El Paaschen LUCHTVAART BIOSCOPEN TE LEIDEN De Dieren-Jamboree ZATERDAG 8 APRIL 1939 DE IF'^CHP rovANT VIEWE BLAD - PAG. 15 Paaschen, Paaschen luide klinke nu de slag van lerke en vinke nu de stem van mensche en dier! Paaschen, Paaschen. wijdt het vier, wijdt het licht en pint de lampen, laat den verschen wierook dampen: Hallelujah, 't juk is af van de dood en van het graf! Paaschen Paasch, opgestanden is de God, dien booze handen hadden aan het kruis gedaan: Paaschen, Paaschen vrij voortaan, heeft Hij hout en steen en ijzer overwonnen, die, verrijzer, Hallelujah, één uit al, leeft en immer leven zal! Paaschen, Paaschen dwaze mannen dachten Hem in 't graf te spannen, met Pilatus' zegelmerk: Paaschen, Paaschen. ijdel werk, ij del waken: God almachtig is verreezen, eigenkrachtig, Hallelujah, door den steen eer de zonne in 't Oosten scheen. Paaschen, Paaschen, luide klinke nu de taal van lerke en vinke, nu de taal van mensche en dier! Paaschen, Paaschen, wijdt het vier, wijdt het licht en spijst de lampen, laat de blauwen wierook dampen: Hallelujah, God is groot: overwinnaar van de dood! (G. Gezelle). EEN OUD GEBRUIK „HET VLöGGELEN" Dreigt het te ontaarden? Alle mogelijke moeite wordt gedaan om het mooie Paaschgebruilc, 't vlöggelen", te Ootmarsum een gebruik nog eenig in den lande en dat helaas dreigt te ont aarden, in goede banen te houden, maar deze moeite is vergeefsch als het publiek en speciaal de deelnemers aan het „vlögge len" niet hun volle medewerking verleenen. Tijdig heeft de Paaschcommissi e ingez:en, dat ten deze moest worden opgetreden en zij heeft zich in een huis-aan huis circu laire tot de Ootmarsumsche bevolking ge richt om er vooral voor te zorgen, dat nu alom in het land voor de weinig nog be staande oude volksgebruiken een buitenge wone belangstelling aan den dag wordt ge legd en Ootmarsum zich nog verheugen mag een reeks dezer oude gebruiken te bezitten, deze oude gebruiken, speciaal het oeroude Paaschgebruik „het vlöggelen", niet ont aarden. Door artikelen in bladen en tijdschriften is dit oude gebruik tot in alle hoeken van ons land bekend geworden, met het ge volg, dat telken jare een stroom van vreem delingen met Paschen de straten von hat oude stadje uit de middeleeuwen vul' Evenwel doet zich nu, juist tengevolge van de groote drukte, het geval voor. dat de laatste jaren het „Vlöggelen" niel geheel meer beantwoordt aan de oude irad'tie dit is zeer jammer. Er zijn eenige kleine misstanden ingeslopen, welke dén goeden gang van <.aicen eenigszins belemmeren en welke oorzaak zoude i kunnen worden van een algeheele ontaarding. Wij bedoelen hier nl. dat juist tengevolge van het meedoen van vreemdelingen, die blijkbaar niet Je ware bedoeling van het „vlöggelen" ken nen. de goede orcle wordt verstoord. En toch is dit mede-vlöggelen der vreemdelin gen niet verkeerd, rnits het ordelijk geheurt en zij zich in alles richten naar de Ootmar- summers. Wel is het te betreure", dat juist vele Ootmarsummers zich te veel afzijdig houden. Zouden zij in voldoende mate hun medewerking verleenen door ook daad werkelijk mede te doen men behoeft zich daarvoor niet te geneeren dan ren onregelmatigheden direct te overzien en door tactvol optreden beslist te vermij den. In vroeger jaren was van wanorde geen sprake. De jonge man trok zijn meisje niet in den sliert mede, maar liet haar achter „den stiepel" staat en de vader nam zijn jonge manlijke spruiten bij de hand cn van onderbreking van den slinger was niets te bekennen. Een familielid, dat met de Paaschdagen overkwam, vlöggelde ook mee en daarmede was het basta. Evenwel onze eeuw van verkeer heeft hierin veel wijzi gingen gebracht. Per fiets, auto of bus komt men in drommen naar Ootmarsum. Men vlöggelt mee en men maakt er een grapje van. terwijl de getogen Ootmarsum- mer het vlöggelen als een echt godsdien stige handeling opvat en de liederen als een Paaschhymne beschouwt. Over den oorsprong van dit eigenaardige volksgebruik heerscht wel verschil van meening. Men beweert wel eens, dat het vlöggelen zijn ontstaan zou hebben te dan ken aan het feit, dat kloosterlingen van een naburig convent, wanneer zij met Paschen Ootmarsum ter kerke kwamen, hand aan hand de stad zouden binnengetrokken zijn. Zeer waarschijnlijk is dit niet. Veel eer zal 't een overblijfsel zijn van de oude Paaschprocessies, in de Twente langer dan elders zijn blijven voortbestaan. Pastoor J. Geerdinck, die langen tijd te Ootmarsum heeft gewoond, vertelt in zijn boek „Bijdra gen tot de geschiedenis van Twente", dat daar sedert onheuglijke tijden wordt ge- vlöggeld en hij voegt er aan toe „per mo- dum processionis", dus op de wijze van een processie. Weer anderen beschouwen het als een laatste overblijfsel van de z.g. gee- selprocessie uit de 13e en 14e eeuw. Waar schijnlijk is, dat het „vlöggelen" alleen den naam van de z.g. boeteprocessies van het flagelantismc heeft behouden. Hoe het ook zij, te betreuren ware het, wanneer eventueel door verschillende oor zaken het „vlöggelen" in verval zou gera ken en daarom is het een verdienstelijk werk van de Ootmarsumsche Paaschcom- missie geweest zich hiervoor te behoeden. Eersten Paaschdag zal het vlöggelen om 5 uur aanvangen en ook alle Ootmarsum mers zullen meedoen. Dan zullen de straten weerklinken van het „Christus is opgestan- deri'5 en het „Alleluja den blijden toon", rdig en met overtuiging zal de lange menschenslinger door de straten, huizen en om de „stiepels" trekkenzoo moet het zijn! Dan geen vrees voor ontaarding! WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN DE LEEGE KERK Een medewerker van de „N. Rott. Crt." schrijft over de leegheid in de protestant- sche kerken. Hij zegt o.a.: „Men zal echter niet mogen vergeten, dat de toestanden plaatselijk zeer veel kunnen verschillen. In de gemeente die schx*ijver dezes als predikant mag dienen zijn de avondgodsdienstoefeningen geregeld veel beter bezet dan de ochtendbeurten. Vooral de vrouwen komen des avonds in dubbele getale. De kérkeraad is zich dat bewust en neemt zijn maatregelen om avonddien sten steeds meer te bevorderen. Aan den anderen kant worden de meeste extra col lectes ook des avonds ingelegd, Een kerke- raad die zóóveel verschillende goede doel einden tegenwoordig financieel moet steu nen, geeft blijk van een gezond rekentalent door 's avonds de grootste opbrengst der collecten te verwachten. Het belangrijkste van wat de (een vorig) medewerker schrijft, vinden we aan bet slot van zijn artikel. „Schrijver bepleit daar de gedachte van de open kerk". Elke poging in deze richting moet moedig ondersteund worden. Het is voor mij steeds een slag in het ge zicht als Ned. Hervormd predikant om en tree te moeten betalen bij het betreden van onze protestantsche bedehuizen. Vijf en ne gentig van de honderd vaderlandsche kex-- ken plegen 95 pet., of nog meer, tijd van de week op slot te zitten. Met veel moeite vindt men ergens een koster, die dan beminnelijk met een fooi bedacht moet worden en zijn opdringerige aanwezigheid u niet onthoudt. Dat is de man ook niet kwalijk te nemen, want de meeste „bezoekers" zijn nieuwsgie rige menschen die graag ingelicht willen worden. De werkelijk behoeftige, de geeste lijk dorstige, vrome naturen schuwen de protestantsche kerken. Ons nationaal bede huis, de Nieuwe Kerk in Delft, heeft een kantoor met loket aan den ingang. Geloo- vigen worden niet geacht.er te passeeren, alleen kunsthistorici en nieuwsgierigen. De kerk is een museum geworden, een mauso leum, geen plaats waar een levend geloo- vige komt, behalve de enkele uren dat er dienst is. •Terwijl toch juist in onzen bezet ten drukken tijd 't vrome hart in de week behoefte heeft aan een moment van vromen inkeer. Het is schrijver dezes overkomen op een uitstapje met de Hervormde Mannen- vereeniging zijner gemeente, dat hy dc Roomsche kathedraal in Oudenbosch vrije lijk kon betreden met zijn gezelschap, maar de protestantsche kathedraal in Breda niet; op een uitgave van 3 was de dagbegroo- ting dezer eenvoudige menschen niet bere kend. Waar ligt cje schuld van dit alles? Hoe kan het Protestantisme zoo ver afdwalen? Hoe kunnen onze kerkbesturen zoo dwaas handelen? De schuld ligt hierin, dat de pro testanten geen vereeringsbesf mogelijk ma ken. De vereeringsdrang is een diep reli- gieuse behoefte. Hij vindt helaas in onze protestantsche kerken nog maar weinig tegemoetkoming. Leelijke interieurs, have- iooze, stijllooze meubileering, kale muren, gesloten kerken. Daardoor is er vaak zoo groot gebrek aan liefde voor onze oude be dehuizen. Als Monumentenzorog wil taureeren, wil de kerkvoogdij liever oprui men. De kerkvoogdij ziet zich het meest gebaat bij een geriefelijk klein gebouw, goed verwarmd en met makkelijke zitplaat sen. Bij vele protestanten gaat het erom „de dominee te hooren", goede redenaars maken volle kerken. wat een mensche- lijk bedrijf, wat een menschvereering! De kansels staan in het midden, opdat de dominee maar goed gehoord kan worden. Als de dominee er niet is, kan de kerk op slot. Weg met de teere zielsverlangens, weg met de open kerk. Het Woord in het mid den, ja het gesproken Woord". NEDERLAND EN HET VATICAAN Ook dt? Avondpost wijdt een be schouwing aan het antwoord der regeering op de vragen van dr. Deckers, en merkt op, dat een afvaardiging naar de pauskro ning niet zoozeer, zooals de regeering blijkt te doen, behoeft te worden gezien als ee:: landsbelang, dan wel als een hoffeMjkheid, „èn tegenover den paus zelf èn tegenover het roomsch-katholieke deel onzer bevol king". De regeering, zich op zeer principi eel standpunt stellend, was blijl baar van oordeel, dat zulk een hoffelijl heid niet in overeenstemming was met het vroeger gevallen votum en dat boven dien thans dezelfde houding diende te worden aangenomen als bij vorige kro ningen, toen er ook geen Nedeilandsch gezant bij het Valicaan was. Het standpunt is natuurlijk te verde digen, wij geven het gaarne toe. Maar naar onze meening had een ver tegenwoordiging onzerzijds niet prin cipieel opgevat mogen worden. De Maasbode teekent hierbij aan: Deze beschouwing is in hoofdzaak in derdaad juist. Het regeeringsantwoord verwart re presentatie bij een kroning en gezant schap: het eei'ste is een beleefdheid, het tweede de behartiging van een lands belang. En daardoor wordt Nederlands ont breken, vooral by de aanwezigheid van zóó velen, een onbeleefdheid, een natuurlijk ongewilde onhoffelijkheid jegens den Paus, die de Katholieken grieft. DE POSTVLUCHTEN OP NED. INDIë. De positie der K.L.M. postvliegtuigen op de Indië-lijn was gisteravond als volgt: Op de uitreis bereikte de „Emoe" Bandoeng, de „Gier" Jod-hpoer en de „Zil verreiger", Alexandrië. Op de thuisreis landden de „Peli kaan" te Badgad en de „Valk" te Rangoon. Leopold III, een Koning, die regeert HET PARTICULIERE LEVEN VAN DEN VORST. Een Koning die van etikette houdt. (Van een bijzonderen medewerker). lederen morgen om acht uur begeelt de jongste koning van Europa zich in zijn auto van het slot Laeken naar Brussel. In het Koninklijk Paleis verschijnt hij al even punctueel als iedere staatsambtenaar. Het Brusselsche slot wordt door den Koning en zijn gezin niet voor particuliere doel einden gebruikt. Drie dagen in de week wordt Prinses Josephina Charlotte, het elf jarig dochtertje van den koning, tezamen met enkele speciaal daartoe aangewezen andere schoolkinderen onderwezen in Fr- gelsch en Fransch. Maar voor het overige dient het gebouw uitsluitend als officieel bureau-gebouw voor staatsontvangsten en audiënties. Z.M. werkt er tot half één m den middag en rijdt dan voor de koffien'aal- tijd terug naar Laeken, dat drie mijl Noor delijker dan de hoofdstad in een prachtig uitgestrekt park ligt. Het slot is ingerxcht als een particuliere villa en in alle ver trekken staan voortdurend versche bloe men. En niet alleen de gebruikelijke bloe men,maar zelfs bijzondere exemplaren van Aix'ikaansche orchideeën zou men er bij een bezoek aantreffen. Na tafel speelt Koning Leopold een party golf zooals bekend is hij een verwoed golfer en eerdaags komt hij uit in wed strijden in Engeland of wel hij houdt een officieele ontvangst. Maar de golfsport is in de laatste jaren toch wel zijn gx-oote liefhebberij geworden Wanneer hij des zomers eenige weken doorbrengt in Le Zoute dicht bij de Nederlandsche grens, dan verschynt hy dagelijks op de golflinks die men daar heeft en dan wil hy altijd heel gewoon, als elkgn anderen speler behan deld worden. Niemand mag hem groe' u en het gebeurt niet zelden dat de koning net jes in de ry moet wachten tot hij aan de beurt is. De eenige onderscheiding die hij in deze omgeving kent is de overwin ning! Na een vijfjarige regeering heeft Koning Leopold III, die pas zeven en dertig jaar oud is, zijn volk bewezen uit welk hout hij gesneden is. Tijdens de jongste kabinets-crisis riep hij THEATER HOOFDFILMS AANVANGSUUR Alexander Ragtime Band (Tyrone Po wer, Alice Faye). De drie dwaze Joc key's (Drie Ritz Bro thers). De Pastoor van Kirchfeld. (Hans Ja- ray Wiener San- gerknaben). Parys op de Huwe lijksreis. (Bing Cros by, Francisca Gaal). Rosalie (Eleanor Po wel, Nelson Eddy), Van Kwaad tot Er ger. (Stan Laui'el, Oliver Hardy). De Spoi-tkoning en. (Fernandel). De verlaten goud mijn. De Avonturen van Marco Polo. (Cary Cooper). De krachtpatser (Joe Brown). DramatLsch- muzikaal Documentair Romantische comedie Amusement Komisch Komisch Romantisch Avontuurlijk Klucht lederen avond 8.15 uur, 1e en 2e Paasch dag ook van 27 u. Zaterdag cn Woens dag 2.30 uur matinée. lederen avond 8 uur. le en 2e Paa-chdag bovendien van 27 uur. Zaterdag, Dins dag, Woensdag en Donderdag matinée. Iedex-en avond 8 uur; le en 2e Paaschdag bovendien van 27 uur; iederen dag ma tinée 2 uur. Iederen avond 8 uur; le Paaschdag boven dien van 47 uur. 2e Paaschdag boven dien te 2 uur en 4.30 uur. Dinsdag Woens dag, Donderdag va- eantie-matinée, 2.30 uur. Iederen avond 8 uur; lc en 2e Paaschdag bovendien van 27 uur; iederen matinée. Goedgekeurd v. volwassenen. Goedgekeurd v. volwassenen. Goedgekeurd volwassenen. Toelaatbaar volwassenen. op zekeren dag al zyn ministers naar Lae ken, waar zy <een uur land moesten aan- hooren, hoe zij door hun koning van achter zijn schrijftafel heel duidelijk de les gelezen werden. Hij zette by die gelegenheid uiteen dat de tijd te ernstig was voor partij-strijd en de resultaten van de nu juist gehouden verkiezingen wettigen het vermoeder, dat het Belgische volk er precies zoo over ge dacht heeft! Zijn vader. Koning Albert, heeft eens ge zegd: „Wy Coburgexs vorxnen ons eerst laat in het leven!" Bij Koning Leopold is dat evenwel niet precies uitgekomen, die werd in tegendeel bijzonder vroeg gevormd. Toen de wereldoorlog uitbrak, was hij een bieeke, opgeschoten jongen die heel erg aan zijn moeder hing en die veel weeker indruk maakte dan zijn broer Charles en zijn tem peramentvolle zuster Marie-José. Maar in de vier jaar van den oorlog werd hij al spoedig rijper. In den zomer van 1915 werd hij veertien jaar oud bij een infante- rie-regiment ingedeeld en hij bleef vier maanden onder de wapenen. Vervolgens werd hij naar Engeland ge stuurd naar het beroemde Eton-college en daar bracht hij de verdere oorlogsjaren door. Na den wapenstilstand leidde hy als Hertog van Brabant 15 jaar lang het be staan van een particulier burger, die niets méér schuwde dan den openbaarheid. Hij hoopte dat leven nog lang te kunnen voortzetten toen zijn lot plotseling door onvoorziene omstandigheden volkomen ver anderd werd. In het jaar 1934 verongelukte Koning Albert bij de beklimming van een rots te Marches-les-Dames bij Namen. Drie dagen later reed de jonge blonde Hertog van Bra bant met strak gelaat door de straten van Brussel en de menigte schreeuwde „Vive le roi! Leve de Koning!".... En anderhalf jaar later werd Koningin Astrid, de aanbeden gemalin van Leopold III, dc vrouw die hij oprecht liefhad, nabij Küssnacht in Zwitserland bij een automobiel-ongeluk gedood exi naast Ko ning Albert in het Mausoleum van Laeken bijgezel. Van dien slag heeft Koning Leo pold zich nimmer hersteld. Nog heden ten dage daalt hij iederen dag in de crypt af om eenige oogenblikken te toeven bij het graf van zijn vrouw, die hij nimmer kan vergeten. Men heeft meermalen beweerd, dat hy met huwelijksplannen rondliep, om dat hij zijn drie kinderen niet moederloos wilde laten opgroeien. Al deze geruchten missen echter elke grond. Het is zoo goed als uitgesloten dat Koning Leopold her trouwt, zoolang zijn moedex-, Koningin Eli sabeth er is om voor de kleinkinderen te zorgen op de wijze zooals zij dat doet. Koning Leopold lijkt in veel op zijn vader maar in menig opzicht is hij méér dan deze, Koning Albert, van wien de legende een soort held heeft gemaakt, was een een voudig, toegewijd monarch. Hij was in de eerste plaats gezinsmenisch en voorts de slechts-gekleede koning van zyn tyd. Leopold heeft zyn karakter geërfd en ook zijn liefde voor de bergen, maar terzelfder - tijd bezit hij van moederskant een flink heid, een schranderheid en een zekerheid) van optreden, grooter dan zijn vader be zat. Terwijl Koning Albert, die oorspron kelijk niet voor den troon bestemd was, dik wijls vry onhandig en moeizaam werkte, is zijn zoon bepaald een koning, zooals zij in de sprookjesverhalen voorkomen. Koning Albert hield ex-van onder de boeren te gaari en langdurig met hen't te praten over het weer en over de oogst. Hij was een uitge sproken vijand van alle etiketten en tot diep in zijn ziel democratisch. Leopold daar entegen is weliswaar evenzeer democraat, maar toch heel anders. Toen onlangs de Zwitsersche politic hem in den trein tus- schen Bazel en Zürich zocht om de bewa king over te nemen, vond zij den vorst ten slotte in een derde-klas coupé, waar hij met een paar Zwitsers over de kunst van hel bergbeklimmen zat te babbelen. In Belgic zelf evenwel zou hem dat niet kunnen ge beuren. Hij verlangt van zijn onderdanen het hoogste respect cn alle historische ceremonieën voerde hij weer in. Waar hy verschijnt en hoe dikwijls ook, wordt hij begeleid door een escorte motorrijders en de fotografen worden naar een vaste plaats verwezen vanwaar zy zich niet mogen ver wijderen. De Koning der Belgen is een veelbereisd man. Hij kent de Britsche, zoo goed als dc Portugeesche en Fransche koloniën. Hy was in Nederlandsch-Indië en tweemaal in. de Belgische Congo. Hij weet zoo goed als alles van zijn land en zyn koloniaal bezit. Vandaar ook dat hij nu in Brussel zulk een actieve politieke rol kan spelen en, wan neer de Vlamingen en Walen als tegenstan ders tegenover elkander staan, is hij im mer de best aangewezen scheidsrechter! _fcr. t^j7' - ts ■SE 181. Dat gaf een nieuwe schrik. „Big", gilde Joko". „Laat dat ding stoppen, of We vliegen ergens tegenop „Biggie rose gezicht werd spierwit van schrik. „Hoe moet ik dat doen0?'.' brulde hij. „Datdat weet ik juxst niet," hijgde Joko. 182. En voortdui-end kwamen ze bij de drukte. Daar lag het watervlak, bedekt met vaartuigen als, motorbooten, zeilscheepjes en kano's. En daar merkte men opeens dat et- een race-boot met razende vaart aan kwam stuiven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 15