OP DEN HOOGEN PAPANDAJAN. Mama wordt opgevoed! 3)e £&ictocHe (Bou/tmrt De hoogste autoweg van Azië leidt naar den top van den Papandajan op Java In het kokende water van den vulkaan is een ei in 5 minuten gaar De Koning en de Koningin van Engeland brachten een on-otticieel bezoek aan de gebouwen van den Graaischapsraad te Hackney. De vorstelijke bezoekers tijdens den rondgang Het Nederlandsch hockey-elftai vertrok Vrijdag naar Engeland voor den wed strijd te Luton. In den trein te Amsterdam Ook Parijs heeft nu zijn televisie. In het theater Marigny is de eerste installatie in de Fransche hoofdstad officieel in gebruik genomen. De «finishing touch Bob Glendenning, de trainer van het Nederlandsch elftal, werd Vrijdag op het Bondsbureau te Den Haag gehuldigd in verband met zijn 10-jarig jubileum bij den K.N.V B. De aflossing der wacht voor Whitehall te Londen is voor den Londenaar en voor iederen vreemdeling steeds weer een interessant gebeuren. De man schappen verlaten Whitehall te paard, om zich naar de Horseguards Parade te begeven FEUILLETON ROMAN VAN LO WILSDORF. Geautoriseerde vertaling door F. v. Velsen. Toen Oliva nog een heel klein meisje was, dat haar moedertaal nog niet geheel machtig was, kwamen er twee buitenland- sche gouvernantes in huis miss Tory, een Engelsche en madame Duval, een Fran- gaise. En aangezien de gebeurtenissen, zoo als reeds vermeld, elkaar onverwacht snel opvolgden en hun leerlinge zoo jong trouwde en moeder werd, bleven beide gouvernantes als gezelschapsdames op de villa wonen. Met een gestrengheid, die geen tegen spraak dulde, werd aan den regel vastge houden, dat gedurende de eene week Fransch en gedurende de andere Engelsch ce conversatietaal in huis was. Toen grootmama nog leefde had zij we kelijks een whistavondje, waartoe bevrien de oude dames en heeren uit den omtrek werden uitgenoodigd. Op deze kaartavond- jes sprak men klasiek Latijn. Dat was het heroïsch verleden in de eeuwenoude villa. Mevrouw von Belamy en haar gast zetten zich aan tafel, waar de twee gezelschaps dames hun plaats reeds hadden ingenomen en op het hooge gezelschap wachtten. Pretorius maakte er geen geheim van dat hij een gezonden eetlust had en aangezien het tot de gewoonten van het huis behoor de, dat onder het consumeeren van de soep niet werd gesproken, hadden de dischge- nooten zich vergenoegd met knikjes om el kaar te begroeten. Vandaag was Engelsch aan de beurt. Me vrouw gaf het teeken dat de conversatie kon beginnen: „Och, missy dear, wat ik zeggen wil.Maar zij vergat nooit, met neerbuigende beminnelijkheid ook mada- me in het gesprek te betrekken. Pretorius genoot heimelijk van het welbekende, doch nog steeds onderhoudende schouwspel: hoe Oliva onverstoord en zonder een enkele maal uit haar rol te vallen den ceremoniee- len toon bewaarde. De oude huisknecht Groll liep bedrijvig om de tafel, terwijl hij zich telkens met de schotels vergiste, omdat hij aan chronische verstrooidheid leed. De vrouw des huizes vermaande hem met een soort berusting in haar stem, want ten opzichte van zijn aangeboren vergeetachtigheid, had zij alle hoop op genezing laten varen. Pretorius was een man van de daad. Dat bewees hij ook bij het eten. Driemaal liet hij zich den schotel brengen, dan eerst nam hij van de wereld om zich heen notitie: „Die patrijzen zijn voortrefelijk, Oliva!" Deze eenvoudige bewering had een al lerzonderlingste uitwerking. Oliva liet zich achterover in haar stoel zinken en lach te. Zij lachte zoo hartelijk, zoo onbedaarlijk als niemond ooit van haar had gehoord. Pretorius staarde haar verbluft aan. Wat was zij plotseling veranderd! Haar slanke gestalte, die zij anders zoo kaarsrecht wist te houden, wiegde zich als een wilgentak in den zomerwind. Haar half geopende lip pen toonden twee rijen prachtige hagel witte tanden en over het vaalbleeke gelaat trok nu een zachte blos. Haar zilveren lach salvo's schalden als ongekende klanken door de stemmige halfdonkere eetkamer, waarvan de wanden misschien voor het eerst zulk een vroolijk geluid weerkaatsten. Ook de twee oude gouvernantes keken met blikken van onverholen verbazing na^j de vrouw des huizes. Wanneer had zij voor 't laatst gelachen? Men kon het zich abso luut niet herinneren. Lachen werkt aan stekelijk. In 't begin schudde Pretorius niet- begrijpend het hoofd, dan echter lachte hij rnet het gezelschap mee. Overal komt een eind aan; ook aan lachen, zelfs al wordt het onbedaarlijk ge noemd. Oliva droogde met haar zakdoek haar oogen af. „Neem mij niet kwalijk", wendde zij zich tot Pretorius, „maar het was ook zoo kos telijk komisch!" „Waarmee heb ik dan in 's hemelsnaam je lachlust zoo opgewekt?" informeerde hij. Hij begreep van het heele geval niets. Wat zag ze er toch jong uit; ja dat viel hem nu bijzonder op en onwillekeurig moest hij er aandenken, hoe lang het reeds geleden was, dat hij met Oliva in den tuin ravotte, naar nazette om haar lang, zware vlech ten machtig te worden. Toen lachte zij ook zoo als nu, zoo kinderlijk blij en overmoe dig. Hoe lang was dat gelden? Niet zoo heel lang „Waarmee?" en zij proestte weer kramp achtig. „Omdat jij, de koning van de ja gers, gewone jonge duiven voor patrijzen hebt gegeten!" Wederom dreigde er een lachbui los te breken, doch zij bedwong zich en haar gezicht nam weer de gewone strakke uitdrukking aan. „Neem mij niet kwalijk, ik weet niet wat me is' overko men. Maar het gebeurt ook zoo uiterst zel den, dat je je blameert, zie je. Men voelt zich bij jou vergeleken altijd zoo onwetend en nu heb ik je met. zulke primitieve mid delen verschalkt met een beetje roo- den wijn en een paar jeneverbessen...." Pretorius schudde z'n hoofd. Hij herken de z'n oude vriendin niet. Zij lachte en schertste het einde van de wereld was nabij dat stond vast! Indien hij van deze goede luim eens par tij trok en haar het geheim openbaarde, dat hem zoo drukte? Niet alleen hem, maar ook haar dochter Arabella, wier voogd hij was. Zou hij het wagen? Eens zou het toch moeten gebeuren Inmiddels was het souper afgeloopen en gaf mevrouw, nu weer stijf-deftig, het tee ken tot opstaan. Volgens eeuwenoude gewoonte werd de koffie in de veranda opgediend. De twee gezelschapsdames verwijderden zich na een ceremonieel knikje en Oliva bleef met haar gast alleen. De zon was in het Westen achter de bergen verdwenen en ofschoon het nog zeer warm was, kon men toch vrijer ademen. Terwijl Oliva de geurige koffie in de kopjes schonk en er daarna Pretorius een toeschoof, zei ze: „Je b ent toch niet boos op mij Virgi- lis? Je bent zoo stil." Juist wilde hij haar antwoorden, toen de oude dienstbode Resi vor de geopende deur "erscheen. „Mevrouw, de kinderen zijn gekomen", zei ze op eerbiedigen toon. Pretorius slaakte anmerkbaar een zucht van verlichting, want hij was blij, dat hij niet verplicht was te spreken ofschoon hij zichzelf een lafaard schold. Tijd gewon nen, alles gewonnen, dacht hij. Hij zei echter: „Welke kinderen in 's hemelsnaam?' ,,'t Is vandaag immers frambozenfeest, weet je dat niet meer? Onze dorpskinderen zien het heele jaar met verlangen naai deze cagen uit." „En morgen vergaat het heele dorp van de buikpijn", bromde Resi. „Wil ik de frambozen ronddeelen, of doet mevrouw het kever zelf?" vroeg ze hardop. „Ik ga met je mee", antwoordde Oliva met een zuchtje. „Heb je de mandjes klaar gezet?" Dan tot Pretorius: „Neem me niet kwalijk, dat ik je even alleen laat; ik ben weer gauw terug. Je hebt juist den tijd ge noeg voor een dutje." HOOFDSTUK II. Sedert dzen snikheeten zomerdag wa ren vier maanden verloopen en de dagen hadden elkaar in ongestoorde regelmaat opgevolgd. Mevrouw von Belamy bewoog zich weer automatisch in het kringetje van haar dagelijksche plichten, waardig als al tijd en tegelijk eenigszins hoogmoedig. De twee oude gouvernantes zagen haar slechts 'oij de maaltijden, zooals de huisregel dat voorschreef. Vreemd en eigenaardig was het, dat deze twee buitenlandsche vrou wen, die reeds meer dan dertig jaar onder hetzelfde dak hadden gewoond, nooit ver trouwelijk met elkaar waren geworden. Ieder voor zich doodde den tijd met haar eigen liefhebberij. Miss Tory kweekte met hartstochtelijken ijver kanarievogels en haar broedsels zouden op een tentoonstel ling geen slecht figuur geslagen hebben. Zij ging met niemand om en scheen daaraan ook geen behoefte te hebben. Heel anders was het met de dikke ma dame Duval. Die was, trots haar corpu lentie, overal bij in het dorp. Levendig en spraakzaam van aard, was zij met de dor pelingen op vriendschappelijken voet. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9