Daladiers antwoord aan Mussolini Frankrijk vastberaden, maar niet onverzoenlijk Nimmer heeft Rome duidelijke eischen gesteld „Alles Is afgeloopen", zegt Miaja DONDERDAG 30 MAART 1939 OF IFMWMF ro?n?ANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 KRACHTIGE, VREDELIEVENDE REDE VAN FRANSCHEN PREMIER Beroep op allen, die een edelmoedig hart hebben De Fransche ministerpresident Daladier heeft gisteravond voor de radio een rede voering uitgesproken, waarin hij zeide, zich te richten tot de Franschen en tot al de genen in de wereld, die een loyaal en edel moedig hart hebben. „Er is een taal, zeide de premier, die geen enkele vertaling behoeft om door allen be grepen te worden: de taal van het hart. Wanneer wij tegenover elkander zouden staan: gij, die naar mij luistert met uw kin deren naast u, en ik met de gedachte dat mijn zoons naast mij staan, dan zouden wij elkander begrijpen op hetzelfde oogenblik, waarop onze blikken elkander zouden ont moeten. Wij zouden ons gelijkelijk bewust zijn van de vreeselijke moeilijkheden van thans en wij zouden dezelfde hoop op de toekomst hebben. Wij zouden woorden noch zinnen noodig hebben om te begrijpen, dat wij allen slechts denken aan de handhaving van den vrede in eer, waardigheid en vrij heid des vaderslands". „Ieder van ons" zoo vervolgde Daladier „vraagt zich af of het land niet bedreigd wordt, of de naburen betrouwbaar zijn. De onzekerheid verplicht de regeering voor zorgsmaatregelen te nemen. Verdragen worden onderteekend, maar zelfs vóór dat zij van kracht geworden zijn, vormen zij voor den eenen reeds geen waarborg meer en voor den anderen geen hinderpaal. Zij, die niet handelend optreden, voelen zich de medeplichtigen van het geweld en zij, die wel handelend optreden, vreezen geweld uit te lokken. Overal vernielt een krank zinnige herbewapening iedere andere be drijvigheid. Hoe zouden de. menschen nog vrij kunnen handelen en denken? Door een gelijke fataliteit, doordat ongerustheid nieuwe ongerustheid wekte, en bewape ningen nieuwe bewapeningen uitlokte, is er reeds vele malen oorlog ontketend. Deze toestand maakt het mij tot een plicht u hedenavond te zeggen wat Frankrijk wil, wat zijn kracht is en wat zijn vaste be sluit. „Wat wil Frankrijk?" Een vrede van vrije menschen. Wat is de kracht van Frankrijk? Zijn moreele en materieele eenheid, die eens te meer tegenover het gevaar verwezenlijkt is. Wat is het vast besluit van Frankrijk? Zijn ideaal, zijn rechten te verdedigen. Nooit is Frankrijk eendrachtiger, vast beradener, sterker geweest. Het hoopt dat de vrede gered zal worden, want het haat den oorlog. Maar wanneer het oorlog zou worden opgelegd of wanneer het voor den oorlog werd gesteld als voor het eenige alternatief voor verval of eerloosheid dan zou het in één aandrift opstaan om zijn vrijheid te verdedigen. Frankrijk is in staat die vrijheid te behouden. FRANKRIJK WAS GEWAARSCHUWD. Gealarmeerd door de wanorde in Europa en de wereld, hebben de Franschen begre pen dat ter beveiliging van hun welzijn een groote inspanning noodzakelijk was. Zij hebben die tot stand gebracht; de toegeno men arbeid, het gezonde krachtige beheer der openbare financiën, de aanvaarding van onvermijdelijke offers hadden reeds nut tige resultaten afgeworpen. De economische toestand verbeterde, zooals blijkt uit de cijfers der Fransche productie. De franc hield zich krachtig op de door ons vastge stelde lijn; de landsverdediging werd stevig gewaarborgd; de internationale crisis, die uitbarstte, kwam dus niet op een zwak en Uit het veld geslagen Frankrijk neer. In tegendeel, ondanks de internationale crisis zet Frankrijk zijn herstel voort. De produc tie stijgt, de werkloosheid neemt af; de munt is een der hechtste. Tegenover de toenemende gevaren moest Frankrijk een toeneming van zijn macht stellen. Daar ik bezield was door een dui delijk inzicht in deze noodzakelijkheden heb ik volmachten gevraagd voor een periode gedurende welke de vrede in gevaar kan komen. Frankrijks kracht. Weet gij wel wat de Fransche kracht be- teekent? Zij bestaat uit dat geheel van prachtige legers, welker leiders en man schappen, geschoold door een langdurige ervaring, eensgezind door dezelfde ge dachten, één enkel blok vormen zonder dat zij iets verliezen hunner individueele deug den. De Fransche kracht vindt haar steun in een rijk en evenwichtig land, welks vruchtbare bodem door het taaie streven van onze landbouwers beveiliging g> tegen armoede en hongersnood. Fransche kracht is in de geheele wereld aanwezig, in onze verste bezittingen. De Fransche kracht tenslotte ligt in de vriendschappen van .Frankrijk, die vastgelegd zijn in onze ac- coorden, en in die, waarbij Frankrijk zich spontaan aansluit bij de vrije volken en bij de lijdende volken. In de verwarring der tegenwoordige we reld worden nieuwe levensdefinities voor gesteld aan de beklemde volken om daar mede de oudste praktijken en de oudste lap middelen te verhullen. Slavernij noemt men vrijwillige instemming, wanhoop noemt men levenstrots. Vernieling der mensche- lijke waarden noemt men vooruitgang. Men beweert de menschen te redden, terwijl men ze naar den ondergang leidt. Wij zullen nooit aanvaarden dat de be trekkingen van volk tot volk slechts door geweld geregeld worden. Wat voor ons, Franschen, de betrekkingen regelt, zijn in de eerste plaats de rechtvaardigheid en het recht. En pas wanneer die verdwijnen en het geweld ontketend wordt, wordt toe vlucht tot geweld een onvermijdelijke plicht. DE BETREKKINGEN MET ITALIë Laat de feiten spreken Spr. komt thans op de betrekkingen met Italië en hij herinnert eraan, dat op 7 Ja nuari 1935 te Rome de Fransch-Italiaan- sche accoorden werden onderteekend. De accoorden van Rome waren bestemd de hangende kwesties definitief te regelen en te liquideeren. Er waren regelingen in opgenomen waarbij Italië rectificaties van grenzen en zekere gebieden zou verkrijgen alsook economische voordeelen en Frank rijk een geleidelijke wijziging van het sta tuut der Italianen in Tunis in etappen en wel in de jaren 1945, 1955 en 1965. Frank rijk heeft een begin gemaakt met het uit voeren van deze accoorden. Nooit hebben wij de geldigheid der accoorden in het geding gebracht, noch tijdens de verove ring van Abessinië, noch later bij de offi- cieele besprekingen in het voorjaar van 1938 of ten tijde van de erkenning van het Italiaansche keizerrijk en van de be noeming van FrangoisPoncet tot ambas sadeur te Rome. Pas op 17 December 1938 heeft graaf Ciano schriftelijk medegedeeld, dat hij de accoorden van 1935 niet meer geldig achtte, en Mussolini heeft in zijn redevoering van j.l. Zondag woordelijk verklaard: „Wij vragen de wereld niet te oordeelen, maar wij wenschen dat de wereld op de hoogte is. In de nota van 17 December zijn de FransehItaliaansche problemen duidelijk gesteld. Het zijn koloniale problemen. Zij heeten Tunis, Dzjiboeti, Suez-kanaal". Deze mededeeling heeft de internationale publieke opinie zeer verrast. Het beroep op de nota van 17 December vestigde de meening, dat hier de Italiaansche eischen nauwkeurig waren omschreven. De geheele perscampagne deed denken, dat op dien datum concrete eischen waren gesteld aan Frankrijk en dat Frankrijk er niet op heeft geantwoord. Wat staat er in den brief van 17 Decem ber? Niets anders, dan dat volgens Italië het accoord van 1935 vervallen is. Italië tracht in deze nota zijn houding te rechtvaardigen. Het belangrijkste argu ment is daarbij het volgende: de verove ring van Abessinië en de stichting van het Italiaansche keizerrijk hebben nieuwe Ita liaansche rechten geschapen. Ik behoef u niet te zeggen, dat wjj dit argument niet kunnen aanvaarden. Want dit beteekent, dat elke nieuwe verovering en elke nieu we concessie nieuwe rechten zouden scheppen. Op deze wijze zouden alle eischen die ons gesteld zouden worden den weg openen naar nieuwe eischen. Boven dien, ik herhaal het, werd in den brief van 17 December geen enkele eisch geformu leerd. Wil men volhouden dat de eischen ons zijn kenbaar gemaakt door artikelen in de pers of door kreten op straat? In dat geval kan ik volstaan met te zeggen, dat ook het standpunt van Frankrijk terstond is bekend gemaakt. Ik heb gezegd en ik herhaal, dat wij geen duimbreed van ons grondgebied zul len afstaan en geen van onze rechten. Frankrijk heeft de accoorden van 1935 onderteekend. Trouw aan zijn verplichtingen, is Frank rijk bereid de volledige en loyale uitvoe ring er van voort te zetten. In de geest en de billijkheid dezer accoorden weigert het geenszins voorstel len, welke het zouden worden gedaan, te overwegen. Ik wil ook, nu ik spreek van de Fransch Ituliaansche betrekkingen, de verzinsels, welke worden verspreid omtrent den toe stand der 94.000 Italianen, die in Tunis met 108.000 Franschen en ca. 2 y, millioen mohammedanen samenwonen, rechtzetten. Men beweert, dat de Italianen worden mishandeld en vervolgd; dit zijn fabeltjes. Integendeel, zij profiteeren allen van het meest liberale regime voor henzelf en voor hun kinderen. Indien het nog noodig is, aan te toonen welk gevoel van rechtvaardigheid, van hoffelijkheid, de Franschen ten opzichte van de Italianen aan den dag leggen, laat mij dan als voorbeeld noemen de 900.000 Italianen, die in ons vaderland wonen. Hebben zij zich te beklagen over de Fransche gastvrijheid? Zijn zij niet geluk kig te leven onder de bescherming van onze wetten en vrijheden? Ook op dit ge bied, evenals op alle andere, blijft Frank rijk trouw aan zijn hoogste tradities. Ook ten opzichte van het groote buur- volk, waarmee wij zooveel conflicten had den, heeft Frankrijk niet opgehouden zijn goeden wil te toonen. Wij teekenden de accoorden van München en eenige maan den later de FranschDuitsche verklaring. Nog bezield door den geest dezer verkla ring zonden wij een missie naar Berlijn er te onderhandelen over een econo misch accoord, de onmisbare basis voor een duurzame samenwerking. Maar zooals ik in den Senaat heb gezegd, hebben de verovering van Tsjecho-Slowa- kije en de bezetting van Praag door de Duit sche legers aan onze pogingen een harden toegebracht. Jarenlang had men ons gesproken over het zelfbeschikkingsrecht der volken om daarmee zekere handelin gen te rechtvaardigen. Daarna sprak men van „natuurlijke aspiraties". En thans spreekt men over „levensruimte", welke slechts de voortdurende vernieuwing is van de veroveringszucht. Zou Europa dan niet op haar hoede zijn? Ieder weet, dat een oorlog een ramp zou zijn voor alle landen. Geen enkel zou voor verwoesting gespaard blijven. Wij willen De bomexplosie op Hammersmith Bridge te Londen. - Experts stellen een onderzoek in op de plaats der ontploffing iets dergelijks niet. Wij willen Europa helpen zidhzelf te redden. In naam van mijn land noodig ik alle mogendheden, die denken als wij, tot me dewerking uit, alle landen, die als wij be reid zijn den weg des vredes te vervolgen, maar die zich tegenover den aanval zou den aaneensluiten. Ik weet, dat deze woorden, die het stand punt van Frankrijk bepalen, een broeder lijke echo zullen vinden in den boezem der bevriende naties in geheel Europa, aan de overzijde van het Kanaal en van den Atlantischen Oceaan. Wanneer de Fransch Britsche samenwerking zoo volkomen is als thans, dan komt dat doordat Frankrijk en Groot-Brittannië gelijk denken over al deze problemen. Zij streven dezelfde doel einden met dezelfde middelen na. Ik kan dus de hoop voeden, dat alle redelijke menschen en zij wonen in alle landen deze taal van redelijkheid zullen ver- •staan. Zij zullen bespeuren, dat die taal vrij is van bedreigingen, dat zij niemands vernedering zoekt, zij zullen er het be wijs in zien, dat Frankrijk zijn onaange taste en vurige kracht geh^l in dienst stelt van den vrede. Wat Frankrijk, ons vaderland betreft, niets zal het zich doen afwenden van het lot, dat het vrijelijk gekozen hetft in het heldere bewust-zijn van zijn rechten en zijn kracht. Opnieuw wil het de wereld toonen, wat arbeid vermag, wanneer htf geen ander doel heeft dan de waardigheid der menschen te dienen, wat moed vermag wanneer hij geen anderen gids kent dan de rechtvaardigheid wat opofferingsgezind heid vermag, wanneer zij slechts aan vaard wordt voor het heil van de vrijheid" DE REPUBLIKEINEN CAPITULEEREN EEN ONVERWACHT SNELLE OVERGAVE. Valencia heeft zich overgegeven en de rechtsche troepen zijn er om 17 uur gisternamiddag binnengerukt. Het omroepstation te Albacette heeft medegedeeld, dat de stad zich aan de zijde van Franco schaart. Ook Carthagena meldt, dat de be volking de rechtsche zijde heeft geko zen. Te Burgos is verder een uitzending opgevangen, waarin gezegd wordt, dat de stad zich aan Franco overgeeft. Volgens te Burgos ontvangen berich ten hebben de steden Ciudad Real, Cuenca, Murcia, Almeria en Jaen zich aangesloten bij Franco. Voorts is een draadloos bericht opgevangen, dat Valladolid zich heeft overgegeven, zoodat bijna alle groote steden uit het republikeinsche Spanje zich thans hebben onderworpen. Uit Burgos wordt vernomen, dat de plotselinge overgave van groote dee- len van het republikeinsche gebied niet door de nationalisten was verwacht en dat zij derhalve voor groote moeilijk heden staan bij de organisatie der hulp verleening. Valencia heeft zich gistermiddag kort voor één uur overgegeven. Terwijl recht sche vliegtuigen boven de stad kruisten, kwamen de phalangisten uit hun schuil hoeken te voorschijn en namen de open bare gebouwen in bezit. De menigte begon op straat te betoogen, onder het roepen van „de zege aan Franco' lang leve Spanje". Na den val van Madrid zyn de rechtsche troepen, zonder tegenstand te ontmoeten, over en diepte van ruim 70 K.M. opgerukt. De opmarsch in Andaluzië heeft een even snel verloop. Te Valencia werd gistermiddag draad loos aan het radiostation van de Spaan- sche phalanx te Valladolid medegedeeld, dat de republikeinsche luchtmacht te Va lencia zich ter beschikking van Franco had gesteld. DE VERDEDIGINGSRAAD TE VALENCIA GEARRESTEERD. Slechts Miaja en Casado ontkomen. Met uitzon dering van Miaja en Casado zijn alle leden van re republikeinschen ver- dedigingsraad te Valencia in hechtenis ge nomen. Gisterochtend te elf uur is Miaja aan boord van een vliegtuig op het vliegveld Sipia bij Oran aangekomen. Hij werd be groet door verscheidene Spaansche officie ren, die eerder waren aangekomen en be perkte zich er toe te zeggen: „Alles is af geloopen". Gisteren zijn 25 republikeinsche vliegtui gen te Ordu gedaald. EEN COMMENTAAR VAN Dl „OSSERVATORE ROMANO". De „Osservatore Romano" verheugt zich er over, dat met den val van Madrid een einde is gekomen aan den burgeroorlog in Spanje. „Allen, die dezen oorlog met chris telijke gevoelens hebben gadeslagen, aldus het blad, kunnen den Tïeer voor deze ge beurtenis slechts danken, want Spanje keert terug tot het geloof zijner vaderen." Het blad wijt den burgeroorlog aan den geloofsafval en de actie van anti-christe lijke groepen en legt den nadruk op de be- teekenis van den godsdienstigen factor in het herstelwerk, waaraan het nieuwe Span je zich zal moeten wijden: „Een tot vrede gebracht en vreedzaam Spuanje vormt een niet te onderschatten moreele en politieke bijdrage voor Europa, dat noch tot vrede gebracht noch vreedzaam is. De overwin ning van Franco heeft reeds slagboomen doen verdwijnen en zal, naar in hooge krin gen verklaard is, medewerken aan de slechting van andere barrières". DE HOUDING DER VEREENIGDE STATEN. Men gelooft, dat de regeering der Ver- eenigde Staten zal trachten eenigen waar borg voor clementie tegenover de verslagen Spaansche republikeinen te verkrijgen, al vorens zij verder zal gaan op den weg naar erkenning van Franco. Huil heeft gister ochtend een onderhoud gehad met Roose velt en later laten doorschemeren, dat de kwestie van erkenning overwogen wordt, evenals de eventueele opheffing van het embargo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 7