straten van Albanie's hoofdstad. (Telegrafisch overgebrachte foto) D.W.S. won den tegen Achilles te Assen gespeelden wedstrijd om het voetbalkampioenschap met 2—1. Spel moment voor het doel der gastheeren Aan Ir. A. C. v. d. Stadt te den Haag is eervol ontslag verleend als hoofd ingenieur-directeur voor het stoom- Een snapshot tijdens de grasbaanraces, welke onder grOote belangstelling in het Gem. Sportpark te Alkmaar zijn ge houden In verband met den internationalen toestand zijn ook door de Nederlandsehe regeering voorzorgsmaatregelen getroffen. De boomstammen op een onzer grenswegen zijn voorzien van een lading springstof Aan den Nationaten Marsch rond Den Haag op Tweeden Paaschdag hebben vele honderden deelgenomen. Een snapshot bij het vertrek van de Pier te Scheveningen FEUILLETON ROMAN VAN LO WILSDORF. Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen. 10) Bezorgd keek het meisje naar het bleeke, smalle gelaat, dat diepe schaduwen onder de oogen vertoonde. „Ja, mama, nu moet u eerst eens wer kelijk rust genieten'-, zei ze hartelijk „het is nu zeven uur; u gaat nu naar bed en, als u ligt, breng ik u een kleinigheidje om te eten. Weet u nog wel, evenals thuis, als u migraine had. Migraine is niet mo dern meer, ziet u. Daar doen we niet meer aan kom, trek dat akelige model van een jurk uit Allemachtig, draagt u nog een pantsercorset! Wat vreeselijk benau wend en ongezond! Enfin, wacht u maar; morgen wordt u ingekleed. Daar moet ein delijk mee afgerekend worden over drie dagen zult u om dat verschrikkelijke in strument schaterlachen. Ik was die dingen reeds lang vergeten hier zie je die mon sters alleen nog maar in het museum, ge loof ik. Spoedig daarna lag Oliva, omringd door de liefderijke zorgen van haar dochter, in bed. Zij gevoelde zich zoo welgemoed als nooit te voren Zij dulde anders nooit eenig comfort, maar, nu Bella haar in alle op zichten gezellig en behaaglijk maakte, ont dooide er iets in het hart. Diep lag zij in het kussen gezonken en Bella, die zich over haar had neergebogen, dekte haar zorg vuldig toe. Doordringend rinkele de telefoon op de schrijftafel. Bella nam de microfoon van den haak. „Ja, Virgilius, je spreekt met Bella. O ja, lijkt mijn stem op die van mama? Dat is voor het eerst, dat ik dat van je hoor. Ja, zij is naar bed gegaan en onmiddellijk ingeslapen. Ze was zoo moe! Neen, ik ben in 't geheel niet bang integendeel ik heb het volste vertrouwen waarom, kan ik niet zeggen, maar ik voel het dat al les goed zal gaan. Je komt morgen vast eten, hè? Ja zeker, al je lievelingsge rechten staan op 't menu, dat beloof ik je", er. Bella lachte zachtjes. Dan volgden eeni- ge woorden tot afscheid en het gesprek was afgeloopen. Bella ging naar de Biedermeierkamer, waar de tafel gereed stond. Met gezonden eetlust gebruikte zij haar maal. Zij lachte bij zichzelf. Dat zou morgen wat worden! De eerste verrassing en waarlijk niet de laatste! Een klein zuchtpe ontsnapte haar en peinzend knikte zij. Dan schudde zij als 't ware een kwellende gedachte van zich af en nam een prachtigen appel, die haar uit de fruitschaal tegenlachte. Daarna drukte zij op een electrisch knopje. „Licht in de studeerkamer, Anny, en het electrisch theestelletje; dan heb ik je van avond niet meer noodig", zei ze tegen het nette vriendelijke kamermeisje. HOOFDSTUK IV. Den volgenden morgen ontwaakte Oliva vroeger dan zij gewoon was. Eenigszins schuw keek zij om zich heen. Hoe kwam ze in deze rijke, elegante kamer? Dan schoot het haar te binnen. Het was hier werkelijk heel anders dan thuis. Voor de breede ramen hingen mooie vi trages die de stralen van de morgenzon doorlieten. Meubelen en verdere benoo- digdheden waren kostbaar, doch eenvou dig. Zij hadden echter niets gemeen met de verkilde nuchterheid, die op 't heeren huis wet was. Het breede bed, elastisch en toch nie.t te zacht Bella had er slag van om huis te houden, dat moest gezegd wor den. Oliva sl'oeg de dekens terug en tuurde zoekend door de kamer. Waar waren haar kleeren gebleven? In deze kamer in geen geval. Hier was alle licht en vriendelijk; haar zwarte plunje zou zich in deze om geving onmiddellijk verraden. Maar naast de kast stond een laag leuningstoeltje, dat met matblauw brokaat overtrokken was en daarop lag een blauwe peignoir in de zelfde tint. Gisteravond was het er nog niet. Oliva lachte bij zichzelf. Bella had er zeker voor gezorgd. Ook stonden er beel dige muiltjes indezelide kleur voor het bed. Werktuigelijk greep zij er een en be keek het aandachtig. Het bleek, dat Bella, evenals haar moeder, veel van blauw hield. Weer gleed een vergenoegd glimlachje over haar gezicht. Zij draaide het kleine ding om en bemerkte, dat het splinter nieuw was. Zij schoof het aan haar voet. Wat zacht en warm! Dan stond zij op en bekeek de peignoir. Blauwe, geborduurde zijde van buiten en van binnen zacht, warm franel en ook fonkelnieuw. Neen Bella had van haar moeder niet gevergd, dat zü gedragen kleeren zou aantrekken; zij had ze zelf voor haar aangeschaft. Ontroering overmande de ernstige, stren ge vrouw. Zij trok het ongewone, luxueuse klee- dingstuk aan, dat haar als 't ware in een blauwe golf hulde. Wat was het, ondanks de koude buiten, hier lekker warm! Thuis was het opstaan steeds een huiveringwek kend gebeuren. Zoekend keek Oliva de kamer rond, doch kon geen kachel ontdek ken. Eindelijk zag zij onder de vensterban ken de radiatoren van de centrale verwar ming. Vol verbazing schudde ze haar hoofd; wat was dat doodeenvboudig! Van die dingen had zij wel eens gehoord, doch er zich nooit een voorstelling van ge maakt. Haar geweldige porceleinen kachels thuis waren heel mooi en gaven ook goed warmte, inden men maar tijd had om daar op te wachten. Doch inmiddels bleef het koud en klam; bovendien sloegen de dikke muren het heele jaar door vochtig uit. Vaag rees bij Oliva het denkbeeld op, dat het landleven toch ook aangenamer te maken was dan zij het tot dusver had ge wild. Een mensch was nooit te oud om te leeren, dacht zij en was zoo goed geluimd, als maar zelden in haar lven. Zij deed de smalle deur open, die toe gang gaf tot de badkamer, met de groote witte ladenkasten. Hier was ook een groo te spiegel naast het "enster. Oliva keek naar haar spiegelbeeld. Nu schrikte zij niet meer, als gisteren van haar beeltenis, neen vol zelfbehagen monsterde zij zichzelf. De lange slaap had haar goed gedaan. Zij had een licht blosje op haar wangen, haar oogen schitterden en de lichte peignoir, die los om haar slanke gestalte hing, /ormde met de donkere vlechten, die over haar schouders vielen, zou'n charmant geheel, dat Oliva zich sterk blozend afwendde. Doch in haar mondhoeken bleef een tevre den glimlachje spelen, toen zij weer in de badkamer was teruggekeerd. Daar geko men, stiet zij plotseling op haar eigen oude plunje. Diepe rimpels verschenen op haar voorhoofd, toen zij de zwarte massa zag. Met weerzin wendde zy haar hoofd af. Nadat ze gebaad had en haar zwarte vlechten behoorlijk tegen haar achterhoofd bevestigd waren, trok zij met half bedees de, half eigenzinnige beweging haar mooie blauwe peignoir weer aan. Het was nog stil in huis. Een blik op de klok, bewees haar, dat het pas zeven uur was. Zij ging door haar slaapkamer opende zacht de deur van het aangrenzende ver trek en keek rond. Ook hier gezellige warm te en een zachte bloemengeur. Bij het venster gekomen schoof zij de vitrages een weinig terzijde en tuurde naar buiten. De woning van Bella lag op de eerste verdie ping van een stille, smalle straat, waar men niet zou kunnen vermoeder dat in de onmiddellijke nabijheid het bruisende grootestadsleven in vollen gang was. Van links uit het huis hoorde zij half luide stemmen. Opeens was Oliva geheel oor. Vol verbazing luisterde zij. De eene, iets sterker dan de ander en met een keelgeluid die slem kende zij kende zy reeds zoolang zij kon denken. Vergis sen was onmogelijk.... De richting volgend, vanwaar de stem kwam, rukte zij wild een kleine, witte deur open. „Resi!" riep zij, „Resi!" Tranen kwamen in haar cogen; waarom wist zij niet. „Jy ondeugende bedriegster!" riep zy lachend en schreiend tegelijk, „moet ik je hier vinden?" (Wordt vervoledT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12