Mama wordt opgevoed! nngS<voorC' de^uchtalweer- Een gevaarlijk moment tijdens den internationalen hockey wedstrijd Engeland Nederland, welke te Luton demonstraties in Hyde-Park is gespeeld en waarbij de gastheeren in de meerderheid bleven te Londen Minister Beek werd bij zijn aankomst te Londen door Lord Halifax be groet Z. K. H. Prins Bernhard bracht Maandag een bezoek aan de tentoonstelling „De Hofstadbloem" op Houtrust te Den Haag. Rechts van den Prins de heer Riemers, voorzitter der expositie Burgemeester mr. F. van Lanschot beproeft het gewicht van een der draagbare motorspuiten, welke door het Departement van Defensie aan de gemeente 's Hertogenbosch ziin aeschonken Hr. Ms. flottieljeleider „Tromp", die de vorige week na een reis van bijna drie maanden naar de Middellandsche Zee in Den Helder terugkeerde, is Maandag voor revisie in het dok van de Ned. Dok Mij. te Amsterdam opgenomen Het Centraal Station te Utrecht, dat onlangs door een zwaren brand geteisterd werd, wordt thans van een nieuwe overkapping voorzien FEUILLETON ROMAN VAN LO WILSDORF. Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen. 5) De beleediging van haar équipage was voor Oliva een bittere pil en zij stond op 't punt, haar vehikel en rossinant in scher pe bewoordingen te verdedigen. Doch de reiskoorts had haar met onweerstaanbare kracht aangegrepen. Eerst toen Pretorius het als een uitg- maakte zaak scheen te beschouwen, kwa men haar bezwaren en bedenkingen. Moest zij in een auto rijden? In zoo'n ding, dat als een razende stier in een stofwolk over den weg vloog? Alleen omdat het vlugger ging? Weerzien bekroop haar; een rilling voer door haar leden. Zij kreeg hartklop pingen, die haar bijna den adem benamen. Maar voor geen geld van de wereld wilde zij dat laten merken. Ja, zij wilde naar Weenen. Haar dochter wilde zij thuishalen. Maar zij wenschte te vens met eigen oogen te zien, wat daar voor aantrekkelijks was, dat nu ja dat Virgilius Pretorius er telkens heen- lokte. Hij was afgevaardigde goed. Maar ging hij er niet dikwijls heen, als er geen vergaderingen waren, om, zooals hij zei, eenvoudig eens naar het theater te gaan, of er eenige goede vrienden te bezoeken? Er was echter nog iets: Waarom was Pretorius altijd merkbaar verlegen, wan neer zij naar har dochter informeerde? Arabella was nu twee en twintig. Op dien leeftijd was Oliva reeds weduwe en moeder geweest. Pretorius- was slechts acht en veertig. Haar echtgenoot was veel ouder ge weest, toen zij hem naar het altaar volgde. Met weerzien dacht zij aan haar huwelijk, dat haar geen geluk had gebracht. Zou het zoo met elke echtverbintenis zijn? Nu haar gedachtengang deze richting had genomen, tastte zij voorzichtig verder. Was net denk baar, zou het mogelijk zijn, dat Virgilius. de vriend uit haar kinderjaren, misschien trouwplannen ten opzichte van Arabella koesterde? Neen, duizendmal neen, dat mocht niet Daarvoor zou zijn nooit haar toestemming geven! Dan schoot haar een heerlijke zo meravond uit het verleden in de herinne ring. Zijzelf, Oliva, was toen nauwelijks zeventien jaar. Virgilius uit Weenen terug gekomen, om op zijn voorvaderlijk kas teel zijn promotiefeest te vieren. Trotsch had hij haar toen zijn bul getoond. Met bevende vingers had zij de perkamentrol geopend en zich ales, wat daarop geschre ven stond, door hem laten uitleggen. Vol eerbied had ze toen tot hem, haar vriend, opgezien hij was plotseling een vreemde voor haar geworden. Een eerbiedwaardig geleerde scheen haar de vijfentwintigjarige jongeman toe. Zij was opgestaan en zonder een woord te zeggen de kampr uitgeloopen. Doelloos had zij in den donkeren tuin rondgedwaald tot zij bij toeval dengene tegen het lijf liep, voor wien zij was weg gevlucht. En hij hij had eenvoudig zijn arm om haar heen geslagen en lachend gezegd: „Na zooveel moéite verdien ik toch wel een belooning en toen toen had hij 'haar gekust; ondanks haar tegenstribbelen had hy haar trillende lippen gekust. Den volgenden morgen v/as hij naar En geland vertrokken; daarna naar Parijs. En toen hij na twee jaren terug kwam was het lot van Oliva inmiddels reeds beslist. Een volkomen vreemde, ernstige v.uuw was zij geworden; onder de heerschappij van haar moeder en grootmoeder, die met de buitenwereld niet de geringste gemeen schap onderhielden, w^rd zij zepr spoedig zooals die twee waren. En zoo was zij ge bleven. Pretorius trouwde niet en converseerde weinig met de landeigenaren uit de omge ving. Alleen de vriendschap met Oliva bleef evenals zij vroeger was Nooit werd er op het liefdestooneeltje in den donkeren tuin gezinspeeld. Vermoedelijk was hij het reeds lang vergeten. En toen na den dood van haar moeder Oliva met haar zesjarig dochtertje achterbleef, verzocht zij Preto rius. toeziende voogd over het kind te wor den. Sedert den dood van haar moeder was Oliva nog geslotener, nog bitser geworden en niemand begreep, dat dit alles geen an der doel had dan haar eigen onzekerheid te verdoezelen. Eentonig en onbewogen verstreken de ja ren, tot de tijd kwam, dat de voogd een moeilijke kwestie moest uitvechten: voor zijn pupil de toestemming van Oliva te krijgen, om te mogen studeeren. Ja, Bel la wilde studeeren. Oliva ging heftig tegen dit moderne idee te keer. Studeeren een meisje bovendien een meisje van stand, dat het niet noodig had! Oliva was zeer rijk Maar zij had geen verstand van geld óf geldswaarde, want haar persoonlijke behoeften waren uiterst bescheiden en al het zakelijke had Virgi lius Pretorius in handen. Stelde hij haar iets voor over beleggingen van kapitaal overschot, dan haaste zij zich te zeggen: „Doe jij maar zooals je 't best oordeelt". Met hem onderhandelden de kooplieden en vee handelaren, met hem rekende de rentmeester af. Toen Pretorius pp dezen gedenkwaardi- gen dag het heerenhuis verliet, had hij eerst in 't geheim een lang onderhoud met de trouwe keukenprinses Resi gehad. Het was een formeel rendez-vous, dat Pretorius met de oude vrouw mnest arran- geeren. Uit hoofde van haar hardhonrig- heid was de vrees, dat Oliva hun gesprek toevallig kon beluisteren, niet ongegrond. Zij den vischvijver in het bosch kwam zij echter nooit en daarom besloten de twee wonderlijke samenzweerders, daar hun bespreking te houden. Het onmiddellijk ge volg van deze conferentie was, dat Resi aan Oliva verlof vroeg om een zieke nicht te gaan bezoeken. Het tweede meisje, dat zeer handig was, dank zij de voortreffelijke opleiding, welke zij bij Resi had genoten, zou gedurende haar afwezigheid de hon neurs in de keuken waarnemen. Oliva kon niet anders dan dit zeer ge- motiverde verzoek inwilligen. Wel vond zij het vreeselijk jammer, dat het samen viel met haar eigen reis naar Weenen; doch zij zag in dat het tweede meisje ten slotte best voor de twee oude gezelschapsdames kon zorgen. Dus kreeg Resie vacantie. Merkwaardig was wel, dat het goede oudje dien dag met betraande oogen door het huis dwaalde,, als wilde zij van alle vertrekken afscheid nemen. Dien avond keuvelde zij nog wat met Groll, doch het ging niet van harte. Beide oude menschen waren zooveel jaren bij Oliva en haar moeder in dienst geweest, waren zoo aan eikaars gezelschap gewend, dat zij tegen deze vacantie als tegen berg opzagen. Den volgenden morgen trippelde Resi echter reeds vroeg, vóór Oliva wakker was, in haar allerbeste Zondags kleeren gesto ken, over den straatweg. Naast haat torste Groll een tamelijk zwaar valies. Hij scheen nu van het afschc.d peen weet meer te heb ben, want zijn gezicht rimpelde van verge noegdheid. Resi ging zeer deftig op reis. Bij een krmoming van den weg stond een mooie zilvergrijze auto. Van het heerenhuis uit kon men hier niet gezien worden. Dit was eenerzijds goed. doch aan den anderen kant jammer. De deftigheid, die Resi bij het instappen ter toon spreidde, eindigde in een buitengewoon onceremonieelen smak want de veerkrachtige lederen zittingen waren laag en Resi was allesbehalve licht. En toen zij zich wuivend naar Groll wendde om hem een laasten atscheidsgroet. toe te sturen, zette de auto zich zonder vorafgaan- de kenniseving in beweging, hetgeen Resi bijna haar neus had gekost. HOOFDSTUK ni. Den volgenden Zondag oz ue groote ge- burtenis, de reis van Oliva naar Weenen, werkelijkheid worden." „Neem me niet kwalijk, dat ik het vraag, maar ben je met de voorbereidingen voor je verblijf in Weenen klaar?" informeerde Pretorius. Hij wilde er blijkbaar nog iets bijvoegen en wreef over z*n voorhoofd, zooals iemand bil in0espannen geestesar beid wel eens doet 'Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9