De nieuwe status van
Slowakije
Onder Duitsche bescherming
Grensincidenten met de Hongaren
BUITENLAND
BINNENLAND
VRIJDAG 24 MAART 1939
DE LFJDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
DE GRENS STOND NOG
NIET VAST.
Sterke Hongaarsche gemotoriseerde af-
cleelingen en infanterie, komende uit de
Karpathische Oekraïne, doch ook uit het
Zuiden, zijn volgens een bericht uit wel
ingelichte bron te Bratislava, de Slowaak-
sche grens overgegaan.
De stad Michalevce, op 16 K.M. van de
Hongaarsche grens, is, naar gemeld wordt,
feitelijk door Hongaarsche troepen om
singeld.
Hongaarsche vliegtuigen zijn boven de
stad Presov, op 32 K.M. over de Slowaak-
sche grens, verschenen, doch zij hebben
geen bommen uitgestrooid. Slowaaksche
troepen bieden tegenstand aan den aanval
en gemeld wordt, dat zich kleine gevech
ten hebben voorgedaan, waarbij aan beide
zijden dooden en gewonden zijn gevallen.
Berlijn is door de Slowaaksche regee
ring van het gebeurde in kennis gesteld
doch het is nog niet bekend of gevraagd is
om- Duitsche militaire hulp.
EEN SLOWAAKSCH ULTIMATUM AAN
HONGARIJE.
Er is gisteren een formeele nota door
Bratislava aan Boedapest gezonden tegen
de schending van Slowaaksch gebied door
Hongaarsche troepen. Een beyrecligend ant
woord werd binnen enkele uren geëischt.
De minister van buitenlandsche zaken der
regeering le Bratislava heeft een telegram
gezonden aan den Hongaarschen minister
van buitenlandsche zaken, waarin hij er
tegen protesteert, dat Hongaarsche troepen
uit Rusinko (Karpathische Oekraïne) Slo
waaksch grondgebied zijn binnengedrongen
en daar militaire operaties zouden ten uit
voer brengen
In zijn antwoord aan den Slowaakschen
minister van buitenlandsche zaken heeft
minster graaf Csaky beloofd direct een
onderzoek te zullen laten instellen, waar
van hij het resultaat aan de Slowaaksche
regeering zal mededeelen.
Tegelijkertijd heeft de minister er de re
geering te Bratislava opmerkzaam op ge
maakt, dat de Oostelijke grens van Slowa
kije nimmer was vastgesteld en dat het der
halve mogelijk is, dat uit deze omstandig
heid een eventueel plaatselijk geschil tus-
schen Hongaarsche en Slowaaksche troepen
ontstond.
Van militaire operaties kan echter geen
sprake zijn.
Volgens inlichtingen verkregen bij de mi
litaire autoriteiten te Presov, zijn de Hon
gaarsche troepen te middernacht In den
nacht van Woensdag op Donderdag de grens
tusschen Slowakije en de Karpatho-
Oekraine overgetrokken. Om tien uur gis
terochtend hadden zij Sobrance en een half
Tiur later Kakna Roztoka en Fekisovce be
zet, vanwaar zij direct verder trokken. Om
2 uur gistermiddag begonnen de Hongaar
sche troepen zich plotseling terug te trek
ken. Laat in den avond bevonden de Hon
garen zich nog op Slowaaksch gebied, doch
de Slowaaksche autoriteiten, die verster
kingen naar de grens hadden gezonden,
gaven dezen order, naar Presov terug te
fkeeren.
NIETS BIJZONDERS, MEENT BERLIJN.
De grens moet daar gecorrigeerd worden.
De bezetting door Hongarije van eenige
Oekrainsche gemeenten in Oost-Slowakije
■beschouwt men in welingelichte politieke
kringen te Berlijn als een uitvloeisel van de
arbitrage van Ween en, waarbij deze ge
bieden, die meerendeels door Oekrainers
bevolkt zouden zijn, aan Hongarije zouden
zijn beloofd. Men schijnt te Berlijn het
Hongaarsche standpunt te deelen, volgens
hetwelk men nog niet van een Slowaaksche
Oostgrens zou kunnen spreken, aangezien
cle tot dusverre bestaande grens door de
Tsjechische bewindhebbers is vastgesteld,
zonder met het ethnische standpunt reke
ning te houden. Onder deze omstandig
heden is er, zoo zegt men te Berlijn, alle
aanleiding om aan te nemen, dat het Hon
gaarsche optreden, dat in zyn objectief zeer
beperkt is, tot geenerlei verwikkelingen
tusschen Hongarije eenerzijds en Slowakije
en Duitschland anderzijds zal leiden.
DE POLITIEKE STATUS VAN
SLOWAKIJE.
Duitsch-Slowaaksche overeenkomst
gesloten.
Om half één gistermiddag is te Berlijn
een overeenkomst geteekend tusschen de
regeering van Slowakije en de Ryksregee-
ring inzake den politieken status van Slo
wakije.
In de inleiding wordt gezegd, dat de
Duitsche diplomatieke regeering, nadat de
Slowaaksche staat zich onder bescherming
van het rijk had gesteld, met Slowakije is
overeengekomen de daaruit voortvloeiende
gevolgen in een verdrag vast te leggen. Te
dien einde zijn de volgende bepalingen
overeengekomen:
Artikel 1. Het Duitsche rijk neemt de
bescherming op zich van de politieke onaf
hankelijkheid van den Slowaakschen staat
en de onschendbaarheid van zijn gebied.
Artikel 2. Voor de ten uitvoerlegging
van de door het Duitsche rijk overgenomen
bescherming heeft de Duitsche weermacht
te allen tijde het recht in een zóne, be
grensd ten Westen door de grens van den
Slowaakschen staat en ten Oosten door de
algemeene lijn: Oostrand van de Kleine
Kerpathen, de Witte Karpathen en den
Oostrand van het Javi-rnik-gebergte, mili
taire posities in te richten en in de door
haar noodig geachte sterkte bezet te hou
den.
De Slowaaksche regeering zal er voor
zorgen, dat de voor deze stellingen noodige
grond ter beschikking zal worden gesteld
van de Duitsche weermacht.
Voorts zal de Slowaaksche regiering toe
stemmen in een regeling, welke noodig is
om den Duitschen troepen vrijstelling te
verleenen van douanerechten voor hun ap
proviandeering, zoomede voor de leverin
gen uit Duitschland ten behoeve van de
militaire inrichtingen.
In de bovenomschreven zóne worden de
militaire souvereiniteitsrechten uitgeoefend
door de Duitsche weermacht. Personen van
Duitsche staatsburgerschap, die op grond
van een particuliere overeenkomst te werk
gesteld zijn aan de inrichting der militaire
stellingen in genoemde zóne, staan op dat
punt onder de Duitsche rechtspraak.
Artikel 3. De Slowaaksche regeering zal
haar eigen militaire krachten in nauw over
leg met de Duitsche weermacht organisee-
ren.
Artikel 4. Overeenkomstig de aangegane
beschermingsovereenkomst zal de Slowaak
sche regeering haar buitenlandsche poli
tiek steeds voeren in overeenstemming met
de Duitsche regeering.
Artikel 5. Deze overeenkomst treedt bij
de onderteekening direct in werking en
geldt voor 25 jaar De beide regeeringen
zullen zich voor den afloop van dezen ter
mijn tijdig met elkander verstaan voor een
verlenging.
Hitier te Bratislava verwacht.
Na de onderteekening van het Duitsch-
Slowaaksche accoord verwacht men zeer
spoedig een bezoek van Hitier aan Bratis
lava. Zonder twijfel zal het bezoek nog
vóór 1 April gebracht worden.
DUITSCHLAND
SABOTAGE BIJ DE SKODA-
FABRIEKEN.
De Praagsche correspondent van de
„Daily Telegraph" meldt, dat de Gestapo
bij de wapenfabrieken van Skoda te
Plzen (Pilsen) meer dan honderd arbei
ders, die van sabotage verdacht werden,
gearresteerd heeft. Eenige belangrijke
machines, aldus verluidt, waren zóó ern
stig beschadigd, dat zij voor tenminste
zes weken niet gebruikt zullen kunnen
worden.
ENGELAND
HET AFSCHEID VAN LEBRUN.
„Vrijheid sterker dan iedere as."
De Britsche pers wenscht hedenochtend
met droefheid den president van Frankrijk,
Lebrun en zijn echtgenoote, vaarwel. De.
Fransche gasten waren zóó populair, dat
men algemeen betreurt, dat zoo spoedig een
einde komt aan het officieele bezoek.
Het hoogtepunt van het bezoek werd gis
teravond bereikt bij de speciale voorstel-
lii:yg op het plein van het India Office,
welke behalve door de Fransche gasten,
werd bijgewoond door de geheele Konink
lijke Familie en ongeveer 500 diplomaten,
regeeringsfunctionarissen en vertegenwoor-'
digers van de weermacht.
Het slot-tableau van de voorstelling sym
boliseerde de Fransch-Britsche kameraad
schap in alle gevaai. Brittannië kwam op
he+ tooneel, omringd door Fransche poilus,
terwijl Marianne beschermd werd door
Britsche tommies in oorlogsuitrusting.
In de epiloog werd gesproken van Frank
rijk en Engeland als twes. landen, die vrij
heid nog steeds een kostbaar bezit achten.
Kef slot van de epiloog luidde:
„Vrijheid zal blijken een sterkere band te
zijn, dat iedere as van eenig rad.*
Een hartelijk afscheid
Vanochtend kwart voor tien is president
Lebrun met zijn echtgenoote per auto van
Buckingham Palace vertrokken om naar
Victoria Station te gaan, teneinde de terug
reis te aanvaarden.
De Fransche president werd vergezeld
door den Koning, Koningin Elisabeth en de
prinsesjes Elizabeth en Margaret Rose.
Het feit, dat de Britsche koninklijke
familie den president uitgeleide deed is
een bijzonder kenmerk voor de Britsch-
Fransche vriendschap, aangezien men
eerst vernachtte, dat de president en zijn
echtgenoote alleen naar het station zouden
gaan en zij reeds in het paleis afsoheid
hadden genomen van het koninklijke
gezin.
RUSLAND
MAARSCHALK BLUECHER
BLIJFT WEG.
Gisteren is ten onrechte gemeld, dat
maarschalk Bluecher gekozen was in het
politieke bureau. Deze onjuistheid is door
een seinfout ontstaan. Blücher is integen
deel uit het centrale comité verdwenen.
ROEMENIË
HANDELSVERDRAG MET
DUITSCHLAND GESLOTEN
ONTWIKKELING EN ORIENTEERING
VAN DEN LANDBOUW.
Fusie op industrieel terrein.
Na vrij langdurige en in vriendschappe-
lijken geest gevoerde onderhandelingen
werd gisteren te Boekarest de Duitsch
Roemeensche overeenkomst geteekend,
welke den grondslag vormt voor een ver
dere uitbreiding der wederzijdsche han
delsbetrekkingen
In een hierover uitgegeven communiqué
wordt o.a. gezegd, dat de Duitsche en de
Roemeensche regeering het erover eens
zijn, dat de productie van Roemenië nog
vérstrekkende mogelijkheden tot ontwik
keling behelst. De Roemeensche productie
kan door een doelmatige organisatie wor
den opgevoerd, waardoor zij in de aan
Roemenië grenzende gebieden en in Groot-
Duitschland een ruimer afzetgebied kan
vinden. In de nieuwe overeenkomst heeft
Duitschland zich bereid verklaard, zijn er
varing op het gebied van den land- en
boschbouw ter beschikking te stellen en
dt industrieelc installaties te leveren.
Het verdrag bepaalt, dat als aanvulling op
't bestaande Duitsch-Roemeensche handels
verdrag een economisch plan, "dat zich
o\er verscheidene jaren zal uitstrekken,
zai worden opgesteld. Dit economisch plan
zoi de Duitsche invoerbehpeften moeten
bevredigen en rekening moeten houden
zoowel met de binnenlandsche behoeften
van Roemenië als met het noodzakelijke
handelsverkeer tusschen Roemenië en de
overige landen.
Dit economische plan dient zich in
de eerste plaats te richten naar de ont
wikkeling en de oriënteering van de
Roemeensche landbouwproductie Hier
bij zal o.a. voorzien worden in het ver
bouwen van nieuwe landbouwproduc
ten en in de verhooging van de pro
ducten, welke reeds verbouwd worden,
met name van veevoeder, oliezaden
en vezelplanten.
Ook zal aandacht geschonken worden
aan de ontwikkeling van den Roeraeen-
schen boschbouw.
Het plan voorziet in de levering van
machines en installaties voor den Roemeen-
schen mijnbouw. Duitsch-Roemeensche
maatschappijen zullen worden opgericht
ter exploitatie van het koper-zwavelkies in
de Dobroedzja, van het chroomerts in de
Banaat en het mangaanerts in de streek
van Vatra Dcrnei-Brostem.
Voorts zullen de bauxietvoorraden ge
ëxploiteerd worden en zal een aluminium-
industrie worden opgericht.
Een Duitsch-Roemeensche maatschappij
zal de minerale oliebronnen exploiteeren
en een program opstellen voor het boren
en distribueeren der oliën.
Voort voortziet het economische plan
in een fusie op industrieel gebied.
Vrije zones zullen tot standkomen, waar
in industrie- en handelsondernemingen zul
len worden opgericht. In deze vrije zones
zullen tevens pakhuizen en in richtingen
voor het overladen ten behoeve van de
Duitsche scheepvaart gebouwd worden.
Het'economische plan behelst boven
dien het leveren van oorlogsmateriaal
en uitrustingstukken voor het Roe
meensche leger, do marine, de lucht
macht en de bewapeningsindustrie, als
mede de oprichting van openbare be
drijven.
Met de uitvoering van het verdrag wor
den de krachtens het handelsverdrag van
23 Maart 1935 ingestelde regeeringscom-
missies belast.
Het verdrag treedt een maand na de uit
wisseling der ratificatie-oorkonden, het
geen zoo spoedig mogelijk in Berlijn zal
plaats hebben, in werking.
Het verdrag is geldig tot 31 Maart 1944.
Wordt het niet een jaar voor dit tijdstip
opgezegd, dan geldt het als voor onbepaal-
dtn tijd verlengd. Het is dan, met inacht
neming van een termijn van 1 jaar, tot het
emde van telkens een kwartaal, opzegbaar.
DE BETREKKINGEN TUSSCHEN
ROMENIE EN HONGARIJE.
Het schijnt, dat de Roemeensch-Hongaar-
sche crisis ten einde loopt. Nu de Duitsch-
Roemeensche handelsbesprekingen, welke
dreigden te mislukken, tot een voor beide
partijen bevredigend einde zijn gebracht,
kan Roemenië het oorlogsmaterieel ontvan
gen, dat het in Tsjecho-Slowakije had be-
sreld, toen dit land nog een zelfstandige
republiek was. Men kan zich nog niet met
zekerheid uitspreken, doch wel heeft men
den indruk dat een zekere ontspanning is
ingetreden.
MEER ARBEIDERS AAN DEN ARBEID.
Werkloosheidspercentage gedaald tot een
peil van Maart 1931.
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbe
middeling deelt mede, dat blijkens door
het Centraal Bureau voor de Statistiek
verstrekte voorloopige gegevens in de week
van 6 tot en met 11 Maart 1939 bij gesub
sidieerde vereenigingen met werkloozen-
kas waren aangesloten 577.538 personen
(waaronder 75.702 landarbeiders).
Van de 501.836 verzekerden, buiten de
landarbeiders, was het werkloosheidsper
centage 22.8 (in de vorige verslagweek,
20 tot en met 25 Februari 1939, was dit
percentage 24.6).
Van de 577.538 verzekerden, met inbe
grip van de landarbeiders, was het werk
loosheidspercentage 21.9 (vorige verslag
week 23.8).
In de overeenkomstige verslagweek van
Maart was het werkloosheidspercentage
voor alle verzekerden ip de laatste jaren
als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld
de percentages, indien de landarbeiders
buiten beschouwing worden gelaten):
1932 26.5 (25.9), 1933 30.3 (30.7), 1934
25.4 (27.0), 1935 30.6 (33.0), 1936 32.0 (34.1),
1937 29.6 (30.6), 1938 25.8 (27.1), 1939 21.9
(22.8).
Men zou tot 1931 terug moeten gaan
om in dezen tijd van het jaar een lager
werkloosheidspercentage aan te tref
fen dan het thans bereikte.
11 Maart 1939 waren bij de organen der
openbare arbeidsbemiddeling ingeschre-?
ven 378.407 werkzoekenden, waarvan ei*
360.731 werkloos waren (n.l. 346.462 man
nen en 14.289 vrouwen).
NED. R. K. MIDDENSTANDSBOND.
Bijeenkomst van het centraal bestuur.
Dezer dagen vergaderde te Utrecht het
Centraal Bestuur van den Ned. R.K, Mid
denstandsbond onder voorzitterschap van
den heer J. A. Koops uit-Venlo,
De aftredende leden van het hoofdbe
stuur werden herkozen, zoodat voor de
komende tweejarige periode het hoofdbe
stuur van den bond blijft samengesteld
als volgt: J. A. Koops, Venlo, voorzitter;
H. G. J. van de Sand, Arnhem, vice-voor-
zitter; E. J. M. Stumpel, Hoorn, le secre
taris; C. Burger, Amsterdam, penning
meester; J. H. van Langen, Delft, 2e secre
taris; E. Lockefeer, Hulst: W. v. d. Kar,
's-Hertogenbosch; H. J. L. Klein Schip
horst, Haarlem; G. A. van Swieten, den
Haag.
Aangenomen werd een voorstel van de
Ned. R. K. Bond van Bouwpatroons om le
besluiten, dat, wanneer moeilijkheden zijn
gerezen tusschen een lid van een bij den
N.R.K.M. aangesloten vakbond eenerzijds
en een anderen bij den N.R.K.M. aange
sloten vakbond anderzijds, door de vak
bonden niet tot strijdmatregelen tegen een
dergelijk lid zal worden overgegaan, vóór
dat terzake de bemiddeling is ingeroepen
van den N.R.K.M.
Nadat bij den aanvang der vergadering
uitvoerige mededeelingeu waren gedaan
omtrent den momenteelon stand van za
ken ten aanzien van beperking van het
grootwinkelbedrijf en verslag was uitge
bracht omtrent hetgeen door het hoofd
bestuur te dezer zake in de afgeloopen
maanden is verricht, is aan hot slot der
bijeenkomst door den adjunc-directcur van
het bondsbureau, drs. H. L. Jansen, een
inleiding gehouden ter aankondiging van
een economisch program tot opvoering van
de interne weerbaarheid in den Neder-
landschen middenstand, dat in de komen
de jaren door de kathol'eke m'-^enstands-
beweging ten uitvoer zal worden gelegd.
GEOORLOOFDE VOORRADEN SPUSVET
In de brochure „Hamsteren en hamste
ren: een raad aan de Ned. huisvrouw", uit
gegeven door de vereeniging voor natio
nale veiligheid, wordt onder meer het ar
tikel vet aangegeven als product, hetwelk
zich leent tot het opslaan door de huis
vrouw als reserve.
Als bijzondere vermelding wordt daarbij
gezegd, dat dc verpakking dient te geschie
den in blikken of potten, niet in papier.
Krachtens de landbouw-crisiswctgeving
en wel ingevolge de artikelen 23, 27 (3de
lid) van het crisis-zuivelbesluit 1935 1 en
dc crisislzuivelbeschikking 1935 44, arti-
kele 11, is het ook aan particulieren ver
boden meer dan 2 1/2 K.G. per gezin spijs-
vet vorhanden te hebben, anders dan wan
neer de verpakking is voorzien van mer
ken (banderolles).
Daardoor wordt het dus onmogelijk, een
behoorlijke hoeveelheid gesmolten vet in
voorraad te houden of rauf dierlijk vet
uit te smelten en in voorraad te houden.
Wanneer de huisvrouw de potten of blik
ken moet laten banderolleeren, dan kah zij
niet, zooals wordt aanbevolen op blz. 14 dei-
brochure van de vereenlging, regelmatig
de reserve aanspreken en ververschen.
Daarom heeft het bureau van den ko
ninklijken Nederlandschen Middenstands
bond de vereeniging voor nationale veilig
heid in overweging gegeven te bevorde
ren, dat voor het doel, dat de vereeniging
beoogt, ontheffing wordl verleend van het
verbod voor particulieren, om gesmolten
vet in grootere hoeveelheden dan 21/2
K.G. ongebanderolleerd in vooraad te heb
ben.
BOTERHEFFING.
Plet bedrag van de heffing en steun-
uitkeering op boter, is behoudens tus-
schentijdsche wijziging, voor de week
van 23 tot Maart vastgesteld op 60 cent
per K.G.
BOTERNOTEERING.
De commissienoteering voor Neder-
landsche boter is vastgesteld op 80 cent
per K.G.
De officieele Deensche boternoteering
is vast gesteld op 2.43 kronen of 96 cent
per K.G.
VESTIGINGSWET POELIERSBEDRIJF.
De minister van Economische Zaken
heeft het tijdelijk vestigingsverbod voor
het poeliersbedrijf met een half jar ver
lengd tot 27 September 1939.
Tevens heeft de minister het tijdelijk
vestigingsverbod voor het bloemverkoo-
persbedrijf en voor het kappersbedrijf met
een half jaar verlengd tot 25 October 1939,
DE ORDENING IN DE LEDER
BRANCHE.
Naar wij vernemen hebben de georga
niseerde lederfabrikanten en lederimpor
teurs aan den minister van Economische
Zaken verzocht opnieuw te willen over
gaan tot algemeen verbindendverklaring
der „leverings- en betalingscondities voor
leder", wanneer de huidige verbindend
verklaringsperiode op 1 Juli ten einde
loept. Omtrent dit verzoek heeft de mi
nister van Economische Zaken, blijkens
het bericht in de Staatscourant van 22
Februari, no. 38, het advies gevraagd van
de vaste commissie van den Economi-
sohen Raad, bedoeld in artikel 8 van de
„wet op het algemeen verbindend en
onverbindend verklaren van onderne
mersovereenkomsten 1935". In verband
daarmede houdt deze commissie het
secretariaat der commissie is gevestigd
Bezuidenhoutseheweg 87 te Den Haag
op 4 April een verhoor, waarop alle be
langhebbenden in de gelegenheid zullen
worden gesteld van hun opvattingen ter
zake te doen blijken.
DE DUITSCHE DAG TE UTRECHT.
Besloten met toespraken van minister
Steenberghe en Staatsraad Hellferich.
De Duitsche dag tijdens de Jaarbeurs te
Utrecht is Woensdag besloten met een
diner in het Jaarbeurs-restaurant.
Verschillende autoriteiten hebben daar
het woord gevoerd.
De tafelpresident, dr. F. H. Fentener van
Vlissingen, wees in zijn tafelrede op de
groote moeilijkheden, waarmede een ieder
te kampen heeft bij het zoeken naar mid
delen om het internationale handelsver
keer te verbeteren.
In verband hiermede bepleitte spr. de
noodzakelijkheid van een harmonische sa
menwerking.
Als tweede spreker richtte de minister
van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steen
berghe, zich met een rede tot de dischge-
nooten.
De minister memoreerde vervolgens de
reeds jaren bestaande en nog steeds voort
durende handelsbetrekkingen tusschen
Duitschland en Nederland.
Daarbij wees spr. op het groote belang
van den transitohandel. De handhaving en
intonslveering hiervan drukken haar stem
pel op een belangrijk onderdeel van deze
jaarbeurs, waar vrienden en voor alles
kooplieden uit het buitenland van de pro
ducten van onze natlonnlon handel, doch
ook van dien uit het buitenland, kennis
kunnen nemen.
In de hoop en de verwachting, aldus be
sloot minister Steenberghe, dat de Utrecht-
sche Jaarbeurs in de komende jaren de ver
dere ontwikkeling van het handelsverkeer
tusschen het moederland onzer Duitsche
gasten en uit ons eigen land op dezelfde
voorbeeldige wijze als in de voorafgaande
jaren dienen zal, verzoek ik u allen het glas
op te heffen en te drinken op het welzijn
van ons beider landen.
Staatsraad Emil Helfferich, president van
de Hamburg—Amerika Lijn, herinnerde in
zijn rede aan de sterke banden, die Duitsch
land met Nederland binden. Deze banden
moeten, aldus spr., nog hechter worden.
Spr. heeft ons volk het beste leeren waar-
deeren en bewonderen in de overzeesche
gebieden, waar hij jarenlang werkzaam
was.
„Wij leven in moeilijke tijden. Laten wij
ondanks dat alles zorgen voor goede han
delsbetrekkingen. De Duitscher is heet
hoofdig, de Engelschman koud, doch de
Nederlander staat daartusschen".
Spr. bewonderde deze flegmatieke levens
opvatting van het Nederlandsche volk.
„Moge u", aldus besloot spr., „de rol be
schoren zijn, zoo kenmerkend aan uw ka
raktereigenschap, in de toekomst als mid
delaar op te treden. De handel is immers
een zeer belangrijke factor in de interna
tionale verhoudingen".
JHR. v. BÖNNINGHAUSEN GAAT IN
BEROEP BIJ AMBTENARENGERECHT.
Jonkheer E. L. M. Th. J. von Bönning-
hausen, die, zooals men weet, met ingang
van 1 Maart j.l., wegens onnationale uit
latingen bij verschillende gelegenheden,
niet eervol ontslagen werd als burgemees
ter van Ootmarsum, heeft op advies van
zijn raadslieden besloten, van dit ontslag
in beroep te gaan bij het ambtenarenge
recht.
MARNIZ-HERDENKING 1940.
Het heeft H. M. de Koningin behaagd
het beschermvrouwschap te aanvaarden
van het nationaal comité ter herdenking
van Filips van Marnix van Sint Alde-
gonde.