De nieuwe status van Slowakije Onder Duitsche bescherming Grensincidenten met de Hongaren BUITENLAND BINNENLAND VRIJDAG 24 MAART 1939 DE LFJDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 DE GRENS STOND NOG NIET VAST. Sterke Hongaarsche gemotoriseerde af- cleelingen en infanterie, komende uit de Karpathische Oekraïne, doch ook uit het Zuiden, zijn volgens een bericht uit wel ingelichte bron te Bratislava, de Slowaak- sche grens overgegaan. De stad Michalevce, op 16 K.M. van de Hongaarsche grens, is, naar gemeld wordt, feitelijk door Hongaarsche troepen om singeld. Hongaarsche vliegtuigen zijn boven de stad Presov, op 32 K.M. over de Slowaak- sche grens, verschenen, doch zij hebben geen bommen uitgestrooid. Slowaaksche troepen bieden tegenstand aan den aanval en gemeld wordt, dat zich kleine gevech ten hebben voorgedaan, waarbij aan beide zijden dooden en gewonden zijn gevallen. Berlijn is door de Slowaaksche regee ring van het gebeurde in kennis gesteld doch het is nog niet bekend of gevraagd is om- Duitsche militaire hulp. EEN SLOWAAKSCH ULTIMATUM AAN HONGARIJE. Er is gisteren een formeele nota door Bratislava aan Boedapest gezonden tegen de schending van Slowaaksch gebied door Hongaarsche troepen. Een beyrecligend ant woord werd binnen enkele uren geëischt. De minister van buitenlandsche zaken der regeering le Bratislava heeft een telegram gezonden aan den Hongaarschen minister van buitenlandsche zaken, waarin hij er tegen protesteert, dat Hongaarsche troepen uit Rusinko (Karpathische Oekraïne) Slo waaksch grondgebied zijn binnengedrongen en daar militaire operaties zouden ten uit voer brengen In zijn antwoord aan den Slowaakschen minister van buitenlandsche zaken heeft minster graaf Csaky beloofd direct een onderzoek te zullen laten instellen, waar van hij het resultaat aan de Slowaaksche regeering zal mededeelen. Tegelijkertijd heeft de minister er de re geering te Bratislava opmerkzaam op ge maakt, dat de Oostelijke grens van Slowa kije nimmer was vastgesteld en dat het der halve mogelijk is, dat uit deze omstandig heid een eventueel plaatselijk geschil tus- schen Hongaarsche en Slowaaksche troepen ontstond. Van militaire operaties kan echter geen sprake zijn. Volgens inlichtingen verkregen bij de mi litaire autoriteiten te Presov, zijn de Hon gaarsche troepen te middernacht In den nacht van Woensdag op Donderdag de grens tusschen Slowakije en de Karpatho- Oekraine overgetrokken. Om tien uur gis terochtend hadden zij Sobrance en een half Tiur later Kakna Roztoka en Fekisovce be zet, vanwaar zij direct verder trokken. Om 2 uur gistermiddag begonnen de Hongaar sche troepen zich plotseling terug te trek ken. Laat in den avond bevonden de Hon garen zich nog op Slowaaksch gebied, doch de Slowaaksche autoriteiten, die verster kingen naar de grens hadden gezonden, gaven dezen order, naar Presov terug te fkeeren. NIETS BIJZONDERS, MEENT BERLIJN. De grens moet daar gecorrigeerd worden. De bezetting door Hongarije van eenige Oekrainsche gemeenten in Oost-Slowakije ■beschouwt men in welingelichte politieke kringen te Berlijn als een uitvloeisel van de arbitrage van Ween en, waarbij deze ge bieden, die meerendeels door Oekrainers bevolkt zouden zijn, aan Hongarije zouden zijn beloofd. Men schijnt te Berlijn het Hongaarsche standpunt te deelen, volgens hetwelk men nog niet van een Slowaaksche Oostgrens zou kunnen spreken, aangezien cle tot dusverre bestaande grens door de Tsjechische bewindhebbers is vastgesteld, zonder met het ethnische standpunt reke ning te houden. Onder deze omstandig heden is er, zoo zegt men te Berlijn, alle aanleiding om aan te nemen, dat het Hon gaarsche optreden, dat in zyn objectief zeer beperkt is, tot geenerlei verwikkelingen tusschen Hongarije eenerzijds en Slowakije en Duitschland anderzijds zal leiden. DE POLITIEKE STATUS VAN SLOWAKIJE. Duitsch-Slowaaksche overeenkomst gesloten. Om half één gistermiddag is te Berlijn een overeenkomst geteekend tusschen de regeering van Slowakije en de Ryksregee- ring inzake den politieken status van Slo wakije. In de inleiding wordt gezegd, dat de Duitsche diplomatieke regeering, nadat de Slowaaksche staat zich onder bescherming van het rijk had gesteld, met Slowakije is overeengekomen de daaruit voortvloeiende gevolgen in een verdrag vast te leggen. Te dien einde zijn de volgende bepalingen overeengekomen: Artikel 1. Het Duitsche rijk neemt de bescherming op zich van de politieke onaf hankelijkheid van den Slowaakschen staat en de onschendbaarheid van zijn gebied. Artikel 2. Voor de ten uitvoerlegging van de door het Duitsche rijk overgenomen bescherming heeft de Duitsche weermacht te allen tijde het recht in een zóne, be grensd ten Westen door de grens van den Slowaakschen staat en ten Oosten door de algemeene lijn: Oostrand van de Kleine Kerpathen, de Witte Karpathen en den Oostrand van het Javi-rnik-gebergte, mili taire posities in te richten en in de door haar noodig geachte sterkte bezet te hou den. De Slowaaksche regeering zal er voor zorgen, dat de voor deze stellingen noodige grond ter beschikking zal worden gesteld van de Duitsche weermacht. Voorts zal de Slowaaksche regiering toe stemmen in een regeling, welke noodig is om den Duitschen troepen vrijstelling te verleenen van douanerechten voor hun ap proviandeering, zoomede voor de leverin gen uit Duitschland ten behoeve van de militaire inrichtingen. In de bovenomschreven zóne worden de militaire souvereiniteitsrechten uitgeoefend door de Duitsche weermacht. Personen van Duitsche staatsburgerschap, die op grond van een particuliere overeenkomst te werk gesteld zijn aan de inrichting der militaire stellingen in genoemde zóne, staan op dat punt onder de Duitsche rechtspraak. Artikel 3. De Slowaaksche regeering zal haar eigen militaire krachten in nauw over leg met de Duitsche weermacht organisee- ren. Artikel 4. Overeenkomstig de aangegane beschermingsovereenkomst zal de Slowaak sche regeering haar buitenlandsche poli tiek steeds voeren in overeenstemming met de Duitsche regeering. Artikel 5. Deze overeenkomst treedt bij de onderteekening direct in werking en geldt voor 25 jaar De beide regeeringen zullen zich voor den afloop van dezen ter mijn tijdig met elkander verstaan voor een verlenging. Hitier te Bratislava verwacht. Na de onderteekening van het Duitsch- Slowaaksche accoord verwacht men zeer spoedig een bezoek van Hitier aan Bratis lava. Zonder twijfel zal het bezoek nog vóór 1 April gebracht worden. DUITSCHLAND SABOTAGE BIJ DE SKODA- FABRIEKEN. De Praagsche correspondent van de „Daily Telegraph" meldt, dat de Gestapo bij de wapenfabrieken van Skoda te Plzen (Pilsen) meer dan honderd arbei ders, die van sabotage verdacht werden, gearresteerd heeft. Eenige belangrijke machines, aldus verluidt, waren zóó ern stig beschadigd, dat zij voor tenminste zes weken niet gebruikt zullen kunnen worden. ENGELAND HET AFSCHEID VAN LEBRUN. „Vrijheid sterker dan iedere as." De Britsche pers wenscht hedenochtend met droefheid den president van Frankrijk, Lebrun en zijn echtgenoote, vaarwel. De. Fransche gasten waren zóó populair, dat men algemeen betreurt, dat zoo spoedig een einde komt aan het officieele bezoek. Het hoogtepunt van het bezoek werd gis teravond bereikt bij de speciale voorstel- lii:yg op het plein van het India Office, welke behalve door de Fransche gasten, werd bijgewoond door de geheele Konink lijke Familie en ongeveer 500 diplomaten, regeeringsfunctionarissen en vertegenwoor-' digers van de weermacht. Het slot-tableau van de voorstelling sym boliseerde de Fransch-Britsche kameraad schap in alle gevaai. Brittannië kwam op he+ tooneel, omringd door Fransche poilus, terwijl Marianne beschermd werd door Britsche tommies in oorlogsuitrusting. In de epiloog werd gesproken van Frank rijk en Engeland als twes. landen, die vrij heid nog steeds een kostbaar bezit achten. Kef slot van de epiloog luidde: „Vrijheid zal blijken een sterkere band te zijn, dat iedere as van eenig rad.* Een hartelijk afscheid Vanochtend kwart voor tien is president Lebrun met zijn echtgenoote per auto van Buckingham Palace vertrokken om naar Victoria Station te gaan, teneinde de terug reis te aanvaarden. De Fransche president werd vergezeld door den Koning, Koningin Elisabeth en de prinsesjes Elizabeth en Margaret Rose. Het feit, dat de Britsche koninklijke familie den president uitgeleide deed is een bijzonder kenmerk voor de Britsch- Fransche vriendschap, aangezien men eerst vernachtte, dat de president en zijn echtgenoote alleen naar het station zouden gaan en zij reeds in het paleis afsoheid hadden genomen van het koninklijke gezin. RUSLAND MAARSCHALK BLUECHER BLIJFT WEG. Gisteren is ten onrechte gemeld, dat maarschalk Bluecher gekozen was in het politieke bureau. Deze onjuistheid is door een seinfout ontstaan. Blücher is integen deel uit het centrale comité verdwenen. ROEMENIË HANDELSVERDRAG MET DUITSCHLAND GESLOTEN ONTWIKKELING EN ORIENTEERING VAN DEN LANDBOUW. Fusie op industrieel terrein. Na vrij langdurige en in vriendschappe- lijken geest gevoerde onderhandelingen werd gisteren te Boekarest de Duitsch Roemeensche overeenkomst geteekend, welke den grondslag vormt voor een ver dere uitbreiding der wederzijdsche han delsbetrekkingen In een hierover uitgegeven communiqué wordt o.a. gezegd, dat de Duitsche en de Roemeensche regeering het erover eens zijn, dat de productie van Roemenië nog vérstrekkende mogelijkheden tot ontwik keling behelst. De Roemeensche productie kan door een doelmatige organisatie wor den opgevoerd, waardoor zij in de aan Roemenië grenzende gebieden en in Groot- Duitschland een ruimer afzetgebied kan vinden. In de nieuwe overeenkomst heeft Duitschland zich bereid verklaard, zijn er varing op het gebied van den land- en boschbouw ter beschikking te stellen en dt industrieelc installaties te leveren. Het verdrag bepaalt, dat als aanvulling op 't bestaande Duitsch-Roemeensche handels verdrag een economisch plan, "dat zich o\er verscheidene jaren zal uitstrekken, zai worden opgesteld. Dit economisch plan zoi de Duitsche invoerbehpeften moeten bevredigen en rekening moeten houden zoowel met de binnenlandsche behoeften van Roemenië als met het noodzakelijke handelsverkeer tusschen Roemenië en de overige landen. Dit economische plan dient zich in de eerste plaats te richten naar de ont wikkeling en de oriënteering van de Roemeensche landbouwproductie Hier bij zal o.a. voorzien worden in het ver bouwen van nieuwe landbouwproduc ten en in de verhooging van de pro ducten, welke reeds verbouwd worden, met name van veevoeder, oliezaden en vezelplanten. Ook zal aandacht geschonken worden aan de ontwikkeling van den Roeraeen- schen boschbouw. Het plan voorziet in de levering van machines en installaties voor den Roemeen- schen mijnbouw. Duitsch-Roemeensche maatschappijen zullen worden opgericht ter exploitatie van het koper-zwavelkies in de Dobroedzja, van het chroomerts in de Banaat en het mangaanerts in de streek van Vatra Dcrnei-Brostem. Voorts zullen de bauxietvoorraden ge ëxploiteerd worden en zal een aluminium- industrie worden opgericht. Een Duitsch-Roemeensche maatschappij zal de minerale oliebronnen exploiteeren en een program opstellen voor het boren en distribueeren der oliën. Voort voortziet het economische plan in een fusie op industrieel gebied. Vrije zones zullen tot standkomen, waar in industrie- en handelsondernemingen zul len worden opgericht. In deze vrije zones zullen tevens pakhuizen en in richtingen voor het overladen ten behoeve van de Duitsche scheepvaart gebouwd worden. Het'economische plan behelst boven dien het leveren van oorlogsmateriaal en uitrustingstukken voor het Roe meensche leger, do marine, de lucht macht en de bewapeningsindustrie, als mede de oprichting van openbare be drijven. Met de uitvoering van het verdrag wor den de krachtens het handelsverdrag van 23 Maart 1935 ingestelde regeeringscom- missies belast. Het verdrag treedt een maand na de uit wisseling der ratificatie-oorkonden, het geen zoo spoedig mogelijk in Berlijn zal plaats hebben, in werking. Het verdrag is geldig tot 31 Maart 1944. Wordt het niet een jaar voor dit tijdstip opgezegd, dan geldt het als voor onbepaal- dtn tijd verlengd. Het is dan, met inacht neming van een termijn van 1 jaar, tot het emde van telkens een kwartaal, opzegbaar. DE BETREKKINGEN TUSSCHEN ROMENIE EN HONGARIJE. Het schijnt, dat de Roemeensch-Hongaar- sche crisis ten einde loopt. Nu de Duitsch- Roemeensche handelsbesprekingen, welke dreigden te mislukken, tot een voor beide partijen bevredigend einde zijn gebracht, kan Roemenië het oorlogsmaterieel ontvan gen, dat het in Tsjecho-Slowakije had be- sreld, toen dit land nog een zelfstandige republiek was. Men kan zich nog niet met zekerheid uitspreken, doch wel heeft men den indruk dat een zekere ontspanning is ingetreden. MEER ARBEIDERS AAN DEN ARBEID. Werkloosheidspercentage gedaald tot een peil van Maart 1931. De directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbe middeling deelt mede, dat blijkens door het Centraal Bureau voor de Statistiek verstrekte voorloopige gegevens in de week van 6 tot en met 11 Maart 1939 bij gesub sidieerde vereenigingen met werkloozen- kas waren aangesloten 577.538 personen (waaronder 75.702 landarbeiders). Van de 501.836 verzekerden, buiten de landarbeiders, was het werkloosheidsper centage 22.8 (in de vorige verslagweek, 20 tot en met 25 Februari 1939, was dit percentage 24.6). Van de 577.538 verzekerden, met inbe grip van de landarbeiders, was het werk loosheidspercentage 21.9 (vorige verslag week 23.8). In de overeenkomstige verslagweek van Maart was het werkloosheidspercentage voor alle verzekerden ip de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de percentages, indien de landarbeiders buiten beschouwing worden gelaten): 1932 26.5 (25.9), 1933 30.3 (30.7), 1934 25.4 (27.0), 1935 30.6 (33.0), 1936 32.0 (34.1), 1937 29.6 (30.6), 1938 25.8 (27.1), 1939 21.9 (22.8). Men zou tot 1931 terug moeten gaan om in dezen tijd van het jaar een lager werkloosheidspercentage aan te tref fen dan het thans bereikte. 11 Maart 1939 waren bij de organen der openbare arbeidsbemiddeling ingeschre-? ven 378.407 werkzoekenden, waarvan ei* 360.731 werkloos waren (n.l. 346.462 man nen en 14.289 vrouwen). NED. R. K. MIDDENSTANDSBOND. Bijeenkomst van het centraal bestuur. Dezer dagen vergaderde te Utrecht het Centraal Bestuur van den Ned. R.K, Mid denstandsbond onder voorzitterschap van den heer J. A. Koops uit-Venlo, De aftredende leden van het hoofdbe stuur werden herkozen, zoodat voor de komende tweejarige periode het hoofdbe stuur van den bond blijft samengesteld als volgt: J. A. Koops, Venlo, voorzitter; H. G. J. van de Sand, Arnhem, vice-voor- zitter; E. J. M. Stumpel, Hoorn, le secre taris; C. Burger, Amsterdam, penning meester; J. H. van Langen, Delft, 2e secre taris; E. Lockefeer, Hulst: W. v. d. Kar, 's-Hertogenbosch; H. J. L. Klein Schip horst, Haarlem; G. A. van Swieten, den Haag. Aangenomen werd een voorstel van de Ned. R. K. Bond van Bouwpatroons om le besluiten, dat, wanneer moeilijkheden zijn gerezen tusschen een lid van een bij den N.R.K.M. aangesloten vakbond eenerzijds en een anderen bij den N.R.K.M. aange sloten vakbond anderzijds, door de vak bonden niet tot strijdmatregelen tegen een dergelijk lid zal worden overgegaan, vóór dat terzake de bemiddeling is ingeroepen van den N.R.K.M. Nadat bij den aanvang der vergadering uitvoerige mededeelingeu waren gedaan omtrent den momenteelon stand van za ken ten aanzien van beperking van het grootwinkelbedrijf en verslag was uitge bracht omtrent hetgeen door het hoofd bestuur te dezer zake in de afgeloopen maanden is verricht, is aan hot slot der bijeenkomst door den adjunc-directcur van het bondsbureau, drs. H. L. Jansen, een inleiding gehouden ter aankondiging van een economisch program tot opvoering van de interne weerbaarheid in den Neder- landschen middenstand, dat in de komen de jaren door de kathol'eke m'-^enstands- beweging ten uitvoer zal worden gelegd. GEOORLOOFDE VOORRADEN SPUSVET In de brochure „Hamsteren en hamste ren: een raad aan de Ned. huisvrouw", uit gegeven door de vereeniging voor natio nale veiligheid, wordt onder meer het ar tikel vet aangegeven als product, hetwelk zich leent tot het opslaan door de huis vrouw als reserve. Als bijzondere vermelding wordt daarbij gezegd, dat dc verpakking dient te geschie den in blikken of potten, niet in papier. Krachtens de landbouw-crisiswctgeving en wel ingevolge de artikelen 23, 27 (3de lid) van het crisis-zuivelbesluit 1935 1 en dc crisislzuivelbeschikking 1935 44, arti- kele 11, is het ook aan particulieren ver boden meer dan 2 1/2 K.G. per gezin spijs- vet vorhanden te hebben, anders dan wan neer de verpakking is voorzien van mer ken (banderolles). Daardoor wordt het dus onmogelijk, een behoorlijke hoeveelheid gesmolten vet in voorraad te houden of rauf dierlijk vet uit te smelten en in voorraad te houden. Wanneer de huisvrouw de potten of blik ken moet laten banderolleeren, dan kah zij niet, zooals wordt aanbevolen op blz. 14 dei- brochure van de vereenlging, regelmatig de reserve aanspreken en ververschen. Daarom heeft het bureau van den ko ninklijken Nederlandschen Middenstands bond de vereeniging voor nationale veilig heid in overweging gegeven te bevorde ren, dat voor het doel, dat de vereeniging beoogt, ontheffing wordl verleend van het verbod voor particulieren, om gesmolten vet in grootere hoeveelheden dan 21/2 K.G. ongebanderolleerd in vooraad te heb ben. BOTERHEFFING. Plet bedrag van de heffing en steun- uitkeering op boter, is behoudens tus- schentijdsche wijziging, voor de week van 23 tot Maart vastgesteld op 60 cent per K.G. BOTERNOTEERING. De commissienoteering voor Neder- landsche boter is vastgesteld op 80 cent per K.G. De officieele Deensche boternoteering is vast gesteld op 2.43 kronen of 96 cent per K.G. VESTIGINGSWET POELIERSBEDRIJF. De minister van Economische Zaken heeft het tijdelijk vestigingsverbod voor het poeliersbedrijf met een half jar ver lengd tot 27 September 1939. Tevens heeft de minister het tijdelijk vestigingsverbod voor het bloemverkoo- persbedrijf en voor het kappersbedrijf met een half jaar verlengd tot 25 October 1939, DE ORDENING IN DE LEDER BRANCHE. Naar wij vernemen hebben de georga niseerde lederfabrikanten en lederimpor teurs aan den minister van Economische Zaken verzocht opnieuw te willen over gaan tot algemeen verbindendverklaring der „leverings- en betalingscondities voor leder", wanneer de huidige verbindend verklaringsperiode op 1 Juli ten einde loept. Omtrent dit verzoek heeft de mi nister van Economische Zaken, blijkens het bericht in de Staatscourant van 22 Februari, no. 38, het advies gevraagd van de vaste commissie van den Economi- sohen Raad, bedoeld in artikel 8 van de „wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van onderne mersovereenkomsten 1935". In verband daarmede houdt deze commissie het secretariaat der commissie is gevestigd Bezuidenhoutseheweg 87 te Den Haag op 4 April een verhoor, waarop alle be langhebbenden in de gelegenheid zullen worden gesteld van hun opvattingen ter zake te doen blijken. DE DUITSCHE DAG TE UTRECHT. Besloten met toespraken van minister Steenberghe en Staatsraad Hellferich. De Duitsche dag tijdens de Jaarbeurs te Utrecht is Woensdag besloten met een diner in het Jaarbeurs-restaurant. Verschillende autoriteiten hebben daar het woord gevoerd. De tafelpresident, dr. F. H. Fentener van Vlissingen, wees in zijn tafelrede op de groote moeilijkheden, waarmede een ieder te kampen heeft bij het zoeken naar mid delen om het internationale handelsver keer te verbeteren. In verband hiermede bepleitte spr. de noodzakelijkheid van een harmonische sa menwerking. Als tweede spreker richtte de minister van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steen berghe, zich met een rede tot de dischge- nooten. De minister memoreerde vervolgens de reeds jaren bestaande en nog steeds voort durende handelsbetrekkingen tusschen Duitschland en Nederland. Daarbij wees spr. op het groote belang van den transitohandel. De handhaving en intonslveering hiervan drukken haar stem pel op een belangrijk onderdeel van deze jaarbeurs, waar vrienden en voor alles kooplieden uit het buitenland van de pro ducten van onze natlonnlon handel, doch ook van dien uit het buitenland, kennis kunnen nemen. In de hoop en de verwachting, aldus be sloot minister Steenberghe, dat de Utrecht- sche Jaarbeurs in de komende jaren de ver dere ontwikkeling van het handelsverkeer tusschen het moederland onzer Duitsche gasten en uit ons eigen land op dezelfde voorbeeldige wijze als in de voorafgaande jaren dienen zal, verzoek ik u allen het glas op te heffen en te drinken op het welzijn van ons beider landen. Staatsraad Emil Helfferich, president van de Hamburg—Amerika Lijn, herinnerde in zijn rede aan de sterke banden, die Duitsch land met Nederland binden. Deze banden moeten, aldus spr., nog hechter worden. Spr. heeft ons volk het beste leeren waar- deeren en bewonderen in de overzeesche gebieden, waar hij jarenlang werkzaam was. „Wij leven in moeilijke tijden. Laten wij ondanks dat alles zorgen voor goede han delsbetrekkingen. De Duitscher is heet hoofdig, de Engelschman koud, doch de Nederlander staat daartusschen". Spr. bewonderde deze flegmatieke levens opvatting van het Nederlandsche volk. „Moge u", aldus besloot spr., „de rol be schoren zijn, zoo kenmerkend aan uw ka raktereigenschap, in de toekomst als mid delaar op te treden. De handel is immers een zeer belangrijke factor in de interna tionale verhoudingen". JHR. v. BÖNNINGHAUSEN GAAT IN BEROEP BIJ AMBTENARENGERECHT. Jonkheer E. L. M. Th. J. von Bönning- hausen, die, zooals men weet, met ingang van 1 Maart j.l., wegens onnationale uit latingen bij verschillende gelegenheden, niet eervol ontslagen werd als burgemees ter van Ootmarsum, heeft op advies van zijn raadslieden besloten, van dit ontslag in beroep te gaan bij het ambtenarenge recht. MARNIZ-HERDENKING 1940. Het heeft H. M. de Koningin behaagd het beschermvrouwschap te aanvaarden van het nationaal comité ter herdenking van Filips van Marnix van Sint Alde- gonde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 6